Transport
der
verdoemden
Dagelijks vervolgverhaal
Oorspronkelijke roman door
WOLFGANG ALTENDORF
Bleckmesser greep naar zijn revol
ver. Ik sommeer u thans voor
de laatste maal. Het gaat om men
senlevens. Op het ogenblik staat u
onder mijn bevelen. U kunt daarover
later uw beklag indienen.
De machinist maakte een hand
gebaar. Ik weet wat ik doen
[moet, zei hij en klom op de loco
motief. Laten we hopen, dat geen
wagon uit de rails loopt. Vooruit.
Kom mee, Anton! riep hij naar de
stoker. Of moet ik zelf de schop ne
men?
De stoker volgde hem.
Ik blijf in de bagagewagen, zei
Brohm. Mocht u dat te gevaarlijk
vinden, luitenant, stuur dan ma^r
bewaker. Daaraan ben ik zo
langzamerhand wel gewend.
Praat geen onzin. Het is hoog
tijd, dat u zich dat afwent. Kom
Imee, Steinlein.
Willem Ruys terug
van laatste reis
Gisteren hield de Koninklijke
Rotterdamse Lloyd op een passagiers
rederij te zijn. De vloot van deze Rot
terdamse rederij bestaat nu alleen
nog uit vrachtschepen, zij het dat een
aantal ook passagiersaccommodatie
heeft.
Vierenzestig jaar geleden kwam het
eerste passagiersschip van de Lloyd,
de Sindoro in de vaart. Gisteren
werd aan boord van het laatste pas
sagiersschip, de „Willem Ruys", de
rederij vlag gestreken. Onder de naam
Achille Lauro zal de Willem Ruys
nog vaak in Rotterdam komen, even
als trouwens de voormalige Oranje
van de Maatschappij Nederland, die
Angeline Laura zal gaan heten.
Hoge belasting op
luxe artikelen
in Indonesië
de Verenigde Na-
Vrouw vergiftigt
haar kinderen
en zichzelf
In het O.L.V.-gasthuis in Amster
dam zijn een 33-jarige vrouw en haar
twee kinderen opgenomen met zeer
ernstige vergiftigingsverschijnselen.
<e vrouw, die ontoerekeningsvatbaar
heeft om noV» onbekende redenen
haar 13-jarige dochtertje en 11-jarig
zoontje een grote dosis vergif toege
diend en dit daarna ook zelf ingeno-
De echtgenoot deed deze ont
stellende ontdekking, toen hü thuis
kwam. De toestand van moeder en
kinderen is nog steeds zorgwekkend.
PANDA EN DE MEESTER - KALLONIST
2—82. Terwijl Panda en Jolliepop zich nog pijnlijk
bezighielden met de vraag, waar dat anker zo opeens vandaan
kwam. werd een touwladder voor het verbrijzelde raam neer-
gelaten. Hierlangs daalde een gezet persoon af. die speurend
zijn mondhoek te trillen. Hij kuchte.
trok zijn mond haastig in een ernstige plooi
..Het spijt me erg hoor! Ik kan me voorste
keek ha-hum Zon anker door je r.
daar kijk je van op. hè?
hahahahahaha!"
Onder het spreken begon zijn mondhoek
humde en kuchte en barstte toen plots los in een gierende
te trekken. Hij
lachbui.
RECHTER TIE EN DE TWINTIG GOUDSTUKKEN door Robert van Gulik
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN KRAMMETJE FOK
97. In zijn hart was Brammetje Fok er niet zo gerust op of
zijn plannetje werken zou. Maar dat kon hij de anderen natuurlijk
niet vertellen.
Het scheepje met het touw kwam aan de andere zijde van de
rotsen tevoorschijn. Stevig greep Orak de dunne kabel vast. En
toen het water weer lager was geworden trok hij met zijn gewel
dige kracht het goede schip Kokanje onder de rotsen door. Be
hendig stuurde Bram het goede schip Kokanje. waarvan de zeilen
waren gestreken, door de smalle tunnel. Met bulderend geraas
kwam het water weer omhoog
Orak merkte het gevaar op en trok harder en harder, tot hij
kreunde van inspanning. Toch leek het. dat het water sneller
steeg dan de Kokanje vooruit kwam.
Steeds dieper moest Brammetje Fok zich bukken om niet door
de rotspunten boven hem geraakt te worden. De zoldering kwam
almaar dichterbij. In de verte zag hij reeds het licht van de ope
ning in de rotsen.
..Sneller sneller fluisterde hij. maar hij wist, dat
Orak eenvoudig niet harder trekken kon.
Lang zou het niet duren of het goede schip Kokanje zou tegen
de rotsen worden gedrukt, tot het in splinters uiteen zou vallen1