Nij hof f-ver taal prijzen voor
Ludwig Kunz en Ernst v. Altena
wti^wn
,Aarlanderveennaar de kerk gezien9
Namens het Prins
Bernhard Fonds
„Bob en Daphne" weer
voor de Hoge Raad
Rumoer om plan Gans
met vele geruchten
UITREIKING IN HAAGSE RAADZAAL
LfclDtsilkL DAGBLAD WOfeNoOAÜ *i JANG A4U
Advertentie
Schilderij van Anthonie Beerstraten
Première
van Strawinsky's
„The rites of spring"
Het ballet „The ribes of spring"
van de in Rusland geboren Igor
Strawinsky zal dit Jaar voor het
eerst in de Sowjet-Unie worden op
gevoerd, meer dan 50 jaar nadat
het ballet zijn eerste opvoering be
leefde in Parijs.
De bekendmaking over de uitvoe
ring in de Sowjet-Unie werd gedaan
door het Bols jol theater.
Er werd niet bij gezegd, wanneer
de opvoering aal plaatsvinden.
Roman van Sir Winston
Churchill geveild
De enige roman die Sir Winston Chur
chill heeft geschreven „Savrola" is
gisteren in New York geveild. Het
boek bracht een bedrag van 325 dol
lar op. Het werd in 1900 in New
York uitgegeven, tien dagen voor
dat de Britse uitgave verscheen.
Tydens dezelfde veiling werd even
eens een eerste editie van „Para
dise lost" van Milton geveild, uit 1667
Het bracht 2.700 dollar op.
In Groningen
Première van de
„Marcus Passion"
(Van onze correspondent)
De Groninger Cantortf zal op 22
maart in de Nieuwe Kerk een ver
rassende kerfemuzikale primeur bren
gen, door de eerste uitvoering in Ne
derland van de kortgeleden gerecon
strueerde en voor het eerst in die
vorm uitgegeven St.-Marcus Passion.
van Joh. Seb. Bach.
Volgens Philipp Emanuel Bach zou
zijn va-der 5 lijdensmuzieken hebben
geschreven. Tot nu beschikte men
slechts over de partituren van de
Johannes Passion en de Mattheus
Passion, die beide veelvuldig worden
uitgevoerd. Van een derde lijdens
oratorium van Bach is slechts de
tekst bewaard gebleven, die bevindt
zich in een nagelaten tekstboekje van
Bach's onafscheidelijke librettist
Christian Friedrich Henrici, alias Pi-
cander, uitgegeven in 1732. De tekst
is gebaseerd op het lijdensverhaal
volgens het Evangelie van Marcus.
Uit dit tekstboekje blijkt dat Bach er
muziek by gemaakt heeft.
Elvira Casazza - 80 -
in Milaan overleden
Elvira Casazza, een bekende Ita-.
liaanse mezzosopraan uit de jaren *20,
is gisteren na een langdurig ziekbed
in de ouderdom van 80 jaar in een
kliniek in Rome overleden.
Elvira Casazza was een van de fa
voriete zangeressen van de dirigent
Arturo Toscanini.
Ned. Dans Theater
brengt „Imago"
Het ballet „Imago" van Job San.
ders beleeft maandag 15 februari in
de Kon. Schouwburg in Den Haag
zijn Haagse première. Het Ned. Dans
Theater geeft dan tevens een uitvoe
ring van de balletten „Grand pas
Espagnol", „Sargosso" en „Pierrot Lu-
Rob Geraerds niet
meer bij Ned. Comedie
De acteur-regisseur Rob Geraerd;
zal, onder andere in verband met zijr
t.v.-werkzaamheden, ingaande 1 fe
bruari geen medewerking meer ver
lenen aan de opvoeringen van .Ma
ria Stuart" bij de Nederiandse co
medie.
(Van onze kunstredactie)
De Martinus Nijhoffprijs voor vertalingen van poëzie, drama
tisch werk, verhalend en beschouwend proza, die is ingesteld
door het Prins Bernhard fonds, is dit jaar in aanwezigheid van
talrijke autoriteiten, kunstenaars en belangstellenden, voor ver
talingen uit het Nederlands uitgereikt aan Ludwig Kunz, en voor
vertalingen in het Nederlands aan Ernst van Altena.
De voorzitter van het fonds ,prof. mr. W. F. de Gaay Fort
man, liet zich vertegenwoordigen door mr. dr. F. J. M. A. Houben,
die in de Haagse raadzaal aan de beide bekroonden het geldbe
drag van f 2.000,- en de oorkonde uitreikte.
Het juryrapport, dat was samen
gesteld door prof. dr. S. Dresden, prof.
dr. P. Minderaa, Adriaan Morrien,
mr. E. Straat, Dolf Verspoor, en Bert
Voeten, met als secretaris J. U.
Iriesman, werd door de voorzitter,
prof. dr. Dresden voorgelezen. Hier
in werd met nadruk gezegd, dat het
wenselijk was gebleken om de prijs
aan twee vertalers toe te kennen,
hoewel zulks niet principieel het ge
val behoeft te z«n. Het was echter
verheugend, dat er weer twee voor
treffelijke vertalers waren aanbe
volen om voor een bekroning in aan
merking te komen, waarna het be
stuur van het Prins Bernhard fonds
wederom bereid was om een prijs
te verlenen voor vertalingen in het
Nederlands, alsmede een prijs voor
vertalingen uit onze taal.
Ludwig Kunz, de thans 65-jarige
in Duitsland geboren literator, die
aanvankelijk naast zijn zakelijke
werkzaamheden bekend werd als
kunstcriticus, werd in 1933 als ge
volg van de Jodenwetgeving een
schrijfverbod opgelegd. Hij vluchtte
naar Nederland moest tijdens de be-
bezetting onderduiken, werd enkele
jaren gereden genaturaliseerd tot Ne
derlander en maakte naam als jour
nalist, criticus en vertaler.
Ais correspondent Kunst en Let
teren voor verschillende Nederlandse
en Duitse tijdschriften en als vast
medewerker aan de Westdeutscher
Rundfunk verzorgde hij een groot
aantal radio-manuscripten voor
Duitse omroepen. Hij behandelde in
die uitzendingen Nederlandse schrij
vers, zoals Multatuli, Frederik van
Eeden, Lucebert, Hugo Claus, Ach
terberg, Lodeizen, Vestdijk en an
deren.
Met de bekroning wordt Ludwig
Kunz niet alleen geerd als een uiterst
bekwaam vertaler, maar tevens als
een man die veel heeft gedaan
nog altijd doet voor de introductie
van onze literatuur in een zo be
langrijk taalgebied als het Duitse,
een taak waarvoor Kunz aan1
kelijk niet leek voorbestemd.
Met hetzelfde enthousiasme w
mee deze auteur zich voor 1933 heeft
ingespannen voor het bevorderen
van vooral avantgardistische Duit
se literatuur, wijdde hij zich m
bevrijding aan het bekendmaken
van de nieuwe Nederlandse dicht
kunst in zijn geboorteland.
Ernst van Altena die de prijs ont
ving voor het Nederlands, werd in
1923 te Amsterdam geboren. Hij
doorliep verschillende scholen, was
kantoorbediende, filmassistent, klari
nettist en musicus in Frankrijk. Hij
is als tekstschrijver werkzaam in de
reclame, publiceerde kolderversjes,
verzorgde radioprogramma's en
schreef circa duizend oorspronkelijke
liedjes en vijfhonderd chansonver-
talingen.
Behalve talrijke toneel- en om
roepbijdragen, publiceerde hij een
vijftal boeken, terwijl er van zijn
hand verschillende uitgaven in voor
bereiding zijn. Hij trok sterk de aan
dacht door de vrijwel complete ver
taling die hij maakte van het
re van Francois Villon. Daar-
alleen sprak het juryrapport de
grootste bewondering uit, alsmede
In de Haagse raadzaal zijn
gisteren de Martinus Nijhoff-
prijzen" voor vertalingen 1965
uitgereikt. De foto toont v.l.n.r.
burgemeester mr. H. A. M.
Kolfschoten, de beide prijswin
naars Ludwig Kunz en Ernst
van Altena en de vice-voorzitter
van het Prins Bernhardfonds,
mr. F. J. M. Houben.
voor de grote mate van vrijmoedig
heid, die nodig is om de verzen van
Villon, zoals hij toen was, in het
Nederlands van nu weer te geven.
De spanning en de oorspronkelijke
sfeer wonnen het van de letterlijk
heid. Het zijn deze en dergelijke
kwaliteiten,die de jury er toe ge
bracht, Ernst van Altena deze hoge
onderscheiding toe te kennen.
By plotselinge afwezigheid van de
acteur Ton Lutz, werd zijn broer
Luc Lutz de voortreffelijke vertol
ker van een serie Duitse vertalin
gen van Ludwig Kunz, terwijl enke
le Nederlandse gedichten van Vil
lon Briljant werden voorgedragen
door Georgette Nijhoff-Hagedoorn.
Na de prijsuitreiking door de vice
kunst
k&leiöoS£Q9P
MR. MOUT: „GEEN PORNOGRAFIE'
(Van onze Haagse correspondent)
De Hoge Raad heeft ïich gisteren opnieuw bezig gehouden
met de zaak over het boek van een Haagse auteur-uitgever „Lies-
beth en de wereld van Bob en Daphne
Nadat al in 1959 meer dan 5 jaar geleden! een vervolging
was aangespannen, werd in oktober van het vorige jaar de schrij
ver voor het eerst schuldig bevonden aan het verspreiden van een
pornografisch geschrift: het Haagse Gerechtshof veroordeelde
hem tot een boete van f 25,-.
De eerste vervolging in het begin
van de zestiger jaren liep op niets
uit. Door een foutieve construetie
van de dagvaarding werd de Haagse
schrijver tot in hoogste instantie vrij
gesproken. Op formele gronden, zo
dat de kernvraag of het derde deel
van de „Bob en Daphne"-reeks al
Har» niet pornografisch moet worden
geacht onbeantwoord bleef.
Het In deze zaak wel zeer ijverige
openbaar ministerie, dat in de eerste
ronde op verlies kwam te staan, be
gon In 1963 met een nieuwe vervol
ging. In eerste aanleg sprak de Haag
se Rechtbank de auteur vrij. Ddit
rechtscollege achtte het boek, dat in
middels zeer goed verkocht was ,in
deze moderne tijd niet aanstotelijk
voor de eerbaarheid.
Het Haagse Gerechtshof deelde die
mening niet en veroordeelde de
auteur, die prompt in cassatie ging.
Voor de Hoge Raad pleitte gister
morgen mr. A. Mout uit Den Haag in
deze zaak.
In zijn inleiding merkte mr. Mout
op dat de tweede vervolging vai
boek enige wrevel in de publieke
opinie" heeft veroorzaakt. Hij meen
de dat ook deze keer het o. m. niet
gelukkig is geweest met de tenlaste
legging, waaraan een exemplaar var
het omstreden boek is gehecht. „Dat
kan niet", aldus pleiter, „voorwerpen
behoren niet aan een dagvaarding te
worden gehecht.
Indien het boek een onderdeel
de dagvaarding is had het boek ook
moeten worden opgenomen in het
arrest van het Hof, maar dat is niet
gebeurd. Mr. Mout vond dan ook dat
het arrest van het Hof moet worden
vernietigd.
Over het boek zelf zei mr. Mout
dat het misschien een „schokkend'
boek is. „Maar in een wereld, die één
voortdurende zinneprikkeling te zien
geeft, is dit boek niet pornografisch
te achten" zei hy. Het boek moet
gerekend worden tot het erotisch-
realisme", aldus mr. Mout.
De procureur-generaal mr. G. E.
Langemeijer, zal op 9 februari con
clusie nemen.
Een bericht van de Nederlandse Federatie van beeldende kunst
naarsverenigingen, dat de aangekondigde openbare bijeenkomst c
morgen in Amsterdam tot nader datum is uitgesteld, kan men fa
terpreteren in deze zin dat aan dr. L. Gans op een latere bijeei
komst gelegenheid zal worden gegeven zijn beleid van het Inte
nationaal Kunsthuis toe te lichten, dus zodra hij uit Amerika is ti
ruggekeerd. Maar men kan het ook commentariëren dat het Fed
ratiebestuur bezinning wenst na de aantijgingen van enkele kunst
naars tegen het beleid van dr. Gans.
De vroegere conservator van het
Stedelijk Museum in Amsterdam
heeft naar bekend zich inge
spannen om werken van beeldende
kunstenaars direct onder het publiek
te brengen tegen prijzen die niet bo
ven de financiële draagkracht van
geïnteresseerden gaat. Daartoe heeft
hij medewerking verworven van het
NW, maar ook van de Erven Bols,
De Bijenkorf, Albert Heijn, Heine-
kens Brouwerijen etc. Aldus is een
fondsvorming voor kunstkoop tot
stand gebracht. Doch dr. Gans is nog
slechts een jaar bezig aan de uit
voering van zijn plan. Men mag dus
nog geen tastbare resultaten ver
wachten. Wel plaatst hij zijn kunst-
propaganda in een modern licht van
publiciteit, door de exposities te hou
den OA. in de Bolsterveerde aan de
Rozengracht in Amsterdam, waar ex
treme moderne werken worden ten
toongesteld tot en met de produkten
van pop-art. Dit geeft hier en daar
verbazing!
Doch dit behoeft nog geen reden
te zijn voor de agitatie van enkele
beeldende kunstenaars, die menen dat
er bij verkoop een fors percentage
ten gunste van de produktie Gans
wordt ingehouden. Anderen menen
dat dr. Gans zyn zaken meer als een
kwestie van zelfbestuur ziet en wei
geren in deze kunstdictatuur in „gan-
zepas" mee te lopen.
Het heeft in de afgelopen dagen
vooral in Amsterdam rond het plan-
Gans geknetterd van geruchten i
wantrouwende opmerkingen over zj
beleid. Er waren er die genoem
vergadering verlangden, hetgeen di
een bijeenkomst zou worden zond
tegenwoordigheid van dr. Gans. B
blijft trouwens de vraag of dr. Ga
bereid zou zijn voor deze vergad
ring een soort beleidsverdedigt
aan te spreken. Inmiddels hebb
leden van het werkcomité voor 1:
plan Internationaal Kunsthuis, to
vertrouwen in het beleid van
Gans uitgesproken en blijkt dat
agitatie van enkele kunstena*
kwaad bloed heeft gezet bij degeni
die rustig overleg wensen en niet n
opgewonden mededelingen het aa
zien van de kunstenaars willen do
schaden.
Officieel van de zijde van het 1
ter nationaal Kunsthuls zyn nog ge
mededelingen omtrent verkeerde v(
koop of teleurstellende leiding
daan. Wat van zekere zijde wordt g
zegd berust slechts op geruchten
veronderstellingen.
Het laat zich aanzien dat na
terugkeer van dr. Gans een persco
ferentie zal worden belegd waar
het „kwade gerucht" ontzenui
wordt en zal worden medegedeeld l
gevuld de artistieke vleespotten v
Egypte zijn, opdat vele kunstenai
daarvan kunnen profiteren en aid
hun werk by een breed publiek
plaatst zien.
I voorzitter sprak Ludwig Kunz
dankwoord uit, waarin hy de kunst
van het vertalen analyseerde. Als
pleitbezorger van de dichter, ligt zyn
taak toch ook in het overbrengen
van de sfeer, die achter de woorden
j is, gelegen. „Een goede vertaling",
betoogde hy, is transparant, bedekt
het origineel niet, staat de oorspron
kelijke tekst niet in de weg, maar
brengt de oorspronkelyke tekst met
geheel eigen taalmiddelen in het vol
le licht. Hy gaf te kennen, dat de
hedendaagse letterkunde niet meet
i nationale grenzen is gebonden.
Er is sprake van een moderne volks
verhuizing op literair gebied.
Hy uitte tenslotte zijn dankbaar
heid aan Nederland, dit werkelijk
humane land, dat hem in de ja-
van de grootste nood van
ondergang had gered.
Ook Ernst van Altena sprak e
uitvoerig en geestig dankwoord.
De aandacht van het gemeentebestuur van Alphen is gevestigd
op het bestaan van een schilderij van Anthonie Beerstraten „Aar-
landerveen, naar de kerk gezieneen doek van 94 x 130 cm. Het
is eigendom van de in Londen gevestigde kunsthandelaar Alexan
der Brod.
Naar het oordeel van drs. J. N. van Wessem. directeur van de
Lakenhal in Leidenverkeert het doek in uitstekende staat. Het is
naar zijn mening een waardevol en sympathiek schilderij.
De eigenaar is bereid het schilderij te verkopen voor de prijs van
[25.000.-. Dit opzlchzelf aanzienlijke bedrag is slechts ongeveer
f3000.- hoger dan de som, welke de tegenwoordige eigenaar er
enkele jaren geleden, naar drs. Van Wessem bekend is, voor be
taald heeft.
Omdat het hier een weergave be
treft van een situatie, welke eertijds
sn deel van de gemeente bestaan
heeft, trok de gedachte om de eigen
dom van het schilderij te
het gemeentebestuur bijzonder
W.
dat
bijzondere gelegenheid om een waar
devol kunstwerk, dat een beeld geeft
uit hetv erleden van de gemeente,
aan te kopen, gebruik moet worden
gemaakt.
Met het oog op de financiëlie toe
stand van de gemeente Alphen ach
ten B. en'W. het bezwaariyk de koop
som ten laste van de algemene mid
delen te brengen. Anderzijds zien z«
in de aankoop zo zeer een gemeente
belang, dat zy zich beraden hebben
op mogeiykheden daartoe toch te
kunnen geraken, met het volgende
resultaat.
In het „Fonds voor culturele doel
einden" van de gemeente zal, inclu
sief de storting van f 2.000,— over
1965, beschikbaar zijn f 13.000,—. B.
en W. achten het alleszins verant
woord en geheel overeenkomstig de
bedoelingen van het fonds, dit bedrag
voor deze aankoop te gebruiken. In
een bedrag van f 12.000,— moet dan
nog worden voorzien.
Gebleken is nu, dat de provincie
Zuid-Holland een subsidie ln de kos-
ten van aankoop ten bedrage van
f5.000,— en het Anjerfonds Z.-H.
van f 2.500.— wil verlenen.
Ten einde de voor beide subsidie
toezeggingen geldende regelen, die
zich verzetten tegen subsidieverlening
aan de gemeente, te omzeilen, kan de
aankoop geschieden door de Stichting
„Oud Alphen en omgeving". Noch
Ged. Staten, noch het Anjerfonds
hebben hiertegen bezwaar. Ook ge
noemde Stichting stemt hiermee in.
Zolang het museum van genoemde
stichting niet voldoet aan de eisen,
welke met het oog op de aanwezig
heid daarin van een dergelijk kost
baar bezit zijn te stellen, zal het
schilderij ln het raadhuis worden ge
plaatst.
Het bestuur van genoemde stich
ting is er vrijwel verzekerd van dat
het resterende bedrag uit particuliere
bron bijeen is te brengen. Om bet be
oogde doel teb eredken, stellen B. en
W. de raad voor aan genoemde stich
ting, ten laste van vorenbedoeld
fonds, een subsidie van f 13.000,— te
verlenen, onder voorwaarde dat het
schildery aan de gemeente in bruik
leen wordt afgestaan, zolang eerder
vermelde voorwaarden t.a.v. het mu
seum niet zyn ingelost.
Wij hébben indertijd reeds de
aandacht gevestigd op dit schil
derij (alsmede er een reproduktie
van gepubliceerd)toen het ten
toongesteld werd op de Antiek
beurs in Delft.
Het doet wel zeer vreemd aan,
dat destijds het gemeentebestuur
van Alphen van het bestaan van
dit schilderij totaal onkundig is
geweest.
Indien men het destijds op de
Antiekbeurs had aangekocht,
ware de prijs enige duizenden gul
den lager uitgevallen
(Kunstredactie LD.)