mmm
Transport
verdoemden
kant slip
LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 12 DECEMBER 1964
Dagelijks vervolgverhaal
Oonpronkelijke roman door
WOLFGANG ALTENDORF
24)
Sclimitt bijvoorbeeld zou zich als
politieke vluchteling kunnen uitge
ven. HIJ kon zijn moppen verder
teilen. En zonder twijfel, zijn er
der de anderen nog wel een stuk of
wat van dergelijke gevallen. Van
onze onderofficieren kunnen we niet
verlangen, dat zij elkaar bij de be
waking aflossen. Dan had de majoor
ons er nog tien bij moeten geven.
Vermoedelijk heeft hij ook daarin
zijn bijzondere ervaring. Leest u zijn
instructies maar eens aandachtig
door! Wanneer het u geruststelt kan
ik u zeggen, dat ik t
mfm hemmgeld.^ Ht)
in de long kreeg de opdracht te zor
gen dat de trein niet voortijdig zou
vertrekken. Maar dit bleek overbodig
te zijn. Het oponthoud duurde in
werkelijkheid langer dan twintig mi
nuten.
Voordat zij gereed waren, hielden
de spoorweg-arbeiders hun middag
pauze en geen sterveling protesteerde
daartegen. Het snelle herstel van de
schade hing niet alleen af van de
bekwaamheid van de werklieden,
maar ook van de rusttijden, waar
aan stipt de hand gehouden werd.
Kalbfuss keerde met zijn groep
uit het dorp terug. Zij brachten
kol om zich8— Wij willen het beste
PANDA EN DE MEESTER - LEERLING
'••li-.
elegant en praktisch, past als
een tweede huid, warm in de
winter, koel in de zomer, ge-
100 HELANCA 1
Kantongerecht
zonder meubels
huisSOderegeriahtigheid,andat 8 te °uit-
8081. Fupsprak Joris, terwijl hij de stuiter ophield en
naar Panda wees.
Meteen maakte Panda een duikeling achterover.
„Help!" riep hij. „Niet fuppen met mij! Dat is niet eerlijk!"
„Welaan", sprak Jors blij. „Hiermede is de proef tot volle te-
vredenheid geslaagd. Bij de eerste greep reeds blijk ik de meester-
steen uit het hoopje te hebben gevist. Doch vrees niet, manneke,
ik zal u niet meer rondfuppen. Ik kan de kracht van deze wondere
steen op betere wijze gebruiken!"
En
zijn hoofd, i
ging fluitend h
„Duisterling!"
betere wijze gebruiken
1 deze woorden gaf hij Panda een vriendelijk klopje op
nam vrolijk zijn hoed af voor Windril in het spiegeltje
heen.
riep Wondril hem vergramd na. „Wee uw ge-
Maar Joris liep door, zonder zich zorgen over zijn geweten te
maken.
„Maak u maar niet boos, meneer Wondril", zei Panda met een
vrolijk knipoogje. „Hij denkt, dat hij de meestersteen heeft, maar
hij heeft hem lekker toch niet!"
„Hoe?!" riep de grijsaard verwonderd. „Maar ik zag toch dat
hij u omver fupte. En zoveel fupkracht kan hij slechts hebben, in
dien hij in het bezit is van de steen
„Het was geen fupwerk". verklaarde Panda. „Ik sprong expres
zo gek achterover om hem te laten denken, dat hij de steen had.
Dat was een list. begrijp u? De echte steen zit nog in dat hoopje
en die ga ik er nu zelf uitzoeken
RECHTER TIE EN DE TWINTIG GOUDSTUKKEN
door Robert van Gulik
Militaire bases open
voor „zakenluchtvaart"
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN KRAMMETJE FOK
~G\
88. Nagewuifd door alle inwoners van de stad voeren Bram,
scheepskat Karo en papegaai Tutu de haven uit. „Weet je nu
precies, hoe we varen moeten?" vroeg Karo bezorgd.
„Heer Truffel heeft me alles verteld", zei Bram en hij prikte
een papier op de deur van de kajuit. „Hier staat precies op, hoe
we de regenboog moeten bereiken. Het is een hele reis. maar de
wind gaat in de goede richting".
Karo en Tutu bekeken aandachtig het kaartje, dat Bram had
getekend.
„Dat lijkt me geen gemakkelijk tochtje", zei Karo. „Onder da
rotsen en tussen de klippen door, dwars door de IJszee
„Heer Truffel zei, dat het juist een gemakkelijk tochtje was",
zei Bram.
„En geloof je die man?" vroeg Karo twijfelend. „Ach, hij heeft
er spijt van waarom zou hij er om liegen?" zei Brammetje.
Karo en Tutu keken elkaar eens aan. Ze durfden Bram niet
tegen te spreken. Maar ze geloofden niet, dat het zo gemakkelijk
Tr\„ tiinr/tort a/e R rn rri ryi 01 i O eai
SSIttSi'S
i»ra 10
h'YF'z^ory.