LEIDS RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN EXPOSEERT EN VERNIEUWT VERDER Prof. Blok aanvaardde Leidse leerstoel Engels privaatrecht Uitstekend spel van toneelgroep Amphis „Meer contact tussen cle internaten en de plaatsende instantie" Echtpaar aan Leidse Verlind kwart eeuw Volkshuis verbonden VRIJHEID G.S. akkoord met bouw schouwburg Opgericht 1 maart I860 Zaterdag 3 april 1965 Tweede blad no. 31533 Passen of niet passen uit bijbelse grond Burgemeester A. L van Wijk nnk mirotAr 1 1 1 Driejarenplan vóór viering van 150-jarig bestaan In het Rijksmuseum van Oudhe den in Leiden is vandaag en ten toonstelling geopend onder de titel „Opgravingen in bijbelse grond" met als motto „Past het of past het niet?" Een bijzonder aantrekkelijke expo sitie, die tot 12 september a.s. te be zichtigen zal zijn en waarin als het ware verantwoording of rekenschap wordt afgelegd van het werk van Leidse archeologen onder leiding van dr. 'H. J. Franken in de omgeving van Deir Alia in Jordanië. Vier sei zoenen hebben dr. Franken en zijn medewerkers daar dank zij een reeks subsidies van ZWO tot een bedrag van ongeveer twee ton hun onder zoek kunnen opzetten, voortzetten en min of meer afronden. Het ging daarbij niet in de eerste plaats om het verwerven van materiaal hoe wel ook dit in ruime mate geschied de maar om de opbouw van een chronologische schaal, die verschil lende culturen en samenlevingen kan dateren. Een en ander is bijzon der aardig de expositie uitgebeeld. Wij komen daarop binnenkort na der terug. TRdens een persconferentie, die de directeur van het museum dr. A. Klasens naar aanleiding van de tentoonstelling had georganiseerd, vertelde deze onder meer iets over de plannen van de leiding van het museum, dat in 1968 anderhalve eeuw zal bestaan en dit jubileum koopt te kunnen vieren in een ge heel gerestaureerde en vernieuwde entourage. In de afgelopen reeks jaren zRn reeds vele zaken van het museum vernieuwd, waardoor een aantrekke lijker expositie van representatieve stukken uit het rijke museumbezit mogelijk werd. Dit niet alleen ten behoeve van het belangstellende pu bliek, maar in vele opzichten ook Advertentie gouden verlovingsringen Constant, Love, Anjer, Desiree. Juwelier v. d, WATER heeft ze. Haarlemmerstraat 181. Zeer grote keuze. Op het graveren kunt U wachten en zonder kostenverhoging. ALTIJD VOORDELIG. DRS. J. W. J. WIERTZ Gaat heen als raadslid Met ingang van 1 september a.s. is benoemd tot economisch directeur van de Psychiatrische inrichting „Sancta Maria" in Noordwijkerhout, onze stadgenoot, drs. J. W. J. Wiertz, lid van de KVP-fractie in de Leidse raad. Aangezien het in de bedoeling van drs. Wiertz ligt om zich t.z.t. in Noordwijkerhout te vestigen, houdt dat in, dat hjj zal moeten bedanken als raadslid. ten bate van de wetenschapsbeoefe ning. Er zijn echter nog „achtergeble ven gebieden" in het museum, die men thans op korte termijn hoopt bij te brengen. Dit jaar hoopt men op de eerste verdieping twee zalen aan de zijde de Houtstraat te vernieuwen, waardoor de expositie van een rijke collectie dagelijkse gebruiksvoorwer pen uit de verschillende Egyptische culturen mogelijk wordt. Volgend jaar denkt men zich de vernieuwing van de etagezaal aan de Rapen burgzijde die gewijd wordt aan de voor-aziatische culturen, op het ge bied waarvan de laatste jaren be langrijke collecties konden worden aangekocht, onder meer met betrek king tot Perzië. Het laatste Jaar van het huidige drie-jaren-plan dat voor het 150-ja- rig bestaan in 1968 voltooid dient te zijn, heeft betrekking op de Neder landse afdeling. Het is bijzonder be treurenswaardig, dat het Een beeld van de opgravingen in Deir Alia waar de Leidse ar cheologische expeditie een chro nologie van de laatste eeuwen voor onze jaartelling poogde op te bouwen. nog steeds de eigen Nederlandse oud ste historie nog niet redelijk kan la ten zien, maar de laatste vernieuwin gen voor het gedenkwaardige lus trum hoopt men ook in deze leemte te hebben kunnen Opvolger wijlen prof. De Grooth Gistermiddag heeft prof. mr. N. Blok met een oratie in het Groot Auditorium het ambt van buitengewoon Leids hoogleraar in het Engels privaatrecht officieel aanvaard. Prof. Blok sprak over ,,Lord Mansfield en lord Denning, twee meesters van de common law". Prof. Blok is opvolger van prof. mr. G. de Grooth, die in 1963 met emeritaat ging en onlangs is overleden. Mansfield en Denning Reeds de keuze van het onderwerp van de oratie kan typisch geacht worden voor het Engelse recht waar het belang van de persoonlijkheid de rechter veel groter is dan in het; Nederlandse recht. Lord Mansfiels's werk als chief justice van 1756 tot 1786 behoort tot de Engelserechtgeschiedenis, hoe wel het nog zeer levend is in vele opzichten, aldus prof. Blok. Lord Denning, tot rechter benoemd in het 1944, werd benoemd tot master of the rolls" (d.w.z. één der presi denten van het Hof van Beroep) in 1982. Een duidelijk parallellisme kan worden onderscheiden in hun werk hetgeen zichtbaar is in een duidelij ke overeenkomst in opvatting om trent het wezen van het recht en de taak van de rechter. Voor beiden vorrnt het begrip gerechtigheid, hoe moeilijk te definiëren ook, het lei dende beginsel. Teneinde de rol vervuld door bei den in de bescherming van mense lijke vrijheden aan te tonen, maakt prof. Blok gewag van het beroemde geval, betreffende de negerslaaf Sommersett, wiens recht op vrijheid erkend werd door lord Mansfield langs de weg van de Habeas Corpus procedure, terwijl Sommersett in boeien geklonken zijn transport naar Jamaica afwachtte. Als een moderne erkenning van een menselijke vrijheid (het recht om te werken) werd het geval van Bonsor v. Musicians Union aange haald, bij welke gelegenheid lord Denning vóór het recht van het on wettig uitgesloten lid van de Union op schadevergoeding voor geleden verlies veroorzaakt door zijn uitslui ting, bleek te zijn. Als deze voorbeelden van genoemd parallellisme noemde prof. Blok de antipathie van lord Mansfield tegen discriminatore behandeling van reli gieuze minderheden (als gevolg waarvan hij een slachtoffer werd van de anti-Katholieke Gordon-on- lusten) en lord Denning's rol in de versterking van de positie van de getrouwde wouw, o.a. baar recht op de echtelijke woning. Voorts werd nog gewag gemaakt van Mansfield's poging tot correctie van de ontwik keling van het leerstuk van de „con sideration" in het Engelse contrac tenrecht en de meer succesvolle, zy het beperkte poging van lord Den ning op dit terrein, en het werk In Leidse „Burcht" Na het succesvolle debuut met de opvoering van Molenbeckes blijspel „De boksende kangeroe" en de niet minder goede opvoe ring van Hans Gelria's klucht Liefdadigheden per abuis" heeft de jonge, nog nauwelijks twee jaar bestaande christelijke to neelgroep „Amphis" gisteravond nog eens duidelijk haar bestaans recht bewezen. Voor haar ver heugend groot en nog steeds toe- nement aantal donateurs en be gunstigers gaf Amphisin de grote zaal van Den Burcht" na melijk ditmaal een uitstekende vertolking van Max Andrea's blij spel in drie bedrijven „Hoogheid XJw kameel staat voor". Onder de uitstekende regie van Joop Stafleu, die zelf op voortreffe lijke wijze de rol van de „bedrogen" echtgenoot vervulde, heeft „Amphis" haar toneelminnende aanhang weer enige uren van kostelijke ontspan ning bezorgd. Zowel ten aanzien van het tempo, de mise en scène, de rol vastheid van het enthousiaste Am- phisgroepje, als de dictie was er bij zonder veel te waarderen. Daar ook nu alle Amphis-tonelis- ten een vrijwel gelijke bijdrage tot het succes leverden, volstaan wij met het weergeven van de rolverdeling, die er als volgt uitzag: Ina Jongbloed van Ast (Hetty), Joop Stafleu (Martin), Anneke van der Krieke (Wilma), Bram Mulder (pseudo prins Ali Ahmed Yoessef), Kees van Klaveren (bediende Ibrahim), Ge rard Timmers (journalist God er t alias de echte prins Yoessef), Ada de Koning (tante Cora), Astrid Veeren (de jonge archeologe Laura Staar - ling) en Jaan van Elk (inspecteur Pinto van de N.V.D.). 15-jarig bestaan „De Ratel" Ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van de Werkgemeenschap „De Ratel" komt het Jeugdkamer- orkest Leiden ln de grote zaal van het Leidse Volkshuis voor deze in stellingen een concert geven. Uitge voerd worden werken van C. Ph. Telemann, G. F. Handel, D. Cima- rosa en W. A. Mozart. Solisten zijn Henk van Mourik en Joop Mars (hoorn) en Rien de Reede en Peter Dielemann (fluit). Het con cert ls voor een ieder toegankelijk. van beiden betreffende de onge gronde verrijking". Tot slot wees hij op de universali teit van het Engelse recht, vergelijk baar op dit gebied met het Romein se recht. Na afloop van de oratie, die met de gebruikelijke toespraak werd be sloten, recipieerde prof. Blok de ont- i de Academie. ook curator Bij Kon. Besluit is mr. G. C. van der Willigen, burgemeester van Lei den, benoemd tot curator van de Leidse Universiteit. Het is in de na oorlogse jaren gebruikelijk geweest, dat de burgemeester van de Sleutel stad tevens zitting had in het be stuurscollege van de Universiteit. Jhr. mr. Van Kinschot is in novem ber na zijn afscheid als burgemeester uit het college van curatoren getre den. hoogheemraad Bij KB is benoemd, met ingang van 1 mei '65, tot hoogheemraad van het Hoogheemraadschap van Rijn land, A. L. van Wijk (Leidschendam), uiterlijk tot het einde van het zit tingsjaar, waarin hij 70 Jaar zal zijn geworden. Coiitact-commissie-kinderbeseherming Leiden luisterde naar mr. Joh. Visser ,,Er moet regelmatig contact zijn tussen de instantie, die kin deren in inrichtingen plaatst én die inrichtingen", zei mr. Joh. Vis ser, directeur van de Van 't Lindenhoutstichtingen in Neerbosch gisteravond voor leden van de Contactcommissie-Kinderbescher ming Leiden en Omstreken. Mr. Visser deed dat in een inleiding over het onderwerp ,,De contacten vanuit de internaten met de plaatsende instanties". Mr. Visser begon zijn inleiding „ik hoop dat ik flink wat stof lever voor een discussie" met een uit eenzetting over het doel van de in richtingsopvoeding. „We moeten een situatie scheppen voor het in de ont wikkeling vastgelopen kind, dat in het eigen milieu niet geholpen kan worden", zei mr. Visser, die verschil lende redenen voor plaatsing in een inrichting noemde, zoals een mislukt huwelijk van de ouders, karakter en opvoedingsmoeilijkheden, etc. Mr. Visser benadrukte het aanvullend karakter van de inrichtingsopvoeding. „Voor het kind naar de inrichting ging, was er immers ook een soort opvoeding", zei hij „en daarom is voor ieder kind een afzonderlijke diagnose noodzakelijk". Heel belang rijk noemde mr. Visser het „gericht zijn op de toekomst". Hij omschreef de opvoedingsinrichting als „een medium waarin verleden en toekomst van het kind tot een zinvolle aanra king kunnen komen". Functie Mr. Visser zette uiteen wat de taak en de functie van de mensen in de opvoedingsinrichting is en zei, dat deze opvoeders nooit mogen verval len tot een star opvoedingsplan. „Het behoud van de band met het gezin is een van de eerste taken", aldus mr. Visser, die vervolgens de werk wijze bij de opneming van een kind en de beoordelingsmethoden aan een beschouwing onderwierp. Hij pleitte voor een intensieve samenspraak tussen de leiding van de inrichting j en de voor de plaatsing van het kind verantwoordelijke instantie. Alleen daarmee is het kind gebaat. Er zijn verschillende plaatsende instanties. Mr. Visser noemde onder meer de kinderrechter, de raden voor de kin derbescherming en de voogdij vereni gingen. „Het opvoedingsplan voor Ieder kind moet regelmatig aan een revisie worden onderworpen. Openheid, In zicht in de ontwikkeling en weder zijds overleg: dat zijn de belangrijke factoren", aldus mr. Visser die zijn betoog besloot met de opmerking, dat „wijze begeleiding en Inzicht in het milieu waaruit het kind afkomstig is een brug kunnen slaan naar de toe komst". Uitvoerig werd op de ver- yypy, Akdeiin21v, mshc mshf mshch teruggekomen in een discussie. Geschenk: buitenlandse reis Hartelijk en spontaan was gisteravond in het Leidse Volkshuis de huldiging, waaraan het echtpaar A. Verlind'—Noest zich te onderwerpen had. En daarvoor was dan ook alle aanleiding, want sinds 25 jaar is dit echtpaar een centrale figuur temidden van be stuur, staf en volkshuizers. Voor een kwarteeuw als con cierge gekomen, ontpopte dit echtpaar zich al spoedig bij de leiding van tal van clubwerk en de heer Verlind bovendien als chef van de huisdrukkerij als een enthousiast team, dat de ware sfeer van het Volkshuis o zo goed aanvoelde. Van een geruisloze viering, de wens van de heer en mevr. Verlind, kon dan ook niets komen. Daarvoor was ae dankbaarheid te groot. De eerste die daarvan getuigde was de direc trice, mej. J. H. Leemans, die o.a. herinnerde aan de moeilijke tijd, waarin het echtpaar zijn taak had aanvaard: enkele weken voor het uitbreken van de oorlog. Een tijd toen vele volkshuizers hun toevlucht in het Volkshuis zochten en dat ook vonden. Daarna volgde na de bevrij ding de periode van wederopbouw van het werk. Al die jaren, aldus de directrice, stond het echtpaar dag en nacht voor iedereen klaar. Het was steeds prettig met u samen te wer ken, in het Volkshuis, op het Lange- veld en in de kampen. Ook de oud directrice, mej. M. Ruth, de voorzit ter van het Volkshuis, prof. dr. L. de Klerk, de heer C. Marks namens de werkgemeenschap „De Ratel" en de heer H. Zunderman van de L.J.A. spraken deze avond vol waardering over het werk van dit Jubilerende echtpaar. In een schimmen- en pop penspel werden deze avond boven dien enkele facetten van dit werk belicht. Behalve enkele geschenken werd het echtpaar Verlind namens bestuur en volkshuizers een bedrag van f 500 aangeboden voor het ma ken van een buitenlandse reis. Peter van Ark biedt het echt paar Verlind namens bestuur en Volkshuizers een enveloppe met inhoud aan voor het maken van een buitenlandse reis. (Foto L-D./Holvast) GEDURENDE de laatste achten dertig jaren heeft Leiden ruim slf jaar een Oranje-Prinses onder zijn studenten geteld: lang voor de oorlog Prinses Juliana, na die zwarte tijd Prinses Beatrix en tot op de huidige dag Prinses Margriet. Wij geloven niet flat stad en Uni versiteit hier trots op mogen zijn, want een belangrijke factor in de keuze van de Alma Mater der Oran jes was zeker tot voor kort de traditie. Maar voldoening past het Leiden- van-vandaag wèl. omdat de traditio nele keuze slechts bestendigd werd in het besef, dat de Sleutelstad het klimaat bood waarnaar voor de stu dietijd der Oranje-Prinsessen gezocht werd: Leiden heeft deze eeuw aan drie Oranje-Prinsessen de gelegen heid geboden lange tijd Prinses-af te zyn, als gewoon studente te leven, bij de groenteboer-op-het-hoekje op haar beurt te wachten en óók rotte sinaas appelen in de hand gestopt te krij gen onder enkele pronkstukken, er gens op een toevallig open plaatsje in de bioscoop te zitten en op straat af en toe nijdig aangekeken te wor den voor een verkeersfout. Juliana, Beatrix en Margriet waren hier bovenal studenten onder studenten, waarmee zij een levenservaring kon den opdoen, die niet alleen henzelf maar ons gehele volk ten goede komt. HET is bijzonder verheugend dat Leiden zo heeft gereageerd op het verblijf van drie Prinsesssen. Het is mede een gevolg van die Leidse vrijheid, dat Prinses Margriet zich onlangs heeft verloofd met de heer P. van Vollenhoven. Deze men selijke ontmoeting en deze zuiver persoonlijke band zouden niet moge lijk geweest zijn zonder de „Leidse vrijheid". Het is even verheugend, dat Lei den deze plotseling in de belangstel ling gekomen Leidse student Van Vollenhoven op gelijke voet behan delt: namelijk door hem strikt te negeren. Dat klinkt wat onvriende lijk, maar het is ongetwijfeld de hou ding, die hij en zijn verloofde het liefste zien. ER zijn zeer bepaalde redenen, waarom wij daar op dit moment op wijzen. Er gaan geruchten, dat de heer Van Vollenhoven zich uit Leiden heeft teruggetrokken om dat een overmatige publieke belang stelling hem de voortzetting van de studie onmogelijk zou maken. Zelfs bij familie in Leiden zou hij niet vei lig zijn voor de horden die hem ach tervolgen en de voorjaarsbloemen plat trappen in het tuintje van zijn hospita aan de Witte SingeL Het is niet bij geruchten gebleven t er zijn breedvoerige verhalen in kran ten over geschreven, die Leiden en de Leidenaren in een bijzonder kwalijk daglicht stellen i lieden zonder enig begrip, opdringerig nieuwsgierig, hin derlijk en wat niet al, omdat zij In eens een zo unieke student In hun midden hebben. Dit ls de waanzin ten top gedreven. Elf Jaar lang gedurende nog geen halve eeuw gunnen de Leidenaren drie Prinsessen de volledige vrijheid, maar in drie weken werpen zij zich plotseling zo verwoed op de verloof de van een Prinses, dat deze zijn heil elders zou moeten zoeken. Ach, ar me verloofde..., was hij maar een Prins geweest. De feiten liggen „iets" anders. DE heer Van Vollenhoven is na de bekendmaking van zijn ver loving herhaalde malen in Lei den geweest en heeft daar geen enkele hinderlijke belangstelling ondervonden. De dag van de verlo ving en de dag daarna was het „nog al een gedrang" bij zijn hospita, maar dat waren geen Leidenaren, doch ijverige terecht ijverige nieuws- jagers van pers, radio en televisie, die overigens voor 90 procent van buiten Leiden kwamen. Noch Prinses Margriet, noch haar verloofde heb ben dit deze nieuwsjagers kwalijk ge nomen: zij deden hun werk voortref felijk en lieten daardoor het gehele volk meeleven in hun geluk. Sindsdien is het stil geworden op Witte Singel 11, net zo „stil" als ge bruikelijk in en om een studenten huls. De heer Van Vollenhoven ls enkele malen in Leiden geweest voor studie doeleinden maar moet op dokters advies zoveel mogelijk het bed hou den voor een vlotte genezing van zijn voetletsel. Hij verblijft dus de laatste tijd bij zijn ouders in Schiedam, waar hij meestal op bed zijn studies voort zet. HET is allemaal heel gewoon. En alles wat er niet gewoon zou zijn is bepaald niet de schuld van de Leidenaren, alleen van bui tenstaanders die blijkbaar niets be grijpen van wat Leiden aan „vrij heid" bieden kan. Goed zo Leiden, laat onze stad nog vele generaties een gastvrij tehuis zijn voor jonge Oranjes, die eens even gewoon mens willen zijn. Bij het gemeentebestuur is thans bericht binnengekomen, dat Ged. Staten van Zuid-Holland in principe akkoord gaan met de bouw en inrichting van een schouwburg op het Schuttersveld. Aan deze akkoordverklaring is echter de voorwaarde verbonden, dat Leiden, zodra de rijksgoedkeuring voor de bouw is afgekomen, zich opnieuw tot G.S. moet wenden teneinde aan te tonen, dat de financiering van het schouwburgplan verzekerd is. Dit principe-besluit staat los van het beroep, dat de KVP-raads- fractie vorig jaar op de Kroon heeft gedaan om het raadsbesluit tot bouw van een nieuwe schouwburg (volgens de huidige plannen) nietig te verklaren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 3