IllhnniMlllf tweede oorbel LEIDSCH DAGBLAD DINSDAG 30 MAART 1965 Oorspronkelijk verhaal door Hans Martineit 33) Reinier Bartels had nauweiyks het einde van de maaltijd bij de familie Renders kunnen afwachten, zo was hij er op gebrand geweest achter zijn glas bier in de kroeg te gaan zitten peinzen. Vooral na korte gesprek met inspecteur Beels was hij er tuk op het straks met Brouwer over zijn misschien zo langrijke lijstje te hebben. Het middagmaal in het dokters huis was onder beklemmende stilte verlopen. Bartels had dan ook de indruk gekregen, dat het echt opademde, toen hij dadelijk na af loop was opgestapt en niet eens 01 het obligate kopje koffie had ge wacht. Blijkbaar had het dokters- echtpaar woorden gehad, want zo vormelijk als vanavond gingen anders met elkaar niet om. Ofschoon mevrouw Rijnders, drukdoende en met spottende opmerkinkjes, onno zele voorvalletjes uit de plattelands praktijk had opgehaald, had alles een stroefe indruk gemaakt. De dok ter had er zwijgend bij gezeten en zijn vrouw haar gang laten gaan. Nu hij in het stille café zijn ge dachten over een en ander liet g wist Bartels heel zeker, dat hij zich niet wat had verbeeld, omdat het zo mooi bij zijn gevolgtrekkingen zou passen. Hij kwam tot de conclusie, dat de dokter met zijn vrouw over het onderhoud met de inspecteur moest hebben gesproken. Pleitte dat evenwel niet eerder voor een zuiver geweten? Wanneer hij zelf 'ets met zo'n precair geval te maken zou hebben, zou hij er zijn vrouw be slist bulten houden. Maar dat stelt voorop, onderbrak hij zichzelf, dat ze er dan ook in geen enkel opzicht bij is betrokken. Och, misschien hadden ze een doodgewoon ruzietje gehad. Reinier Bartels wilde juist tot een ander drankje overgaan, toen de deur openzwaaide en Willem Brou wer binnenhompelde. Hij liep regel recht op het tafeltje van de apothe kersassistent toe, zoals langzamer hand zijn gewoonte was geworden. „Goeienavond, mijnheer Bartels. U mag uw raamplaatsje wel zoetjesaan opgeven. Bij de kachel is het nu be ter uit te houden", zei hij met zijn bromstem. Op een wenk van Bartels bracht de kroegbaas 'n tweede glas bier en voor beiden de borel die hij alvast had ingeschonken. Met een vertrou- Hoe is het ontstaan? Dit woord: POLSEN Er worden twee verklaringen gegeven van het werkwoord pol sen. De ene zegt dat men moet denken aan de arts die de zieke de pols voelt om te constateren of hij koorts heeft. Overdrach telijk is polsen dan: iemands kennis, voornemen of bereidheid te weten komen door hem uit te vragen. De tweede verklaring brengt polsen in verband met pols, polsstok. Dan is polsen dus: pei len, de hoogte van het water meten en meer in het algemeen: iemand uithoren. In plaats van polsstok hoort men ook wel eens zeggen: plonsstok, stok waar mee men in het water plonst om de vissen naar het net te ja gen. Als polsstok uit plonsstok is ontstaan, is het dus een klanknabootsend woord. welyk gebaar boog hij zich ove: tafel en vroeg zachtjes: „Nog nieuws vandaag, mijnheer Bartels? Het gaat er om spannen, als u het mij vraagt". „Hoe bedoel je?" zei Reinier Bar tels en keek hem onnozel aan. „Nou ik dacht, dat u er wel wat meer van zou weten, omdat de specteur u onder vier ogen spreken. Hij vroeg ook naar jou, Willem". Bartels onderdrukte zijn blijd schap. Het kon niet beter. Zo hoefde hij niet zelf het gesprek op het derwerp te brengen. Met Brouwer was het altijd een geteut var welste, voordat hij hem zover had, dat er over „het geval" kon worden begonnen. Die moest het telkens eerst over alle dorpsnieuwtjes hebben, daarna lang en breed over zijn ge brek uitweiden, totdat hij by de klachten over zijn schoonzuster wa beland, iemand die alles voor ieder een wilde bedisselen. Hij had eigen lijk verwacht, dat zo'n oud-politie man uit hoofde van zijn vroegere beroep meer belang in de voor zo een kleine plaats toch werkelijk ge rucht makende zaak zou stellen. De kranten over het hele land hadden het ei tenminste uitvoerig genoeg over gehad en werden ongeduldig, omdat de dader nog vrij rondliep. Maar nee, Brouwer nam er zijn gemak van. Elke keer meest hij hem de woorden uit de mond trekken. Daarom zei hij bijna dankbaar te gen de waard: „Weten is te veel gezegd, Kees. Ik denk, dat het bezoek van de inspec teur aan ons dorp nog een paar for maliteiten gold. Dat is tenminste al les wat de dokter tegen me heeft gezegd. En hij mag nogal graag met praten voegde hij er opschep perig aan toe. Tegelijkertijd verzuim de hij niet Brouwer eer. knipoogje te geven om hem te laten blijken, dat hij meer met hem ophad, wan- het op mededelingen aankwam, dan met de kastelein Kees. Geluk kig werd de caféhouder door het ongeduldig rinkelen van een klant de tapkast teruggeroepen, o, is inspecteur Beels nog hier geweest?" Brouwer bleef Reinier Bartels over de rand van zijn glas aankijken. Hij hield het zelfs in de hand, nadat hij het in één teug had leeggedronken. „En u weet er na tuurlijk meer van, dan u zo even tegenover Kees heeft losgelaten?" Hij gaf Bartels het vertrouwelijke knip- cogjet erug. „Nou, méér zei Bartels langge rekt „Ik kan toch openhartig met je praten, Brouwer?" Hij schoof iets dichter met ziin stoel naar de tafel. „Ik heb mijn gedachten eens over de zaak laten gaan, zie je. Zouden wij tweeën er niet iets meer van te we ten kunnen komen? Ik bedoel, het toch geweldig zijn, wanneer wij het mysterie samen zouden uitplui- Jouw hulp heb ik er natuurlijk bij nodig, want zo gehaaid als jij ben ik uiteraard lang niet ging hij voort. „Jij kent hier de mensen de omstandigheden zoveel beter dan ik, waar of niet?" (Wordt vervolgd) Advertentie Reumatische pijnen TOG AL HELPT Griep TOGAL HELPT Migraine TOGAL HELPT Menstruatiepijn TOGAL HELPT Verkouden TOGAL HELPT Hoofdpijn TOGAL HELPT Spit TOGAL HELPT OP WESTMINSTER BRIDGE IN DE VOORJAARS ZON Beleef de lente in Londenl Zie de weelde van jong groen midden Uitstekend verzorgde Zeeland vacan- tiereizen per dagboot reeds vanaf f 145.- Met een kleine auto reist u met Uw vieren per dagboot reeds voor f 311.40 v.v. Of neem de nachtboot, U reist terwijl U slaapt. De volgende morgen arri veert U uitgerust in Londen. Brochures en boekingen bij Uw reis- BOEK VIA DE HOEK Esj kol kreeg in Londen geen speciale steun Esjkol, de premier van Israël, heeft geen speciale steun van de Britse re gering gekregen voor de tegenmaat regelen „van allerlei aard" welke Is raël overweegt om overmatige aftap ping van het Jordaanwater en verlegging van zijriyieren van Jordaan door Israëls buren te v komen. Dit verklaarde hij gisteravond de BBC. Esjkol heeft tegenover de Britse regering Israëls standpunt goed mogelijk uiteengezet en hij hoopte dat hij in Londen daarvoor thans volledig begrip heeft gewekt. Esjkol herhaalde, dat hij voor raël op het ogenblik het oorlogsge- niet acuut acht. Ook de kwestie wateronttrekking bevindt zich thans nog niet in een acuut stadium. Esjkols algemene toon was optimis tisch. Hfj sprak de hoop uit dat de Arabische landen alsnog tot bezin ning zullen komen. Niettemin had hij na zijn bezoek ui de Britse minister van Buiten landse Zaken, Miohael Stewart, de situatie in helt Nabije Oosten als „niet erg belovend" beschreven, er aan toevoegende dat Israël op be- wapeningsgebied achter ligt by de Arabische landen. Maar Israël kan zyn positie versterken door „vriend- sohappelyke betrekkingen" met het Westen, met name met Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Esjkol zou een wapenembargo voor het Midden-Oosten verwelkomen Dit had hy met Wilson besproken. Aan economische betrekkingen met West-Duitsland, als belangrijk lid de EEG, hecht Esjkol grote betekenis. Hy had Engeland geen wapenen i gd die de plaats zouden moeten men van het Westduitse oorlogs materiaal. Eerste aardbeien f 2.50 per doosje Aan de groenteveiling in Ter Aar werden gisteren de eerste aardbeien van dit seizoen aangevoerd door de tuinder Jac. J. Dobbe uit Ter Aar. De groentehandelaar Roel van Enge len uit Nieuwkoop kocht deze pri meur voor f 2,50 per doosje. PANDA EN DE DRUMDRUMS 2083. Het hotelwaarheen Joris de drumdrums had ge brachtwas ouderwets en deftig. Men hield zich daar verre van luidruchtig modern gedoe en zodoende had de hotelklerk nog nooit van de drumdrums gehoord. „Een kamer voor deze personen?" zei hij, de harige knaapjes wantrouwend bekijkend. „Hm, ik geloof niet „Het zijn drie beroemde musici", legde Joris haastig uit. „Maar zij willen hun namen liever geheim houden, omdat zij niet lastig gevallen willen worden door bewonderaars. Alles, wat zij ver langen, is rust en dat hopen ze hier te vinden." „Ah, juist", zei de klerk toeschietelijker, „dan zijn ze hier aan het juiste adres!" Niet ver vandaar vroeg de heer Edelstein zich wanhopig af, waar de beroemde zangertjes gebleven konden zijn. „Ik begrijp niet. hoe ze zomaar konden verdwijnen, zonder aan dacht te trekkenjammerde hij. „Zoekgeraakt, alsof het dood- gewone persoontjes betrof! Ach, dit is slechte publiciteit! Heel slechte publiciteit Hij wendde zich tot de ongelukkige Pat en vervolgde woest: „Wat moeten we straks de kranten vertellen? Jouw schuld! Wat ben jij voor een detective?! Jij had ze moeten beschermen, jij had Het gerinkel van de telefoon maakte een einde aan zijn ver wijten. Driftig nam hij de hoorn op. maar nadat hij even ge luisterd had. klaarde hij zichtbaar op. „Ah. gelukkig", zei hij met een zucht. „Dat is een grote zorg minder!" „Zijn ze gevonden?" vroeg Panda. „Nee", antwoordde de manager. „Veel beter, ze zijn ontvoerd Dat is pas goeie publiciteit!" 177. Voortgeduwd door een sterke stroom en een vleugje wind in de zeilen, gleed het goede schip Kokanje over het water. Er hing een lichte mist, die het zicht beperkte. Scheepskat Karo hield het stuur. Tutu, de papegaai, luierde een beetje en Brammetje Fok las voor uit het grote boek met de gekleurde platen. „Waar we nu varen", zei hij, „leefde eens de Zingende Zee meermin. Zij was schoon, van paardenstaart tot vissestaart. En zij zong zo mooi dat zelfs de storm bedaarde om naar haar te luisteren. Maar wee de arme zeemandie luisterde naar haar lied. Want met haar gezang lokfe zij hem de afgrond in. zijn schip verging en van hemzelf werd nooit iets vernomen „Brrrr", bibberde Tutu. „Zingt ze nog wel eens vroeg Karo met een klein stemmetje. „Ach. het is maar een verhaaltje zei Bram geruststel lend, maar ook in zijn stem trilde iets angstigs door. Want hij had rare verhalen gehoord over de vreemde dingendie hier nog steeds gebeurden. DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL RECHTER TIE EN „DE DODE BRUID" door Robert van Gulik DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 17