LICHT IN EEN NIEUWE VORM LASER-LICHT: fijne naald met grote energie THEORIE »r Eilicrl H. ISunte NADEEL MEDICI. KERNFYSICI, IM.T. ERS EN RIOLOGEN ZIJN ALLEN GEÏNTERESSEERD MANK VERSTOMD ENERGIE HITTE EEN nieuwe, merkwaardige lief- bberij in natuurkundige laborato- is tegenwoordig het maken van meer gaatjes in scheermesjes de fabrikant er al in heeft aan bracht. Een nutteloze tijdpassering zonderlingen? De mannen, die (dekten, dat het theoretisch mo- lijk was, hebben er de Nobelprijs dj gekregen! Zij deden het name- met een laser, een apparaat armee een lichtstraal kan worden gewekt, die zo sterk geconcen- erd is en daardoor zo energierijk, hij dwars door het staal van scheermesje heen gaat. Laser is Engels woord, samengesteld uit beginletters van Light Amplifica- by Stimulated Emission of Ra tion lichtversterking door mid- van gestimuleerde uitzending straling. Laser is dus een func- aeel woord, dat weergeeft wat het ncipe inhoudt. december 1964 stonden de Amerikaan Townes en de Russen N. Basow en A. ihorow voor de Zweedse koning om diens handen de Nobelprijs voor na- rkunde te ontvangen voor een weten- appelijke uitvinding, die zij onafhanke- elkaar hadden gedaan, en die in toekomst voor het dagelijks leven wei van groot belang zal kunnen worden, verdere uitbreiding van het weten- ppelijke onderzoek uiteraard, doch eens voor militaire en civiele toepas- in. De laser bergt in zich zowel het :ipe van de „dodende straal" uit de ice fiction boekjes als de mogelijkheid én het mes van de chirurg én de ka de PTT te vervangen door on- felijke lichtstralen. inminste, dat is de theorie. „Maar tus- droom en daad staan wetten in de weg, praktische bezwaren", schreef Els- en zo is het hier ook. Er zal nog wat gestudeerd moeten worden op rlei natuurwetten, er zal nog heel wat inische problematiek moeten worden ïlost alvorens de laser net zo'n gewoon miksvoorwerp is geworden als die an- lichtbron, de gloeilamp. Zo hij dat al zal kunnen worden. en gloeilamp en een laser geven beide Het grote verschil zit in de wijze irop. Als men de lamp vergelijkt met kantoorgebouw dan is de laser een ka- Gaat het kantoor uit, dan komen Irommen mensen naar buiten, mannen rrouwen, ouden en jongen. Ze zijn alle- al verschillend gekleed, verdienen ver- Mende salarissen. De een gaat lopend huis, de ander op de fiets; hier gaat een alleen, daar een aantal groepsge- Ze gaan naar noord en zuid, oost en t, verspreiden zich in alle richtingen, weinige honderden meters van het ge- niets te merken van deze huis- irts kerende mensen. Uit de kazerne ien ook mensen te voorschijn. Dat zijn ïaal mannen, allen ongeveer even eender gekleed, lopend in dezelfde Ze blijven allemaal bij elkaar, op cies dezelfde onderlinge afstand en be ten zich even snel in dezelfde richting. militaire colonne is ook op kilometers nd van de kazerne direct te herken zij blijft zich zelf. Komen enkele van «aar huis gaande kantoormensen in een totje terecht, dan kurmen zij niet ver- ze komen in de menigte vast te zit- of keren op hun schreden terug. De (itairen marcheren rustig en vastbera- door; botsen zij op de raddraaiers, dan deze drommels gauw uit de weg om 'tegen de grond te worden gelopen.Ten- oste, als de colonne sterk genoeg is en aantal „opstandelingen" niet te groot, liet andere geval loopt het op vechten dan zal het er heet aan toe gaan. dat licht bestaat uit straling van allerlei golflengten tussen 400 en 780 miljoenste millimeter. Van enigerlei orde is in dit stralingsveld geen sprake, iedere lichtgolf staat op zich zelf, gaat zijn eigen weg. Hier versterken twee stralen elkaar, ginds do ven zij elkaar uit. Het licht dat de laser uitzendt daarentegen bevat slechts stra ling van één scherp gedefinieerde golfleng te en al die stralen „lopen precies in de pas": de toppen en de dalen van alle gol ven vallen samen en in een gesloten front snellen zij voorwaarts, alle in exact dezelf de richting. Waar een eenzame, zelfstan dige lichtstraal reeds door het dunste blaadje papier wordt teruggekaatst, daar dringt de energie van de golven van een laser door lagen materie heen, die duizen den malen zo dik zijn als hun golflengte lang is: het staal van een scheermesje bij voorbeeld. Want in het „gevecht" dat ontstaat wanneer licht en materie elkaar ontmoeten gaat het er zo heet aan toe, dat vaste stoffen smelten en verdampen. Het principe van de „gestimuleerde uit zending van straling" is al bekend sinds 1917, jaar waarin Einstein het op theoreti sche gronden postuleerde Het duurde ech ter tot 1954, voordat het voor het eerst in de praktijk werd toegepast. In dat jaar werd ontdekt hoe men, door aan de mole culen van bepaalde stoffen „gewone" elek tromagnetische straling toe te voeren, kon bereiken, dat de atomen in deze moleculen gestimuleerd werden om allemaal precies dezelfde golflengte uit te zenden. Sindsdien zijn er drie hoofdvormen van lasers ont wikkeld, die respectievelijk met vaste stof fen, vloeistoffen en gassen werken. De vloeistoflasers worden hier slechts volle digheidshalve genoemd, want aan dit type is nog maar heel weinig gedaan; de mees te aandacht is tot dusver uitgegaan naar de andere twee. Bij de vaste stoflasers is die met de ro bijn het meest bekend geworden. Met be hulp daarvan hebben Amerikaanse onder zoekers enige tijd geleden een laserstraal op de maan gericht; de gereflecteerde bundel konden zij, hoewel hij uiterst ver zwakt was na de reis van bijna 800.000 km, weer opvangen. De robijnlaser werkt met een flitslamp. Het licht daarvan brengt de chroom-atomen in het kristal tot activi teit: er wordt een „stoot", een puls licht afgegeven, die tussen twee uiterst zuiver geslepen zijvlakken van de robijn heen en weer geslingerd wordt en vervolgens door een halfdoorschijnend vlak uittreedt als een eenheid, als een colonne militairen. Deze laser geeft dus geen ononderbroken lichtstraal, doch een reeks elkaar opvol gende pulsen coherent licht. Met dit appa raat kan enorm veel energie worden over gedragen in zeer korte tijd, zoiets van megawatts (een megawatt is 1000 kilowatt) in een tienduizendste seconde. Het doel wit, waarop de straal wordt gericht,wordt in een minimum van tijd zeer heet, smelt en verdampt eventueel. Men kan de straal daardoor uitstekend gebruiken om draad jes aan elkaar te lassen of om een losge laten netvlies weer aan de wand van de oogbol vast te „prikken". Bij dit medische „puntlassen" leidt men de straal door een lens, die voor een nóg grotere concentra tie van het licht zorgt; het schroeivlekje van de „puntlas" is dan ook kleiner dan een duizendste millimeter in middellijn. Als men een gloeilamp vergelijkt met een stroom van uitzwermend kan toor- personêel, dan is DIT licht net een stramme rij soldaten, die voor niets uit de weg gaat Dit is een laser-apparaat in zijn een voudigste uitvoering. De glazen spiraal is een flitslamp, die zijn licht werpt op de rechte staaf, die erin staat. Deze staaf is een synthetische robijn, die het licht opneemt en het vervolgens als een cohe rente straal uitzendt. Volledigheidshalve: de mysterieuze man op de achtergrond is dr. Th. H. Maiman uit Culver City, Ca- lifornië, die veel werk op het gebied van de laser heeft i Klere vergelijking gaat mank, deze dus Maar zij benadert het principe van 'P en laser toch wel dicht. De gloeilamp tyreidt zijn licht in alle richtingen, en Een tweede laser van dit pulserende ty pe werkt met galliumarsenide, een halfge leider. Deze wordt niet gevoed door flits licht, doch door elektrische stroomstoten van grote sterkte, bij voorbeeld 100 ampè re. Dit apparaat heeft voorshands een be langrijk nadeel: de stroomstoten geven een grote warmte-ontwikkeling terwijl deze la ser het best werkt bij temperaturen van enkele graden boven het absolute nulpunt, dus in de buurt van -270 graden Celsius. Het koelingsprobleem is dus niet zo sim pel op te lossen. Vrijwel algemeen wordt de gaslaser als het meest belovend beschouwd. In begin sel is dit niets anders dan een soort TL- buis, gevwki met een mengsel van gassen, bij voorbeeld 85% helium en 15% neon, waar een vrij zwakke elektrische stroom door wordt geleid, in de orde van grootte van milli-ampères. Dit is geen pulserende, doch een continue laser: de stralen komen er niet in pulsen uit, doch in een ononder broken stroom. Hierin stemt hij overeen met een radiozender, die immers ook een continue draaggolf uitzendt. Daarom moet het in principe ook mogelijk zijn, een straal van een gaslaser te moduleren, net als een radiogolf wordt gemoduleerd om woorden en muziek over te brengen. Om even terug te keren tot het voorbeeld van de militaire colonne: men kan de eerste groep militairen in een dusdanige formatie de kazerne uitsturen, dat zij een bepaalde Een laser-apparaat in de praktijk. Links de laser zoals hij stond opgesteld op het dak van een laboratorium in Holrn- del, in de Amerikaanse staat New Jer sey, rechts een foto-multiplicator, waar mee de overgebrachte signalen op een afstand van 45 kilometer konden worden ontvangen. Metingen wezen uit dat de smalle bundel die zich overigens toch nog uitbreidde tot een vlek van 60 me ter middellijn meer dan een miljoen maal zo helder was als het zonlicht. Dit experiment werd uitgevoerd door techni ci van de g/rote BeU Telefoon Maatschap pij, die uiteraard belangstelling heeft voor de communicati emogelijkheden van de laser. letter vormen, de volgende in een andere opstelling, en zo verder, tot zij een heel woord vormen, dat zich met de snelheid van de colonne voortplant. Het aantal signalen, dat men op een draaggolf kan „enten" is afhankelijk van de golflengte; moderner gezegd: van de frequentie, dat is het aantal trillingen per seconde. Nu is de frequentie van licht,met zijn zo kleine golflengte, miljoenen malen zo groot als die van de radiogolven, en dus moet men er miljoenen malen zoveel sig nalen mee kunnen overbrengen. Vandaar het aanvankelijke enthousiasme onder de technici: de laserstraal betekende het ein de van alle communicatiemoeilijkheden. Eén dunne lichtstraal moest zeker een mil joen telefoongesprekken of enige honder den televisieprogramma's tegelijk kunnen overbrengen, even storingvrij als ze via kabels werden gezonden. hoek nog kleiner te maken, in de orde van boogseconden, doch dit verandert wei nig aan de feitelijke situatie. Men kan op het ogenblik reeds de onwaarschijnlijk kleine waarde van 10 boogseconden be reiken; maar over een afstand van 50 km breidt de laserlichtpunt zich zelfs in dit geval nog uit tot een vlek van 2,5 m middellijn. Daar komt nog bij, dat de straal zich moet voortplanten door de lucht. De mole culen van onze dampkring absorberen een deel van de straling en werken bovendien enigszins verstrooiend, zodat er ook al door deze oorzaak van onze ragfijne „naald" van licht niet veel overblijft. Neen, hoe fraai de resultaten ook waren in de laboratoria, waar men met behulp van de laserstraal geluiden heeft overge bracht in de praktijk zal men er ver moedelijk weinig aan hebben, met uitzon dering misschien van de ruimtevaart.Voor communicatie in het luchtledige, tussen twee vaartuigen, kan de laser wellicht nut tige diensten gaan bewijzen. Grootste nut op kleinste afstand boord te worden. Dé uitrusting voor de in fanterie zou zijn het glimmend gepoetste harnas uit de middeleeuwen, omdat dat de beste bescherming zou bieden. Maar grapjes terzijde, vooralsnog biedt de laser de grootste mogelijkheden op de kleinste afstand. Het medisch „puntlas sen" is er een, het vernietigen van gezwel len ook. Door met gebruikmaking van leh- zen de energie op één punt te concentre ren kan men daar zeer hoge temperaturen mee opwekken, hogere dan op de zon.Een gezwel wordt in een fractie van een secon de weggebrand zonder schade voor het om liggende weefsel. Biologen kunnen zelfs on derdelen van cellen, niet groter dan frac ties van millimeters, met een laserstraal vernietigen, iets wat met de niet-coheren- te röntgenstralen niet mogelijk is. Voorwaar bijzonder fraai, in theorie. Doch niet voor niets zijn de juichkreten over de fantastische praktische mogelijk heden van de laser juist op het gebied van de communicatie de laatste jaren ver stomd. De deskundigen hebben allerlei moeilijkheden zien opdoemen, die tussen droom en daad in de weg staan. Daar is in de eerste plaats het feit, dat de laserstraal, hoe coherent ook, nooit he- leméél een evenwijdige bundel vormt. Het licht verspreidt zich altijd iets, al is het nog zo weinig. Zou de afwijking, de „ope ningshoek", slechts 1 boogminuut bedra gen dat is het 21.600-ste deel van de cir kelomtrek! dan is zij op 1 meter van de bron 0,3 mm, dus zeer gering. Maar bij een afstand van 1 kilometer wordt dat 30 cm, en op 10 kilometer en dat is toch wel het minimum waarover een com municatieman wil praten is het zelfs 3 m. De fraaie puntbron ziet men op 10 km afstand dus niet meer als een punt, doch als een vlek met een middellijn van 3 m en daar gaan alle schone dromen. Na tuurlijk kan men proberen de openings- Zolang zich geen nieuwe wetenschappe lijke en technische „doorbraken" voordoen, heeft de laser op het gebied van de com municatie over grote afstanden geen toe komst. Veel belangrijker is hij momenteel voor het overbruggen van kleine afstan den, in het bijzonder voor de overbrenging van energie. Staat men op 5 km afstand van een laser, niet sterker dan 25 watt, en brengt men het oog precies voor de bundel, dan wordt men zelfs in het volle zonlicht erdoor verblind. Maakt men een sterker apparaat, dan kan men er zelfs zoveel energie mee overdragen, dat men over een afstand van vele tientallen me ters iets in brand kan „stralen". Dat toe stel is bij de Amerikanen in ontwikkeling, en wordt het laser-geweer genoemd. Zelfs zou men de dikke pantserplaten van tanks kunnen doorboren, maar dan zou de la ser toch wel het vermogen van een kleine elektrische centrale moeten hebben Tussen haakjes: in zo'n oorlog met licht stralen zouden spiegels strategische ma terialen van de eerste orde zijn. Een tank. bekleed met spiegels, zou de laserstraal terugkaatsen in plaats van erdoor door- Ook in heel andere kringen heeft meo reeds naar de laser gegrepen. De kernfy sici, die naar de mogelijkheid zoeken om door middel van kernfusie energie op te wekken, hebben daar temperaturen van miljoenen graden voor nodig. Zowel in de Verenigde Staten als in de Sowjet-Unie proberen zij nu, die temperaturen uit een laser te halen. Het werk aan de laser verkeert voor het overgrote deel nog in het laboratorium stadium, al wordt in sommige publika- ties en er wordt welhaast dagelijks over gepubliceerd! de indruk gewekt dat er sprake is van praktische toepassing op praktijkschaal. De ontwikkeling gaat echter zeer snel en verwacht mag worden dat de laser zich binnen afzienbare tijd geschaard zal hebben in de indruk wekkende rij technische hulpmid delen, die de mensheid de laatste tientallen jaren ter beschikking heeft gekregen, ook al zal hij dan wellicht niet bieden wat men zich in het eer ste enthousiasme heeft gedroomd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 23