l!7H fi
Het Tragische Einde
van een Idool
OPENSTAAN EN
ACTIVEREN
THE KRIBEL OF CRIME
Vakmanschap is meesterschap ZZZ
iui
Segaar zegt: ,,De tijd van de eenzijdige beweging is voorbij. We hebben geen dogma en
geen program. We willen openstaan voor iedereen die meent iets te presteren. We
willen de mensen activeren
Koornstra zegt: Leesbaarheid is erg belangrijk. Niet alleen wat maar ook hoe je het brengt.
speelt een rol. Studentenblad? We zijn überhaupt tegen studenten. Tenminste, tegen het
anders doen omdat je student bent
Siere zegt: ,.We hebben de pretentie, dat we de tijd goed aanvoelen. De mensen raken visueler
ingesteld. Daar geven wij aan toe. Bovendien, er komt een tijd, dat je iets wilt gaan
doen aan de dingen om je heen
Broos zegt: „Zoek naar een eigen vorm. Typografie is erg belangrijk. Humor ook. Er moet een
evenwicht zijn tussen plaatjes en tekst zoals er evenwicht moet zijn tussen poëzie en
proza, tussen een serieus en een wat luchtiger verhaal
Vier Leidse jongeren hebben een
tijdschrift opgericht. „Kaf-t" heet
het. Dat is een niet alledaags ver
schijnsel. Het eerste nummer ver
scheen in november van het vo
rig jaar en deze week verscheen
het tweede en eens zo dikke
nummer. Kaf-t valt op. Niet zo
zeer door de inhoud. Dat is na 2
nummers moeilijk te beoordelen.
Wel door de uitvoering. Die on
derscheidt het blad onmiddellijk
van vele andere Nederlandse tijd
schriften op dit gebied.
99
Koren
k"w. Dat terrein is moeilijk te om-
irtekischrijven. Literair tijdschrift is niet
hu«helemaal juist. Kaf-t zegt er zelf
•edie^an„Alle mogelijke uitingen In
ïpa, ;woord en beeld die Kees Broos en
•i- 2(Tjeerd Segaar de moeite waard vin-
irfjt den, kunnen er in". „We willen open
en. Itijn", zegt Wim Siere. „We willen
°°dl een werkterrein scheppen en men-
Pr.' i sen activeren, ook buiten Leiden.
216 Er zijn veel jongeren bezig op lite-
1 tjrair terrein. Maar heel weinig daar
van wordt ooit gepubliceerd. En dat
ISb iammer"- Kaf-t hoopt dat braak-
•IJktflggende terrein te gaan ontginnen,
icijnwant „tussen het kaf is ook koren".
v°< De redactie van Kaf-t bestaat uit
aVler Leidse jongeren. Het is hun
eerste stap op dit terrein, hoewel
enige van hen aan publikaties als
lllbiet Leids Universiteitsblad en en-
f^flcele almanakken hebben meege-
IXlwerkt. Tjeerd Segaar is 26 jaar, stu-
rdeert Nederlands (zesdejaars) en
in [Werkt op het ogenblik als leraar in
istbvdat vak in Den Haag. Hij is de lei
der van de Kaf-t-redactie (tegen 't
woord hoofdredacteur heeft hij be
zwaar). Matthijs Koornstra is 23
jaar, kandidaat in de psychologie en
werkt halve dagen aan het psycho
logisch instituut van de Leidse Uni
versiteit. De 26-jarige Wim Siere is
journalist. Kees Broos tenslotte,
kandidaat in de kunstgeschiedenis,
is verantwoordelijk voor de typo
grafische uitvoering van Kaf-t en is
24 jaar. De Stichting Kaf-t. die het
blad uitgeeft heeft dezelfde samen
stelling, maar de functies zijn an
ders verdeeld.
baarheid. „Kijk", zegt Tjeerd Se
gaar, terwijl hij een oud nummer
van Kaf-t doorbladert, „het bevat
te verhalen en gedichten, meer niet.
De mensen die het blad maakten
studeerden af en verdwenen". Het
was duidelijk dat om een dergelijk
blad voor Leiden te behouden een
geheel nieuwe opzet moest worden
gevonden. De ideeën daarvoor wer
den geboren aan het begin van het
vorig jaar. Daarvoor werkte de re
dactie van het huidige Kaf-t al sa
men aan de Leidse Studenten Al
manak.
nementen losgekregen". Een even
tueel tekort in de exploitatie wordt
gedekt door een subsidie van het
Leids Academisch Kunstcentrum-
De relatie met die instelling dateert
uit de tijd van het oude Kaf-t.
„Nee, we zijn niet universitair ge
richt" zegt Tjeerd Segaar nadruk
kelijk. „Integendeel, we hopen ons
juist te richten tot de mensen daar
buiten en tot mensen uit andere
delen van het land".
Behalve haar eigen bijdragen
heeft de redactie van Kaf-t zich
verzekerd van de medewerking van
verschillende jonge auteurs, van
wie sommigen al enige naam ge
maakt hebben. Zo werden in het
eerste nummer gedichten gepubli
ceerd van Henk van Teylingen, die
zijn werk al eerder opgenomen zag
in het literaire maandblad „De
Gids". In het tweede nummer staat
onder meer een verhaal van Kees
Holierhoek, die de Reina Prinsen
Geerligs-prijs 1964 won.
Kaf-t zullen
lenen. In het
een prent op-
Spaanse kunste-
Leesbaar
T ekst
MARIUS VAN RIJN
Foto's
HOLVAST
Beperkt
Genie
Kaf-t is voortgekomen uit een
gelijknamig blad, dat in 1958 werd
opgericht door het Kaftgezelschap.
Daaraan werkten o.a. mee dr. H.
Cohen Jehoram, John Leef mans en
de laatste jaren ook de dichter Jack
van der Meulen. Het oude Kaf-t
was een gestencild blaadje van be
scheiden omvang en opzet. Het ver
scheen in een oplaag van 80 a 100
exemplaren ongeveer vier maal per
jaar en richtte zich tot een beperkt
groepje mensen, voornamelijk stu
denten van de literaire faculteiten
van de Leidse Universiteit. Het
blad had duidelijk weinig levensvat-
De definitieve stappen tot het
verschijnen van Kaf-t werden in de
zomer van 1964 gezet. In november
verscheen het eerste nummer in een
oplage van 500 exemplaren. „Ja, het
is goed verkocht", zegt Matthijs
Koornstra, die de financiële belan
gen van de Stichting Kaf-t behar
tigt, een bezigheid waarvoor zijn
collega-redacteuren hem hebben
beloond met de titel „ons financiëel
genie".
„De verkoop van losse nummers
in boekhandels in het westen van
Nederland viel niet tegen en we
hebben omstreeks de honderd abon-
Een medewerker van het literaire
blad „Kentering" verzorgt in Kaf-t
een vaste rubriek. Rudi Fuchs met
zijn Curio Shop, waarin hij opmer
kelijk zaken op literair gebied wil
indiceren of bekritiseren. Aan het
zo belangrijke beeldende gedeelte
van het blad werken onder andere
de Leidse fotograaf Chris Stapels en
Pieter van Delft student Kon.
Academie voor Beeldende Kunsten
In Den Haag mee. Broos zegt:
„In deze tijd zijn de mensen erg op
plaatjes-kijken ingesteld. Wij stre
ven er naar om tussen plaatjes en
tekst een evenwicht, een synthese.
te scheppen". Broos is de man, die
in Parijs contacten heeft gelegd met
een groep jonge Spaanse beeldende
kunstenaars, die ook medewerking
„We hebben Kaf-t opgericht om
dat we een heleboel andere Neder
landse tijdschriften zo stierlijk ver
velend vinden", vertelt Wim Siere.
„Dat moet je niet zo zeer opvatten
als kritiek, nee, die bladen zijn ge
woon vervelend. En we willen nu
zelf wel eens een keer produktief
worden". „En dan in een leesbare
vorm", vult Matthijs Koornstra hem
aan. „Kunst is geen afgebakend
terrein" gaat Koornstra verder.
„Onder kunst valt veel meer dan de
mensen in het algemeen denken. Ik
vind de Spaanse wielrenner Baha-
montes even goed tot de kunst be
horen als een schilderij van Rem
brandt".
Onwillekeurig valt dan het woord
pop-art, maar dat is toch een rich
ting die de redactie van Kaf-t be
wust wil nastreven. „Wij brengen
bijvoorbeeld naast grapjes en spot
ternijen ook bijzonder goed gedocu
menteerde artikelen over toneel en
beeldende kunst", zegt Wim Siere
en noemt als voorbeeld het toneel-
verhaal van Wiebe Hoogendoorn in
het tweede nummer. Hoewel het
niet de bedoeling is om in Kaf-t po
litiek te gaan bedrijven, geeft de
redactie toe dat men het blad moet
plaatsen in de ,l,inkse hoek". Maar
het zal hoogstens tot uiting komen
in een of andere spotprent, want
„de politieke satire heeft in Neder
land weinig toekomst". Ook voor
het eigen werk is de redactie van
Kaf-t zeer kritisch. „Het is echt
niet zo, dat alles wat wij zelf schrij
ven er zonder meer in komt", zegt
Tjeerd Segaar. Kaf-t streeft bewust
Typisch
Kaf-t wordt uitgevoerd in zwart
wit off-setdruk. Kees Broos is de
man. die zorg draagt voor de op
vallende uitvoering, die zich zelfs in
de advertenties manifesteert. Broos
deed praktische ervaring op in lay
out en typografie door zijn werk
aan het Leids Universiteitsblad en
verscheidene almanakken. Ook ont
werpt hij affiches. Het tweede num
mer van Kaf-t bevat een bijdrage
van Kees Holierhoek een kort
verhaal „Lieve Johan" zes ge
dichten van Hugo Timmnder, twee
van Tjeerd Segaar, drie van Wim
dichten van Hugo Himm-der, twee
etsen van Jan Buitener geschreven
werd door Kees Broos. „Dat is nou
typisch een artikel zoals je in geen
ander Nederlands blad vindt", aldus
de redactie van Kaf-t.
„We loeten wat we doen, we
komen niet helemaal onbeslagen
ten ijs en we hebben flink wat
idealisme", zegt Kaf-t. Met die
leuze gewapend ziet het viertal
de toekomst niet somber in.
Weet het blad een aanvaardbaar
niveau te behalen en te behou-
den, dan kan het een heel apar
te plaats onder de in Nederland
verschijnende literaire tijd
schriften gaan innemen. De ba
sis daarvoor is in de eerste twee
nummers zeker gelegd.
Speciale editie van De Roskamschoolkrant van het Rijnlands Lyceum te Oeyslyeest
iesgl
Een dure, grote, zwarte auto rijdt
uteanel door de neonverlichte stad.
Het is avond. De auto stopt voor
oma*® schouwburg en een jonge
^man stapt haastig uit. Deze jonge-
ïcieliman is het tiener-idool Rich Clif-
Jj?® 'ford; hij zal hier vanavond optre
den „voor een uitverkocht huis",
ten zoals dat heet.
de coulissen rond. Over enkele se
conden zal hij in dat scherpe licht
moeten treden. Het keiharde licht
dat niets verbergt. Hij is bang,
bang om voor dit publiek op te tre
den. Op het eerste gezicht ziet het
er precies uit als ieder ander pu
bliek. Maar toch vermoedt hij iets
achter dit publiek, wac hij niet on
der woorden kan brengen. Het
geeft hem een angstig gevoel van
binnen. Met een laatste rilling
schudt hy zijn angst van zich af
rt i De moord in de crypte, de moord in de kwelder
De moord in Egypte, de moord in de kelder.
?d. De bloederholen.
T Speciaal, voor jeugdigen aanbevolen.
re» De moord zonder bewijsjes,
Voor oudere meisjes.
>uï En dan voor alle kleintjes in het land
1 De moord met de nylon
„Heel fijntjes" (de Volkskrant)
s 1 De moord onder water, de moord op de plas
ïei Het lijk houdt zijn snater, de dood in z'n sas.
Voor het opgroeiende kind
De nieuwe Voordewind.
En de speciale jeugdeditie
70 Van kamer 13 zedenpolitie.
13tl Hij duwde zijn mes diep in haar zij,
En riep geheel overbodig
6' „Nu ben je erbij"
12 Het is voor de geestelijke gezondheid zo goed
e Die vingerafdrukken, die moorden, dat is goed.
En daar zag de politie, baddend in zijn bloed
e De lezer met een schot tussen de ogen;
J Hij was door de schrijvers bedrogen.
t Het misdadigste boek dat straks uit wordt gegeven
la; Is getiteld: „Ons leven".
°3, H. I. Gosses.
en loopt het toneel op. Er heerst
een doodse stilte in de zaal. Zyn
vermoeden neemt vastere vormen
aan. Het angstzweet breekt hem
uit, maar hy kan nu niet meer
terug.
Koel en langzaam zetten de elek
trische gitaren hun melodie in.
Rich begint te zingen. Uiterlijk is
er niets aan hem te merken, maar
hy heeft een gevoel alsof zyn keel
vastgevroren is, alsof zyn keel op
een zeker ogenblik misschien zyn
diensten zal weigeren. Hy voelt ook
iets dreigends in de toon van de
gitaren. Het is anders dan het ge
wone geraffineerde begeleidings-
spel.
Zijn eerste lied wordt met een
daverend applaus ontvangen. Is
zijn vrees dan toch ongegrond?
Rich voelt zich opgelucht en met
meer vertrouwen zet hy zyn vol
gende song in.
Maar naarmate de avond vordert,
besluipt de angst hem weer. Het is
alsof een zwarte muur om hem
opgetrokken wordt. Het gitaarspel
wordt feller. Uit de zaal klinkt
reeds aarzelend het eerste ritmi
sche handgeklap, maar snel wordt
het sterker. In het begin kan hy
het publiek nog wel in bedwang
houden, maar allengs krygt hij
minder vat op de menigte. Zyn ge
wone listige trucjes schynen dit
keer weinig te helpen.
Wanhopig vecht hy verder.
Steeds intenser, meeslepender, rit
mischer wordt het gitaarspel. Het
lijkt wel of de scherpe lichtbundels
zich steeds meer concentreren op
hem, ze schynen hem te willen
verslinden of te verpulveren. Steeds
heller en kouder wordt het, niets
ontziend. Tegelykertyd schynt de
duisternis op hem af te kruipen.
De angst grypt Rich by de keel,
hij kan zich niet meer verzetten.
Dan is het pauze. Rich Clifford,
het alom bekende tieneridool, de
altyd zelfverzekerde, die reeds ja
ren lang de ogen van vele jonge
bewonderaars op zich gericht hield,
valt trillend op een stoel neer. Hy
voelt zich enigszins bevryd uit de
greep van de massa. Hier is het
licht rustiger. Met een lauw ge
baar weert hy de schaarse bewon
deraars af. Hy wist zich het zweet
van het voorhoofd.
De lichten in de zaal doven weer,
Rich komt weer op. In de zaal
merkt men dat zyn zelfverzekerde
houding van voor de pauze heeft
plaats gemaakt voor een zekere on
rust. Hy loopt onzeker over het to
neel en een zenuwachtig lachje
speelt om zijn mond.
Voor Rich begint het zelfde spel
letje opnieuw. Het gitaarspel
wordt, na een tydje betrekkelyk op
de achtergrond te zijn gebleven.
plotseling doordringender en don
kerder van toon. Het publiek gaat
er op in en begint de gitaristen nog
meer op te hitsen. Rich poogt om
er boven uit te blyven zingen,
schreeuwen, gillen zelfs.
In het begin lukt het hem nog
wel, maar langzamerhand verheet
hy zyn overmacht. Het contrast
tussen licht en donker wordt steeds
scherper. De lichtkring om hem
heen wordt steeds kleiner en feller
Rich wordt er door verblind en
tracht weg te komen, maar hy kan
niet, een zwarte muur houdt hem
tegen. Hy wordt byna hels van
angst, maar hy kan er zich niet
meer tegen verzetten. Zyn adem
gaat met horten en stoten.
Het lawaai in de zaal is oorver
dovend, hartverscheurend. Uit de
zaal klinkt gejoel en geklap van
de hysterische massa, het gitaar
spel is byna duivels. Plotseling
voelt Rich een rilling over zyn rug
lopen, lange zwarte schaduwen
kruipen over zyn rug. Hy kykfc
achterom en ziet de vertrokken ge
zichten van de gitaristen. Hy gilt
en wil wegrennen, weg van dit af-
schuwelyke, spookachtige geheel,
maar hij is verstyfd van angst
Zyn oren beginnen te suizen van
al het lawaai en alles om hem heen
begint te draaien. Dan wordt allee
zwart.
Als hy ontwaakt bemerkt hy dat
hy nog op het toneel ligt. Zijn
kleren rijn vuil, besmeurd en on
der het stof. Door de hoge ramen
valt het trieste grijze daglicht naar
binnen. Rich voelt dat hij in deze
vreselijke nacht afgedaan heeft als
Rich Clifford, hij is overschaduwd
door zijn eigen schaduwen. Hy zal
zijn verdere leven nu naamloos
slijten.
Rob VoskuyL
..Zeg, Don blyft lang weg!"
Rob Realize keek zyn vriend
Mick ongeduldig aan.
„Daar komt-ie al!" gromde deze
ongeïnteresseerd en wees. Een lui
de knal verbrak de stilte en een
loeiend object scheerde de laan in.
Hy stopte met piepende remmen
en een stralend gezicht verscheen
onder een witte helm. Twee han
den schoten vooruit en schenen de
machine te willen omhelzen. Met
een geweldige knal, die een vuur
straal uit de uitlaat deed spuiten,
staakte de motor zyn arbeid en
hikte de laatste stoten energie uit.
Rob en Mick stiefelden op de
enthousiaste mctorryder af. Doch
deze trok zyn bovenliD iets op, zo-
dar. het gezicht even een ongure
uitdrukking van het onopgevoede
type kreeg, startte de motor en
ronkte zwaaiend met de armen
veer weg. Verbysterd en kwaad
zagen de twee vrienden hem in
een sierlyke slippert om de hoek
uit het gezicht verdwijnen. De mo
torrijder, alias Don, scheen niet
tevreden te zyn met de prestaties
van zyn „troetelbeestje" en na
eerst een verraste wielrijder flink-
gesneden te hebben, zwaaide hij
een weggetje in met zo nu en
dan een boom. waarvan de top
hcog in de lucht stak.
Hy nam de racehouding aan en
vuurde „troetelbeestje" tot betere
prestaties aan. De motor sloeg eerst
vier maal over met een geluid van
iemand, die aan acute buikpyn
lydt. Daarna begon hy weliswaar
regelmatig te lopen en deed hy
..troetelbeestje" met eer ruk in een
hogere snelheid duwen.
Ver voorovergebogen hield Don
krampachtig het rijkversierde stuur
vast en wiebelde in het zadel,
waaruit een stuk schuimrubber
stak. Hy knipperde ondanks zyn
stofbril, met zyn ogen. Het land
schap stoof op hem af en flitste
voorby. Hy lette er niet op. Zyn
gedachten werden wilder, sneller
wilde hij.
I>e motorfiets gierde door een
kromming in de weg. Harder, nog
harder. Die gedachte werkte byna
bedwelmend. Nog vaster werd zyn
greep aan het stuur. Het was, alsof
hy het gezichtseinde trachtte te
bereiken.
De motor loeide.
Twee kinderen doemden plotse
ling op uit het aanstormende land
schap. Snel kwamen zy dichterby.
Even kwam er een gedachte van
paniek in hem op. Instinctief
werd de greep aan het stuur losser,
liet het gas los, waarna de uitlaat
een reeks knallen liet horen, en
remde. Het landschap begon nu
heen en weer te zwaaien en maak
te plaats voor de berm van de weg.
De aarde scheen even onder hem
weg te zakken, maar kwam als een
duivel weer op hem toe De motor
sloeg af. Het gezicht van de jonge
motorrijder was vertrokken van
angst. De wereld stond ineens op
z'n kop, begon te draaien. Toen
veelde Don de harde werkelykheid
van de oneffen grond. Hy
schreeuwde, greep links en rechts,
voelde iets als een zweepslag tegen
zyn wang en hygde van pyn, sloot
de ogen. Hy lag stil, in bed, en
wierp in gedachten verzonken een
blik door het raam naar buiten, het
regende.
L. v. Leghen.