Moedige stunt
ijö
Werp een veren paternoster
vissen in 't zilte nat
bij het
Portugal ook molenland
Kom er ACHT-er
Pionier VanEmbden
*4
X-yWÊÈk
GlUOCO PIANC
ra
m:
;:n
Zaterdag 24 april 1965
Pagina 4
Wekelijks bijvoegsel Uw Were
Vv
Bridgevraag van deze week:
Noord gever, allen kwetsbaar,
viertallen wedstrijd.
Zuid heeft:
4 H 8 7 2 CP 8 3
^HVB97 +65
Noord één schoppen - oost
twee ruiten - wat moet zuid
doen?
Antwoord elders op deze
pagina.
BRIDGE
Uw partner opent in de eerste
hand kwetsbaar met drie harten, de
volgende hand (noord) past en als
ooet hebt ge ln de handen:
A V 10 7 3 2 6 ^752
4 A 7 4
Daar uw partner dus uitsluitend
over mooie lange hartens beschikt
en zeker niet meer dan 6 a 7 speel-
slagen zal hebben, besluit ge te pas
sen. En hoe verstandig. Want ach
ter u biedt zuid, óók kwetsbaar,
vier schoppenWest en noord
passen, waarna ge met een „dou
blet" duidelijk maakt dat u de
vruchten wilt gaan plukken van uw
w(js beleid.
Goed, u hebt een excuus: ieder
een zal wel doubleren met het ge
geven oostspel in de geschetste si
tuatie. Maar niet iedereen zou met
het zuidspel vier schoppen hebben
geboden.en zonder moeite heb
ben gemaakt!
Rixi Markus zat op de zuidplaats
en kreeg in een robberparty tje de
kans één van haar moedige stunts
met succes te bekronen.
4 8 6
V 5 3
O V 9 4
4 V B 10 8 6
4 4 A V 10
H B 10 9 n 732
8742 wo 6
OB 10 6 z <>752
4 5 2 4 A 7 4
4 H B 9 5 4
A
A H 8 3
H 9 3
Nadat west dus met drie harten
had geopend, noord en oost hadden
gepast, speelde zuid vier schoppen
gedoubleerd door oost.
West kwam uit met ruitenboer,
ln noord genomen met ruitenvrouw.
Van tafel (noord) werd schoppen
acht gespeeld, oost en zuid speelden
laag bij, west ruimde een hartentje
op.
„Ik geloof niet dat het veel uit
maakt wat oost doet", zei Rixi Mar
kus toen zij mij dit spel vertelde,
„Ik zal altijd vier slagen in schop
pen, twee slagen in klaver, harten
aas en drie slagen ln ruiten moeten
maken. Tot op de dag van vandaag
heeft oost mij dit spel nog niet
vergeven
Als wij de zaak rustig beschou
wen, komen we tot de ontdekking
dat oost het béter had kunnen
doen. De schoppen acht moet hij
dekken met de schoppen tien
zuid schoppenboer. Zuids beste spel
is dan het incasseren van harten
aas en nog twee hoge ruitens, om
daarna te vervolgen met klaveren
heer die oost niet moet nemen. De
volgende klaveren gaat naar oosts
aas, waarna oost klaveren terug
brengt en de tafel (noord) aan slag
komt. Speelt noord nu schoppen
zes, dan dekt oost met de zeven en
zuid maakt schoppen negen. Zuid
kan met ruiten vervolgen die oost
introeft; oost heeft dan nog schop
pen A V 3, hij speelt de schoppen
drie na en krijgt de laatste twee
slagen.
Maar deze koele analyse werd aan
de tafel niet gevonden. Het is juist
de verdienste van deze vermaarde
Engelse speelster, dat zy tegen tal
rijke tegenstanders een „sfeer" aan
tafel weet te scheppen, waardoor
die tegenstanders het verkeerd
doen. Het is deze kunst die Rixi
Markus als geen andere speelster
beheerst en die haar, vooral in de
Europese- en wereldkampioenschap
pen voor dames, een haast onver
slaanbare tegenstandster maakt.
Haar talent en intuïtie leiden haar
byna steeds in de goede richting,
„maar", zegt zij, „ik heb reusachtig
veel geleerd in de dure robberbrid
gepartij tjes. Het is héél wat anders
om 800 down te gaan in een gezel
lig wedstrijdje, dan wanneer men er
een fiks bedrag voor betalen moet.
In het laatste geval vergeet men de
les bepaald nóóit meer!"
H. W. FILARSKI
Antwoord op bridgevraag:
Het is natuurlijk duidelijk,
dat, dat ow twee ruiten niet
kunnen maken. Even duide
lijk is het echter, dat a 1 s zuid
doubleert ow vermoedelijk
naar een contract in harten
of klaver zullen vluchten;
spelen ow in één van die
twee kleuren, dan heeft het
zuidspel defensief bijna geen
waarde. Men is geneigd te
zeggen, dat zuid toch maar
moet doubleren om als ow
naar een andere kleur vluch
tenalsnog de schoppen-
steun aan te geven. Het na
deel daarvan is, dat dan de
kaartverdeling by zuid ver
raden is. In de praktijk ziet
men meestal in dergelijke si
tuaties betere resultaten, als
men het doubleren nalaat en
de partner steunt. Ook hier
zal het bod van twee schop
pen wellicht het goede effect
hebben, dat west niet meer
tot het bieden van harten of
klaver besluit hetgeen hij
met het doublet ongetwijfeld
wel zou doen. In de praktijk
doubleerde zuid, west bood
drie klaveren op de boer zesde
en oost kon later het (te win
nen) bod van vier schoppen
afnemen met vijf klaveren
één down.
Mijn waarderingtwee
schoppen 10, doublet 6.
Kom er ACHT-er
1. neus man uit raam
2. bel zit aan andere kant van deur
3. staart van hond
4. sluiting tas man
5. zak op jasje man
6. raampje meer links
7. split van achteren jas man
8. mond van vrouw.
Omdat het Poolse spel in Frank
rijk zyn bakermat vond, was het
dus billijk dat we begonnen met de
Franse componisten. Maar kort na
zijn geboorte zou dit spel op de
honderd velden ook in Nederland
wortel schieten.
In beide landen vond dit spel
zulk een onthaal, dat het tenslotte
Frankrijk en Nederland zijn ge
weest die dit Poolse damspel in het
algemeen en het eindspel in het
bijzonder tot de grootste hoogten
hebben opgevoerd Ten tijde van
Manoury en Blonde was in ons land
eveneens de eerste sterke figuur
opgestaan: E. van Embden. Van
Embden was de eerste Nederlandse
dampublictst. Hij werd geboren in
1752 en overleed in 1832 in Amster
dam. In 1785 verscheen van zijn
hand een werk getiteld: „Verhan
delingen over het damspel" gesteld
in de oude notatie. In 1848 ver
scheen hiervan een herdruk.
Op eindspelgebied heeft Van
Embden zioh naam gemaakt door
zijn studie van 3 dammen tegen 1
dam en 5 dammen tegen 2 dam
men, waarop door anderen later is
voortgebouwd. Want in die tijd
was men al in strijd over de vraag
of 5 dammen tegen 2 dammen ge
wonnen of remise was. De eerste
onderzoekingen in deze richting
geschiedden door Van Embden in
1785 en F. C. Hemmes in 1911.
Definitieve richtlijnen voor de
winst werden gegeven door de
Fransen S. Bizot en E. Fournier in
1930. Geheel onafhankelijk van
beide laatsten vond onze landge
noot J. J. van Kesteren ook het
vaste winstsysteem en zijn onder
zoekingen gingen zo ver dat hij
standen vond waarin 3 dammen
met twee schijven het winnen van
2 dammen. Hij heeft ongetwijfeld
de meest diepgaande studie van
dit thema gemaakt.
DAMMEN
Wit wint door: 1611, 2024,
11—7, 24—29 7—2, 29—33; 2—6.
33—39; 16—38, 39—44; 38—33, 44—
50; 33—6, en wint.
Wit: 25, dammen op 14 en 49.
Zwart: dam op 13.
De oorspronkelijke stand was drie
dammen, Joz. Blankenaar in 1887
merkte het eerst op dat 25 een
schijf kon zijn. Hier wint wit door:
49—35, 13—4; 35—24, 4—15; 25—20,
15—4; 14—10, 4x15; 24—47 wint.
Wit: dammen op 15, 21 en 41.
Zwart: dam op 9.
Hier wordt de zwarte dam als
volgt gevangen: 213, 936; an
ders volgt: 39 en 4136. 4147,
36—22; 3—9, 22x4; 41—36 wint.
We besluiten deze rubriek met
een stand die de heer P. Bosch van
de Haagse damvereniging H.D.C.
O.DF. op zijn bord kreeg toen hij
wat aan het „grasduinen" was.
-REL
Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel.
Zwart 19
l 31.
w'
Wit 45, dam op 29.
De heer Bosch vond hier nog een
aardige winstmogelijkheid als zwart
een fout maakt. 2915, nu is 1923
remise maar 3136 ligt voor de
hand en lijkt ook remise. 3136?
15—10; op 31—37 zou 15—10 direct
winnen. 1924, 4540; 2429,
10—15; 29—34, gedw. 40 x 29 36—
41, 1510 en wint. Zeer zeker een
stand om in de praktyk af te wach
ten wat zwart speelt alvorens re
mise te geven.
F. GORDIJN.
Zoals de Spaanse party in de Ro
maanse en Angelsaksische landen
naar de eerste theoreticus Rodrigo
(Ruy) Lopez wordt genoemd, heeft
ook de Italiaanse party een tweede
naam en wel „Giuoco piano". Deze
opening komt reeds in zeer oude
schaakgeschriften voor en werd
vooral in Italië veel toegepast. Tot
het begin van deze eeuw was deze
speelwyze een normaal verschijnsel
op de wedstryden, maar sindsdien ls
zy vrywel geheel verdwenen van
het repertoire. Deze „mode" kan
men ook by andere openingen op
merken: in 1922 in Londen werden
van de 120 partyen er slechts 12 Si-
ciliaans geopend, in Amsterdam '64
verdedigde men zich 46 maal Sici-
liaans. In beide wedstryden werd
geen enkele Italiaanse party meer
gespeeld.
SCHAKEN
Als men onze sportvisserij in
zee vergelijkt met die in het
buitenland met die in Enge
land, Ierland, Zweden of Noor
wegen dan kunnen wij moei
lijk iets anders constateren dan
dit: we zijn bijzonder magertjes
bedeeld.
Tegenover de vele en zeer gro
te vissoorten die men in het
buitenland vangt (haai, rog, ka
beljauw, koolvis, pollak, leng en
enkele zeebrasemsoorten) staan
bij ons meestal wat magere
scharren of botten.
Dit is het gevolg van twee oorza
ken. In de eerste plaats is onze
kust niet ryk aan grote vissoor
ten. Het water is ondiep en wy
missen een warme golfstroom, in
de tweede plaats doen wy by
na nooit iets anders, dan met zee-
pier of zager vissen. Een by zonder
goed aas voor schar, bot en paling,
maar dan is het toch wel echt
bekeken.
Nog een nadeel is het, dat wy al
tijd vanaf de kant of hooguit van
af een golfbreker kunnen vissen,
ornaat de visserij vanuit boten nog
in de kinderschoenen staat. Maar
zelfs als ons de gelegenheid wordt
geboden met een schip de zee op
te gaan, dan nog houden wy het
been strak door zeepier en zager te
gebruiken. Toch leerde de praktyk-
enkele andere zaken.
Verrassend
Zowel van de kant als vanuit een
boot, heeft het vissen met een zgn.
veren paternoster verrassende re
sultaten opgeleverd.
In tegenstelling tot de tientallen
geconserveerde aassoorten in sap,
gelei en jus, in blik, plastic en glas.
die alle twee dingen gemeen had
den: ze waren duur en er werd
geen visje mee gevangen. Ze ver
dwenen dan ook geruisloos van de
markt, alleen wat teleurstelling
achterlatend.
De veren paternoster is geen sur
rogaat; het is een soort kunstaas,
dat niets anders doet. dan op een
aantrekkelyke manier kleine visjes
imiteren en de vangkracht is zo
groot, dat in vele delen van de
wereld de beroepsvissers er gebruik
ran maken. O.a. in de fjorden van
Noorwegen, waar de veren pater
noster wordt gebruikt voor de
vangst van makreel en kabeljauw.
Geen toveraas
Inzake dit aas nu. moeten we
elkaar niet verkeerd begrypen. Het
ls geen toveraas.
Maar ik zal u eerst vertellen, wat
een veren paternoster feiteiyk is.
Stel u voor, een stevige onderlyn
met zeven sterke haken, allen op
zijiijntjes en het geheel gemaakt
van nylon 70/100 mm. Die sterkte
Portugal bezit meer windmolens
dan Nederland of welk land ter
wereld ook, maar ze zijn veel
plomper dan de Nederlandse en
ook de wieken zien er heel an
ders uit. Met de Nederlandse
hebben ze gemeen, dat hun be
staan wordt bedreigd door snel
ler draaiende apparaten. Om ze
te beschermen, is onlangs een
organisatie in het leven geroe
pen, „De vrienden van de wind
molens" genaamd, die zich
evenals in Nederland „De Hol
landse molen" ten doel stelt
met regeringssubsidie de
windmolens, en ook de water
molens, van het land te be
schermen en ze tot monumen
ten te laten verklaren.
Volgens een officiële telling bezit
Portugal op zijn minst 2.500
ivindmolens, die nog in bedrijf
zijn, plus 28.000 watermolens.
De ronde, witgekalkte molens,
die zich verheffen boven het
winderige tafelland, zijn een
kenmerkend verschijnsel in
ivestelijk Portugal, waar hun
brede, driehoekige zeilen onder
voortdurend gekreun en ge
steun van as en wieken rond
draaien.
De watermolen „regeert", waar
het tafelland eindigt en de ber
gen oprijzen. In de meer afge
legen gedeelten van het land
zijn er enkele, die gebouwd zijn
tot de dagen van het Romeinse
rijk. Sommige Portugese des
kundigen achten het niet uitge
sloten, dat Portugal het eerste
land in West-Europa is geweest,
waar van windmolens gébruik
werd gemaakt. Reeds in de elf
de eeuw werden de onvermoei
bare molens bezongen door de
Portugese dichter Ilen Mocane.
Zelfs in de laatste jaren zijn nog
enkele windmolens gebouwd,
bijna geheel met de hand. De
ronde romp is van natuur- of
baksteen en het dak bestaat uit
houten balken, waarover meta
len platen of asfaltpapier.
Het hele dak, waar de as uit
steekt, waaraan de spaken voor
de zeilen zijn bevestigd, is
draaibaar, zodat de zeilen altijd
naar de wind kunnen worden
gedraaid, ongeacht de wind
richting. Het mechanisme, dat
de molenstenen doet draaien is
vervaardigd uit harde houtsoor
ten.
De constructie van het maalwerk
is verre van primitief, ook al is
het in de loop der eeuwen nau
welijks veranderd. Het omvat
apparaten, die de toevoer van
het graan naar de draaiende
molenstenen alsmede de graad
van fijnheid, waarmee de ste
llen het graan tot meel verma
len, nauwkeurig regelen.
Uitgeholde kalebassen, opgehan
gen aan de tuitouwen, die de
spaken verbinden, produceren
een klaaglijk, kreunend geluid.
Aan de toonhoogte kan de mo
lenaar onmiddellijk beoordelen
of de molen snel génaeg draait.
is genomen om het uit elkaar trek
ken van het geval te voorkomen,
want zeven makrelen by voorbeeld,
kunnen aardig huishouden. Vooral
wanneer ze alle zeven een tegen
overgestelde kant uit willen.
Op of aan iedere haak ls een
klein bosje gekleurde haneveren
gebonden en als de paternoster ln
het water staat, bewegen deze
veertjes door de cadans.
Stuk voor stuk imiteren zy een
bliekje, een spiering of zandspie-
ring, of een zeestekelbaars. En ge
zien het feit, dat alle rondvissen ln
zee viseters zyn, behoeft men niet
te twyfelen aan de aantrekkings
kracht van het ding.
Men kan hem op drie manieren
gebruiken.
1. Zonder enige toevoeging,
waarby hy actief moet worden ge
vist door langzaam binnen te
draaien. Een hoog standpunt is
hierby gewenst, anders slepen de
veren over de grond en dat ls na
tuurlijk niet de bedoeling.
2. Door boven de paternoster een
kurk te plaatsen, zodat hy a.h.w.
op de bodem komt te staan.
3. In combinatie met een zwa
re zeedobber die hem dryvend
houdt. In het laatste geval, dient
hy dan voor de vis, die hoog zwemt.
En toch geeft het Italiaans b
partners volop de gelegenheid
aantrekkelijke partij te spelen
stelt het vooral aanvalsspelers
staat hun kansen te krijgen,
schoongiuoco piano" betel
eigenlijk „rustig spel". Deze kv
ficatie kreeg zy, omdat alles bij;
genomen, deze opening toch,
goed tegenspel, weinig kansen
een duurzaam initiatief biedt.
Een tweetal voorbeelden
zwart het nu bepaald niet n
aanpakken en hoe wit het J
moet doen.
Wit: Brychta, zwart: I
Praag 1952 (dus toch nog in
tyd): 1. e2—e4, e7—e5; 2. Pg
Pb8c6; 3. Lfl—c4, Lf8—c5
kenmerkende zetten voor
opening). 4. c2c3 (de klas
voortzetting Lc5—b6 (in comb:
tie met de volgende zet is
Zwarts bedoeling opening van
centrum te vermijden) 5. d2-
Dd8e76. 0—0 ,d7—dfl; 7.Pf3-
Pg8h6 8. Lel—e3, 0—0; 9. f2-
e5xd4; 10. c3xd4, Ph6g4 (zi
laat zich verleiden tot een coi
natie, die er zeer aantrekkeiyk
ziet, doch de tegenstander in
kaart speelt). 11. f4f5, Pg4i
12. Ddl—h5, h7—h6; (Op Dxg5
Dxg5, Pxc4 krijgt zwart drie ff
ken voor de dame maar op
daarop volgende 14. f5—f6
geen verdediging meer
13. f5—f6. Lc8g4; 14. Dh!
zwart gaf op. Slotstelling
Sceptisch
Vangkracht is groot van veren paternoster
Ik kan my voorstellen, dat u
enigszins sceptisch tegenover deze
nieuwe (kunst) aasvorm staat, nu
al zoveel rommel als waardevol ls
aangeboden.
Dat is u niet kwaiyk te nemen,
want een ieder die er voor het
eerst mee kennis maakte, stond
er wat kritisch en vreemd tegen
over Als men het ding in de hand
heeft en bekykt, kan men zich,
inderdaad, moeilyk voorstellen dat
dit nu iets is waarmee men vis kan
vangen.
Om u echter te overtuigen zyn
hier enkele cyfers.
Verleden jaar, naby de TN-route
werden resp. 700, 450 en 634 stuks
makrelen, ponen, wytingen en klei
ne gullen gevangen.
Men mag over deze vangst den
ken wat men wil, het is wel een
bewys dat de veren paternoster
kwaliteiten bezit.
Naby Kamperduin werden in
Januari en februari een twintigtal
gullen gevangen, waarby één exem
plaar van zes pond.
En vanuit een boot voor Zand-
voort, nog geen twee kilometer bui
tengaats, vingen twee man acht
tien gullen, na in de zomer die daar
aan voorafging, goede ervaringen
te hebben opgedaan met de ma-
kreelvissery.
Rondvis
Eén ding moet duidelyk zyn. Om
met de veren paternoster goede re
sultaten te boeken, moet er rond
vis aanwezig zyn. Maar hoe weet
men dat?
Daarom adviseerde ik ook, met
twee hengels te vissen. De een in
gericht voor het bodemvissen, de
haken beaasd met zeepier of zager,
de andere uitstaand met de veren
paternoster. Een hengel waar men
geen omkyken naar heeft.
En nu ik toch aan het adviseren
ben: afgezien van die paternos
ter, probeer eens verse spiering,-
zandspiering of zeebliek te krygen
en gebruik die inplaats van zager
of zeepier. Voor grote bot en heel
grote paling is dat het aas. Dat er
wel eens forse vis werdt gevan
gen met een zeepier of zager, is een
bewys dat dit aas goed is, maar
geen bewys, dat het de enige goede
aassoort is. Alle grote vissen zyn
viseters, ik geloof dat het belang
rijk is, dit te onthouden.
Onze Noordzee bevist vanaf de
kant is niet erg ryk aan grote
vis, maar volgens my veel ryker,
dan aan de magere resultaten valt
af te leiden.
Jan Schreiner.
I
I
1
1
1
1
1
1
I
4
i
I
<:y
51
-
i
I
4
2
m
55
5
3
i>'
Wanneer wit een beetje i
overmoedig wordt, kan het i
heel snel mis gaan voor hem, to
tegen een geducht tegensta
zoals in dit geval de bero
Blackburne.
Gespeeld in Londen 1580.
N.N.; zwart Blackburne.
eb o d e fg
w
i
1
i
5
1
1
n
45
-
1
4
i
1
1
3
2
3
5
ke
1. e2—e4, e7—e5
Pb8c6; 3. Lfl—c4, Lf8—c6
Lc4xf7t (het zg. Jeróme-gaK
Ke8xf75. Pf3xe5t; Pc6xe5;
-h5, g7g6; 7. Dh5—e5, d7c!
De5xh8, Dd8h49. 0—0, PgJ k
10. c2c3, Pf6g4; 11. h2—h3,
xf2t; 12.Kgl—hl, Lc8—f5; 13.
xa8; Dh4xh3t; 14. g2xh3,111
mat
oo: