Comi nu mei sangh...
DE KERK IN EEN VERANDERENDE WERELD
A. VUYK
- minder publiek
meneer" voorzitter Ph. C.
Mooten wijst naar dirigent Henk
Briër „debet aan. U weet ook
wel hoe dat gaat: een koor valt
of staat met de leiding."
De heren Mooten en Briër heb
ben overigens niet de hoop, dat „De
Stem" ooit weer eens zo groot zal
worden als vroeger. Briër zegt:
„Wat bij de oudere generaties af
valt, wordt niet in hetzelfde tempo
aangevuld door de jongeren". Hij
meent ook de oorzaak te weten:
„Vroeger was er veel minder ver
tier. De zangrepetitie was voor vele
mensen een avondje uit. Misschien
dat ze nu, als ze zijn uitgekeken
op andere dingen, op latere leeftijd
gaan zingen". Het gros van de le
den is tussen de 40 en 50 jaar. De
leden, die men sinds oktober 1963
heeft gewonnen, zijn allen ouder
dan dertig jaar. „Een paar jaar ge
leden dacht ik nog: alle koren
verdwijnen vanzelf", voegt een nu
wat optimistischer Briër er aan toe.
Ook „Con Amore" steunt hoofd
zakelijk op een oudere, vertrouwde
kern. „Een jaar of drie geleden
telden wij 115 leden", aldus de heer
Barnard, „nu zijn het er plusminus
honderd. Dat is een normaal ver
loop, maar we zouden de aanwas
graag wat groter zien. We hebben
minder jongeren dan wenselijk is.
De nieuwe leden die we krijgen, zijn
hoofdzakelijk mensen van middel
bare leeftijd". Hij vertelt ook nog
iets anders: „Toen vorig jaar de
uitvoering van de „Cantate de
Noël" van Honnegger een groot
ongedekt tekort opleverde, brach
ten de leden spontaan binnen een
paar weken het benodigde geld bij-
Reservoir
Het ledental van „Ex Animo"
schommelt al jaren om de hon
derd. In vergelijking met andere
verenigingen verkeert "Ex Ani
mo" in een gunstige -positie,
doordat het een kinderkoor van
negentig leden heeft. „Uit dit
reservoir putten wij onze jonge
leden", zegt voorzitter Vuyk,
„meisjes wél te verstaan. De
jongens, we hebben er nu onge
veer twintig, verliezen ivij mees
tal zodra zij oud genoeg zijn om
in het grote koor te worden op
genomen." Hoe dat komt? „Ze
doen liever aan sport of hebben
liever een bromfiets.
Alle Leidse koren (in totaal acht)
lijden aan eenzelfde euvel: gebrek
aan tenoren. „Ex Animo" heeft er
tien in plaats van de vereiste twin
tig. „De Stem des Volks" heeft er
zeven en „het zouden er veertien,
vyftien moeten zijn". Ook „Con
Amore" moet voor elke uitvoering
bij andere koren tenoren lenen.
Foto's:
LD/HOLVAST
Puzzels
Kentering
„Het repetitiebezoek is nu goed,
tachtig tot negentig procent", ver
telt voorzitter Mooten. „Dat is vroe
ger wel eens zestig procent ge
weest. Door de televisie. Heel wat
mensen die het zingen wel aardig
vonden, konden het niet meer op
brengen om bij dat ding weg te
lopen". Briër: „Daar komt nu wel
een kentering in".
De koren kampen met nog
meer specifieke moeilijkheden. De
heer Barnard, die als algemeen
adjunct met de technische kant
van de organisatie der concer
ten is belast, vertelt, dat het
buitengewoon moeilijk is om een
orkest te krijgen. „Heb je een
orkest, dan moet je solisten gaan
zoeken. Degenen die je graag wilt
hebben, zijn druk bezet of veel
te duur. Er moeten heel wat
puzzels worden opgelost, voordat
je een concert op papier hebt".
Vuyk: „Goede solisten zijn eigen
lijk niet meer te betalen voor een
vereniging". Mooten: „Wij hebben
in Zuid-Holland maar twee symfo
nie-orkesten en die zijn dusdanig
bezet, dat zij voor koorbegeleidin
gen niet meer beschikbaar zijn.
Het Residentie-Orkest en het Rot
terdams Philharmonisch Orkest
spelen alleen nog maar voor oude
relaties, „Ex Animo" bijvoorbeeld.
Wij moeten dus orkesten van elders
halen en dat gaat ook heel moei
lijk". Briër: „De koren kijkeh met
verlangen uit naar de komst van
het grote orgel in de Stadsgehoor
zaal. Dan heeft men tenminste een
uitwijkmogelijkheid, dan kan men
eens een keer een orgel met klein
strijkersensemble nemen in plaats
van een groot orkest".
Subsidie
„Als wij negenhonderd plaat
sen verkopen, wat niet altijd
lukt, ontvangen we 3600 gulden",
vertelt de heer Mooten, maar
alleen het Utrechts Stedelijk Or
kest kost ons al 3750 gulden. En
daar komen dan nog eens de
honoraria van de solisten, de
zaalhuur en de kosten van het
drukwerk e.d. bij."
Voor alle Leidse koren bestaat
eenzelfde (gemeentelijke) subsidie
regeling. Van één zogenaamde
„hoofduitvoering" (met orkest en
solisten) per jaar wordt tachtig
procent van het ongedekte tekort
gesubsidieerd tot een maximum van
1750 gulden. „Zonder deze subsi
die zouden wij, en wij niet alleen,
gauw over de kop zijn", aldus de
heer Barnard. „Daarnaast krijgen
wij nog enige Rijkssubsidie, zodat
achteraf onze financiële positie
niet slecht is. De moeilijkheid is.
dat we vaak gebrek aan liquide
middelen hebben".
Toch gaat de Contactgroep van
Leidse Koren ook ijveren voor een
verhoging van de subsidie. Het or
ganiseren van een concert begint
een dermate dure aangelegenheid
te worden, dat zelfs een bedrag van
1750 gulden niet voldoende uit
komst brengt.
Ph. C. MOOTEN
herstel
Verhoging van de toegangsprij
zen „Ex Animo" heeft dit jaar
de entree voor de Matthaus Pas
sion op f 5,25 vastgesteld heeft
volgens de meeste verenigingsbe
stuurders geen zin. Hoe meer de
mensen moeten betalen, des te
minder zijn zij geneigd om te ko
men. „Met vier gulden zitten wij
echt wel aan de grens", aldus de
heer Barnard. „En die vier gulden
is nog ver beneden de kostprijs.
Het is op die manier moeilijk wer
ken. Wij willen meer publiek heb
ben, maar dat krijgen we alleen
maar als we goede solisten bren
gen. Goede solisten zijn weer een
stuk duurder dan de iets minder
goede. Waar moeten we die van
betalen? Men kan de toegangsprij
zen toch niet blijven opdraaien?"
De heer Vuyk zei het al: „Goede
solisten zijn voor een vereniging
niet meer te betalen".
Meer subsidie dus. Een goe
de repetitieruimte. En sprei
ding van de concerten. Ziedaar
een aantal pittige taken, waar
onder de nog jonge Contact
groep met beter laat dan
nooit vereende krachten de
schouders kan zetten.
TE zeggen, dat we in een ver
anderende wereld leven, is
het poneren van een ver
sleten stelling. De vraag is ech
ter, of we ons van de consequen
ties van die veranderingen wel
bewust zijn. We krijgen vaak de
indruk, dat men wel zegt (te pas
en te onpas), dat er grote wijzi
gingen in de maatschappij aan
de gang zijn, maar zich aller
minst realiseert, dat dan ook de
houding tegen over die gewijzig
de samenleving veranderen moet.
Heel veel kerkelijk werk bijvoor
beeld gebeurt op een wijze, die
paste in een vroegere tijd, maar
niet meer geschikt is in de te
genwoordige omstandigheden.
In dit en de volgende drie ar
tikelen zal daarom aandacht ge
geven worden aan de functie van
de kerk in deze veranderende
wereld. En het eerste aspect, dat
daarbij aan de orde komt, is de
verstedelijking.
Al vele ecuwen bestaan er ste
den, grote bevolkingsconcentra
ties, maar de bewoners van die
steden gingen niet verloren in
de massa. Zij vormden als buurt
of als straat toch een gemeen
schap, waarin men elkaar kende
en met elkaar meeleefde. Een
zaamheid behoefde niet voor te
komen. Burenhulp was een van
zelfsprekendheid.
In de laatste decennia echter
Is er een stedelijk leven aan het
ontstaan, waarin de mensen een
lingen worden in de massa. Bu
ren in hetzelfde trappenhuis
kennen elkaar nauwelijks: ieder
gaat 's morgens zijn eigen weg,
naar zijn werk, ergens op een
onbekende plaats in de stad (of
buiten de stad) en trekt zich
's avonds terug in zijn, voor zijn
medemensen, onbekende flat.
Achter eentonig-gelijke huisdeu
ren wonen apart levende gezin-
(I. De verstedelijking)
nen. die het contact met de om
wonenden meestal verloren heb
ben. Het lykt een dwaze para
dox. maar het is helaas de wer
kelijkheid, dat de eenzaamheid
toeneemt naarmate de massa
groter wordt.
Hoe moet nu de kerk functio
neren in zo'n „verstedelijkte"
omgeving? Er worden op zon
dag kerkdiensten gehouden.
Vroeger kon men daar ervaren
als gemeente bijeen te zijn. Im
mers. men herkende zijn mede-
kerkgangers; men bleef na af
loop met elkaar praten of wan
delde als buren gezamenlijk naar
WOORD
VAN
BEZINNING
huis. En de predikant kon bij die
situatie aanknopen. Hij kon
voorbeelden noemen uit gemeen
schappelijke belevenissen en als
hij over de medemens sprak,
wist ieder wie zijn medemens
was en hoe deze er aan toe was.
Maar nu komen als ze nog
komen in de kerk de eenlin
gen samen. Ze blijven vreemden
voor elkaar en gaan als vreem
den ook weer naar huis. Een
werkelijk ervaren van gemeen
schap is niet mogelijk. Wie een
zaam is, blijft eenzaam.
En zo komt onherroepelijk de
vraag op of de kerk niet op een
andere manier moet gaan func
tioneren. Moet in plaats van op
de kerkdienst, waar men ano
niem publiek geworden is. het
accent niet gaan vallen op klei
nere bijeenkomsten?
In sommige wijken van onze
stad wordt al enige Jaren hard
gewerkt aan het organiseren van
kringen voor straatgenoten of
het beleggen van een „huisge
meente-avond" per flatgebouw.
In dergelijke groepjes kan men
zich weer een gemeente gaan
voelen en kan men zeer prak
tisch bezig zijn met mee-leven.
Daar kan dan ook de eenzaam
heid bestreden worden. Daar kan
bovendien de predikant of kring
leider zijn gemeenteleden per
soonlijk confronteren met de
boodschap van de bijbel; ieders
eigen leef- en werksituatie kan
besproken worden, iets wat in
een kerkdienst onmogelijk is.
In het nabije verleden is men
al afgestapt van het systeem van
de grote bijeenkomsten in de
stadskerken en overgegaan naai
de (iets) kleinere samenkomsten
in de wijkkerken. Maar men zal
op deze weg nog verder moeten
gaan. Ook de wijkkerkdienst
blijkt nog te „massaal" te zijn.
Pas in de kringen en huisge
meenten ervaren hedendaagse
mensen de gemeenschap.
Natuurlijk mag deze aanpak
van het kerkelijke werk niet lei
den tot een versplintering in een
groot aantal kleine „kerkjes", die
qlk een eigen bestaan gaan voe
ren. Daarom zal de wijkkerk een
functie in ieder geval moeten be
houden: op gezette tijden zullen
de kringen bij elkaar moeten ko
men om te beseffen, dat zij be
horen tot een groter geheel.
Want, al zal de huidige situatie
ons dwingen tot groepswerk, wij
blijven geloven, dat we allemaal
samen behoren bij de Ene Heer
der Kerk.
A. J. Lamping,
herv. jeugdpredikant
in Leiden.
Saterdag 6 maart 1965 Pagina 1
JVrOG niet zo lang geleden
1 vormden de Leidse koren
een sector in het verenigings
leven die heel moeilijk tot sa
menwerking was te bewegen.
Hadden bijvoorbeeld de to
neelclubs en harmoniekorpsen
elkaar allang gevonden, zij ble
ven afzonderlijk doorroeien.
Tot ook hier het inzicht
doorbrak, dat het meer effect
sorteert bepaalde belangen ge
zamenlijk in plaats van indivi
dueel te behartigen. En dit re
sulteerde vorige jaar in de op
richting van de Contactgroep
van Leidse Koren.
Drie weken geleden is die
Contactgroep eens rond de ta
fel gaan zitten om o.a. over de
spreiding van concerten te pra
ten. Dat was wel nodig, want
men zit elkaar - ongewild - nog
al eens in 't vaarwater. Zo kon
het dit jaar nog gebeuren, dat op 5 januari ,.De Stem des Volks" een uitvoering gafi op 12
januari het Toonkunstkoor en op 19 januari het Leids Kamerkoor, waarna er anderhalve maand
op zanggebied niets meer in Leiden te beleven viel. Een van de taken van de Contactgroep is te
zorgen voor een goede coördinatie, waarbij de voorlopige data van de concerten minstens een
jaar tevoren moeten worden vastgesteld.
Toch had de jóngste samenspraak een nog dringender reden: gebrek aan repetitieruimte.
Voorzitter A. Vuyk van ..Ex Animo" vertelde ons, dat zijn vereniging haar repetitielokaal
dreigt te verliezen en dat dit ook het geval is met,,Con Amore". Van een andere zijde hoorden wij
dat het Toonkunstkoor binnenkort niet meer kan oefenen in de Muziekschool, die zelf met ruimte
gebrek zit. Andere koren moeten zich behelpen in te kleine lokaliteiten, wat de prestaties niet
ten goede komt. Voorzitter Ph. C. Mooten van ,,De Stem des Volks": ..Ideaal zou zijn, als een
pand beschikbaar kwam dat zou worden verbouwd tot repetitieruimte voor koren, die een
slechte of straks geen zaal meer hebben..
Pessimistisch voegde hij er aan toe: ..Maar als er ruimte is, prevaleren jeugdwerk en sport".
(leidsch dagblad,
T. BARNiRD
kringqe
iet
kringetje bltjtt rcddraaten". De
laatste keer heeft c°n Amore" ge
probeerd dat krix'etje te doorbre
ken met het Reo'em van Brahms.
L.iigeen noderne composi-
maar toch «enmin een van het
report/re"- ®r waren toen
zeshond'd bezoekers, terwijl
dat er bij d uitvoering van een
werkXJch minstens negen-
«avrxivavtivi Zilj T
n J Het meredeel van het publiek
'wil op ééi avond ook liefst niet
dan én werk horen, vervolgt
heer pnard. „Maar als je een
avondvuind werk zoekt, kom je
altijd bij het bekende re
pertoire
mex inimo" voert elk jaar de
Mattt-us Passion uit. Op twee
'~"avon>n (de generale repetitie en
""de eenlijke uitvoering) trekt men
totaal 1600 tot 1700 man pu-
jgg bib onder wie circa vierhonderd
soleren. Dat zijn mooie getal-
li. Maar „Ex Animo" kent ook
Were.
i|[ Niet in trek
..Vijf of zes jaar geleden hebben
eVij het ook geprobeerd met kerk-
-IJïoncerten, maar die waren niet erg
trek", vertelt voorzitter A. Vuyk,
,we hadden dan vier- tot vijfhon-
ierd bezoekers en daarmee kwamen
financieel niet uit". Sindsdien
ftJAeeft „Ex Animo" naast de Mat-
fchaus Passion eens in de vijf jaar
een jubileumuitvoering. De laatste
enteer was dat in 1964. Het koor
eong toen de „Judas Maccabeus"
van Handel. Het aantal belangstel-
6 lenden: vijfhonderd„Een jaar
(IV)
(Van een onzer redacteiren)
In Nieuwveen gebeurde het krap anderialve week geleden, dat
koren uit Alphen, Rijnsburg, Katwik en Ter Aar een uit
gaven in de Gereformeerde Kerk Op het podium stonden
zangers en zangeressen. In de zaal zaten vijftig toe-
1Natuurlijk, Nieuwveen is geen Leiden, -n tot dusver zijn de koren
de Sleutelstad voor zulke rampzalige cijfers gespgard gebleven.
Maar dat neemt niet weg, dat ook <e Leidse zangverenigingen
dan eens teleurstellende ervariiyen hebben opgedaan met
.ooggeëerde publiek. Het is zelfs zc dat de bezoekcijfers van de
ïatste tien jaar sommige koren heef 1 gedwongen tot een bepaald
\eleid ten aanzien van hun concerted Wat onder meer is te mer
en aan de regelmaat, waarmee steds weer dezelfde werken in
iudie worden genomen.
„Het publiek voelt zich het meest o tien geleden kwamen wij wel
tot traditionele wer- an de acht- of negenhonderd be-
aldus de heer T. Barnard, oekers", aldus de heer Vuyk. De
adjunct in het bestuur publieke belangstelling voor de con-
de chr. oratoriumvereniging certen van „Ex Animo", met uiit-
Amore". „Het gevaar daar- zondering van de Matthaus Pas-
is, dat je altijd in hetzelfde sion, is dus sterk achteruit gegaan.
„De invloed van de televisie",
meent de voorzitter.
Herstel
Met „De Stem des Volks", de
oudste gemengde zangvereniging
in Leiden, is trouioens toch al
iets bijzonders aan de hand. Na
wat op een langdurig ziekbed
ging lijken, is plotseling een op
vallend herstel ingetreden. Tien
jaar geleden telde „De Stem"
132 leden. Daarvan waren er in
oktober 1963 slechts 58 overge
bleven. Maar nu telt het koor
weer 72 leden. „En daar is deze
H. BRIËR
kentering
Merkwaardig is, dat „De stem
des Volks" sinds kort een totaal
andere ei-va ring rijker is. Met een
voor Leiden nieuwe programma-
opzet vijf minder bekende
werken van vier componisten
kreeg dit koor op 5 januari jl.
negenhonderd mensen in de
Stadsgehoorzaal. De voorlaatste
uitvoering, in januari 1963, trok
zeshonderd bezoekers.