LEIDSCH DAGBLAD VRIJDAG 26 FEBRUARI 1965 DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL iPUBWï •««mg tweede oorbel Oorspronkelijk verhaal door Hans Martineit Mevrouw Koster had zich intussen zover hersteld, dat ze de inspecteur ,te woord kon staan. böu u zo graag willen helpen", met warmte. „Maar ik ben iang, dat ik niet veéï ter opheldering kunnen bijdragen. De arme 1 had geen geheimen en voor mij alles één groot raadsel. Ik heb natuurlijk de hele tijd over nage- 5. jacht. Ik kan geen enkele reden 1 ontdekken waarom wie dan ook haar 33 naar het leven zou hebben kunnen staan. En voor mijnheer Dijkman, haar verloofde, is het een vreselijke g ,Ja, dat is te begrijpen. Ook over mijnheer Dijkman wilde ik u een paar vragen stellen. Was de verhou ding tussen de twee verloofden on veranderlijk goed? Maar zegt u me eerst eens, heeft hij u gisteravond liet nog opgebeld?" „Opgebeld? Nee, hoezo? Hij had ons gefeliciteerd en kijkt u eens, dit prachtige bloemstuk heeft hij ons ,-escuurd Meteen betrok haar ge- ïicht weer, omdat dit haar opnieuw aan de afwezigheid voorgoed van vriendin herinnerde, zou zo denken, dat hij het iigenlijk wél had moeten doen. Hij toch zijn verloofde op Schip- il verwacht om nog afscheid van Ikaar te nemen? Tenminste, dit orde ik bij dokter Rijnders en het 'erd door zijn hospita bevestigd. Het moet hem toch hebben bevreemd, niet kwam. En dan lag het oor de hand u op te bellen, Y ïietwaar? Want ik neem aan, dat lynheer Dijkman wist, dat juf frouw Van Galen het weekeinde bij ?;ou doorbrengen?" ,Ja, dat wist hij natuurlijk", ant woordde mijnheer Koster. „En juist imdat hij haar dat avondje bij ons io echt gunde, hadden ze te voren Afscheid van elkander genomen. Het >k meer Nels idee later nog laar Schiphol te gaan. Mis schien heeft hij haar niet eens ver pacht, zelfs niet eens van haar plan netje geweten. Het kan wel als ver rassing voor hem bedoeld zijn ge weest. Of hij had zich verlaat. Bo vendien kan hij nog hebben aange- dat juffrouw Van Galen het zo naar haar zin had, dat ze toch nog van de lange tucht afzag. Aanlokkelijk weer was het ook niet, Zijn vrouw knikte toestem mend bij zijn veronderstellingen. Inspecteur Beels ging er niet ver- Hoe is het ontstaan? Dit woord: JOURNALIST Het Nederlandse woord dag bladschrijver is zeer ongebrui kelijk. Allen die medewerken aan dagbladen, nieuwsbladen en tijdschriften dragen de Franse naam journalist. Natuur lijk komt journalist van journal en journal van jour, Italiaans giorno, laat-Latijn jomus dat weer stamt van het Latijnse diurnus: wat bij dag geschiedt. In dit diurnus zit weer het woord dies: dag verscholen. Hat Franse journal heeft ook het Nederlandse journaal opge leverd dat in allerlei beteke nissen voorkomt: dagregister, koopmansboek, dagverhaal enz. Tenslotte kennen wij: a jour, vat letterlijk betekent: in de dag (geplaatst), dus: zó dat het licht er door schijnt, doorzich tig. der op in. Bij zichzelf dacht hij, dat het op zijn minst eigenaardig was, dat mynheer Dijkman geen moeite meer had gedaan om zijn verloofde nog te bereiken. Mis schien lag het aan zijn beroep als politieman, dat hij achter alles iets zocht. Deze mensen schenen althans de houding van Arend Dijkman heel gewoon, heel aannemelijk te vinden. Hij zou straks even naar het adres van die vriend vragen. Die woonde in ieder geval ook hier in de stad. Bij Dijkmans hospita had hij het niet kunnen krijgen, maar de Kos ters zouden het stellig weten. Dan kon hij tegelijk de tijd controleren waarop Dijkman in Amsterdam was gearriveerd. Van zijn overwegingen liet hij evenwel niets merken en zich tot mevrouw Koster wendende, vroeg hy: „Om nog even op mijn andere vraag terug te komen hoe was de verhouding tussen het verloofde paar? Heeft u er enige verandering in opgemerkt?" Plet ontging inspecteur Beels niet, dat mevrouw Koster een ogenblikje aarzelde, zijn blik ontweek en haar wenkbrauwen fronste alvorens te antwoorden. „Nee, dat niet. Alles ging zijn ge wone gangetje. Ze waren geen luid ruchtig verliefd stel. Ze kenden el kaar al zo lang voegde ze er haast als verontschuldiging aan toe. „Ze dan tien jaar verloofd, moet u bedenken. Ik had Nel aange raden eindelijk eens te trouwen. Maar juist door die vele grote bui tenlandse opdrachten was mijnheer Dijkman maandenlang weg. Ja, nu nadenk, een paar maan den geleden heeft ze zelf zo iets tegen me gezegd. Ik bedoel, ze zei, dat het er nu maar van moest ko ten. Anders kon het Arend mis- .hien wel eens te lang vallen. Ze dacht zelfs, dat een andere vrouw maakte. Een getrouwde nog wel, zei ze. Ja, nu weet ik het weer. We hebben er nog om gelachen. Ik kreeg niet de indruk, ït ze het serieus meende Inspecteur Beels wreef naden kend over zijn kaken. Dus toch een Daar moest hij achterheen zitten. Zonder iets van zijn waag te verwachten, polste hij: „Noemde ze u misschien de naam?" „Nee. En zoals ik u al zei, ze bedoel de het meer als een grapje, meer als iets dat zou kunnen gebeuren. Ten minste, dat was mijn indruk. Voor het overige liep hun verhouding in kalme baantjes. Ze waren eikaars jeugdliefde. Van kindsaf speelden ze al „trouwen". Allebei niet heet ge bakerd, zoals u ziet. Maar wanneer Arend Dijkman van deze reis terug kwam dat zou over een maand of vijf zijn dan zou het toch ein delijk werkelijkheid worden". Bij de laatste woorden schoten me- •ouw Koster weer de tranen in de ogen. Ze zag door Nels tragisch ein- werkelijkheid niet in vervul ling gaan. Inspecteur Beels schraapte zijn keel, liet zich het adres van Dijk- ns vriend geven, zag, dat het vlak de buurt was, bedankte voor de waardevolle medewerking en werd door mijnheer Koster uitgelaten. „Heeft u de dader nu gauw?" in formeerde deze in de gang. „Soms," zei de inspecteur somber. Aan het opgegeven adres vond hij tot zijn voldoening de studievriend de heer Dijkman thuis. De heer Wingerd was vrijgezel en maakte prettige en openhartige indruk. (Wordt vervolgd) Advertentie EN DE MEESTEM - BAJLLONIST ivees gezellig neem er 'n eelt le vaderlandse borrel Stijging van overnachting buitenlanders Het aantal geregistreerde over nachtingen van buitenlandse gasten hotels is in de periode januari- septembeir 1964 vergeleken met de overeenkomstige periode van 1963 met bijna 10 procent toegenomen, zo deelt het C.B.S. mede. Het totaal geregistreerde overnachtingen be droeg 3.860.000, hetgeen een toene ming met 350.000 overnachtingen betekent. Relatief was de stijging van het aantal overnachtingen van gasten uit Frankrijk het grootste (27 proc.) hierna volgen o.m. Zweden met 17 pet, de Ver. Staten van Amerika met 14 pet., Denemarken met 11 pet en Noorwegen met 10 pet. Beneden het landelijk gemiddelde bleven Engeland Schotland met een stijging van 9 pet, België en Luxemburg met 7 pet., Zwitserland en de geallieerde militairen uit Duitsland beide met 6 ït. en Duitsland met 5 pet. Duitsland neemt met 1.350.000 of 35 procent van het totaal aantal overnachtingen de eerste plaats in; hierna volgen Engeland en Schot land met 550.000 overnachtingen (14 pet.) en de Ver. Staten van Amerika met 520.000 overnachtingen (13 pet.). Advertentie 5582. Het bevalt me niet, dat ik die lui maar niet in de gaten kan krijgen", zei de balonnist ongerust. „Ik heb zo'n gevoel, dat zij vlak in de buurt moeten zijn". „Maar dan hadden we ze toch al lang moeten zien" merkte Panda op. Beiden hadden gelijk. Het was alleen jammer, dat ze de prik- ballon van Ted en Ed in de verkeerde richting zochten. „Er zijn niet zoveel wolken meer", hernam Panda, „dus zou den we ze „Ssssssssss", klonk het. „Wat is er?" vroeg Panda. „Waarom zegt u: sssss?" „Dat zei ik niet", antwoordde meneer Dick. „Dat zegt de bal lon. En vervolgde hij ongerust, „zoiets zeggen ballonnen altijd, als ze leeglopen" „Leeglopen??herhaalde Panda, zich verschrikt omkerend Toen schrok hij zo, dat hij bijna door de mand viel. „O meneer Dick!" jammerde hij. „Daar zijn ze! Achter ons! Ze hebben ons met hun akelige stekels lek gemaakt!" De boze broertjes, die zich tot dusver heel stil hadden ge houden, barstten nu uit in een triomfantelijk gelach RECHTER TIE EN „DE DODE BRUID" door Robert van Gulik DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 150. Kijk goed uit, Tutu", zei Brammet je hijgend. „Karo is natuurlijk verdwaald een verkeerde straat ingelopen. gelukkig kan hij praten en de weg vragen Maar zijn stem sidderde, en dat was niet alleen omdat hij zo hard had gelopen. Het was alsof de zeeman wist, dat er iets er- gers was gebeurd. Al kon hij natuurlijk niet vermoeden, dat de scheepskat brutaal was ontvoerd. „Brrrram Kijk riep Tutu opeens en Bram stopte zo snel, dat de papegaai bijna van zijn schouder gleed. „Waar? Waar?" riep hij uit. „Zie je Karo ergens?" Maar inplaats daarvan wees Tutu met zijn vlerk naar een aan plakzuil en toen zag Brammetje voor het eerst de biljet ten, waarop hun eigen portretten waren afgebeeld. „Gezocht door de politie stamelde hij. Droom ik dit allemaal? Dat kan toch geen werkelijkheid zijn?" Hij stak een vinger omhoog. „Bijt me eens, Tutu", vroeg hij en de papagaai deed het erg bereidwillig. „Au!' zei Brammetje. „Ik ben dus wakker. Maar dit moet alle maal een misverstand zijn. Of een grap misschien Zware stemmen deden hem opschrikken. Plotseling was hij omringd door soldaten. En die zagen er niet uit. alsof ze alleen maar grappig wilden zijn. Posities Nederlandse schepen Algorab p 25 Ouessant n Las Palmas All Damliot 26 te Emden verwacht Alkes 24 v Nevv York te Galveston Ampenan2 263Ste Hslnkang verwacht Amstejslu°is 25 250 m NO^Sydney Anja 24 v Newport te Antwerpen Ank T 23 v Brest n Bayonne p 24 Vlleelngen Ingel 24 290 m tadje^24 nofl^ op rede Colomb- laardlngen p 24 Keep Verd. 'rijburgh 23 Velenburgh Tank vaart Zeesleepvaart

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 19