De „Eerstejaars „Gematigd optimisme wsmmm TENMINSTE ALS JE GEEN STUDENT BENT Een flinke stap vooruit in de oplossing van het gebrek aan kamers voor studenten: het kamercom plex aan de Leidse Haag- In hoeverre kan men in Leiden spreken van kamernood voor jonge mensen Is er voor heil nog wel voldoende mogelijkheid om op een be paalde leeftijd het veilige ouderlijke huis te ver laten en op eigen benen te gaan staan Met deze en meer vragen hebben enige JW-redacteuren zich de eerste maanden van dit jaar bezig gehouden. Om een zo getrouw mogelijk beeld te krijgen zijn zij op stap gegaan met tal van kamerzoekende jongeren om iets van hun ervaringen (kamer ruimte, huiselijke regels, huurprijzen) van nabij mee te maken. loves you, yeah, yeah, she loves you yeah, yeah, yeahDe radio buldert het Beatle-lied op volle kracht door het huis. In het trappenportaaltje staat een jongeman van onge veer 25 jaar, die op de vraag van de vrouw schuin boven hem rapporteert, dat hij komt voor de kamer die zij te huur heeft. ,,0, komt u dan maar naar boven" zegt de vrouw, terwijl zij de handen aan haar schort afveegt. De jongeman klimt de trap op. Een walm van gebakken aard appelen en gehakt komt hem tegemoet als hij boven is aangeland. Terwijl de Beatles lawaaierig hun lied beëindigen, stapt de jongeman met de vrouw de kamer binnen, waarnaar hij op zoek is. Reportage: Ruud Paauw en Marius van Rijn Foto's: Holvast J.K KIT Zo ziet menig deurpaneel in een studentenstad er uit: naambordjes en ingewikkelde communicatiesystemen 9 Het appartement is drie bij drie ëneenhalve meter, zoals de vrouw zegt, en voorzien van een tafel, bed, twee stoeltjes en was tafel en heeft uitzicht op de gracht. De kamer is goed onder houden en van schoon behang voorzien. De jongeman vraagt hoeveel de huur bedraagt en de vrouw antwoordt: 75 gulden. „Vijfenzeventig gulden" denkt hij en trommelt met de vingers op tafel. Hij voelt er niet veel voor. Niet, omdat hij de illusie heeft veel goedkoper terecht te kunnen komen, maar omdat het geheel hem intuïtief niet be valt. Toch vraagt hij nog naar de regels van het huis e.d. „U mag hier niet koken" zegt de vrouw, „want bij de vorige huur der heb ik daarmee heel nare er varingen opgedaan- Herenbezoek mag u hebben tot twaalf uur. Wat het bezoek van meisjes be treft, ik zie dat u verloofd bent, dan mag u uw verloofde tot half elf ontvangen". De jongeman hult zijn wrevel over die laatste bepaling in een geluidloos lachje en de opmerking: „Dacht u dat de zonde na half elf begint, me vrouw?" Wanhoop Aangezien de jongeman nog en kele mogelijkheden ter beschik king heeft, richt hij zijn schre den naar het volgende adres. Daar voert een vrouw („Meneer u bent toch zeker geen student, hè?") hem naar een gemeubi leerde kamer van ongeveer de zelfde afmetingen. In tegenstel ling tot het vorige appartement zijn hier de meubels en kasten van een bijkans ontmoedigende zwaarlijvigheid. Zij stralen de zelfvoldane indruk uit, alsof zij er al een kleine honderd jaar staan en van plan zijn er op zijn minst nog een forse eeuw aan toe te voegen. Het maakt de ka mer vol en de jongeman vraagt zich met enige wanhoop af, i hij zijn eigen spulletjes 2 ten laten. Prijs: 75 gulden, 1 met dien verstande, dat gaarne zou zien, dat hij 't week einde elders doorbrengt. Het klaarmaken van een eenvoudige warme maaltijd is mogelijk. Niet geoorloofd is het behang te be plakken met plaatjes, bezoek wordt toegestaan tot twaalf uur, „maar u mag er geen café van maken". Het ontvangen van meisjes is verboden, voor een verloofde kan geen uitzondering worden gemaakt. „Ik wil geen gelegenheid geven. Misschien vindt u dat ouderwets, maar zo ben ik nu eenmaal". De jonge man denkt even na. Hij reali seert zich dat van zijn kant con - cessies moeten komen, dat hij zich moet aanpassen aan de re gels van het huis. Zijn doel is niet persé een „bomvrije kamer" zoals de vakuitdrukking luidt. Maar de stortvloed van beper kingen snoert hem langzamer hand de keel dicht, zo merkt hij, en daarom laat de jongeman ook dit adres achter zich. Ruim Op naar het derde adres, dat zijn agenda vermeldt. De kamer is ruim en zeer licht; smaakvol en luchtig gemeubileerd. Er is nog gelegenheid om er iets van hem zelf bij te plaatsen, zodat het ap partement iets van zijn eigen smaak zou kunnen uitademen. Met enige zorg verzoekt hij om de prijs. „Zeventig gulden" zegt de vrouw, die vervolgens infor meert of hij student is en na een ontkennend antwoord te hebben gekregen iets over zijn huidige werkkring vraagt. Beperkende bepalingen zijn er nauwelijks. Er mag niet gekookt worden, maar dat was hij toch niet van plan. Bezoek mag hij ontvangen zo veel en zo laat als hij wil. Er is zelfs geen limiet waar het zijn verloofde aangaat. „Uw bewaar schoolperiode is voorbij, meneer" zegt de vrouw, „ik ga hier niet met een waarschuwende vinger zitten. Dat zoekt u allemaal zelf maar uit". Binnen enkele minu ten is de zaak in kannen en kruiken. Het bovenstaande authentieke verhaal betrof een jongeman, die een advertentie had geplaatst en daarop vier brieven had gekregen. Van de voor handen zijnde gevallen hebben wij het zijne er tussenuit ge licht, omdat men in zijn ervaringen al die moeilijkheden, maar ook mo gelijkheden terug vindt, welke jon geren bij het zoeken naar kamers op hun pad kunnen vinden. De steekproeven in de afgelopen maan den hebben uitgewezen, dat de cate gorie niet-studerende jongeren met een beetje moeite in Leiden zeker aan een kamer kan komen. huurt. Ondere-jaars wil men dan nog wel accepteren, maar de in hun ogen veel te wilde en onbeheerste eerste-jaars wijst deze groep ver huurders zonder meer terug. Een staatje door ons verzamelde menin gen van het „waarom" maakt elke verdere verduidelijking overbodig 9 Ze denken dat ze elke nacht boven mijn hoofd bruiloft kunnen vieren. 9 Ze maken van de kamer een beestenstal. Ze zijn overdag te veel thuis en 's nachts tot te laat weg. 9 Ze slepen te veel vrienden en vriendinnen naar hun kamer. Daar staan andere verhuurders tegenover die zeggen dat zij nimmer last van htm student-huurder heb ben gehad. Problemen dus te over voor deze categorie en dan vooral in augustus/september als de toeloop van honderden nieuwe studenten de situatie weer uiterst precair maakt. Weinig nut Problemen De studenten hebben, zoals be kend, met heel wat meer problemen te kampen. Voor huisvesting zijn zij deels aangewezen op studentenflats en deels op z.g. studentenhuizen en kamerverhuurders in gewone wo ningen. Onder deze laatsten is ech ter een groep, die om allerlei reden (vooroordelen, maar natuurlijk ook wel degelijk gefundeerde bezwa ren) liever niet aan studenten ver Het heeft weinig nut zich voor het kamerprobleem te wenden tot het gemeentelijk huisvestingsbureau aan de Hooigracht, waar de heer G. J. Philipsen de scepter zwaait. De activiteiten van dit kantoor beper ken zich tot het verstrekken van vergunningen voor 't in gebruik ne men van woonruimte in woningen In zijn lijn ligt het niet om perso nen bij anderen onder te brengen. „Iemand die woonruimte over heeft, bepaalt zelf wie hij in zijn woning haalt, zodat het huisvestingsbureau daar geen bemoeiënissen mee heeft'' aldus de heer Philipsen, die wel over „enorme kamernood" spreekt, om dat hij niet alleen onze categorie van jonge, ongehuwde personen in ogenschouw neemt, maar ook de jonggehuwden die door him leeftijd nog niet in aanmerking komen voor toewijzing van eigen woonruimte, de studenten en de alleenstaanden. (Leiden telt op het ogenblik 5800 woningbehoeftigen) „De toeneming van de welvaart is een van de voornaamste oorzaken van de kamernood" aldus de heer Philipsen. „De mensen zijn als ge volg daarvan minder geneigd voor een paar tientjes een vrij aanzien lijk offer in hun gezins- en privé- leven te brengen": Kort gezegd: Wie niet hoeft te verhuren, verhuurt ook niet. De heer Philipsen verklaart dat om voor eigen woonruimte in aarmer- king te komen de vrijgezel of vrij ge zellin tenminste veertig jaar moet zijn. Vóór het veertigste jaar wordt geen urgentieverklaring afgegeven, maar zelfs met deze stringente leef tijdsgrens bedraagt het aantal al leenstaanden dat woonruimte zoekt in de hoogste urgentiegroep 278. Huurprijzen De huurprijzen :een moeilijke, on overzichtelijke puzzel. Voor een ge meubileerde kamer, waarin enigs zins royaal de benen kunnen wor den gestrekt, betaalt men al gauw zeventig gulden. Op die prijs mag men niet al te zeer afgaan, want een standaard is in dit opzicht niec te geven. Vooral als een kamer ge meubileerd is (of wat sommigen daaronder verstaan) kan men met de prijzen alle kanten op en dan vooral naar boven. Aan gestoffeerde kamers komt men niet zó eenvou dig. De huren hiervan liggen na tuurlijk lager, maar zijn nog altijd respectabel. Beneden de vijftig gul den zal men veelal geen goed, ruim appartement kunnen vinden. Samenvattend kan men niet an ders zeggen dan dat het allemaal gespierde bedragen zijn, zeker als zij uit de portemonnee van bescheiden gesalarieerde jongeren moeten ko men. Is het plateau, waarop zij zich bevinden, tè hoog? De kamerhuurder zegt, dat hij met de door hem betaalde som bij na altijd meer dan de helft van de gehele woning (van normale afme tingen) betaalt. Vaak is dat percen tage 75% en in sommige gevallen woont de hoofdbewoner als gevolg van de verhuur van één kamer zo ongeveer gratis. „Daarmee worden alle proporties overschreden" zo zegt hij. De kamerverhuurder werpt daar tegenin, dat in de kamerhuur mees tal ook is begrepen het gebruik van licht en water en dat de huurder niet zelden gebruik mag maken van de keuken en natuurlijk altijd van het toilet. Tenslotte vindt hij dat hij ook een (in duisternis gehuld) bedrag mag rekenen voor wat hij „verlies aan privacy" noemt. Loden last Voor de jongeren, die de tijd ge komen achten om onder de ouder lijke vleugels uit te vliegen, vormen de huurprijzen een loden last. Lang niet iedere jongere is in staat zo'n zeventig gulden per maand voor een kamer op te brengen, temeer omdat het slechts een gedeelte is van zijn obligate maandelijkse uitgaven. Van de drie maaltijden per dag zal hij er vaak één of meer per dag buiten de deur nuttigen, wat meest al niet goedkoop is. Verzorgt hij de inwendige mens goed, dan is hij aan die twee punten maandelijks een aanzienlijk bedrag kwijt. Dan is nog niet eens gesproken over ver warming en andere zaken, die hel pen de geldvoorraad zo snel moge lijk op te branden. Wie niet op kamers hoeft te gaan, doet dat ook niet. Men merkt dat als men de jongeren vraagt t zij het ouderlijke huis hebben 1 9 om studieredenen 9 werkkring buiten de wo en dan verder (in aantal ver in 9 om een eigen leven te leiden 9 vanwege ruzie met de ouders. Vele jongeren zullen dan ook wel gedwongen zijn tot op „hoge" leef tijd bij moeders pappot te vertoe- C. F. Hansen (eigenaar kamerbemiddelingsbureau) •>5 Dokter D. C. den Haan (Leids Studentenhuisvestingbureau)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 7