EEN LEVEN VOOR EEN UITVINDING 276 collega's hebben er DE MOTOR VAN MANS vertrouwen in 'DEFINITIE' Water stroomt tegen de berg op' EIBERT H. BlINTE dat u morgen zoudt pen rijden in een auto met Macol-motor in plaats van gewone. Wat zou het ver zijn? In de eerste plaats: DHdt die motor nauwelijks het geluid zou nog meest lijken op het zachte jem van een elektromotor, tweede zoudt u geen inge leide overbrenging meer it wagen hebben, dus geen pelingspedaal en geen ikelpook. Olie verversen u onbekend zijn, want de or heeft vrijwel geen be ende delen, zodat de sme- minimaal zou zijn. Slijta- iou, bij gebrek aan bewe- Je delen, vrijwel niet meer jden, zodat uw motor een rel onbeperkte levensduur hebben. Verder zou die lopen op de goedkoop brandstoffen die verkrijg- zijn, en een rendement m, veeel groter dan dat de beste explosie-motor, prwaar, het zou allemaal li der fraai zijn. Nog r is evenwel, dat we niet wat zitten te dagdro- uitvinder van wordt aks zakenman die merkwaardige Ma mtor bestaat, zij het nog prototype. De man, over dit bestaan nog het verbaasd is, is de uit- kr zelf, de 43-jarige Arn- W. Marts. (enHjk kan het nret, zegt hij, i heb dikwijls gedacht dat ik hersenschim najaagde. Maar berekeningen klopten, en het Wype, met eindeloos veel moei- 'aardigd, dééd het. Behalve :h is de heer Mans ook zake- behoorl ijk bij de tijd: hij heeft en gevraagd en gekregen m etengrijke landen, zodat zijn ling veilig is en hem nu geld S®an opleveren. Veel geld t er bestaat in de wereld van techniek belangstelling voor de Jknotor, die bekendheid kreeg rtat hij op de jongste uitvin- in Brussel de hoogste lof ie jury verkreeg. Nog een se- Proefnemingen is nodig, om te of de motor aan bepaalde spe cies voldoet; daarna, over een maanden, kunnen de onder wingen beginnen over het ver- ®van licenties. Loopt dat goed en de heer Mans ziet geen en- reden waarom dat niet het ge- n dan is de mogelijk- oiet uitgesloten dat u over een aantal jaren inderdaad rijdt auto met een Macol-motor. gt in een vliegtuig met zo'n "f. of vaart op een schip dat uitgerust. Want de Macol- een universele motor, voor deinden geschikt dus, en te 'tordigen in ieder gewenst aan- («ardekrachten. Het spreekt vanzelf dat de uitvinder, die bij de Octrooiraad komt om een vinding op zijn naam te laten schrijven, duidelijk moet vertellen waar het om gaat, wat het principe is. Welnu, de definitie van het „principe van Mans" luidt als volgt: „Het principe van de Macol-generator is gebaseerd op de tegemvoordige kennis omtrent sonische en supersonische gasstromingen waarbij gebruik gemaakt wordt van een afwis selende, grotere impuls van een, door middel van een straal- buis, gerichte gasstroming en een, direct daarop volgende, plaatselijk grotere entropie door een bewust veroorzaakte stagnatie van de gasstroom. Hierdoor ztil een tegenstroom- impulsvan het gestagneerde gas, ondanks een groter energieniveau, zwakker zijn dan de impuls van de gerichte kinetische energie, stromend vanuit een lager energieniveau. Een compressie stootgolf zal zich niet tegenstrooms bewegen, mits deze stroming sonisch of supersonisch is en mits de compressie beneden een kritische waarde blijft". Men ziet bet het is heel eenvoudig hij het principe van zijn mo- "itlegt heeft de heer Mans een bordje en een krijtje nodig. &gt hij, als u een afgesloten "fe hebt, een verbrandingska- hij' voorbeeld die via een nau- in vrije verbinding met de klucht staat, en de luchtdruk kamer is hoger dan daarbui- <kn stroomt de lucht via de hoge naar lage druk. Dat tornen logisch, en in overeen- te*Bing met de natuurwetten. Maar nu dit: als de lucht of een ander gasmengsel door die hals stroomt met een supersone snel heid, dus sneller dan het geluid dan gebeurt er iets anders. U kent het verschijnsel van een straalja ger, die de geluidsbarrière door breekt: er ontstaat een schokgolf, die een luide knal veroorzaakt. Wel nu, zo'n schokgolf-front ontstaat ook voor de uitmonding van de hals, en het merkwaardige is dat hierdoor de lucht ook de kamer uit blijft stromen v. inneer de druk bui ten in de atmosfeer, of in een tweede kamer hoger is in plaats van lager. Dat klinkt heel gek, net alsof je beweert dat water tegen een berg op kan stromen. Het ver schijnsel doet zich voor binnen zeer nauwe grenzen. Komt de schokgolf te dicht bij de uitmonding te staan, dan wordt hij in de hals teruggedrongenstaat hij er te ver van af, dan stroomt de lucht met hogere druk achter het front om de hals binnen en is het feest ook af gelopen. Zolang echter die schok golf op de juiste plaats blijft staan stroomt lucht van lage naar hoge druk hoewel de hoofdwetten van de thermodynamica dat schijnen te verbieden. Natuurlijk zijn er grenzen, niet ieder willekeurig groot drukver schil kan worden overwonnen. Maar bij een drukverhouding van 1,25 gaat het precies. Het denkbeeld nu van de heer Mans was: koppel twaalf van zulke kamers achter el kaar; verbindt ze door nauwe ver bindingen, waardoor een gasmeng sel met supersone snelheid stroomt, en van kamer tot kamer kun je een steeds groter drukverschil opbou wen. Met twaalf kamers kom je tot een druk van 6 atmosfeer absoluut anders gezegd: aan het einde van de motor krijg je een gasstraal die met een overdruk van 5 atmos feer naar buiten spuit. Met die gas straal kun je bij voorbeeld een tur bine aandrijven, die een as in be weging kan brengen. Zoals zo vaak was het ook in dit geval moeilijk om van de theorie praktijk te maken. Een eenvoudig principe vereiste een ingewikkeld technisch apparaat. De heer Mans strooit met technische termen: ven- turi's, stagnatiekamers, banjo's, in- jeoteurs, terugkoppelingsmechanis men. Het zijn allemaal zaken voor de fijnproevers hoofdzaak is het Linksboven: Eindelijk was het prototype klaar. Het was een zwaar, log ding, met een klein ver mogen, maar. het werkte! Het principe was juist gebleken, en daar ging het om. Linksonder: Meten, regelen, metven, regelen. En sleutelen. Want praktijk is nog iets anders dan theorie. Rechtsonder: De zonen van de heer Mans hebben de afgelopen jaren vaak moeten horen, dat zij stil moesten zijn omdat pap pie werkte. Nu is gelukkig een wat gemakkelijker tijd aangebroken. Rechts boven: Ontelbaar vele uren heeft de heer Mans zo aan zijn tekenbord ge staan, maar lang niet al tijd met zijn vergenoegde glimlach. Want ontelbaar ook waren de problemen. DOOR beginsel, dat heel eenvoudige be ginsel. Hoe komt men er op? In dit ge val weet de uitvinder het nauwkeu rig te vertellen. In 1943, tijdens de oorlog dus, had hij als jongen van 21 jaar grote belangstelling voor vliegtuigen. In een Duits tijdschrift las hij een artikel, waarin werd uiteengezet, dat de propeller-motor het einde van zijn mogelijkheden was genaderd zonder dat overi gens ook maar werd gezinspeeld op wat wij tegenwoordig kennen als de straalmotor. Het was ten slotte oorlog, en geheimhouding was het parool. De jonge Mans was onder gedoken in België en had dus volop tijd om erover na te denken, wat er voor de propeller-motor in de plaats zou moeten komen. Hij kreeg daar zo zijn eigen ideeën over en ziet na de oorlog bleken anderen dezelfde denkbeelden te hebben gehad, en ze inmiddels te hebben uitgevoerd: de straalmotor .deed zijn luidruchtige intrede. Toen wist die jonge Mans, inmid dels als oorlogsvrijwilliger naar In donesië vertrokken, en vandaar overgeplaatst naar Australië, dat hij op de goede weg was. Op zijn Australische bas» was een dingsschool gevestigd geweest, en hij trof er dus een uitgebreide bi bliotheek aan op luchtvaarttech nisch gebied, waarin hij naar har telust kon grasduinen. Telkens weer vond hij verwijzingen naar het merkwaardige effect van het „omhoog stromende water", waar overigens niemand zich blijkbaar druk om maakte. Niemand behalve hij. Want toen hij in 1947 in Nederland terugkwam sloot hij zich in zijn studeerkamer op en werkte twee jaar lang veer tien uur per dag aan de uitwerking van zijn idee. Telkens weer dacht hij: het kan niet, maar het moet kunnen. In 1949 waren zijn spaarcentjes op hij moest weer een baan zoe ken. Hij beschikte over diploma's technisch tekenen en warmtewerk- tuigen, maar werd ondanks zijn be voegdheid daartoe geen leraar aan een ambachtsschool hij ging op nieuw in militaire dienst, bij de luchtmacht natuurlijk, die hem als instructeur op de basis Deelen Iedere vrije mmuut bleef hïj te kenen eo rekenen en teo slotte klopte het allemaal, in theorie. Zeer bevredigend, dat wel, maar even onvoldoende. Waar het om ging was: klopt het ook in de prak tijk, zal een motor, volgens deze theorie gebouwd, ook werkelijk energie leveren? Eén mogelijkheid was er om de proef op de som te nemen: zo'n motor generator, noemt de heer Mans hem met technische nauwge zetheid bouwen en kijken of hij werkt. Daar was geld voor nodig, en niet weinig ook. Ieder onderdeel zou afzonderlijk gemaakt moeten worden, want uiteraard was niets in de handel te krijgen. Er zou een werkplaats moeten zijn, en gereed schap. Maar er was geen geld. Op dat moment werd de naam Macol geboren: ma van Mans en col van. cóllega's. De collega's van Deelen hadden vertrouwen in Mans, en brachten gezamenlijk een halve ton bij elkaar, een bedrag dat la ter opliep tot 86 mille. Met dat geld, en met het vak manschap van een dorpssmid in de buurt, werd het prototype van de Macol-generator gebouwd. De heer Mans nam een half jaar verlof „buiten bezwaar van 's lands schat kist" en werkte, werkte, werkte. Hij haalde er bovendien zegt hij échte deskundigen bij, inge nieurs, mensen van technische ho gescholen. Want hij bleef twijfelen, ook al konden die deskundigen ner gens fouten in de opzet ontdekken. December 1962: het prototype, van een heel gering vermogen, is klaar. Op de uitlaat staat een II- buis met kwik aangesloten. Zal zo aanstonds, als de motor gaat lo pen, bet kwik in dat ene, aangeslo ten been omlaag en in bet andere omhoog gaan? De heer Mans is nóg enigszins ontroerd als hij rich dat ogenblik weer voor ogen haalt. De motor wordt ingeschakeld, en het kwik géét omlaag. Br is geen twijfel meer mogelijk: hier-4 water tegen de berg op. Enthousiasme natuurffjk, maar ook nuchterheid. Meten, meten en nog eens meten. Experimenteren, veranderen, weer meten. Zo gaat het door tot februari '63, dan is bet voor de heer Mans met langer mo gelijk twee heren te dienen: de luchtmacht en de Macol-motor. Hij vraagt en krijgt eervol ontslag uit de dienst en wordt, wat hij zelf lachend noemt, de eerste vrijge stelde van de Macol-chib. Eind mei '64 is de motor compleet. Er komen patenten, er komt bekend heid, er komt belangstelling. De 276 collega's van Deelen zullen hun vertrouwen beloond zien: zij zullen van de opbrengsten der licentie rechten 57 procent gaan verdelen. Voor de heer Mans zal de resteren de 43 procent rijkdom betekenen. Maar hij zelf is de eerste om zich te realiseren, dat het nog niet zover is. Er is nog niet meer dan een veelbelovend prototype. Er zul len nog meer proeven moeten wor den genomen, nog meer metingen verricht. Het zullen ijzersterke ar gumenten en overtuigende bewij zen moeten zijn, die de heer Mans op tafel moet kunnen brengen wil de wereld van de grote industrieën met contracten en cheques over de brug komen. De heer Mans heeft er zelf het grootste vertrouwen in. Sterker nog, hij is er stellig van overtuigd, dat zijn „gemo derniseerde stoomketel" de ge wone explosie- en straalmoto ren zal gaan verdringen. Wat werkelijk goed is komt er al tijd in, zegt hij, en kijk eens naar de voordelen! De gunsti ge eigenschappen van de ben zine- en de dieselmotor en van de stoomketel verenigd en nog een paar meer en geen enkele van de ongunstige. Dit vertrouwen heeft de uit vinder de moed gegeven om 22 jaar aan de gang te blijven ondanks al zijn eigen twijfels. Het ziet er naar uit dat de rest van zijn leven zal zijn ge vuld met zekerheden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 17