Via Rekken terug
in maatschappij
VIJFTIG JAAR
REKKENSE
INRICHTINGEN
I
.Rekken" heelt al vele jaren een eigen zwembad
AL KAN men zelfs bij benadering niet vertellen waar Rekken ligt,
dan heeft men meestal toch wel van de Rekkense Inrichtingen ge
hoord. „Maar niet op de manier die wij het prettigst vinden", zegt
lakoniek de heer M. Langbroek, secretaris van de algemene directie
van de R.I. „Alleen als hier iemand wegloopt, komt onze naam in de
krant of door de radio. Ooh, zegt Jan Publiek dan hoofdschuddend, al
weer één daar ontvlucht, waarom worden die lui ook niet beter be
waakt? Tja, gehoord heeft men van de Rekkense Inrichtingen meestal
wel, maar men weet er niet genoeg van".
En het laatste is de voornaamste reden, waarom de leiding van de R.I.
zo gelukkig is met de niet geringe publiciteit (binnenkort ook een
televisie-documentaire) rond het gouden jubileum, dat 'Rekken' vol
gende maand viert. Zij hoopt, dat hiermee eindelijk een flinke brok
wordt afgeknabbeld van de berg misverstanden, waardoor zij zich tel
kens weer heen moet eten.
D EKKEN is een dun dorp-
je in een hoek van de
Achterhoek, pal tegen de Duit
se grens aan. Het wordt be
stuurd vanuit Eibergen, dat
een kilometer o[ zes verder ligt,
er is nog bijna even landelijk
als vijftig jaar geleden, toen het
zich inliet met een vereniging,
die dit stipje op de landkaart
nationale bekendheid heeft be
zorgd. Dat was de Vereeniging
tot Stichting van Christelijke
Inrichtingen voor Verpleging
van Zwakzinnigen, opgericht
in 1910. die in 1949 de wat
makkelijker te onthouden naam
Vereniging Rekkense Inrichtin
gen kreeg.
De fin-de-siècle heeft niet alleen
een bepaald soort literatuur voort
gebracht. maar ook een reeks so
ciale veranderingen. Logisch paste
ln deze ontwikkeling een grotere
aandacht van overheidszijde voor
de geestelijk gehandicapte mens.
Rond de eeuwwisseling kwamen en
kele wetten tot stand met betrek
king tot geesteszieken, delinquenten
en maatschappelijk onaangepaste
kinderen, onder meer de Krankzin
nigenwet f1484) en de Kinderbe
ginselenwet (1901).
Lacune
Er bleef destijds echter een lacu
ne. Weliswaar was de verzorging
geregeld van kinderen die wij te
genwoordig moeilijk opvoedbaar
noemen (de terminologie van toen
is niet meer die van nu), maar die
verzorging hield op, zodra de jongen
of het meisje meerderjarig werd.
Abrupt aan hun lot overgelaten ble
ken zij heel vaak niet in staat in
het gareel te blijven. De mannen
belandden herhaaldelijk in de ge
vangenis of het huis van bewaring,
terwijl de vrouwen dikwijls tot pros
titutie kwamen, zo constateerde een
groepje idealisten dat pionierde op
het gebied van de reclassering. Het
was dit groepje, dat in 1910 besloot
tot de oprichting van bovengenoem
de vereniging met de lange naam.
Het ging deze vereniging in eerste
instantie uitsluitend om duurzame
verpleging van zwakzinnige meer
derjarigen.
In 1916 gaf 't bestuur de volgen
de omschrijving van hetgeen bij
„zwakzinnigen" wordt waargeno
men: onvoldoende inzicht in eigen
plaats en capaciteit: gebrek aan
Belfstandigheld; onbetrouwbaar
heid; desintegratie van capacitei
ten; onverschilligheid, koelheid en
ongevoeligheid; zwakke weerstand
tegen invloeden van buiten; ver
hoogde emotionaliteit; onbeheerst
heid en onberekenbaarheid.
Uit deze opsomming blijkt wel,
dat niet het bieden van hulp aan
verstandelijk zwakbegaafden het
hoofddoel van de oprichters was,
maar de verzorging van mensen
die gestoord waren in karakter
structuur, gevoels- en drifleven.
Toen in 1929 de Psychopathenwet-
ten tot stand kwamen en het be
stuur van de Rekkense Inrichtingen
de minister van Justitie vergun
ning vroeg voor het verplegen van
ter beschikking van de regering ge
stelden, begaf de vereniging zich
daarmee dan ook niet op nieuw
terrein, maar ging zij slechts voort
op de ingeslagen weg.
Grond
We keren nog even terug tot het
begin: in 1910 was er dus wel een
vereniging die zich het lot van
volwassen zwakzinnigen aantrok,
maar 'n inrichting was er nog niet.
Geld en grond ontbraken voors
hands. Om aan financiën te komen
organiseerde het bestuur geregeld
lezingen. By zo'n lezing, in 1911
in Doetinchem, was een keer dr. W.
L. Slot jr., hervormd predikant te
Rekken, aanwezig. En deze werd
zo gegrepen door wat hy hoorde,
dat hy zich „als door de hemel
geroepen" voelde om zyn schouders
onder dit werk te zetten. Enkele
jaren later werd hy dan ook de
eerste directeur van de Rekkense
Inrichtingen.
Dr. Slot vertelde het bestuur, dat
naby zyn woonplaats Rekken on
geveer honderd hectare aaneenge
sloten woest gebied lag. Hy werd
gemachtigd om te onderhandelen
en kreeg vervolgens met enorme
moeiiykheden te kampen: het ter
rein was eigendom van ruim dertig
Een van de paviljoens
ingezetenen, terwyi bovendien vele
stukken tot een onverdeelde boedel
behoorden. Maar na een jaar van
praten, loven en bieden was de koop
dan toch rond: een miljoen vier
kante meter voor een bedrag van
17.500 gulden.
In het voorjaar van 1914 werd
het eerste paviljoen op de Rekkense
heide geopend, enkele maanden
later gevolgd door een tweede. Maar
nauweiyks waren zes mannen en
drie vrouwen opgenomen, of zij
moesten alweer naar huis worden
gestuurd in verband met 't uitbre
ken van de eerste wereldoorlog. In
1915 het jaar dat men als uit
gangspunt heeft gekozen voor het
komend jubileum begon men
opnieuw en aan het eind van dat
jaar werden in de paviljoens elf
mannen en zes vrouwen verpleegd.
Meer dan vierhon
derd zwakzinnige man
nen en vrouwen, ter beschik
king gestelden en moeilijk op
voedbare jongens en meisjes
zijn thans ondergebracht in de
paviljoens en tehuizen van de
Vereniging Rekkense Inrich
tingen. Ruim tweehonderd per
soneelsleden (ongeveer dertig
tekort) zijn er druk mee.
Het was in de periode 1935-'40.
dat het inzicht veld won, dat met
M. LANGBROEK
publiek weet er niet genoe^van
J Reportage: J
i F. Koffijberg i
de heropvoeding van maatschappe-
ïyk onaangepaste figuren de beste
resultaten zyn te bereiken, als deze
mensen nog jong zyn, „onaf" by
wyze van spreken, nog beïnvloed
baar. In 1946 hakte men de knoop
definitief door: sindsdien worden
ook kinderen vanaf de schoolplich
tige leeftyd opgenomen. Op het
ogenblik bestaart de helft van de
bevolking van de Rekkense In
richtingen uit jeugd.
Het hoofddoel is dan ook niet
langer duurzame verzorging, maar
resocialisatie. „Terug naar de maat
schappij" is het sleutelwoord voor
de huidige aanpak, die een levens
ritme impliceert, hetwelk dat in de
maatschappy zowel mogeiyk naby
komt. De kinderen gaan naar
school. De oudere jeugd volgt, zo
veel mogelyk, onderwüs op nabu
rige scholen of werkt in de keu
ken, de wasserij, de plantsoenen,
de werkplaatsen, de tuinderij of
op de boerdery van de R.I. Voor
de TBR-mannen (zoals de ter be
schikking gestelden in de wande
ling worden genoemd) zijn er vol
komen fabrieksmatig opgezette
werkplaatsen, waar zU dan ook
werken tegen een normaal loon.
waaruit zy o.a. een deel van hun
verpleegkosten bydragen. Een aan
tal jongens en mannen werkt zelf
standig buiten de inrichting in ver
schillende branches. Er zijn vaste
tyden voor eten en ontspanning en
's zondags gaat men naar de kerk.
Overigens is de duurzame ver
pleging er niet helemaal by inge
schoten. In Eefde zyn twee te
huizen, waar by na honderd zwak
zinnige meerderjarigen hun tijd
uitdienen. De R.I. hebben nog meer
vestigingen elders: een tehuis voor
moeders met kinderen in Warns-
veld en een tehuis voor werkende
meisjes in Apeldoorn. In „Rekken"
zelf zit/ten bijna driehonderd ver
pleegden en pupillen, van wie men
de hoop heeft dat „er iets mee te
beginnen is".
Veelheid
„Er is geen inrichting in Neder
land". vertelt de heer Langbroek,
„waar men zo'n veelheid van taken
heeft' als hier. Dat maakt voor ons
het werk mooier, maar ook moei-
ïyker in verband met de organisa
tie".
„wy werken hier", vervolgt hy,
„in een grensgebied, niet alleen let
terlijk, maar ook figuurlijk. Ons
werkgebied wordt begrensd door de
psychiatrie en de criminologie.
Wanneer is iemand zo crimineel,
dat er niets meer met hem valt
te beginnen? Dat is de moeiiyke
vraag, die we ons telkens weer moe
ten stellen. Ons principe is, dat we
alleen ter beschikking gestelden
opnemen aan wie pedagogisch iets
te timmeren is en die niet maat-
•.chappy-gevaariyk zyn". Hy geeft
oe. dat het laatste een onzekere
actor biyft. „Maar het aantal mo-
jeiykheden om de selectie nauw
keuriger te maken, neemt nog
steeds toe"»
Elke twee Jaar wordt statis
tisch gezien de bevolking van
„Rekken" vernieuwd. „Dat betekent
niet, dat iedereen die hier wordt
opgenomen, na twee jaar terug
keert in de maatschappy. Soms mag
hy of zy al na een half jaar, soms
duurt het langer". De kinderen
gaan dan naar huis terug of wor
den opgenomen in een pleeggezin.
Voor ontslagen ter beschikking ge
stelden wordt een kosthuis of kost-
gezin gezocht. De taak die derge-
ïyke gezinnen op zich nemen, mag
niet worden onderschat: het Is wer-
keiyk een privé stukje sociaal werk.
„Het gaat, gezien de omstandighe
den, nog niet eens zo bar moeiiyk
hiervoor gezinnen te vinden en dat
vind ik wel een verheugend ver-
schynsel in een tyd, waarin ieder
een spreekt over toenemend egoïs
me". Na de terugkeer in de maat
schappy biyft het contact met de
Rekkense Inrichtingen wel gehand
haafd. Alleen al in 1964 werden
meer dan zesduizend nazorgbezoe-
ken afgelegd!
Qua utterly k onderschelden de
TBR-mannen en- vrotfwen zich
meestal vrywel ln niets van „nor
male" burgers. „Integendeel, niet
zelden zyn het mensen die by zon
der vlot, plezierig en makkeiyk con
tacten kunnen leggen. Het voor
deel daarvan is, dat dit voor hen
de terugkeer in de maatschappy
makkeiyker maakt. Het nadeel is.
dat de maatschappy er vaak weer
in tuimelt", aldus de heer Lang
broek.
Moeite
„Veel moeite kost het ons dik
wijls deze mensen te laten inzien,
op welk punt zy hebben gefaald,
waarom bepaalde daden laakbaar
zyn". Veel ter beschikking gestel
de komen in Rekken met het idee,
dat zy te handig zyn geweest of
niet handig genoeg. Typerend is
het volgende verhaal van een ver
pleegde. „Ik ben hooggeboren", be
gint hy glimlachend, „ziet u, myn
vader was namely k vuurtoren
wachter Maar ik had niet genoeg
geld om in overeenstemming met
myn hoge komaf te leven. Geluk
kig waren er een paar weduw-
vrouwtjes die wel geld hadden. Wat
zy teveel hadden, had ik te weinig,
en dat heb ik dus rechtgezet. En
ze kunnen niet zeggen, dat ik hen
in ruil daarvoor niet aangenaam
„heb bezig gehouden". De heer
Langbroek: „Deze man beschouwt 't
hele leven als een grap, waarin de
een maar moet proberen de ander
ce slim af te zyn." De opgaaf nu:
die man te doen inzien, dat wat hy
heeft aangericht, allerminst grap
pig is.
„Wy kunnen hier de mensen, om
het maar eens populair te zeggen,
natuurlek nooit overbakken. Maar
wy kunnen wel proberen hen in
zicht te geven in hun eigen zwak
heden en omstandigheden trachten
te scheppen waardoor zy weer in
pasbaar zün in de maatschappy.
Het is uiteraard moeiiyk na te
gaan, wat de concrete resultaten
zyn van het werk in „Rekken".
Er is altyd een bepaald percen
tage oud-verpleegden, dart in vroe
gere fouten vervalt. Maar groter
is het aantal, dat zich in de maat
schappy weet te handhaven. Voor
b.v. 65 procent van de TBR-man
nen is de terugkeer in de samen
leving definitief, mannen dde vyf-
tig jaar geleden vermoedelijk keer
op keer in de gevangenis of het
huis van bewaring zouden zyn
terechtgekomen. In „Rekken" heb
ben zy geleerd mét hun tekorten
te leven.
*-
j LS WANDELAAR met
J\_ alleen maar oog voor het
natuurschoon en niet voor een
enkel verbodsbordje met eer
verwijzing naar het Wetboe
van Strafrecht, „zit" je in c
Rekkense Inrichtingen voord,
je het weet. Het 112 hectai
grote terrein van dit institui
strekt zich namelijk aan weer:
zijden van de openbare weg ui
Afscheidingen zijn er nagenoe
niet: de Rekkense Inrichtingen
zijn „open".
Alleen by het paviljoen dat als
onderkomen dient voor zeer labiele
meisjes, Is een afrastering van
prikkeldraad langs de weg aange
bracht. „Maar dat is meer bedoeld
om bezoek van buitenaf te weren
dan de meisjes het weglopen te
beletten", aldus de heer Langbroek.
Hy vertelt, dat men de laatste ja
ren veel last heeft gehad van Duit
se nozems, die eerst op brom
fietsen, later in oude Volkswagens
naar deze plaats kwamen ryden
en dan probeerden de meisjes mee
te lokken.
De paviljoens, personeelswonin-
gen en andere gebouwen (nieuw:
een b.l.o.-schooltje en een bedryfs-
fpoouw met keuken en wasserij)
staan verspreid over het terrein,
dat verder een openluchttheatertje
en een prachtig zwembad rijk is.
Er zyn vijftien paviljoens: vier voor
vrouwen en meisjes (afdeling Gel-
drrs-End), zes voor jongens (afde
ling Deeskensveld) en vyf voor
TBR-mannen (afdeling Oldenkot-
te). De verschillende afdelingen
worden van elkaar gescheiden door
flinke lappen grond en rytjes per-
soneelswoningen.
Weglopen
Ook al bevinden zy zich ln een
open inrichting, onbeperkte bewe
gingsvrijheid genieten de verpleeg
den en pupillen daar zeker niet.
zy moeten in, of in' elk geval in
de buurt van, hun eigen paviljoen
blijven. Het ls vrij simpel om dat
niet te doen en by voorbeeld weg te
lopen. Het publiek spreekt dan van
„vluchten", maar de directie van
de RI houdt het liever op „het
zich onttrekken aan toezicht". In
veel gevallen zyn de weglopers
mensen die nog maar kort zyn op
genomen, die iedereen en alles met
wantrouwen bezien en niet erg ge
loven in een gelegaliseerd -..terug
naar de maatschappy" op langere
termyn.
Het komt nogal eens voor dat
Iemand wegloopt: gemiddeld één
keer per week. Niettemin biyft de
directie van mening, dat resociali
satie ln een open Inrichting d enig
Juiste aanpak is. „Men leei pas
meer eigen verantwoordeiyheid,
als men meer vryheid krygt"licht
de heer Langbroek toe. „Hooft
men deze mensen van alle vrtieid,
dan leren zy nooit op eigen enen
te staan". Daarom laat me: een
brug open naar de maatsclppy,
Of zy die brug al dan niet ilgaal
zullen overschryden, is een >slis-
sing die de verpleegden tkem
weer zelf moeten nemen.
Er bestaat een ruime weelind-
verlof-regeling, waarby de lding
echter wel nauwkeurig te verk
gaai. „Het wordt per geval eke-
ken. Pas na aanvraag van hebnt-
vangend adres, dat by ons bcend
moet zyn en aan bepaalde isen
moet voldoen, geven we ie,and
weekeindverlof. En de mensencry.
gen altyd voldoende geld meeniel
alleen voor de reis, maar ook om
onderweg wat te kunnen ete en
drinken, voor een bioscoopje.een
cadeautje voor thuis enzovoort
Bezoek
De heer Langbroek vertelt vftij
kleurendia's te bezitten van d<
werkzaamheden in de diversepa
viljoens en tehuizen. Niet aeer
nieuwe personeelsleden krijgendii
dia's te zien, maar ook grooer
van buitenaf die op bezoek koien
„Alle bezoekers zyn welkom, iel
alleen de vaktechnici, scholen vm
maatschappelyk werk byvoorbdd
maar ook particulieren. Als we er
briefje krijgen van een klaverjs-
vereniging met de mededeling, oj
die en die dag willen we 's morpni
de Rekkense Inrichtingen beech-
tigen, maar het mag niet te *n(
duren, want we gaan 's micagj
naar de dierentuin", dan protxr ii
dat meestal wel in het dagprojam-
ma in te passen, al is één ochtidji
echt niet voldoende om alk t*
zien. Hoe meer misverstand* wij
omtrent dit werk en de betfcken
mensen kunnen wegnemen hoi
liever het ons is".
Vüftig jaar ligt er tussen de tydstippen waarop deze twe(oto's zyn
genomen. De bovenste geeft een beeld van de arbeidstheraple de begin
periode (aardappels schillen); de onderste gunt ons een k|e in een
van de tegenwoordige werkplaatsen, waar o.a. gymnasti<to es tellen
worden gemaakt.