SINTERKLAAS
N^dampo
Udsma
Kado
uit
•Spanje
Geef
hem
toch
Jasneva
I
Jamm
Wit leren schoentjes
voor Marietje van:
Nieuwe uitgaven
IN HET BESTE HUMEUR!
LEIDSCH DAGBLAD DONDERDAG 3 DECEMBER 1961
Door
J. J. Roovers
JOHANNES kreeg van zijn vrouw opdracht om naar de stad
te gaan. Mariekezijn dochterke had telkens opnieuw doot
de schoorsteen aan Sinterklaas gevraagd om schoentjesSchoen
tjes van wit leer, alsjeblieft goede Sintprecies dezelfde als ik al
heb in bruinleer".
Maar gebleken was, dat juist zulke schoentjes in wit leer, op het
hele dorp niet te koop waren.
Vandaar dus, dat Johannes naar de stad moest en wel spoedig,
want 't was al 3 december.
De andere dag, het was heel zacht
en zonnig weer, stapt hij 's middags,
enige minuten vóór één uur in de bus.
Het rechter Schoentje van bruinleer
van zijn eigen dochterke, steekt in de
buitenzak van zijn licht-gele regen
jas. Dat is gemakkelijk dat hy 'n mo-
delleke heeft meegenomen; zo kan hij
nooit iets verkeerds meebrengen.
Want precies de zelfde schoentjes,
maar dan in wit leer moesten het
zijn; „en anders geen", verstaat ge,
„anders geen", was er bij gezegd.
De bus heeft zijn zo bekende weg
naar de stad en daar staat Johannes
nu aan 't begin van zijn bekomen op
dracht.
Nu gebeurde er altijd iets wonder
lijks als hij voor zich zelf, of voor wie
dan ook, een boodschap deed.
Daar gebeurde altijd iets vreemds;
iets buitengewoon soms. En daarom
deed hij nooit graag boodschappen en
zeker niet in de stad. Maar nu, in dit
geval, voor zijn klein Marieke's Sin
terklaascadeau nog wel, kon hij er
niet aan ontkomen.
En daarom gaat hij nu door „de
winkelstraat" van de stad op zoek
naar die buitengewone schoentjes, die
op héél 't dorp niet te koop waren.
Met zich zelf spreekt hij af, alle
schoenwinkels in die straat, onher
roepelijk binnen te gaan, net zo lang
tot de witleren schoentjes voor zijn
Marieke, gekocht en betaald, in 'n
pakje veilig onder zijn arm zullen
zijn geborgen.
Hij staat daar even op 'n trottoir
de felle doop van het verkeer en van
het lawaai te ondergaan en ziet dan,
schuin aan de overkant, 'n prachtige
schoenwinkel. Johannes telt de juis
te seconden af om de straat over te
steken en als hem dat geheel en al
gelukt is, stapt hij moedig, tussen
twee uitgebouwde etalages vol met
schoenen, de winkel binnen, waarvan,
zeker omdat 't zulk schoon weer is,
de deur wagenwijd open staat.
Helemaal alleen, neemt hij plaats
voor 'n lange, lage toonbank uit zui
ver spiegelglas vervaardigd. Dat spie
gelglas wordt met schone nikkelen
hoekijzers by elkaar gehouden. En in
die glazen toonbank ziet hy inmiddels
uit, of tussen de schoenen, die daar
buitengewoon kunstig zyn neergezet,
ook schoentjes van wit leer, waarvan
hy 'n modelleke van bruinleer in de
buitenzak van zyn wit-gele regenjas
voelt, aanwezig zyn.
Johannes is zeker heel voorzichtig
en stil over die dikke, zacht groene
Exportheffing op
bolbloemen
Nu de Europese Commissie een be
schikking heeft uitgevaardigd, waar
in West-Duitsland wordt gemachtigd
compenserende heffingen te leggen
op de invoer van tulpen- en narcis
senbloemen uit Nederland, tenzij Ne
derland zelf de betrokken heffingen
oplegt, is in overleg met de Duitse
autoriteiten besloten van deze laatste
mogeiykheid gebruik te maken.
De minister van Landbouw en Vis-
sery heeft inmiddels schrifteiyk
zyn goedkeuring verleend aan de
verordening van het Produktschap
voor Siergewassen „exportheffing
bolbloemen West-Duitsland 1964
tot 1965 I".
De nu getroffen regeling strekt ter
vervanging van de seizoenregeling
welke sedert 1959 in bilateraal ver
band tussen Duitsland en Nederland
was overeengekomen. Deze regeling
gold jaariyks ruwweg voor het tyd-
vak medio december tot medio
maart. In dit seizoen worden tul-
pe- en narcissebollen tot bloe
men geforceerd, „getrokken" en als
snybloemen verhandeld. De Duitse
trekkers verkrygen Nederlandse
bloembollen (exportkwaliteit) voor
iets hogere prijs, dan de prys
waarvoor de Nederlandse trekkers
hun grondstof kunnen 'betrek
ken. By invoer in de Duitse Bonds
republiek zouden de in Nederland
getrokken bolbloemen door de goed
kopere grondstof tegen een lagere
prijs kunnen worden aangevoerd
dan mogelyk is by de in Duitsland
van Nederlandse bollen getrokken
tulpen en narcissen. Om wille van
een eerlyke concurrentieverhouding
werd derhalve telkenmale over ge
noemd tydvak het prysverschil door
compenserende heffingen genivel
leerd.
In de afgelopen zomer heeft de
Europese Commissie tegen deze bila
terale regeling op grond van het
verdrag van Rome bezwaar gemaakt.
Na Nederlands-Duits regeringsoverleg
heeft de Bondsrepubliek, onder
steund door de Nederlandse regering,
in Brussel verzocht een EEG-rege-
ling toe te passen, die in overeen
stemming met het verdrag is en het
zelfde compenserende effect heeft.
loper, naar binnen gegaan, want ner
gens ziet hy plotseling een of ander
hoofd te voorschynkomen, zoals dat
toch meestal heel gebruikelyk is.
Maar daar opeens, terwyl hy zich
juist wil gaan verplaatsen naar een
verder gedeelte van die glazen toon
bank, komt daar van heel achteraan,
uit een glazen kast naar het leek, een
jeugdig vrouws-persoon, volkomen
geruisloos op hem af.
Dat vrouws-persoon, daar gaat 'n
wolk van parfumlucht, die hy al by
zyn binnenkomst bemerkt had, aan
vooraf.
Dat vrouws-persoon heeft 'n ge
weldige hoop fel blond haar op haar
hoofd, in schone golven afhangend
tot op haar schouders.
Dat vrouws-persoon heeft een heel
net zacht groen zyden kleedje aan,
als in dezelfde kleur als die dikke lo
per, waarover thans haar buitenge
wone schoentjes langzaam vooruit
gaan, naar Johannes toe.
Haar duideiyk in rood aangezette
lippen, zetten zich toch wezeniyk tot
't prettige glimlach; en mooie tanden
heeft dat ding ook, denkt hy.
Zy zegt naderby gekomen „me-
neeeer" op zangerige vriendeiyke
vragende toon, zoals zulke meisjes
dat allemaal eender kunnen doen, en
hy zegt eenvoudig en nederig; „Je-
frouwke, ik zoek 'n paar schoentjes
uit zuiver wit leer vervaardigd, maar
precies volgens dit modelleke", en hy
tovert haar het rechtse bruinieren
schoentje van Marieke onder haar
diep blauwe ogen.
En op de vraag van dat lacherige,
heel beleefd en vriendelyke winkel-
juffrouwke, of 't niet wat anders
mocht zyn, omdat helaas juist zulke
schoentjes op dit moment niet voor
radig waren, antwoordt Johannes
zacht doch met nadruk; „Nee je-
frouwke, precies zulke, maar dan in
wit leer, en anders géén".
Jammer, ze kan hem wezeniyk niet
aan juist die schoentjes helpen, zeer
tot haar spyt; heel erg tot haar spyt,
zei ze er by, en diep teleurgesteld
stopt hy daarop zorgvuldig zyn mo
delleke weer op zyn oude plaats en
trekt zich terug uit die wolk van par
fum, na haai' zyn gevoelens van dank
betuigd te hebben.
Hy schiet, zonder er weer in te ky-
ken, tussen de uitgebouwde etalages
door naar buiten en staat meteen te
midden van de winkelende Sinter
klaas drukte.
Maar onherroepelyk zal hy alle
schoenwinkels in deze straat naar
binnen gaan, zolang uiteindelyk, tot
die zeldzaam witleren schoentjes
voor zyn klein Marieke veilig en wel
in zyn bezit zyn.
Hij staat op het punt de straat
over te steken want 'n enorme
plakaat op een winkelruit aan de
overzijde, zegt hem dat daar
schoenen in alle maten, modellen
en prijzen, thans overvloedig
voorradig zijn. Doch hij bedenkt
zich. Zo, op deze manier van doen,
zit er geen systeem in m'n werk.
Als ik nu eerst eens alle schoen
winkels aan deze kant van de
straat ajzoek en dan alle winkels
aan de overkant ajzoek, denkt
Johannes. En daarom gaat hij
aan deze zelfkant van de straat,
alle schoen-zaken binnen maar
helaasom zonder pakje onder
zijn arm er weer uit terug te ko
men.
Wel zeer diep teleurgesteld, steekt
hy op de juiste honderste seconde, de
steeds drukker wordende winkelstraat
en begint zuchtend opnieuw zyn
tocht, nu in omgekeerde richting.
Winkel in, winkel uit, zonder enig re
sultaat.
Het begon hem te duizelen van
schoenen en toonbanken; van win
keljuffrouwen van allerlei slag; van
winkel-meneren met veel overdreven
heid en gewichtig doenery. Van rijen
stoelen neven elkaar, waarop aller
hande mensen, in steeds de zelfde
buigingen, hun kousvoet maar weer
in een andere schoen probeerden te
wringen; 'n fonkel nieuwe schoen uit
Waalwyk of een, ergens uit Amerika.
En zonder, dat hy zelf er goed erg
in heeft, is hy weer gekomen aan
het punt, waar hy zyn opdracht, nu
byna anderhalf uur geleden zo opge
wekt begon. En waariyk, daar ziet hy
nog weer etalage's met schoenen
aan de overkant van de straat en
aenkt by zich zelf; de laatste, ab-
saluut de laatste en dan naar huis.
Weer gelukt het hem zonder kleer
scheuren of wat dan ook de straat
over te steken en zonder zich ook
r één seconde te bedenken, stapt
hy tussen uitgebouwde etalage's de
winkel binnen, waarvan de deur wa-
genwyd openstaat. Hy stapt op een
zacht groene loper: ziet 'n lage lange
toonbank van zuiver spiegelglas, dat
by elkaar gehouden wordt door fon
kelende nikkelen hoekyzers. En voor
dat het hem duidelyk gaat worden,
dat hy daar straks al in deze schone
en dure schoenwinkel naar wit leren
schoentjes heeft gevraagd, komt
lachend en opgewekt, vlak achter die
zelfde parfumwolk, dat jeugdig
ws-persoon, met dat ontzagwek
kend stro-geel haar, op hem toege
lopen en zegt op die zelfde vriende
lyke zangerige toon; „Hé
bent u wat vergeten?
Met z'n tweeën staan ze daar 'n
ogenblik doodstil in die oneindig def
tige winkel, tussen smalle lange spie
gels tot op de grond en met stille
schemerlampjes aan de mahoniehou
ten wanden.
Nee, Johannes kan nu niet meer
teruggaan; hy kan nu niet zo ineens
meer weglopen. Hy dient nu iets te
zeggen, maar dan toch wat anders
dan dat hy zuiver abuis en sufferig
is van al zyn gewinkel.
Hy zegt; „Jefrouw." Hy zegt nog
'n keer „Jefrouw" en dan zegt hy:
„nee, nee, vergeten ben ik eigeniyk
niets, maarik kom nu nog even
goede dag zeggen, enen de
schoentjes heeft u zeker nog niet ont
vangen
Dat juffrouwke lacht opeens heel
uibbundig; veel te lawaaierig voor
deze stille en heel deftige omgeving
en bovendien ook helemaal onnodig,
meent Johannes. Maar dan zegt ze,
dat ze 't toch erg aardig vond; dat
van die goededag zeggery en nee; de
schoentjes had ze nog steeds niet
ontvangen. Misschien morgen of
overmorgen, zei ze, terwyi ze daarby
zo'n beetje stond te draaien, zoals
veel van zulke meisjes op zulke ogen
blikken dat kunnen doen.
Nadat hy zich voor de tweede keer
onttrokken had aan al dat geweldige
blonde; aan al dat zacht groen van
dat kleedje en uit die parfumwolk,
denkt hy daar op de rand van een
vluchtheuvel waar hy zich plotseling
biykbaar op bevindt; „Het zyn
vast en zeker by elkaar wel duizend
schoenwinkels, waar ik vanmiddag
ben binnen geweest, maar op die ma
nier zyt ge ook volkomen verant
woord, als ge straks tegen uw vrouw
moet zeggen; „nee, zulke schoentjes,
maar dan in wit leer, waren ook in
de stad niet te koop".
Johannes verlaat zijn vlucht
heuvel en komt zonder één
schrammetje aan de overkant
de steeds drukker wordende
straat van vier-uren 's middags
op 4 december, badend in veel
kleurig licht van neon en an
dere buizendag- en zonlichtlam
pen.
Hij poogt zich 'n weg te banen
door de drentelende en schuife
lende menigte; ziet ineens kans
een smal, oud straatje in te schie
ten, waar het plotseling duister en
stil is; waar het heel prettig voor
hem is.
Langzaam, vermoeid en ter
neergeslagen, loopt hij daar langs
de oude gevels en vlak voor hem
ziet hij het betraande en teleur
gestelde gezichtje van zijn Ma
rieke op de morgen van 6 decem
ber, nu over twee dagen
Op het plein gekomen, staat de bus
daar bedaard zyn beurt af te wach
ten. Het is nog vyf minuten vóór het
uur van vertrek; half vyf precies,
althans volgens de dienstregeling.
Fonske de bus-chauffeur, staat
wydbeens te midden van een buiten
gewone drukte, volkomen onbewogen,
zyn slecht gerolde shag-sigaret op te
zuigen.
Achter in de schemerig verlichte
bus, zitten enige scholieren te rumoe
ren en elkaar met tas en boeken da
verend om de oren te slaan.
'n Boerenvrouw is nog altyd druk
bezig, met het zoeken van een goede
plaats voor haar tassen, die haar de-
gelyke omvang in ongekende mate
nog vergrootten en bezwaren.
'n H.B.S.-ding, denkt Johannes,
met een fel uitbundig rood jasje aan
en met 'n blauw alpino op d'r zigeu-
nerinnenhaar, zit met 'n zakspiegel-
tje zich uiterst nauwkeurig te beky-
ken.
Johannes heeft de bank achter de
rugleuning van Fonske ingenomen en
ziet door de voorruit in het steeds
voller wordende plein dat nu be
schenen wordt door het schelle licht
van kolossale booglampen. Krioelen
de, jachtende mensen worden som-
wyien door benzol en oliedampen aan
zyn staarogen onttrokken.
Hy krygt 'n teer en zacht visioen
van zyn nederig huis, verscholen tus
sen eiken en dennen aan de rand van
het bos; met de bus, drie kwartier
van deze hel van steen en asfalt; 'n
woestyn, denkt Johannes.
Maar dan wordt hy door een won
derbare verschyning tot de werkeiyk-
heid teruggevoerd.
Daar komt hygend en blazend,
Driekus de schoenmaker van het
dorp, beladen met 'n groot pak, aan
gedragen
Fonske de buschauffeur, heeft
het restje van zijn sigaret al weg
geworpen en staat nu met de
punt van zijn linker schoen, dat
restje aandachtig tot moes te
wrijven, op de beoliede straatklin
kers, onderwijl Driekus een groot
met zwart zeildoek omwonden
pak in de bus werkt.
Als hij daarmee gereed is en
naast Johannes neer zit, komt
Fonske met zijn zwart leren geld
tas voor zijn buik en met het boek
met tientallen zacht gekleurde
kaartjes in zijn hand, die kaartjes
verkopen en controleren.
Even daarna schuift de bus met
ongelofelijke zekerheid, dwars
door het gekrioel, om bijna tien
over half vijf het plein af.
Driekus heeft intussen zyn rood
geruite zakdoek genomen en gaat
daarmee zyn gezicht zitten afdrogen
met langzame, zorgvuldige vegen. Hy
staat daarna op en begint de riemen
van zyn bagage, die vlak voor hem
staat, rustig los te maken. Dan grijpt
zyn groezelige harige hand in het
pak: een spierwitte schoenendoos
blinkt ineens fel boven het zwart van
het zeildoek en daarna nog één en
nog één.
En terwyl Johannes met angstig-
verbaasde ogen toekykt naar hetgeen
Advertentie
Stijging uitvoer land
en tuinbouwprodukten
Volgens een mededeling van het
Centraal Bureau voor de Statistiek
bedroeg de waarde van de uitvoer
van land- en tuinbouwprodukten in
het 3de kwartaal van 1964 f. 1.497
miljoen. Dit betekent een stijging,
ten opzichte van het overeenkom
stige kwartaal in 1963, met f. 174
miljoen of 13%. Hiervan komt f. 140
miljoen voor rekening van produk-
ten van Nederlandse herkomst.
Gedurende de eerste 3 kwartalen
van 1964 werd in totaal voor f.
mlijoen aan land- en tuinbouwpro
dukten geëxporteerd tegen f. 3.944
miljoen in dezelfde periode van 1963
Het aandeel van de land- en tuin
bouwprodukten in de totale Neder'
landse uitvoer bedraagt over d<
eerste drie kwartalen 1964 28%.
Wonderen zijn schaars, door C. C.
Troebst, uitg. Ad. M. C. Stok (Forum
BoekeryDen Haag Overleven in
de woestyn, op zee, in yzige koude, in
de tropent in het luchtruimis dat
mogelijk?' Het antwoord iykt alleen
r negatief te kunnen zyn. De
jonge Duitse journalist Cord Chris
tian Troebst, die al verscheidene po
pulair-wetenschappelyke boeken op
zyn naam heeft staan, is een andere
mening toegedaan. „Overleven kan
geleerd worden" en „suvivaltraining
is goed". De auteur heeft een groot
aantal tragedies verzameld, die hy
evenwel niet vertelt omwille van de
misère, maar om er uit te leren. Velen
hebben rampen op de oceaan, in het
pooiys of in de woestyn overleefd,
omdat zy van nature of door tevoren
Advertentie
zich daar naast hem allemaal af
speelt, zegt Driekus eenvoudig; „Hier,
maak maar eens open, meneer
Hy voelt een klam aandoende
schoenendoos tussen zyn handen ko-
Hy brengt zyn knieën tegen el
kaar en zet heel zacht die doos daar
op. Daar licht hy voorzichtig het dek
sel op en legt dit plechtig naast zich
Dan, met aarzelende zoekende vin
gers, vouwt hy het ritsende vloeipa
pier uiteen en daar daér netjes
tegeneen gelegd, blinken een paar
witleren schoentjes in ongekende
pracht hem tegen.
Ei- komt iets byzonder in zyn ogen
dat loopt dan verder over heel zyn
ernstig gezicht.
Hy heeft één van die oneindig
witte en o zo zaohte schoentjes, heel
zorgvuldig in zyn handen genomen
zegt stil voor zich heen; hoe
schoonwit leren schoentjes voor
Marieke... en precies volgens het
modellekeDus tóchtóch
En dan te denken, dat er nog men-
n zyn die Biet meer aan een Sin
terklaas gelóven
IN kinderharten heerst deze
maand enige verwarring, nu
de stok-oude decernber'-wel-
doener symptomen van gesple
tenheid vertoont: voor de één
biy ft deze door de eeuwen heen
de vertrouwde Sint-Nicolaas,
voor de ander is hy de Kerst-
Maar wiè hy ook zy: er is altyd
sprake van een eerbiedwaardige
figuur, die cadeautjes uitdeelt en
en daarom op handen gedragen
wordt.
EDER kind kykt nu 's mor-
T gens al héél vroeg uit of er
1 wat in zyn schoentje ligt.
Het liefst een heleboel lekkers
ik zie de voorhoofden der
tandartsen al fronsen als het
er af kan nóg een aardigheidje,
in ieder geval iets om er zich
voor 't slapen gaan gespannen
op te verheugen.
Een kinderhand is gauw ge
vuld.
Ook een kinderschoen. Daar
om is het niet erg als er eens
iets naast ligt, een extra-ver
rassing is altyd meegenomen.
NIET ieder kind is even lief.
Daarom is 't geen wonder,
dat er soms ook de roe aan
te pas komt.
Met die roe onderhoudt de
Sint zyn gezag, maar hy spaart
deze zoveel mogeiyk, omdat hy
vóór alles de ideale kindervrind
wil blyven, die liever zyn Spaan
se rietje in de zak houdt dan
dat hy erop los slaat.
SINTS komst moet onder alle
omstandigheden een feest
blyven en niet in een straf
expeditie ontaarden.
De Goed-heilig man zorgt lie
ver voor een lach dan voor een
traan en als hy 's morgens biyde
gezichtjes om zich heen verza
melen mag, is hy in het beste
humeur.
TOT hy op de 5-december-
avond pas goed voor de dag
komt en zyn „grote" ga
ven als pepernoten om zich heen
strooit.
Zorgt U ervoor, dat U er en
kele van opvangt.
Dan is ook voor U het „heer-
lyk" avondje gekomen en uw
humeur geiyk aan het zyne.
En dèèr is het de Sint toch
maar om te doen!
FANTASIO
verkregen kennis de kunst verstonden
om te overleven. Ook de kansen in
een atoomoorlog worden uitvoerig be
sproken, maar dit is toch maar
enkel facet van het gehele boek, dat
een enorm aantal nuttige wenken be
vat, op prettige wyze verteld en
meestal aan de hand van een voor
beeld. Natuurlyk hoopt iedereen, dat
hy nooit in een precaire toestand te
recht zal komen, maar wie de kans
loopt van wèl is beter voorbereid als
hy dit boek van Troebst heeft gele
zen.
Van Wilson tot Kennedy, door An-
dré Maurois, uitg. U. M. Hollandla,
Baam De vermaarde Franse ro-
manschryver is geboeid door het ver-
sohynsel van Amerika's snelle groei
tot wereldmacht. En zonder al te ver
in te gaan op de diepste oorzaken
die immers in de eerste geschiedenis
van Amerika besloten liggen volgt
hy het stadium van de spectaculaire
groei na de eerste wereldoorlog op de
voet. Maurois is niet alleen een boei
end auteur, maar ook een goed ken
ner van de geschiedenis. Na een in
leidend hoofdstuk over de Verenigde
Staten vóór de eerste wereldoorlog
volgt een kenschets van Wilson, ge
volgd door de tyd van ontgoocheling.
Maurois tekent dan de presi
denten Harding, Coolidge, Hoover.
Roosevelt, Truman en Eisenhower,
waarna nog een hoofdstuk is toege
voegd over Kennedy, van de hand
van B. J. Fris. Al die figuren worden
getekend in hun prestaties en achter
gronden, waarby de recente historie
van de Verenigde Staten in het volle
licht komt te staan. Maurois heeft
geen werk willen schrijven, dat als
„handboek" het laatste woord heeft.
Toch is zyn behandeling van de stof
zeer gedegen, zonder dat die dege
lijkheid aan de prettige leesbaarheid
tekort doet. Het boek (350 bladzyden)
is verlucht met zestien pagina's foto's
op kunstdruk.
Onder gouden vleugels (Marine
jagers in de Pacific) door Richard L.
Newhafer. Uitgave en druk Hollan-
dia N.V. Baam.
,fZij waren de mannen, die hun
oorlog zittend uitvochten. Zij
schreven geschiedenis met hun
ruggen tegen de harde wanden
van de parachutepakken, hun
heupen stijf van de lange uren
in de kleine cockpits en hun
magen verkrampt door de
spanning tegen de versnelling
van de zwaartekracht.
Velen van hen zouden
eenzaam zijn, want zo vliegen
ze nu eenmaal. Ze waren hun
eigen bomrichter, navigator en
schutter. Alle middelen om
oorlog te voeren lagen binnen
het bereik van hun twee han
den. Zij stijgen alleen op, vech
ten alleen en als zij terugkeren,
landen zij alleen. Jachtvlie-
gers zijn de eenzamen en ten
zij zij die eenzaamheid prefe
reren, houden zij het niet lang
vol. De jachtvlieger heeft al
leen zichzelf en zijn God".
Zo zag en ziet Richard Newhafer
de mannen, met wie hy in de oorlog
heeft gevochten. Hy was nameiyk
;n bekwaam marinevlieger.
Met zyn roman heeft hy een ge
denkteken willen oprichten voor
hen, die in de oorlogsjaren
in him jagers van de Amerikaanse
oorlogsbodems in de Stille Oceaan
opstegen om honderden myien ver
slag te leveren met de Japanse lucht
macht. Nawhafer is nogal simpel te
werk gegaan. Hy omringt ons met
louter helden. Slechts één man loopt
ertussen, die dat predicaat niet kan
veroveren. Hy is het zwarte schaap.
Zo zwart, dat het eigeniyk onbegrij-
peiyk is, dat deze man het zo ver
heeft kunnen schoppen. Voor het
overige ontmoeten wy alleen helden
heldinnen. Mannen en vrouwen
i weinig woorden, maar grote da
den. Newhafer geeft als het ware een
Journalistiek verslag van een beslis
send jaar in hun leven. Beslissend
voor henzelf en beslissend voor de
loop der oorlogshandelingen in de
Stille Oceaan tydens de tweede we
reldoorlog. Newhafer is by het schry-
ven van dit verslag teveel vlieger en
te weinig auteur geweest. Hy vervalt
nogal eens in typisch vakjargon, voor
een niet ingewyde niet altyd even
gemakkeiyk te volgen. Maar hy be-
schryft de fascinerende gebeurtenis
sen met een indringende pen. Zo
heeft hy een boeiende roman toege
voegd aan de reeds aanzieniyke reeks
die over de laatste wereldoorlog is
verschenen.
De grote ENORM: in kiat van
25 f 6.75. In mooie doos van
10 2.70. De kloeke PARFAIT:
In kist van 25 f 5.50. In mooie
doos van 10 f 2.20. De senori-
tas VEDETTE: in kist van 50
f 7.-. In doos van 10 1.40.
SIGARENFABRIEKEN VALKENSWAARD I