SLIM SPELEN
In het sprookjesrijk van de
keizer van Wendelstein
VRIJHEID I
Kom er ACHT-er
TURKSE TORTEL KRIJGT DE
IN EEN
GOUDEN
HERFST
Combinatie en offer
Zaterdag 19 december 1964 Pagina 4 Wekelijks bijvoegsel Uw Wereld
Onze bridgerubriek
Een lezer zond mij een aardige
party, die onlangs werd gespeeld
tijdens een clubwedstrijd in Voor
burg. Enerzyds door het gave tegen
spel, anderzyds door de gemiste
kansen is het een plaatsje in deze
kolom waard.
4 B 9 6 5
932
O A 10 7 6 2
4 H 2
H 8 7 N 4 V 10 4
9 AB 6 10 5 4
O B 8 5 OHV4
4 V 10 5 4 z 4 A B 9 3
4 A 3 2
9HV987
O 9 3
4 8 7 6
Oost gever, niemand kwetsbaar.
Oost één klaver zuid één harten
west één SA allen pasten.
Wests bieden komt niet in aanmer
king voor de medaille der heldhaf
tigheid: twee. zelfs drie Sansatout
zou de kritiek beter verdragen heb
ben. Niettemin zal west tevreden
zyn geweest met zijn bod NZ
vonden namelijk het ideale tegen
spel.
In slag 1 speelde noord harten
drie voor, op tafel (oost) de vier en
zuid legde harten zeven; dit dwong
west de hartenboer te nemen en
het stelde noord tevens in de gele
genheid later harten na te spelen.
Zou zuid de fout gemaakt hebben
in slag 1 hartenvrouw te spelen,
dan kan west de slag duiken. Zuid
speelt harten na, west neemt met
hartenboer als noord nü echter
aan slag komt, kan hij géén har
ten meer spelen!
Na in slag 1 hartenboer gewon
nen te hebben, sneed west succes
rijk op klaverheer, incasseerde alle
klaveren (noord twee ruitens weg,
zuid ruiten drie weg) en trok rui
ten na. Noord nam direct met rui
tenaas en speelde harten tweetje
terug, zuids hartenvrouw dwong
wests hartenaas. West kon nog
twee ruitenslagen nemen (totaal
acht slagen), maar toen hij schop
pen natrok uit oost, nam zuid
schoppenaas en incasseerde de vrije
hartens. NZ kregen dus vjjf slagen.
Kom er ACHT-er
1. vogel meer in de lucht
2. huis rechts gewone ramen
3. hek anders
4. kerk lager
5. meer gras bij boom
6. twijgjes op neus van boom
7. been achterste man met ladder
staat anders
8. rook uit schoorsteen huis ach
tergrond
Wat slimmer had west tewerk
kunnen gaan, door na het succes
rijk snijden op klaverheer naar de
hand terug te keren met klaver
tien - en schoppen zeven te spelen.
De kans, dat zuid schoppen- of
ruitenaas heeft is precies gelijk,
doch de kans dat noord schoppen
zeven zal laten lopen als noord
schoppenaas zou hebben, is psy
chologisch aanzienlijk groter dan
de kans, dat noord (met ruitenaas)
in het gezicht van oosts ruitenheer
en vrouw, niet met ruitenaas zou
nemen als hij die zou bezitten.
Zou west schoppen naar de
vrouw hebben gespeeld, dan kan
zuid de slag laten lopen om een
entree te sparen. Dit helpt hem
weinig want nu kunnen OW rui
ten naspelen en komen toch aan
negen slagen. Neemt zuid schop
penvrouw wél met het aas, dan
kan hij voortzetten met harten of
schoppen. Speelt hij harten, dan
kan west gerust met hartenaas ne
men noord heeft er zeker niet
meer dan twee gehad; door ruiten
te vervolgen, verzekert west zich
dan van negen slagen. Zou zuid zo
wel schoppen- als ruitenaas gehad
hebben, dan kan west toch weinig
aan zijn lot veranderen: NZ zul
len vijf slagen maken.
Tenslotte kan zuid, aan slag met
schoppenaas, het beste schoppen
naspelen. Dit maakt het echter
zéker, dat hij ruitenaas niet heeft
want mèt die kaart zou zuid zonder
twijfel zijn hartens vrijspelen.
West kan dan de schoppen laten
lopen en NZ komen niet verder
dan drie schoppenslagen en ruiten
aas (NZ krijgen geen enkele har
tenslag!).
Het spel toont goed op welke
wijze men het de tegenpartij lastig
kan maken, wanneer de technische
kansen van twee in aanmerking
komende speelwijzen vrijwel gelijk
waardig zün. Op papier is, als
noord schoppenaas zou hebben, het
tegenspel eenvoudig genoeg
maar op wit papier is het nu een
maal gemakkelijker dan aan de
groene bridgetafel!
H. W. FILARSKI
Antwoord op bridgevraag:
Dit is een probleem waar
bij de welvoegelijkheid van
bridge in geding is. Noords
lange denken maakte het ze
ker dat hij wellicht iets wil
de bieden en, gezien de zuid-
kaart, is het gemakkelijk vast
te stellen dat noord nadacht
over een bod van drie schop
pen. In feite had noord:
4 H V B 9 8, 9 A 3, O 7
5 2, 4 8 6 2 en hoewel hij
tenslotte dus niet bood, heeft
hij de aanwezigheid van een
biedbare kleur gesuggereerd
Bij uitkomst in schoppen
zouden OW down gegaan
zijn, doch de welvoegelijkheid
gebiedt, dat zuid van de on
rechtmatig verkregen weten-
;chap geen misbruik maakt,
ietgeen dus zeggen wil, dat
:uid thans zeer bepaald „ge
woon" met klaver moet uit
komen. Noodts denken (en
dan passen) is volkomen ge
oorloofd de partner echter
nag zich daardoor echter op
;een enkele wijze laten lei
den. Wedstrijdleiders behoren
In geval van protest de zuid
speler te wijzen op het on
juiste zijner handelwijze
(schoppen uitkomst) en (in
dit geval) OW een score toe
kennen die behaald zou zijn
met de normale uitkomst van
klaverboer, dan wel een arbi
trale score waarbij NZ nim
mer meer dan 50 procent mo
gen scoren.
door Sjouke van der Zee jj
Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel.
Gouden letters voor een gou
den herfst! Wie herinnert zich,
althans de laatste twintig jaren,
'n herfst, waarin onze bossen zo
lang en zo overdadig hun prach
tigste geel, bruin en rood in alle
denkbare schakeringen droegen?
Het kan eenvoudig niet op, sep
tember en oktober waren één
aaneenschakeling van dagen
met een maximum aan licht.
Zelfs november heeft niet veel
roet in het eten gegooid.
Wel is 't erg, heel erg stil gewor
den. In onze tuinen wel het meest.
De berberis, de cotoneaster, de
hulst, de sneeuwbes, de vuurdoorn,
ze mogen zich meer dan ons in ja
ren heugt, barstend vol hebben ge
hangen met rode, witte, oranje bes
sen, het vogelvolk laat het nog
steeds afweten. Een paar merels
zijn wel even komen kijken, ze heb
ben in een rotte appel, die ik uit
nodigend op het gras had neer
gelegd, zitten hakken, maar de on
rust zat ze blijkbaar nog in de
vleugels.
Mijn tuin ligt er verlaten bij en
wacht op de winterhabituées, dat
zijn dus de vaste merels, een rood-
borst, een heggemus, de op bes
sen azende groenvinken en na
tuurlijk het mezendom, dat geen
■winter overslaat.
Het lijkt wel, of de ongewone
rijkdom aan zaden en vruchten,
die we dit jaar beleven, de vogels
ervan weerhoudt, bij de mensen
voedsel en beschutting te zoeken.
Een Turks tortelpaar heeft al goed
keurend kopknikkend over mijn te
gelpaadje gewandeld. Dat zijn dus
de eerste stamgasten.
Schuw
Ik heb mijn Turkse tortel de vrij
heid gegeven. Geruime tijd had hij
de gelegenheid gehad zich op z'n
eerste vlucht voor te bereiden, hij
kon al goed vliegen, was goedge-
voed en absoluut schuw gehouden
hetgeen voor een vogel, die zichzelf
zal moeten redden, een belangrijk
ding is. Het is zelfs een voorwaarde.
Op een van die stralende na-
Jaarsdagen dan is 't gebeurd. Met
enig ceremonieel. Om te beginnen
moest de tortel worden geringd. Ik
heb al eens eerder verteld, dat ik
daarvoor altijd even contact op
neem met een controleur-vogelwet,
die de ring aanbrengt en de ge
gevens noteert. Op zo'n pootring,
van aluminium gemaakt en dus
licht, staat, „Museum Nat. Hist.
Leiden-Holland" en een getal van
5 6 cijfers. Dit nummer wordt
met de gegevens over soort ouder
dom, geslacht, vindplaats enz. in
„de boeken van Leiden" nauwkeu
rig opgetekend. Wordt de geringde
vogel nu na kortere of langere tijd
dood of levend gevonden, dan is
't de bedoeling, dat de vinder het
bewuste nummer aan het Nat.
Hist. Museum in Leiden meldt, ook
weer met datum, vindplaats, om
standigheden enz.
Wordt de vogel dood gevonden,
dan kan men het beste de hele
ring maar opsturen. U begrijpt, dat
de organisatie, die zich nu reeds
vele jaren lang met dit ringonder-
zoek bezighoudt, zeer gesteld is
op het toezenden van zoveel moge
lijk gegevens, omdat deze weer een
steentje bijdragen tot het werk. dat
uiteindelijk onze gevederde vrien
den weer ten goede komt.
Mooi
Toen we zo met ons duifje bezig
waren met het passen van ringen,
bekeek ik hem nog eens goed van
dichtbij, 't Is toch een mooi diertje,
zo'n tortel, het hooggewelfde kopje
is heel fjjn, zjjn veren zjjn fraai
getint, beige met roze weerschijn,
zwarte vleugelpunten, zwarte halve
halsvlek, en dan vooral dat prach
tige rode duive-oog, dat uiterlijk
zo onbewogen over al dat vreemde
gefrunnik aan z'n rode voetje heen
staarde.
Onze verrichtingen werden aan
dachtig gadegeslagen door een jon
ge hond van onduidelijk ras. dat
het midden hield tussen een boxer
en een dobermann. Gezeten in z'n
mand, één oor op, één oor neer,
leek hij vastbesloten, in te grijpen,
zodra de situatie ons uit de hand
mocht lopen, waarvoor echter geen
gevaar bestond. Toen zijn dienst
betoon al te opdringerig werd.
loodste de bazin hem, vergezeld van
'n bot. de keuken in. Hij mocht
natuurlijk ook niet mee naar het
bos. waar de lancering zou plaats
hebben.
Daarvan moet u zich nu niet al
te veel voorstellen. Als het nu om
een roofvogel gaat, of een uil. dat
is wat anders. Dan is er altijd een
zekere spanning over de afloop: zal
hij goed vliegen of vlucht hij on
middellijk een boomkruin binnen,
waar hij uren blijft zitten rond
kijken?
Nou. het viel erg mee. De tortel
ging er met een snelle vaart van
door, scheerde over de boomkrui
nen en verdween. Ik hoop, dat zijn
ring nog lang aan zijn trippelend
voetje mag blijven zitten.
Stilte
Toen het snelle geklapper van
zün vleugels was verstomd, viel het
herfstbos terug in zijn koele stilte.
Tussen de roodbeschenen dennen
hing een yie nevel; ver weg, achter
het bos schemerde akkerland en
nog verder was het blauwe ver-
verschiet van een bomenrij.
De scherpe geur van het knol
lenland dreef bij flarden het voch
tige bos binnen, vermengde zich
met het onmiskenbare aroma van
de herfst, de geuren van natte bla
deren. rottend hout, van padde
stoelen.
Aan de bosrand de armzalige res
ten van een failliete zomer: de
brandnetels tot slordigheid verval
len, maar nog met het vennijn in
hun bladeren, de alsem geruïneerd,
de eens zo koninklijke bereklauw
met het deplorabele vergeelde over
schot van zün schermen.
Eén is er echter, die zich nog
niet gewonnen geeft, de braam!
Zijn sterke stekelslingers dragen
nog de gezaagde bladeren, die het
gx-oen en het rood in hun mooiste
schakeringen hebben behouden,
herfst of geen herfst. Hun donkere
vruchten zün ze al kwüt, daar we
ten de lüsters en de gaaien wel
meer van, maar hun kantige taaie
ranken zullen ze houden als een
openhjke uitdaging van alle püni-
ging, die de op handen zünde win
ter voor ze in petto heeft.
BAVIAAN ALS
GEITENHOEDER
Een geitenhouder in Zuidwest-
Afrika laat zijn kudde van 1J/0 gei
ten met bijbehorende lammeren
door een baviaan hoeden. Deze
aap past uitstekend op de geiten,
hoxidt stropende honden en roof
dieren op een afstand en weet
waar de beste weidegronden wor-
den gevonden aldus „Landbouw-
documentatie"
Ahla zo heet de baviaan is
als jong diertje in het gezin opge-
nomen en daarna vier jaar lang
als geitenhoedster (want het is een
wijfje) „opgeleid. Elke morgen
brengt zij de geiten naar de weide
en als er soms lammeren m de
„kraal" achterblijven, worden zij
prompt gehaald. s Avonds leidt
zij de kudde via de drinkplaats
weer naar huis.
Als een lam zijn moeder kwijt is,
ruikt Ahla er aan en brengt zij
het bij de moeder terug. De lam
meren zijn aan deze toestand al
zo gewend, dat ze naar Ahla toe
stappen, wanneer ze verdwaald
zijn.
ONZE DAMRUBRIEK
De „keizer van Wen
delstein" noemen de
bewoners van het Bei
erse bergdorp Fisch-
bachau de 70-jarige
Johann Weizenegger,
die als zonderling en
mensenvriend een toe
ristenattractie voor de
hele omgeving heeft
geschapen'n vreemd
sprookjesland aan de
voet van de majestu
euze Wendelsteinberg.
Johann Weizenegger
arme Allgauer berg-
boer, toen hü in de
eerste wereldoorlog een
schot door zün ene
long kreeg en in de
zuivere berglucht van
Fischbachau genezing
zocht. Daar hü door
zün oorlogsverwonding
geen zwaar boeren
werk meer kon doen,
opende hü een kiezel
groeve, die spoedig zo
goed liep dat Weizen
egger een stuk grond
kon kopen, eveneens
in Fischbachau, om er
'n kiezelgroeve te ves
tigen.
Het geluk van de
vlütigen was aan zün
zü'de, want toen hü
met zün vüftig mede
werkers binnen vier
maanden een groot
terrein had uitgegra
ven en in de kiezel
groeve water kwam te
staan, maakte hü er
Eerst bouwde hü een openlucht
theater, dat met de berg op de
achtergrond een sprookjesachtig
décor voor het Boerentheater uit
Tegernsee en andere toneelgroepen
bood. Hoewel Weizenegger het met
selaarsvak nooit geleerd en zijn le
ven lang nog geen boek gelezen
heeft, bouwde hü het openlucht
theater zodanig tegen de berg, dat
de uitstekende akoestiek door ex
perts uit de hele wereld bestu
deerd en bewonderd wordt. Van
Beierse volkstukken tot Hofmanns-
thal's „Jedermann" wordt hier al
les gespeeld, wat in een openlucht
theater kan worden geënsceneerd.
Zelfs films worden hier vertoond.
Langzamerhand kwamen hier ge
durende de zeer lange wintermaan
den nieuwe „monumenten" en
„bouwwerken" bü, totdat het
eenvoudigweg een kunstmatig meer
van, het Wolfsmeer. De naam heeft
het te danken aan een wolveklem
uit de 12de eeuw, die in het kiezel
gevonden werd.
Beroemd werd het meer pas enkele
jaren later, toen bleek dat de mod
der in het water een sterke ge
neeskracht bezit. Zo dikwüls hü
tüd had, bouwde Weizenegger de
inrichtingen rond het meer verder
uit. Cabines, speeltuinen, een res
taurant en een eigen straat ont
stonden zo in de loop der jaren.
„Keizer van Wendelstein" werd
Johann Weizenegger pas, toen hg"
begon het terrein rond het Wolfs
meer met zelf ontworpen, merk
waardige bouwwerken te ver
fraaien.
sprookjesland van de „Keizer van
Wendelstein" zich in zün huidige
vorm presenteerde.
Zeer trots is Weizenegger op zün
miniatuurslot, waarvan de ingang
door een twee ton zware stenen
deur afgesloten is, die na een druk
op een knop vanzelf opengaat.
Binnen in de burcht bevindt zich
naar men wel mag aannemen het
merkwaardigste museum ter we
reld: in de steentüdkamer met een
stenen bed, waarop een berevel,
pleegt Weizenegger ook thans nog
dikwüls te slapen. In de achterste
vertrekken ziet men oude storm
klokken, munten uit drie eeuwen,
Romaanse en Gotische huisaltaren,
een schaakbord van Braziliaanse
vlindervleugels en middeleeuwse
goud weegschalen, oeroude kachels
en wapens uit büna alle tijdper-
ken van de geschiedenis, zowel uit
het antieke Griekenland als ook uit
het rijk der Azteken en uit het
tsaristische Rusland.
Tüdens wereldreizen, die de „kei
zer van Wendelstein" met zeer wei
nig geld meestal te voet of liftend
maakte, bracht hü zün curieuze
antiquiteiten bü'een. In de open
lucht staan overal oude kanon
nen, en in de monumenten, die hü
de vreemdsoortigste namen gaf, zo
als „Vroegere Welstand," „Zonde
val" of „Arbeid en vrede", zün
talrüke historische kostbare "ond-
sten ondergebracht. In de grot van
een miniatuur-kapel („Geloof ge
noemd) is een prachtige middel
eeuwse Madonna het kostbaarste
stuk.
Een ander middel waarmee we
onverwacht beentje gelicht kunnen
worden, is het offer. In bovenstaan
de en soortgebjke standen schuilt
een zeer sterk positieoffer. Zwart
ziet zich hier plotseling in verloren
positie door: 1. 2318! 13x22; 29
33. Door dit offer zün de stukken
op zwarts rechtervleugel krachte
loos gemaakt. Zwart heeft nu wei
nig meer te hopen. 2. 49; 3.
3429, op nu 913 volgt 2933.
Zwart mag geen aansluiting krügen
met deze stukken. De „valse staart"
moet gehandhaafd blüven. 3.
9—14; 4. 29—23, en op 14^20 of
1520 volgt 3530. Dit offer kan in
de praktük nogal eens worden ge
signaleerd.
FREEK GORDIJN
Het damspel kenmerkt zich door
verschillende opbouwmogelükheden.
Tegenover de opbouw van een te
genstander plaatsen we er een wel
ke ten doel heeft deze te ondermij
nen. Zo kennen we de klassieke en
niet-klassieke spelvormen. Naast
het positiespel kennen we nog en
kele middelen waarvan wij mede ge
bruik maken om een party te win
nen: de combinatie, de lokzet, het
offer en de forcerende winst.
De strategische opstelling be
schouwen we als hoofdwapen en de
combinatie als hulpmiddel. Dat het
hiermee kwaad kersen eten kan zün,
wil ik u hieronder laten zien.
In deze stand zou zwart best kun
nen menen dat hü goed staat. Op
37—32 laat hü 13—18, 22—27 en
1823 volgen. Wit zal dus wel moe
ten overwegen om 38—32 te spelen.
Maar door gebruik te maken van
een lichte combinatie ziet zwart
plotseling zün stand als een kaar
tenhuis in elkaar storten. Wit ver
volgt hier met: 4440! En tot zün
grote schrik bemerkt zwart dat zo
wel 27 als 28 verhinderd is we
gens: 29—23, 20x18 en 38—32! Wat
moet zwart nu? Op 1318 forceert
wit nu de winst door 24—19 met de
niet te pareren dreiging 2924. De
combinatie is hier dus van beslis
sende betekenis.