Ope/en met
Lezen voor het gebruii
CHINEZEN
OP 31 DECEMBER STEKEN
WIJ VOOR EEN MILJOEN
GULDEN VUURWERK AF
Zaterdag Pagina 2 Wekelijks bijvoegsel Uw Wen
aldus de heer Van der Linden, „en
dat is zeven jaar, is er maar één
ongeval geweest en nog niet eens
op het fabrieksterrein zelf. Iemand
verbrandde zijn hand, toen hij
probeerde een fout te herstellen bij
het afsteken van een grondstuk".
„Het gevarenrisico in dit vak is
de laatste tien jaar sterk vermin
derd". Het maken van vuurwerk is
niet langer spelen met vuur. Vol
gens de heer Van der Linden is
dit te danken aan de vele voor
zorgsmaatregelen en het feit
dat men beter dan vroeger de
kracht kent van het materiaal
a werkt.
ficiënt gebruik van het materiaal
heel Leiden te kunnen opblazen.
Het is een wat vreemde gedachte,
dat straks tussen de oliebollen door
een groot deel van die springstof
uit de handen van tienduizenden
Nederlanders het nieuwe jaar in
springt.
J. Holvast
Reportage:
F. Koffijberg
Die kracht mag men niet on
derschatten. Er liggen in de dertig
gebouwtjes van de Leidse vuur
werkfabriek genoeg explosieven op
geslagen om daarmee by een ef-
Twintig eeuwen voordat
ie monnik Schwarz het
buskruit „uitvond", waren
de Chinezen al meesters in
het vreedzaam gebruik
van explosieven: het ma
ken van kunstvuurwerk.
Vele nu nog gebruikte be
standdelen waren reeds
aan de oude pyrotechnici
In het Verre Oosten be
kend. Zij wisten al, hoe
kleurenlicht ontstaat door
toevoeging van diverse
chemicaliën, hoe sterre
tjes- en schitter effecten
worden verkregen door
bijmenging van metaal-
vijlsels. Hoewel de Grieken
later ook al hun „onuit
blusbaar vuur" hadden, is
deze Chinese kennis pas in
deze eeuw op grote schaal
naar het Westen geëxpor
teerd.
Men onderscheidt thans
militair vuurwerk (alle
munitie, mijnen enz.)ge-
bruiksvuurwerk (in de
landbouw, scheepvaart),
kunstvuurwerk en (het
papieren) dagvuurwerk.
Een van de de losse krachten, die in het najaar de persona
bezetting versterken, is bezig lonten in rotjes te plaatsen. Hc
een handeling die in de Leidse vuurwerkfabriek jaarlijks een n
joen keer wordt verricht.
Het lachen verging Theo Eerd-
inans, toen middenin een smakeiyk
hahaha een rotje in zUn mond
vloog.
De bekende quizmaster lanceer
de hiermee zyn ondanks het meest
spectaculaire ongeluk met vuur
werk by de vorige jaarwisseling,
„liet was een absurd ongeluk", her
innert de heer Van der Linden
zich, „de laatste plaats waar je
verwacht dat een rotje terecht zal
komen, is toch wel iemands mond.
En dat het juist deze man moest
overkomen. Ik ken Eerdmans toe
vallig vry goed en weet dat hy als
de dood is voor vuurwerk".
„Je kunt aan de hand van dat
ene uitzonderiyke geval natuuriyk
niet zeggen, dat vuurwerk gevaar-
lUk speelgoed Is", vervolgt de direc
teur van de Leidse vuurwerkfabriek.
„Als men eerst leest wat er op de
voorwerpen staat, kunnen by nor
maal gebruik geen ongelukken ge
beuren".
De meeste ongelukken met vuur
werk, vertelt hy, gebeuren in Delft
en Den Helder. In de ene stad heb
je een Technische Hogeschool, in
de andere een Marinewerfplaats.
Men knutselt zelf iets dat kan
knallen en flitsen, gebruikt een ge-
vaariyke sas (vakterm voor de sa
mengestelde aandryf- of explosie
vulling van vuurwerkstukken), b.v.
strljksas dat door wrijving tot ont
branding komt, en loopt daardoor
meer risico dan verantwoord èn no
dig is.
Een jaar of zeven geleden b een
goede, wetteiyke regeling getroffen
voor al het kleinvuurwerk dat
Nederlandse fabrieken verlaat t
particulier gebruik op oudejai
avond. In de eerste plaats is
sas betrekkeiyk ongevaarlijk,
dat deze uitsluitend uit kruit i
bestaan; toevoeging van
niumvyisel e.d. is verboden. Vei
is bepaald, dat op elk artikel i
handleiding moet staan.
Op elk rotje staat dan ook:
de grond leggen, lont aanstek!
Op een zilverregen: „In de gri
steken, lont aansteken". Oj
vuurpijl nog nadrukkelyker:
in de hand houden, in fles plf
sen en lont aansteken". Wie i
aan deze aanwyzingen houdt,
naar hartelust met vuurwerk s
len zonder het gevaar zich te bn
den.
OUDEJAARSAVOND, een paar minuten voor
twaalf: we nippen nog even aan ons glas, happen
in een oliebol en rennen dan met onze rotjes, gil
lende keukenmeiden, kanonslagen en knetterfon
teintjes naar buiten om op heidense wijze en dus
met een „heidens" lawaai het oude jaar uit te
luiden.
Men heeft uitgerekend, dat bij de komende jaar
wisseling in ons land binnen een paar uur voor
meer dan een miljoen gulden zal worden „ver
knald".
De drie vuurwerkfabrieken, welke Nederland
telt (in Leiden, Leeuwarden en een kleintje in
Oosterwolde), zijn er druk mee. En ze krijgen het
nog drukker: elk jaar vraagt het publiek meer
en ook duurder vuurwerk. Want al blijven
rotjes van vijf en tien cent het meest gevraagde
artikel, de vuurpijlen van een paar gulden per stuk
worden steeds vlotter verkocht.
Op maandag 4 januari, als hier en daar nog een
rotje knalt en een vergeten voetzoeker tussen ver
schrikte voetgangers wordt geworpen, begint dan
ook al de produktie voor 31 december 1965.
grote Be vrij dings vuurwerk, dat op
17 augustus in Wenen werd afge
stoken, door de firma Kat ver
zorgd. Men had honderdduizend
man publiek verwacht er kwa
men meer dan zeshonderdduizend
mensen kyken.
„De kranten stonden vol over de
enorme verkeerschaos die daardoor
ontstond". De heer Van der Lin
den heeft wel een verklaring voor
dat enorme succes (want waar in
Nederland trekt een vuurwerk zo
veel publiek?). „In het buitenland
is het gebruikelijk, dat men vyf-
tien minuten uitsluitend lucht-
vuurwerk geeft. Maar wij kwamen
ook met grondstukken en hadden
een programma van ruim een half
uur." Het moeilijke punt by de
grondstukken is namely k de ver
bindingen. En het zyn merkwaar
dig genoeg alleen de Nederlanders
die deze verbindingen goed kun
nen maken.
Het waren ook de Leidenaars, die
vorig jaar het vuurwerk ter gele
genheid van het honderdjarig be
staan van de Waterweg afstaken.
„Het grootste in jaren", herinnert
de heer Van der Linden zich, „we
waren een half uur en drie minu
ten constant in de lucht." Dat
spectaculaire half uur kostte de or
ganisatoren dan ook vyftien mille.
Verder zit de firma Kat in de zo
mermaanden elke dinsdag in
Noordwyk, elke woensdag in
Z andvoort en elke donderdag in
Scheveningen.
Gebouwtjes
De Leidse vuurwerkfabriek ligt
aan de uiterste rand van de stad,
op een veilige afstand van huizen
en woonschepen. Eigeniyk kan
men niet van een fabriek spreken:
er staan circa dertig kleine ge
bouwtjes, allemaal volgens bepaalde
voorschriften gebouwd en inge
richt In het ene gebouwtje
worden vuurpülen gemaakt ,in het
andere kanonslagen, in een derde
rotjes enz.
Elke werkplaats, waarin meestal
nooit meer dan twee man werken,
is voorzien van twee deuren. De
ramen aan de zonzyde zyn van
matglas of geverfd. Boven de ra
men bevindt zich in vele gevallen
nog een luifel, want het meeste
grootvuurwerk wordt, als het maar
even kan, in de open lucht ge
maakt. Er zyn stukken een „te
legraaf" by voorbeeld waarvoor
moed nodig is om sas (vulling) in
de hulzen te „slaan".
De werkplaatsen staan tien tot
twintig meter van elkaar verwy-
derd en worden meestal omringd
door bomen. Dit heeft tot voordeel,
dat brand doorgaans beperkt blyft
tot één gebouwtje en dat by een
ontploffing de wegvliegende delen
door de bomen worden tegengehou
den. Vaak staan tussen de werk
plaatsen nog schut- of brandmu
ren. Voorts beschikt men over een
buitengewoon groot aantal blusmid
delen en een uitgebreid bliksembe
veiligingssysteem.
Explosies
In vroeger jaren hebben zich
weieens explosies voorgedaan,
waarby mensenlevens vielen te be
treuren, *Maar zolang ik hier zit",
„En in augustus, als de grote
zomervuurwerken zijn afgelo
pen, wordt alles en iedereen in
geschakeld bij de produktie voor
oudejaarsavond. Dan hebben wij
ook niet meer genoeg aan onze
ruim twintig man vast personeel
en moeten we losse krachten
aantrekken, gepensioneerden en
studenten." Aldus de heer W.
G. J. van der Linden, directeur
van A. J. Kat in Leiden, de
grootste van de drie kunstvuur
werkfabrieken.
„Zeven jaar geleden", vertelt hy,
„maakten wy voor de Jaarwisseling
250.000 rotjes. Nu zyn het er een
miljoen." Dit jaar verlaten onder
meer ook een half miljoen vuur-
pyien, een half miljoen kanonsla-
gen, twintigduizend Bengaalse
potjes, honderdduizend lucht
huiiers (gillende keukenmeiden),
tweehonderdduizend knetterfon
teintjes en twintigduizend Ro
meinse kaarsen de Leidse fabriek.
Handwerk
kleingoed nog altijd byna vyftig
procent van de totale produktie. De
vakman beleeft nu eenmaal meer
arbeidsvreugde aan een groot en
fraai stuk vuurwerk dan aan een
gillende keukenmeid, die niettemin
ook met de hand moet worden ge
maakt. Een vuurwerkfabriek is een
zeer arbeidsintensief bedrijf („onze
verlies- en winstrekening bestaat
voor vyftig procent uit arbeids
loon").
Ook een rotje van vyf cent, het
kleinste stukje vuurwerk dat er is,
wordt met de hand vervaardigd;
alleen het hulsel wordt betrokken
van een cartonagefabriek. De
„wurgingen" aan de boven- eri on
derkant van het hulsel worden
aangebracht door thuiswerkers. By
Kat zelf worden de rotjes gevuld
en „een mooi kwarweitje voor
de losse krachten" de lonten
geplaatst.
Volgens de heer Van der Linden
is het een welvaartsverschil nsel,
dat de vraag naar kleinvuurwerk.
zoals al het spul voor particulier
gebruik wordt genoemd, gelyke
tred houdt met de stijgende be
langstelling voor andere soorten
vuurwerk. Het assortiment van een
vuurwerkfabriek is trouwens uitge
breider dan een buitenstaander
vaak denkt: boeilichten, noodsig
nalen en reddingspülen voor sche
pen, schrikmateriaal voor de land
bouw, knalsignalen voor de spoor
wegmaatschappijen, oefenmateriaal
(waaronder imitaties van grana
ten en mitrailleurvuur) voor de BB.
brandweer en politie, rookpatronen
voor de NAVO, rookpotten voor de
Marine, dagvuurwerk (dit bestaat
uit grote figuren van beschilderd
rijstpapier, die zich in de lucht
ontplooien) en lest best groot
kunstvuurwerk.
Alle stukken kleinvuurwerk
Hier wordt sas (kruitvulling)
timmerd".
worden met de hand gemaakt,
n de hulzen van vuurpijlen „ge-
Wenen
Vooral op het gebied van groot
vuurwerk genieten de Nederlanders
internationale faam. Zo werd het
Een deel van het complex van de kunstvuurwerkfabriekdat uit een dertigtal kleine gebouwtjes
bestaat*
I
1 M t M -""J ""V Foto hierboven.
Stevens G Magielsen
Andere foto's:
4§|t^