I
mil
lila*
tweede corbel
Dronken
maar hoe?
LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 27 FEBRUARI 1965
dagelijks vervolgverhaal
Oorspronkelijk verhaal door Hans Martineit
ge
10)
Inspecteur Beels deelde hem de
aanleiding tot zijn bezoek mee
verzocht hem om zo nauwkeurig i___
geluk inlichtingen. Wanneer was bij
voorbeeld, zijn vriend, de heer Dijk
man, gisteravond bij hem aangeko
men?
Nadat ze het zich gemakkelijk
hadden gemaakt en een sigaret op
gestoken, streek Bob Wingerd door
zijn volle bruine haar. Inspecteur
Beels kreeg de indruk, dat de an
der zich volkomen van de zwaarte
van de hem gestelde vraag bewust
was. Langzaam zijn woorden formu
lerend, zei hij:
„Zoals we hadden afgesproken,
kwam Arend Dijkman hier tegen
negenen aan. Een tijdje hebben we
zitten praten over zijn mooie op
dracht, kanalisatie, irrigatie en wat
allemaal mee samenhangt. We
zijn namelijk in hetzelfde vak."
Terwijl inspecteur Beels' ogen
>ver de lange rijen boeken gleden
die drie zijden van het werkvertrek
innamen, berekende hij vlug, dat
Dijkman over de rit van nog geen
half uur, ruim twee uur had ge
daan. Hij vroeg dan ook:
„Vergist u zich niet in de tijd,
mijnheer Wingerd?"
„Nee, al zou ik het op een paar
minuten na niet kunnen bepalen. Ik
weet alleen, dat hij er om kwart
voor negenen nog niet was. want
toen heb ik toevallig op mijn horloge
gekeken. Kort daarna is Dijkman ge
komen. Even later reden we naar
Schiphol, waar we Nel van Galen
zouden ontmoeten, al stond dat blijk
baar niet helemaal vast.
In ieder geval was ze er nog niet,
toen we in de restauratiehal kwa
men. We dronken een kopje koffie
en zaten naar haar uit te kijken.
Tenslotte werd het tijd voor mijn
vriend om de diverse formaliteiten
te gaan vervullen. Ze was er nog al
tijd niet.
„Maakte mijnheer Dijkman zich
niet ongerust?" wierp de inspecteur
ertussen.
„Eigenlijk niet. Zoals ik al zei, het
was immers geen vaste afspraak. U
weet hoe dat gaat. Wachten tot het
laatste nippertje en aldoor blijf je
maar denken: nu zal ze wel elk ogen
blik komen. Opeens was het toen erg
laat geworden en moest hij als een
haas naar de douane. Wel heeft hij
mij verzocht vanmorgen zijn ver
loofde bij de familie Koster op te
bellen, haar nog eens zijn groeten
over te brengen en haar vooral van
de vlotte start te vertellen, omdat ze
het op- vliegen niet zo bar heeft
begrepen. Na aankomst zou hij haar
dan ook dadelijk een telegram stu
ren. Dat telefoontje is me, helaas,
ontschoten, waarschijnlijk doordat
ik vanochtend aan een project ben
begonnen dat me al lang bezig
hield.
Dijkmans vriend nam de Inspec
teur door zijn brillegiazen eens op.
Hij voelde, dat dit „helaas" nu ach
teraf een beetje misplaatst was. Het
zou toch geen zin meer hebben ge
had, want Nel van Galen leefde toen
al niet meer.
Het gezicht van inspecteur Beels
drukte alleen professionele belang
stelling uit. Terwijl hij, zich half
omwendende, zijn sigaret doofde,
zag hij met een half oog de blauw
drukken over de tafel uitgespreid
waarmee de ingenieur volgens zijn
zeggen sinds een paar uur bezig was.
Een stoere werker, die Wingerd, ge
zien het net van lijnen dat er op
neergetekend was.
„Vindt u het niet merkwaardig,
mijnheer Wingerd, dat uw vriend
blijkbaar de gehele avond tot zijn
beschikking had en toch niet met
zijn verloofde naar hun gemeen
schappelijke vrienden is gegaan?"
Even keek Bob Wingerd de inspec
teur beduusd aan.
„Nee, allerminst," antwoordde hij
daarop overtuigd. „Dijkman zei
iets over een laatste uitvoerige be
spreking, die hij met zijn compag
nons heeft gehad. Ik heb eigenlijk
ook weinig aandacht geschonken
aan wat hij nu wel of niet precies
met zijn verloofde had afgesproken.
Een doorgewinterde vrijgezel, zoals
ik, let daar niet op voegde hij
er lachend aan toe.
„Juist. Dat zou inderdaad de ver
klaring voor zijn afwezigheid op het
feestje kunnen zijn," zei inspecteur
Beels, terwijl hij iets in zijn notitie
boekje krabbelde. „En.. maakte
mijnheer Dijkman een gewone in
druk op u?"
,.Ja, heel gewoon." Bob Wingerd
kneep de ogen dicht, toen de bete
kenis van deze vraag tot hem door
drong. Die politiespeurder leek een
lepe fret, maar hij snuffelde wis en
zeker voor het verkeerde hol. „Heel
gewoon," herhaalde hij dit keer met
klem. „De natuurlijke, opge
wondenheid over zo'n prachtige reis
geweldig werk in het voor
uitzicht zult u toch niet ongewoon
willen noemenl wel?"
„Nee, dt hoort er zo bij. Ik denk,
dat ik voor het ogenblik geen verdere
heb. Mijn dank voor uw be
reidwilligheid mijnheer Wingerd."
Wat een haast opeens," peinsde
de ingenieur, toen Beels het huis
had verlaten. „Eerst komt er geen
schot in en dan weet hij niet hoe
gauw hij moet gaan rennen."
IV
Op straat gekomen, overlegde in
specteur Beels, dat het het beste
zou zijn eerst naar het politiebureau
in Hilversum terug te rijden. Dan
kon hij de tot nu toe verkregen
inlichtingen en de vergaarde feiten
met zyn superieur bespreken. Ook
wilde hij de expert voor de vinger
afdrukken raadplegen en het koffer
tje van juffrouw Van Galen nader
in ogenschouw nemen. En nog een
voornaam ding: het telegram naar
Singapore moest worden verzonden.
Morgenochtend zou het vliegtuig daar
aankomen. Dan moest het telegram
er uiteraard zijn.
Toen hij in de buurt van Hilver
sum kwam, zag hij op de wegwijzer,
dat het stille plaatsje waar het dok
tershuis stond, hier nog maar acht
kilometer vandaan lag, als hij links
afboog. Plotseling schoot hem te bin
nen, dat in hetzelfde oord ook een
oud-brigadier woonde, die indertijd
wegens een motorongeval vroegtijdig
as gepensioneerd.
Hij kende de kalme, plichtsgetrou-
e man uit zijn Hilversumse tijd.
Brouwer had toen onder hem ge
diend. Beels herinnerde zich vaag, dat
hij daarna zijn intrek bij een ge
trouwde broer in zijn oude dorp had
genomen, die de een of andere ne
ring dreef. Hy zou even omrijden en
in de dorpskroeg een kijkje gaan ne-
Daar zouden ze wel weten,
de gewezen agent woonde. Mis
schien kon hy er ook verder nog
zijn licht opsteken. In zo'n nest wist
immers iedereen alles van iedereen.
Zonder enige moeite vond hij het
kroegje. Hij stapte naar binnen. Aan
de toog stonden een paar man, om
het biljart lanterfantte een ander
groepje. De inspecteur bestelde een
borrel en ging in een stille hoek
zitten. Hij wilde nog even zyn aan
tekeningen doorkijken, voordat hij
de kastelein naar de oud-brigadier
vroeg.
(Wordt vervolgd)
t Scotland. Yard staat voor een
I raadsel over de vraag hoe twee f
kostgangers" van een Lon- f
dense gevangenis aan alcohol- 4
1 handende dranken zijn geko-
Het begon allemaal afgelopen
zaterdag, toen gevangenis'
wakers twee gedetineerden,
voor lange tijd zitten, in staat
van uitzinnige dronkenschap
aantroffen. De bewakers door
zochten de cel, maar hoe zij
ook speurden, de obligate fles-
werden niet gevonden.
Toen fouilleerden zij de gevan-
en, maar geen flessen.
Bij één van de mannen troffen
zij echter een strookje aan voor
deelneming aan weddenschap
pen op paardenwedstrijden en
ongeveer honderd gulden aan
contanten. Toen de twee ge-
genen weer in staat moch
ten worden geacht het woord te
ren, werden zij onder
vraagd. Zij weigerden te spre-
en als straf daarvoor wer-
gedurende zeven dagen al
hun voorrechten opgeheven.
Met behulp van de bewakers
doorzocht Scotland Yard de ge
vangenis om te ontdekken of
de heren ergens een privé-dis-
tïlleerderijtje hadden opgezet.
Men vond, niets. De mening is
geopperd, dat een gedeti
neerde, die de dag buiten had
mogen doorbrengen, de ver
snaperingen voor de zwaar be
waakte gevangenen heeft mee
genomen. Maar ook dan blijft
de vraag: waar is de fles ge
blevenf Het onderzoek naar
merkwaardige dronken-
schap-achter-de-tralies duurt
voort.
PANDA EN DE MEESTER - BALLONIST
Voor Nederland
In Japan enorme
toeristische markt
„Er ligt ln Japan een enorme toe
ristische markt. Naar schatting ko
er dit jaar 35.000 Japanners
Europa maar dit aantal zal
jaar tot jaar stUgen". Dit zei
de directeur van de Amsterdamse
V.V.V. de heer J. Strijkers, die gis
teren van een veertiendaagse propa-
gandareis naar Japan is terugge
keerd.
Samen met A.N.V.V.-directeur
A. Risseeuw heeft hij in Japan le
zingen gehouden en bezocht hij de
belangrijkste reisbureaus Doel hier
van was de Japanners, die als toe
rist Europa bezoeken in Nederland
te laten beginnen.
„De slagzin Amsterdam toegangs
poorten naar Europa", waarmee wij
in Amerika werken, geldt ook voor
de Japanners", aldus de heer Strij
kers. „Wy bieden de Japanse toe
risten dezelfde faciliteiten als de
Amerikanen. Wie zyn Europese reis
in Nederland begint krijgt gratis een
borrel, een sigaar en zelfs een etentje
snuisterijen. De Japanse reisbureaus
zyn hierover zeer enthousiast".
Vaste man
Nederland heeft in Japan een goe-
naam, evenals de KLM, zo heeft
de V.V.V.-directeur bemerkt. Om de
Japanse toeristen zoveel mogelyk
te bieden heeft hy een Ja
panner meegebracht, die in dienst
genomen by de Amsterdamse
V.V.V. Deze 23-jarige Josjio Kawai
zal twee jaar in ons land verbbj-
Hy zal na de eerste kennisma
kingen met Amsterdam en Neder
land hotelhouders adviseren over het
ontvangen van Japanse gasten en
zal daarna als V.V.V.-employe de
Japanners die ons land bezoeken in-
apanners die ons land bezoeken in
formaties en adviezen geven. De heer
Kawai, die voortreffeiyk Engels
spreekt, wil zo spoedig mogelyk de
Nedeiiandse taal leren.
5682. „O, o"jamerde Panda, omlaag kijken. „Wat is het
diep daar benedenIk zie er echt tegenop om dat hele eind te
vallen!"
Maar zij vielen niet. want de ballon hing nu aan de stekel, die
hem had doorgeprikt. Onder die dubbele last begon de ballon van
Ted en Ed te dalen.
Toen de broertjes dit merkten, werden ze geweldig boos.
„Hela!" riepen zij. „Niet aan ons hangen! Ga weg!"
„Ik denk er niet aan'j, antwoordde meneer Dick. „Jullie zijn
naar ons gekomen en wij niet naar jullie!"
,JDan wordt je gediskwalificeerd!" riep Ted. die er het reglemen-
tenboek bij haalde. „Volgens artikel 5 sub b is het verboden, om
aan andermans ballon te hangen!"
Maar de ballonnist had ook een reglementenboek, waar hij
goed de weg in wist.
„Mispoes!" riep hij schaterend. JDat artikel is hier niet van
toepassingEr staat, dat BALLONNISTEN niet aan andermans
ballon mogen hangen en. zoals je ziet, hangen Panda en ik aan
onze eigen ballonl"
„Maar die hangt weer aan de onze!" riep Ted.
„Best mogelijk", antwoordde meneer Dick. „Maar er is geen
artikel, dat dat verbiedt
Broer Ted begon zenuwachtig in het boek te bladeren, maar
broer Ed pakte het anders aan.
„Al dat gezeur over reglementen is niets voor mij", bromde hij
„Ik hak de knoop door, punt uit!"
En met een nagelschaartje begon hij de touwen door te knip
pen, waaraan het mandje van Panda en de ballonnist hing.
RECHTER TIE EN „DE DODE BRUID"
JUIST, MENEER UU
NU BEGR'JP IK WAARC
M'JN DISTRIKT DE
RUS7SCHUUE VAN
NOORDEN WORDT
GENOEMD
door Robert van Guli!;
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
151. Het was in een ogenblik gebeurd. Als Karo erbij was
geweest zou Bram hem in de geweldige Orak hebben veranderd
dan waren ze niet zo gemakkelijk gepakt. Maar nu was de
overmacht te groot.
Voor ze het wisten waren Bram en Tutu in de cel opgesloten.
En omdat ze Bram heel erg gevaarlijk vonden, deden de soldaten
Bram een zware, ijzeren kogel aan het been.
,Ik begrijp het niet", steunde Brammet je. „Ik snap er niets van.
Hier moet een verschrikkelijk misverstand in het spel zijn.
„Speel maar geen komedie", klonk een stem achter het tralie
venster in de deur. Jij bent de man, die steeds de stadsklok een
paar uur vooruit zet. Daardoor loopt alles in de stad in de war
Gelukkig hebben we je nu eindelijk te pakken".
Bram sprong op en liep. de ijzeren kogel achter zich aanslepend
naar de deur.
„Ik ben hier nooit eerder geweest. Ik kwam vandaag pas met
het goede schip Kokanje aan".
„Dan zit je nu weer in het schip", zei de man en hij moest
schaterend om zijn eigen grapje lachen.
Het was duidelijk er was niemand die Brammetje ge
loofde.
Posities Nederlandse
schepen
Antarctica
tc V Arbon 2!
Aden te Bombey
TIo"S wz,
"bor«2p 25 de 2
KS 26 2,
1:26
1 470 m ZZW
[niterd 27 "e Spezf
Korenie p 25 Sabeng 6