öe winö RICHARD MASON 1 (2 Geautoriseerde vertaling I van C. van Eijsden LEIDSCH DAGBLAD DONDERDAG 29 APRIL 1965 PANDA EN DE DRUMDRUMS 14) We lieten de ghari op de hoek de Chandragupta Road stilhouden. Toen we uitstapten, zagen we recht tegenover ons een gladde, gepleister de muur en op die muur prijkte een aanplakbiljet. Het was een affiche, die ik in heel India had gezien en waarop het gezicht van een Japan ner stond afgebeeld een glimla chend en niet onvriendelijk gezicht. Maar het was alleen maar een mas ker. Daaronder, met dreigend ont blote tanden en wrede spleetogen, zag men het ware gezicht met de gele huid. Het opschrift ernaast luid de: „Pas op voor het masker der vriendschap er kan Japans be drog achter schuilen!" Ik keek naar miss Wei; ze had het gezien. Haar ogen namen alles in zich op; toen sloeg ze haar wimpers neer, keek naar de grond en keerde zich om naar de kant van de bazaar. „Het is moeilijk voor u", zei ik. Ze klaarde plotseling op: „Voor u ook". „Dat is heel iets anders", zei ik. „Vindt u niet erg?" „Erg?" „Mij bazaar te laten zien?" „Ja," zei ik, „ik ben erg kieskeurig als het erom gaat, iemand bazaars te laten zien." „O hemel zei ze. Haar vrolijk heid verdween en er kwam een aan doenlijk droevige trek op haar ge richt; met grote, ronde ogen keek ze me aan om te trachten, wijs uit me te worden. Ik maakte gauw een eind aan het grapje. ,Dit was even een staaltje van mijn onwijze zin voor humor," zei ik. „Heus?" vroeg ze. „U vindt het niet erg, eerrijk niet?" Ze sprak de „1" van „eerlijk" als een „r" uit, en er was zo iets aantrekkelijks in die kleine, ernstige vraag van haar, dat een golf van ontroering door me heenging. En toch amuseerde het me; het was alsof een kind een vreemd woord zei. „Waarom lacht u?" vroeg ze. „Het spijt me, 't was onbeleefd van me." We wandelden door de bazaar. De straat was volgepropt met mensen. Houten karren, getrokken door ossen, ratelden over de keien en er was veel lawaai en evenveel verscheiden heid van geuren, maar de droge, scherpe lucht van brandende houts kool overtrof alles. Het was overal erg smerig. Mensen drongen zich langs ons heen en merkten ons ter nauwernood op. Alleen de winkeliers schreeuwden ons op alarmerende toon toe, alsof we iets hadden ver loren. „Sahib," H „Kijk, sahib!" ,,'n Ogenblik alstublieft!" „Sahib, heel goedkope schoenen!" Miss Wei keek als een kind met wijdopen ogen rond. Ze liep van de kant van de straat naar de an- ;dere, wees op allerlei dingen, raakte i, als een volkomen vrijmoedig kind in een speelgoedwinkel. Ik keek betoverd naar haar. Ik begon te denken, dat ze het aardigste meisje was dat ik ooit had gezien; en toen dacht ik met opzet aan het aan plakbiljet en daarna aan „de Ja panners", aan wat „Japans" altijd voor me had betekend, en aan Itsu- mi San. Maar ik wist dat het me ■^moeite kostte, aan miss Wei te den- Is aan een „Japanse" en niet gewoon als een vrouw. Een vuile grauwe koe wandelde doelloos en in heilige onaantastbaar heid langs haar heen. „Kijk!" riep ze. „Kijk!" Ze legde een moedige vinger op de hoorn van het dier. Het draaide zijn kop om en besnuffelde in luie nieuwsgierigheid met zijn droge neus haar japon. Ze jrong achteruit en trok haar hand terug, alsof ze gebeten was. Ze keek e verrast aan. „Hebt u gezien, dat ze snorren had'" zei ze. „Ik wist niet dat koeien snorren hadden." „Zijn er in Japan geen koeien?" „Ja, maar ik heb nooit aange raakt. Ik ben nooit dicht bij geweest. Waarom hebben ze koeien in ba liemand durft ze eruit te jagen." „O,' zei ze nadenkend Toen: „Ik vind bazaar erg opwindend. Ik ga kopen „Een koe?" ,-Ik koop iets. 't Lijkt leuk om te kopen. Kan lk vulpen krijgen?" We vonden een winkeltje, waar er enkele te koop waren. De winkelier was een dikke man, die met gekruis te benen op de drempel zat. Hij reikte naar een paar vulpennen en begon ons die een voor een te overhandi gen. Hij had paffige, bruine handen met grote, droge nagels. „Is deze goed?" vroeg miss Wei. „Ik zal u onze beste laten zien. Dat is deze. 't Is een echte Black bird." „Is die eerlijk goed?" „Kijk hoe hij schrijft super fijn." „Hoeveel deze?" „Vijftig rupees maai-." „Die zal ik nemen." Ze begon haar handtasje te door zoeken. „Nee!" zei ik. „Toe, ik wil graag kopen." „De pen is veel te duur." „Maar ik wil goeie pen." „Zo goed is deze siet." „Hoeveel waard?" vroeg ze. „Bied hem vijfentwintig." „Hij is meer dan vijftig waard," zei de winkelier, ,,'t Is 'n super fijne pen. Ik verkoop speciaal goedkoop voor u. Voor anderen is het zestig rupees." „Vijfentwintig," zei ik „Ik kan niet verkopen voor minder dan vijftig." „Vijfentwintig." Miss Wei keek me smekend aan. Ik nam haar bij de arm en duwde haar voor me uit. „Kom mee," zei ik. „We kopen hetzelfde ding wel ergens anders en voor lagere prijs." „Veertig rupees, sahib! Speciale prijs." „Maak er dertig van," zei ik. „Dit is echter superfijne Black bird.' „Dertig rupees." „Vijfendertig speciaal voor memsa- hib." „Heel goed," zei ik. „Vijfendertig. Je boft, dat deze dame zc goedgeefs is." (Wordt vervolgd) De Engelse driftes, die vanaf april vanuit Alberdeen de haringvis serij uitoefenen, hebben praktisch geen vangst gehad. In totaal vissen 8 drifters vanuit deze haven. Zweed se kotters, die op dezelfde positie de haringvisserij uitoefenden en de ze eveneens in Aberdeen aanvoer den, klaagden ook over geringe vang sten. De Engelse schippers merken op, dat vroegere seizoenen ook deze manier zijn begonnen. Driejaar voor (Van onze Groningse correspondent) De rechtbank in Leeuwarden heeft een 61-jarige grondwerker uit Boe- lenslaan, die ervan wordt beschul digd zijn schoonzoon Jan Kooistra uit Drachten om het leven te heb ben gebracht, veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf met aftrek. De rechtbank achtte doodslag bewezen en verwierp het beroep op noodweer van de raadsman van verdachte. De steekpartij speelde zich af op 5 september vorig jaar ten huize van verdachte. Daar werd een feestje ge geven ter ere van zijn 61rte verjaar dag ^-r ontstond onenigheid tussen de schoonzoon en iemand anders. De grondwerker trachtte tussen beide te komen Kooistrr- gooide daarbij met een bierflesje, waarna verdachte zijn mes trok. M Paprlkascbnitzel met doperwten en rijst D Kalfslever Provenpalo, doperwten en aardappelpuree W Nasi goreng met spiegelei en pisang goreng D Kalfsleverfricadel, verse groente, gekookte aardappelen V Gebakken tongfilets, ravigotesaus, salade, gebakken aardappelen Z Jachtscbotel met appelmoes Er staat u deze week veel verandering van spijs te wachten. En dat doet eten. U zult vlot worden bediend en veel geld sparen, want eten in Albert's Corner is voordelig. CORNER Stationsplein 24 Leiden 201. Nóg vroeg Scheepskat Karo zich af, hoe Bram erin zou slagen om de zeelui en de muziekinstrumenten te scheiden, toen Brammetje onverwachts riep: Orak Een [lits en meteen stond daar inplaats van Kat Karo, de bootsman Orak, zoals de tovenaar hem indertijd aan Bram tot metgezel had gegeven. „Hè", zei de bootsman, zich uitstrekkend, ,,'t is toch ook wel eens prettig op twee benen te lopen". Vlug gaf Bram hem zijn bevelen. „Stop ze allemaal een prop in de oren", zei hij tussen het fluit- spel door. „Dan kunnen de zeelui me niet meer horen en dan kan je ze door de muur terugsturen, lk houd de muziekinstrumenten wel bezig met de fluit van Hameln". Het gebeurde zoals hij zei. Door de wonderlijke muur mar cheerden de schipbreukelingen het land van de Afgedankte Mu ziekinstrumenten uit, terwijl die instrumenten zélf dromerig ach terbleven. zonder te merken wat er gebeurde. „Maar jij nu?", vroeg Orak. voor de komende 2 weken voor u die geboren is onder het teken AC „Wat een misselijke streekriep Panda. „Die meneer Edel- stein wilde zélf dat de drumdrums ontvoerd zouden worden! Dat was goed voor de publiciteit, zei hij!" „Dit is slecht voor de publiciteit!" sprak de heer Edelstein. niet ver daar vandaan, terwijl hij op het kranteartikel over Panda's vrijspraak wees. „lk had verwacht dat je voor een zware straf zou zorgen. Zoiets komt met grote koppen in de krant! Dit is niets, meneer Goedbloed! Waardeloos! Ik geef je hierbij ontslag met terugwerkende kracht over een week!! Met andere woorden: je krijgt geen salaris uitbetaald" „Een zeer rechtvaardige beslissing"prevelde Joris, tot Edel stein's verrassing DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK Advertentie Culinaire horoscoop 44—'83. „Kijk. Jolliepop!" zei Panda. „Ik sta in de krant! „Ontslagen van rechtsvervolging" staat er! Prettig, hè?" „Wij moeten het afkeuren dat wij in het dagblad worden afge drukt naar aanleiding van de drumdrums!" sprak Jolliepop ern stig. „Hoe licht ziet men ons niet aan voor losbollen?" „En tóch ben ik blij dat ik ben ontslagen!" mompelde Panda te vreden. a „Ontslagen!" schreeuwde een driftig binnentredend bezoeker, waarin we de meesterspeurder Pat O'Nozel kunnen herkennen. „Ik ben ontslagen! De drumdrum-manager zegt. dat ik een leeg hoofd ben die de drumdrums heeft laten ontvoeren! Mijn reputatie als detective is in de puinhopens!" RECHTER TIE EN „DE DODE BRUID" door Robert van Gulik U MOET NIET MEEK ALLEEN UITGAAN, EDELACHTBARE DE ORAKELSPREUK ZEI DAT UW LEVEN IN GEVAAR IS ■>-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 23