Slavische cultuur - invasie in .Wenen met vele opvoeringen Kristallisatiepunt naar oude traditie speelse INGEWIKKELD PR OBLEEM h Kom er ACHT -er Klassieke spelvorm Waardevolle pio Zaterdag 27 maart 1965 Pagina 4 Wekelijks bijvoegsel Uw Wereld Bridgevraag van deze week: Noord gever, niemand kwets baar, viertallenwedstrijd. Zuid heeft: A B 8 4 2; 9 B; O V 8 6 3; 4- V 4 2. Biedtverloop: noord één har ten - oost één schoppen - zuid doublet - west twee kla ver - noord doublet - oost twee ruiten - zuid doublet - west twee harten - noord past - oost past wat moet zuid doen?? Antwoord elders op deze pagina. tij zo in drie SA tegenspeelt als hij deed. Jammer, dat men dat nooit van tevoren weet! H. W. FILARSKI Antwoord op bridgevraag: Deze opgave publiceerde ik een tiental jaren geleden in de „European Bridge Re- view". De zienswijze der toen malige jury sluit precies aan op die van een jury van het Franse maandblad „Revue Frangaise de Bridge", waar in o.a. Besse, Jaïs, Reese, Morehead en nog een groot aantal andere experts zitting hebben. De waardering luidt: Doublet 100, twee SA 80, drie Sans 50, drie klaver 40, twee schoppen 30. De laatste drie waarderingen mag mén ge voegelijk als troostprijzen be schouwen. Zuid is te mooi om te pas sen en niet goed genoeg om twee SA de manche (drie SA) voor te stellen. Het slagen van twee harten lijkt onmo gelijk, zelfs als noord een matige vierkleur zou hebben. Het is duidelijk, dat na dit biedverloop, de noordspeler met een kleine troef tegen het gedoubleerde twee-har tencontract moet uitkomen. Kom er ACHT-er Oostenrijk als bruggehoofd Zij voelt zich niet alleen, want ach- Een andere Slavische gast, maSjT ter de lessenaar dirigeert haar land- dan uit Polen, is de zangeres Krys- genoot Krombholz en voor de mise- tyna Radek, die met haar welluiden- en-seène en voor de kostuums zor- de en warme stem de rol van de gen Jarnek en Simacek, beiden uit Gravin Eboli in de opera „Don Car- Praag. los" zingt. Ook de opera „Rusalka' van de Tsjechische componist Dvo rak boekte met een aantal Praagse solisten zoveel succes dat dit werk nu in het repertoire van de „Volks- oper" is opgenomen. De Tsjechen hebben in Wenen de overhand en ze worden op handen gedragen, omdat het aparte karak ter van hun musiceren 't meest met de Weense stijl overeenkomt. De Fiaagse dirigent Ancerl heeft dan ook niet de minste moeilijkheden bij de uitvoerigng van de „Missa Gla- golskaja" van Janacek die vlekke loos door de „Wiener Sangverein' wordt vertolkt in samenwerking met een viertal solisten uit Praag. Het meest echter geniet het Weense pu bliek van de concerten door de Ka merharmonie uit Praag onder lei ding van Pesek, omdat de klank van de violen en van het koper even fluwelig is als het timbre van de Wiener Philharmoniker. (Van onzè Weense correspondent) DE culturele trek vanuit Oostenrijk is niet noemenswaard. Financiële overwegingen spelen hierbij een hoofdrol. Oosten rijkse kunstenaars die optreden in Praag of Boedapest, kunnen van de toch al lagere honoraria het „overtollige" niet over de grens meenemen. En wanneer zij het toch doen, is de wisselkoers in het Westen veel te laag. Belangrijk is, dat eindelijk ook een Oostenrijkse schrijver in een Slavische taal werd uitgegeven: de roman „Wolfshaut" van Hans Lebert is zojuist in Praag verschenen. Dit is echter niets in ver gelijking met de vele Hongaarse, Tjechische, Poolse en Zuid- Slavische auteurs die zich reeds een vaste plaats op de Westerse boekenmarkt hebben veroverd, vooral via Wenen. In het enige goede Oostenrijkse letterkundige tijdschrift „Wort in der Zeit" komen de laatste tijd bijna uitsluitend Slavische schrijvers aan het woord. Bovendien organiseert de „österreichische Gesellschaff für Literatur" in Wenen binnenkort een Symposion, waaraan 5 Polen, 3 Tsjechen, 2 Bulgaren en telkens een vertegenwoordiger uit Roemenië, Hongarije en de Sowjet-Unie deelnemen om met schrijvers uit het Westen over het hedendaagse toneel van ge dachten te wisselen. Terug naar de „goede oude tijd" Naast deze meer officieel onder steunde ontmoetingen kan men spre ken van eeb spontane Slavische in vasie in Wenen. Wanneer men vroe ger Von Karajan ten onrechte het verwijt maakte dat hij teveel Ita lianen in de Weense Opera liet op treden, zou men zijn opvolger het zelfde verwijt kunnen doen omdat hij zoveel Slavische kunstenaars en gageert. Maar er is geen enkele Oos tenrijker die zich daarover opwindt. Men vindt dit verschijnsel normaal en beschouwt het zelf als een soort terugkeer naar de goede oude tijd, toen Wenen het kristallisatiepunt was van de omliggende landen. De kunstenaars achter het IJzeren Gor- Zelfs de Weense schouwburgen wor den gedeeltelijk door Slavische kun- kunstenaars veroverd. De beroem de Tsjechische regisseur Radok, de uitvinder van het filmprocèdè „La- terna Magica", heeft het toneelstuk van Tsjechow „De Zweedse lucifer" samen met zijn vrouw gemoderni seerd en nu in Wenen (Theater in der Josephstradt) met Oostenrijkse krachten opgevoerd, maar met de cors van zijn landgenoot Vycodil. Hij wist een hoog artistiek peil met tech nische perfectie te verbinden. Nog interessanter is het, dat de Tsjechische regisseur Ornest in de „Renaissance" van Wenen een be werking van Shaw's „Dear Liar" op voert, maar dan in het Tsjechisch. De opvoering is een ongehoord suc ces en bewijst tevens dat er in de Oostenrijkse hoofdstad niet alleen nog een flinke Tsjechische kolonie bestaat, maar ook dat een groot aan tal „echte" Weners deze taal ver staat en van een goede vertolking ten volle geniet. Voor wie echter het Tsjechisch niet machtig is, is er een Duitse ver tolking. Het Slowaakse Nationale Thaater uit Bratislawa reedt na- namelijk in het Weense Volkstheater op met het stuk „De Waaier" van Goldoni. Het gehele ensemble uit Bratislawa beheerst het Duits vól kernen en speelt deze klucht zo voor treffelijk dat men nauwelijks aan Slowaakse spelers denkt, behalve dan zij met een Slavisch-zangerig accent spreken. Maar dat is in Wenen een gewoon verschijnsel. Wat de toekomst dijn komen overigens graag, omdat de honoraria hoog liggen en Wenen de kans geeft tot het kopen van on gekende luxe-artikelen. Tsjechen hebben de overhand De Tsjechische zangeres Ludmilla Dvorakova is nu vast lid van de Weense Opera en ze heeft een fraaie woning in Wenen. Ze treedt regel matig als Leonore op in „Fidelio", maar vooral maakt zij grote indruk in de hoofdrol van „Katerina Ismailova" de naar bekend omgewerkte opera van Sjostakowitsj Ofschoon Wenen hiervoor natuurlijk het orkest en het grote ensemble ter beschikking stelt, beheerst toch de Praagse kunstenares het toneel. Uit duizenden steentjes zet de in München wonende Italiaan Mirco Giordano het „Annus"- mozaïek weer in elkaar. Het met een oppervlak van 25 vierkante meter grootste mozaïek uit de Romeinse tijd in Duitsland voorstellende het jaar (Annus) is afkomstig uit de omgeving van Sasso Ferrato en is een bijzondere schat van de Münchener glyptotheek. Het lag vele jaren onder de puinhopen van het in de Tweede Wereldoorlog verwoeste museumgebouw en heeft zeer onder de inwerking van vocht geleden. Giordano, die in Ravenna de Byzantijnse mo zaïektechniek bestudeerde, zag zich tijdens de restauratie voor vele onvoorziene problemen ge plaatst. Zo moest hij b.v. een bijzondere olijf groene steen zien te krijgen, waarvan men de vroegere vindplaats niet kende. Voor de restaura tie werd alleen origineel materiaal gébruikt dat volgens de antieke manier met de hand geslagen werd, zodat de gerestaureerde zich niet van de 2000 jaar oude delen onderscheiden. Na twee jaar van hard zwoegen zal Giordano dit verantwoor delijke werk binnenkort voltooid hebben. Intussen repeteert de internatio naal bekende Zuidslavische regisseur Stupica in het Weense Burgtheater waar binnenkort het blijspel „De du katen van oom Marojis" in het Duits zal worden opgevoerd. Het is een Sloweens blijspel uit de 15e eeuw dat echter nog altijd speelbaar is, even als de stukken van Calderon of Gol doni. Aan deze Slavische invasie komt voorlopig geen einde, omdat het Burgtheater de volgende drama's op zijn repertoire heeft geplaatst: „De dag van de toorn" en de „Ongoddel- lijk comedie" van de Poolse schrij vers Brandschatter en Krasinski en vervolgens „De nachten van Attila en „Tragedie van de mens" van de hongaren Julius Hay en Imre Ma- dach. Men heeft soms wel eens de in druk dat Oostenrijkse politici over drijven, wanneer zij hun land als bruggehoofd tussen Oost en West presenteren. Maar op het culturele vlak vervult Wenen wol degelijk de ze verbindende functie. Het beste be wijs hiervoor is dat de Weners dit heel gewoon vinden. Het is een oude traditie! - Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel. Wit aan zet, maakt remise. BRIDGE W6R6LÖ d2; 2. Kal—b2, Ld2xe3; 3. Kb2—cl Le3—f4 (niet Lg5 wegens e4efi! Lf4, Kd4!)4. Kc3—d4, Lf4—cl na g7 met Lb2t de pion nog te t gen). 5. Kd4c5, Lel—b2; 6. Kc6- d6 (dreigt met e4e5 de, loper af I snijden f5xe4; (Nu schijnt zwart <1 zaak in handen te hebben); 1 Kd6—7c (om met axb7 mat te i te). Lb2—e5t (of bxa6; 8. g7, Lg1 9. Le8, Le5t; 10. Kc8 en mat volgt) 8. Kc7c8, b7xa6; Nu geeft de pia die deze koningsmars door zij dreiging heeft mogelijk gemaal zijn leven opdat de zijnen de zef behalen, 9. g6—g7, Le5xg7; 10. Lhi e8, e6e5t; 11. Kc8—c7, e zwart ook mag proberen, met 1 Le8—c6 wordt.de zwarte koning n gezet. LADDERWEDSTRIJD Hier volgen de nrs. 185 en 186 deze wedstrijd welke mét de voccj afgaande nrs 181 t/m. 184, ei nog volgende 187 en 188 één s vormen, waarvan de oplossing^ kunnen worden ingezonden uiterlijk 3 april aan W. H. van Nat, Acacialaan 25 te Leiderdorp. 185 Enige tijd geleden zond een lezer mij een nogal ingewikkeld speelprobleem, dat tijdens een robberpartij was voorgekomen. De kaarten van NZ waren: H B 8 6 5 9 2 O H H 10 5 4 2 n wo V 9 B 10 7 4 3 O A V 10 3 AV Het biedverloop was: zuid één har ten ow pasten noord één schop pen zuid één SA noord drie klaver zuid drie ruiten noord drie schoppen zuid drie SA al len pasten. Eerst iets over het bieden. Indien noord geboden heeft als hü deed, is het dan niet beter met het zuidspel over drie schoppen te vervolgen met vier schoppen? Noord heeft erg aan gedrongen om in één der twee zwarte kleuren te spelen, zodat het logischer lijkt met V 9 van schoppen die kleur te steunen, dan bij SA te blijven volharden. Niet dat vier schoppen onder alle omstandigheden gemaakt wordt maar &ls oost niet met harten uit komt is het een betrekkelijk eenvou dig spel. Bijv. ruiten uit, noord wint, gaat naar klaveraas van zuid en gooit op twee hoge ruitens zijn twee ver liezende harten weg. Hierna een hartentje uit zuid in noord troeven, naar zuid terug met klavervrouw, weer een hartentje troeven en nu klaver vijf spelen het is haast on mogelijk, dat noord nu géén tien sla gen zou kunnen maken. Grote moeilijkheden ontstaan na tuurlijk, als oost de hartenuitkomst wél zou kunnen vinden maar dat wil nog niet zeggen, dat daarom aan een contract van drie SA de voor keur moet worden gegeven. In $e praktijk speelde zuid dus drie SA en' west kwam uit mét ruiten vijf, noord won met ruitenheer. Het is bijna onmogelijk in dit spel de beste kans uit de talrijke mogelijkheden te kiezen, maar ik geef enige voorkeur aan het direct spelen der schoppens. Valt schoppen niet tijdig, dan is het contract gewonnen waarbij boven dien van belang is dat zuid zowel entrees in eigen hand als op tafel spaart. Echter, slecht tegenspel kan veel meer waard zijn dan kansberekening. In de praktijk werd uit noord harten negen gespeeld oost bekende met harten acht(I), west won met har ten heer en speelde ruiten terug, waardoor zuid in een opgemaakt bed stapte. Maar als oost nu eens die harten negen hoog genomen had en ruiten had nagespeeld wat dan?Harten doorspelen is dan levensgevaarlijk, want zuid weet niet dat de harten acht tijdig valt. En waarom zou het vallen van harten acht kansrijker zijn dan het vallen van de schoppen tien? Bovendien loopt zuid het risico, dat bij een tweede maal harten spelen oost weer aan slag komt en opnieuw ruiten inbrengt; de zaak is dan prak tisch reddeloos verloren. De derde mogelijkheid is, in slag 2 klaver aas en vrouw te incasseren, ruiten aas en dan schoppen naar de boer spelen. Nu echter moet de kla ver boer tijdig vallen en die kans is eveneens precies gelijk aan het tijdig vallen van de schoppen tien. Ook dreigt bij deze speelwijze een blok kade der schoppens, èn de situatie, dat zuid, zelfs als de klaveren goed vallen, de eigen hand in afgooidwang moet brengen. Neen ik geef de voorkeur aan vier schoppen, tenzij men mij garandeert dat de tegenpar- In de derde ronde van de lande lijke eindstrijd om de gouden coca cola-sculptuur werden in twee van de drie gespeelde partijen de duels in de klassieke spelvorm gevoerd. Als we zo het spel op bepaalde momenten eens bekijken dan heb ben we sterk de indruk dat er met de mogelijkheden in deze prachtige spelvorm en welhaast de moei lijkste geloven we nog steeds nogal achteloos wordt omgespron gen. Varkevisser 12 3 4 6 DAMMEN der kansrijke zet. Maar we kunnen ook: 42. 17—21; 43. 43—38 (op 43—39 volgt 23—29) 12—17; en de positie Barteling is ontstaan welke voor zwart gewonnen is! Nu moet wel: 44. 36—31. 17—22 45. 28x 17, 21 x 12; 46. 33—28, 24—29; 47. 28—22, 12—17; 48. 22x11, 16x7; 49. 38—33, 29x38; 50. 32 x 43, 23—29; en zwart gaat dit winnen. Uit dit alles blijkt, dat na zwart 11—17 voor wit 43—39 de beste is. Zwart moet zich dan niet laten verleiden tot 17—21 want dan kan wit goed 28—22 spelen. Zijlstra Van Sillhout Deze stand was ontstaan na 41. 33—28. Zwart vervogde met 41. 24—29; waarna wit remise maakte door: 42. 38—33, 29 x 49 43. 30-24, 19x30; 44. 28 x 6. Is dat nu niet bijzonder jammer van zo'n stand? Kunnen we hieraan niet veel meer plezier beleven? Laten we voor zwart eens spelen: 41 11—17. Wit moet nu bekijken dat op 42. 4339, zwart kan Vervolgen met het offer van Dussaut door: 4216—21; 43. 27x16, 18—22. Op nu 38—33 volgt 24—29, 33 x 24; 22 x 44. Op 3933 kan zwart 2227, 32x21; 23x43. Wel kan wit nu: 16—11, 17x6; 33—28, 26x17; 28—23, 19x28; 30x10, of 37—31, 33—28 en 28—23. Als dit remise wordt, dan lijkt hij me toch altijd nog beter dan die in de paj-tij temeer daar we op de kans hebben gespeeld dat wit van 43—39 door dit offer zou terugschrikken Na 16—21, 27 x 16, 18—22 kan wit niet spelen: .16—11, 22x31; 11x22, wegens 12—18 en 26—31. Zou wit inderdaad na 11—17 de zet 43—39 niet aandurven dan zal hij vervol gen met: 42. 38—33. We hebben dan in .23—29 al direct een bijzon- terieel in de minderheid, een raads heer tegen een pion. Maar deze pion draagt hier met recht de maar schalkstaf in de ransel. Het lijkt er op, of zwart telkens hem deze ont nemen kan, maar juist als het dan eindelijk zover is blijkt, dat de pion zijn leven duur genoeg heeft ver kocht. SCHAKEN 1. Milano is Milaan geworden 2. lepeltje bij kopje is weg 3. fluit op fluitketel 4. potje meer op tafel 5.pet man is groter 6. hekje rechts 7. horloge man 8. Zool van schoen man Okrogelnik Deze po6iti© was ontstaan na:. 49. 39—34. In deze stand is wit ver voor in ontwikkeling en zwart zal moeten trachten door het hand haven van de klassieke formatie hier wat uit te krijgen. Zwart ver volgde met: 49. 8—13; en ver loor na: 50. 34—30, 11—16; 51. 28—22, 16—21; 52. 27x16, 18 x 27; 53. 32 x 21, 26x17 54. 38—32, 13—18; 55. 3227, 9.13; 56. 27—21, 17x26; 57. 16—11 in een lang eind spel. Zou zwart deze moeilijkheden hebben ondervonden als hij had gespeeld: 498-12? Laten we eens kijken. Aan de 34—29 heeft wit niets door 11—16. Aan 28—22, 9—13 ook niet lijkt me. Dan maar: 50. 42—37, 1823; wit moet nu toch wel gaan oppassen. Op 35—30, 24 x 35; 33—29, volgt 26—31 met een heel gunstig eindspel voor zwart. *Na 498—12; volgt op 50. 34—30, direct 18-23. Na 8—12 is er 'voor zwart-een betere verdeling van schijven ontstaan en is de aan val van wit via 28—22 krachteloos gemaakt door het zwarte stuk op veld 12. Zwart heeft aardige kan sen in deze tempovoordelige stand. F. GORDIJN Wit speelt: 1. g5-g6 (niet gxfij Lxd2 en met Lc3 is de promotie o h8 ongedaan gemaakt). 1Lel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 12