m
tweecle oorbei
MORGEN
RIPOLIN
LEIDSCH DAGBLAD
DINSDAG 16 MAART 1965
DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL
Geen gehucht, of ze had-
let er immers over? Hy boog
b dan denk je zo bij jezelf:
Kad!^als°h1ere paTte* voor-
Overal heb je duistere
het dus niet zo ver weg?"
Is een balletje op. „Ik
hij de ouwe rot waar
ook op ^eigen houtje ^op
net elkaar te laten ry-
3 in te schenken.
^Udaan» stopikï^ Mijn
uster ziet me niet graag laat
^djnheer. Of dat is het
in zyn kamer vond hU op zijn
lessenaar het rapport van zyn ad-
sen te krijgen. Ten o
de hij zich teleurgest*
geniyk had h« al met
fwrrdaU^ omdat"
Straks zou hij het
e is liet ontstaan?
b. Ook échter een woord
teer. Ja, ja. zo heeft ieder wat.'
geschakeld te zitten na het afwisse
lende leven, dat u heeft geleid
Hy voelde heel goed.^dat hy n
Brouwer* opeeniruf zeer door°zljn^
Minder voedsel
per hoofd dan
voor de oorlog
ie hy1 het^aptertje mSIe re-
„Morgenavond op dezelfde
plaats. A" uit zijn boekje, schoof het
in een mica houdertje, belde en
hij Jawel, dat ontbrak er nog aan.
Maar ja, die hebben we altijd en
overal. Krijgen doen wez e toch. Och
SCHILDEREN
(0- MET
PANDA EN DE DRUMDRUMS
S—S3. Panda had zijn pogingen, om de wager.
gegeven. Hij haalde de harige poppen uit de auto en
zijdeur van de schouwbura weer binnen.
..Wat een pech", dacht hij. ..Pat rekent er op. dat ik de fans
weg lok en nou kan ik niet weg! Ik moet hem dadelijk waar
schuwen. dat het mis is!"
Maar Pat O'Nozel wist al. dat het mis was. Dubbend stond de
meesterspeurder bij het harige kluwen en zelfs zijn scherp oog
kon niet ontdekken wie de drumdrums en wie de
„Pat!" riep Panda. ..ik heb hier
Verder kwam hij niet. want toen Pat i
r drie harige struikjes
hangen mij de keel uit! Ga weg! Er kan niets
En vóór Panda nog iets in het midden kon brengen, werd hij
met de poppen naar buiten was s
Al
bij!"
RECHTER TIE EN „DE DODE BRUID"
r IEDEREEN OP DE MAEKT WIST\
OAT PANS ELKE WEEK DEIEVEKAN^ V
door Robert van Gulik
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
165. Vlak bij een touwtrekstand bleef Brammetje aarzelend
„Tjonge", zei hij twijfelend, dat is nou toch te gek. Nu heb-
ben we de man tot hier gevolgd en nu is-ie ineens verdwenen.
Ver kan hij niet uit de buurt zijn. Maar ik kan toch moeilijk over
al gaan zoeken".
Even lette hij niet op Tutu en dat was heel verstandig. Want
de brutale papegaai kon het natuurlijk weer niet laten om aan de
touwtjes van de touwtrektent te trekken, hoewel hij er niets voor
„Laat dat", zei Bram boos. maar het was al te laat.
Inplaats van een poppetje of een pijpje krijt of mondharmonl-
caatje kwam plotseling het gezicht van de eigenaar van de tent
te voorschijn. Hij had een feestmuts op, maar zijn gezicht stond
allerminst feestelijk en zijn si
„Wat is datWat heb je hier te makenWeet je niet. dat het
al nacht is? Weet je niet, dat de zaken pas morgen i
- i naar beneden, i
been.
vroeg hij driftig en toen keek hij t
Hij zag da
Wacht eens even nu herken ik je. Jij staat op de aan-
plakbiljettenJij bent ontvlucht J"
sas y.vstjv1
.'BVS'ttS