tweecle oorbel S' 13.75 mmm -T LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 3 APRIL 19G3 DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL Oorspronkelijk verhaal door Hans Martineit tllfcfeBBHBfllfllll ïi 37» 8 Totzover was er weliswaar niets op vallends aan mijn gedrag geweest, I maar ik wilde het niet te lang ma- ken. li kunt het geloven of niet, de dode had me met het doosje gezien. Ze tuurde me na.merkt wel, in- specteur, hoe ik overstuur moest zijn geweest. Maar een apotheker of zijn assistent kan ook niets ergers over- komen dan een dergelijke vergissing. Je bent voor je leven geknakt.. Zo igauw ik weg kon, nam ik afscheid van mijn vriend. Hij begreep dat Sik naar mijn werk moest. Ik holde I terug. Gelukkig was de baas er nog f niet. Nel liep als gekooid op en neer. lik wist, dat nu pas het moeilijkste |kwam. Ik moest er haar van over- I tuigen, dat die ongelukkige poeders zichtig ze hem ook had bijgebracht, dat ze zijn gevoelens niet kon be antwoorden. Opnieuw schoot hem haar laatste brief te binnen. Duidelijk zag hij de zinnen weer voor zich. Ze had hem voor de zoveelste keer gesmeekt haar eindelijk met rust te laten. Al die tijd had ze onder de dood van die arme Jane Lom an geleden, hoewel te haren laste niets was komen vast te staan. Hij moest toch begrijpen, had ze geschreven, dat haar gewe ten er desondanks niet gerust op was. En dat ze hierdoor al genoeg had te torsen. Van Akkeren voelde, dat het kou de zweet uitbrak. Hij moest die brief onmiddellijk vernietigen. Dadelijk, nadat de inspecteur weg was. »„~s "de™* TS Akkeren liet het 1 €M2'; STAALTJE EEN STERK WOLLEN AaBee gordijn stoffen APARTE DESSINS IN ONZE GORDIJNENSHOP PAN EN DE DRUMDRUMS Monteurs keken hun ogen uit zen in het oude huisje viel het oog van één der monteurs op een geldtrommel in een bedstee Daarin zat ongeveer vijfduizend gulden. Bankbiljetten ter waarde van tweeduizend gulden bleken al lang uit de roulatie te zijn. Alleen voetgangers op boulevard Scheveningen 2483. Tevreden stopte meneer Edelstein zijn deel van het geld in de brandkast. Hiermee is dus de financiële kant van de zaak naar genoegen geregeld", sprak hij. Ieder het zijne, niet waar?" „Hm", bromde Joris, zijn restant bekijkend. „Gaat dat altijd zo?" En bij zichzelf voegde hij hieraan toe: „Dan kan ik beter ook manager worden. Maar alvorens ik het daarheen leid, moet ik eerst even bij meneer Edelstein de kunst afkijken. Er valt veel bij hem te leren." Deze belde inmiddels ijverig enkele kranten op. „De losprijs is betaald", meldde hij. „Een miljoen Jaja, dat heb ik natuurlijk dadelijk gegeven, als ik onze geliefde drum drums maar terug krijg. Ik hoop nu binnenkort te horenwaar ik ze kan vinden. Vreselijk is dat wachten, die angstdie zorg Nee, niet om het miljoen, maar om het lot van de jongens Zeker, u kunt hierheen komen". Hij legde de telefoon op de haak en verklaarde: „Er komen enkele persfotografen hier om mijn angst en zorg te fotograferen. Zoiets doet 't altijd. Maar denk erom, dat je niet los laat waar de drumdrums zijn, hoor. Zodra de fotografen geweest zijn. moeten we een passende plek uitzoeken, waar we met pers. radio en televisie de drumdrums zullen vinden. Ik denk aan een stille hei of een ruïne of zoiets. Dat heeft sfeer". Op dat ogenblik ging de deur open en daar kwamen de drumdrums slaperig binnen strompelen. Ze werden gevolgd door Pat O'Nozel, die triomfantelijk verklaarde: „Gevonden! Ik heb hun schuilplaats gededuceerd uit feitens en „Sufferd!" riep dat je hiermee onz> „Je, RECHTER TIE EN „DE DODE BREID" door Robert van Gulik DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN KRAMMETJE FOK 181. H, was tóch te ongelijk. Zijn hele ziek te volgen. Alle kracht sch hij zich aan de mast vastkle, Nooit zou hij later precies kunnen schip Kokanje verlaten had. Hij had t Alsof hij door de zachte, tedere Fok ook bood, de strijd -de mu- 1 te vloeien uit de vingers, nde. vertellen, hoe hij het goede en gevoel, alsof hij zweefde. ir de Nóg spreidde hij zijn armen uit om zich tegen te houden, in een laatste restje angst voor wat hem gebeuren kon. Maar de hoorn slokte hem op. zoals even tevoren Karo en Tutu erin verdwenen De mist trok als bij toverslag op. Bij het vlot dobberde de Kokanje stuurloos rond. ten prooi aan wind en golven. En de geheimzinnige muziek danste weer over r. op zoek naar nieuwe slachtoffers, die in de hoorn zou-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 19