SINTERKLAAS N^dampo Udsma Kado uit •Spanje Geef hem toch Jasneva I Jamm Wit leren schoentjes voor Marietje van: Nieuwe uitgaven IN HET BESTE HUMEUR! LEIDSCH DAGBLAD DONDERDAG 3 DECEMBER 1961 Door J. J. Roovers JOHANNES kreeg van zijn vrouw opdracht om naar de stad te gaan. Mariekezijn dochterke had telkens opnieuw doot de schoorsteen aan Sinterklaas gevraagd om schoentjesSchoen tjes van wit leer, alsjeblieft goede Sintprecies dezelfde als ik al heb in bruinleer". Maar gebleken was, dat juist zulke schoentjes in wit leer, op het hele dorp niet te koop waren. Vandaar dus, dat Johannes naar de stad moest en wel spoedig, want 't was al 3 december. De andere dag, het was heel zacht en zonnig weer, stapt hij 's middags, enige minuten vóór één uur in de bus. Het rechter Schoentje van bruinleer van zijn eigen dochterke, steekt in de buitenzak van zijn licht-gele regen jas. Dat is gemakkelijk dat hy 'n mo- delleke heeft meegenomen; zo kan hij nooit iets verkeerds meebrengen. Want precies de zelfde schoentjes, maar dan in wit leer moesten het zijn; „en anders geen", verstaat ge, „anders geen", was er bij gezegd. De bus heeft zijn zo bekende weg naar de stad en daar staat Johannes nu aan 't begin van zijn bekomen op dracht. Nu gebeurde er altijd iets wonder lijks als hij voor zich zelf, of voor wie dan ook, een boodschap deed. Daar gebeurde altijd iets vreemds; iets buitengewoon soms. En daarom deed hij nooit graag boodschappen en zeker niet in de stad. Maar nu, in dit geval, voor zijn klein Marieke's Sin terklaascadeau nog wel, kon hij er niet aan ontkomen. En daarom gaat hij nu door „de winkelstraat" van de stad op zoek naar die buitengewone schoentjes, die op héél 't dorp niet te koop waren. Met zich zelf spreekt hij af, alle schoenwinkels in die straat, onher roepelijk binnen te gaan, net zo lang tot de witleren schoentjes voor zijn Marieke, gekocht en betaald, in 'n pakje veilig onder zijn arm zullen zijn geborgen. Hij staat daar even op 'n trottoir de felle doop van het verkeer en van het lawaai te ondergaan en ziet dan, schuin aan de overkant, 'n prachtige schoenwinkel. Johannes telt de juis te seconden af om de straat over te steken en als hem dat geheel en al gelukt is, stapt hij moedig, tussen twee uitgebouwde etalages vol met schoenen, de winkel binnen, waarvan, zeker omdat 't zulk schoon weer is, de deur wagenwijd open staat. Helemaal alleen, neemt hij plaats voor 'n lange, lage toonbank uit zui ver spiegelglas vervaardigd. Dat spie gelglas wordt met schone nikkelen hoekijzers by elkaar gehouden. En in die glazen toonbank ziet hy inmiddels uit, of tussen de schoenen, die daar buitengewoon kunstig zyn neergezet, ook schoentjes van wit leer, waarvan hy 'n modelleke van bruinleer in de buitenzak van zyn wit-gele regenjas voelt, aanwezig zyn. Johannes is zeker heel voorzichtig en stil over die dikke, zacht groene Exportheffing op bolbloemen Nu de Europese Commissie een be schikking heeft uitgevaardigd, waar in West-Duitsland wordt gemachtigd compenserende heffingen te leggen op de invoer van tulpen- en narcis senbloemen uit Nederland, tenzij Ne derland zelf de betrokken heffingen oplegt, is in overleg met de Duitse autoriteiten besloten van deze laatste mogeiykheid gebruik te maken. De minister van Landbouw en Vis- sery heeft inmiddels schrifteiyk zyn goedkeuring verleend aan de verordening van het Produktschap voor Siergewassen „exportheffing bolbloemen West-Duitsland 1964 tot 1965 I". De nu getroffen regeling strekt ter vervanging van de seizoenregeling welke sedert 1959 in bilateraal ver band tussen Duitsland en Nederland was overeengekomen. Deze regeling gold jaariyks ruwweg voor het tyd- vak medio december tot medio maart. In dit seizoen worden tul- pe- en narcissebollen tot bloe men geforceerd, „getrokken" en als snybloemen verhandeld. De Duitse trekkers verkrygen Nederlandse bloembollen (exportkwaliteit) voor iets hogere prijs, dan de prys waarvoor de Nederlandse trekkers hun grondstof kunnen 'betrek ken. By invoer in de Duitse Bonds republiek zouden de in Nederland getrokken bolbloemen door de goed kopere grondstof tegen een lagere prijs kunnen worden aangevoerd dan mogelyk is by de in Duitsland van Nederlandse bollen getrokken tulpen en narcissen. Om wille van een eerlyke concurrentieverhouding werd derhalve telkenmale over ge noemd tydvak het prysverschil door compenserende heffingen genivel leerd. In de afgelopen zomer heeft de Europese Commissie tegen deze bila terale regeling op grond van het verdrag van Rome bezwaar gemaakt. Na Nederlands-Duits regeringsoverleg heeft de Bondsrepubliek, onder steund door de Nederlandse regering, in Brussel verzocht een EEG-rege- ling toe te passen, die in overeen stemming met het verdrag is en het zelfde compenserende effect heeft. loper, naar binnen gegaan, want ner gens ziet hy plotseling een of ander hoofd te voorschynkomen, zoals dat toch meestal heel gebruikelyk is. Maar daar opeens, terwyl hy zich juist wil gaan verplaatsen naar een verder gedeelte van die glazen toon bank, komt daar van heel achteraan, uit een glazen kast naar het leek, een jeugdig vrouws-persoon, volkomen geruisloos op hem af. Dat vrouws-persoon, daar gaat 'n wolk van parfumlucht, die hy al by zyn binnenkomst bemerkt had, aan vooraf. Dat vrouws-persoon heeft 'n ge weldige hoop fel blond haar op haar hoofd, in schone golven afhangend tot op haar schouders. Dat vrouws-persoon heeft een heel net zacht groen zyden kleedje aan, als in dezelfde kleur als die dikke lo per, waarover thans haar buitenge wone schoentjes langzaam vooruit gaan, naar Johannes toe. Haar duideiyk in rood aangezette lippen, zetten zich toch wezeniyk tot 't prettige glimlach; en mooie tanden heeft dat ding ook, denkt hy. Zy zegt naderby gekomen „me- neeeer" op zangerige vriendeiyke vragende toon, zoals zulke meisjes dat allemaal eender kunnen doen, en hy zegt eenvoudig en nederig; „Je- frouwke, ik zoek 'n paar schoentjes uit zuiver wit leer vervaardigd, maar precies volgens dit modelleke", en hy tovert haar het rechtse bruinieren schoentje van Marieke onder haar diep blauwe ogen. En op de vraag van dat lacherige, heel beleefd en vriendelyke winkel- juffrouwke, of 't niet wat anders mocht zyn, omdat helaas juist zulke schoentjes op dit moment niet voor radig waren, antwoordt Johannes zacht doch met nadruk; „Nee je- frouwke, precies zulke, maar dan in wit leer, en anders géén". Jammer, ze kan hem wezeniyk niet aan juist die schoentjes helpen, zeer tot haar spyt; heel erg tot haar spyt, zei ze er by, en diep teleurgesteld stopt hy daarop zorgvuldig zyn mo delleke weer op zyn oude plaats en trekt zich terug uit die wolk van par fum, na haai' zyn gevoelens van dank betuigd te hebben. Hy schiet, zonder er weer in te ky- ken, tussen de uitgebouwde etalages door naar buiten en staat meteen te midden van de winkelende Sinter klaas drukte. Maar onherroepelyk zal hy alle schoenwinkels in deze straat naar binnen gaan, zolang uiteindelyk, tot die zeldzaam witleren schoentjes voor zyn klein Marieke veilig en wel in zyn bezit zyn. Hij staat op het punt de straat over te steken want 'n enorme plakaat op een winkelruit aan de overzijde, zegt hem dat daar schoenen in alle maten, modellen en prijzen, thans overvloedig voorradig zijn. Doch hij bedenkt zich. Zo, op deze manier van doen, zit er geen systeem in m'n werk. Als ik nu eerst eens alle schoen winkels aan deze kant van de straat ajzoek en dan alle winkels aan de overkant ajzoek, denkt Johannes. En daarom gaat hij aan deze zelfkant van de straat, alle schoen-zaken binnen maar helaasom zonder pakje onder zijn arm er weer uit terug te ko men. Wel zeer diep teleurgesteld, steekt hy op de juiste honderste seconde, de steeds drukker wordende winkelstraat en begint zuchtend opnieuw zyn tocht, nu in omgekeerde richting. Winkel in, winkel uit, zonder enig re sultaat. Het begon hem te duizelen van schoenen en toonbanken; van win keljuffrouwen van allerlei slag; van winkel-meneren met veel overdreven heid en gewichtig doenery. Van rijen stoelen neven elkaar, waarop aller hande mensen, in steeds de zelfde buigingen, hun kousvoet maar weer in een andere schoen probeerden te wringen; 'n fonkel nieuwe schoen uit Waalwyk of een, ergens uit Amerika. En zonder, dat hy zelf er goed erg in heeft, is hy weer gekomen aan het punt, waar hy zyn opdracht, nu byna anderhalf uur geleden zo opge wekt begon. En waariyk, daar ziet hy nog weer etalage's met schoenen aan de overkant van de straat en aenkt by zich zelf; de laatste, ab- saluut de laatste en dan naar huis. Weer gelukt het hem zonder kleer scheuren of wat dan ook de straat over te steken en zonder zich ook r één seconde te bedenken, stapt hy tussen uitgebouwde etalage's de winkel binnen, waarvan de deur wa- genwyd openstaat. Hy stapt op een zacht groene loper: ziet 'n lage lange toonbank van zuiver spiegelglas, dat by elkaar gehouden wordt door fon kelende nikkelen hoekyzers. En voor dat het hem duidelyk gaat worden, dat hy daar straks al in deze schone en dure schoenwinkel naar wit leren schoentjes heeft gevraagd, komt lachend en opgewekt, vlak achter die zelfde parfumwolk, dat jeugdig ws-persoon, met dat ontzagwek kend stro-geel haar, op hem toege lopen en zegt op die zelfde vriende lyke zangerige toon; „Hé bent u wat vergeten? Met z'n tweeën staan ze daar 'n ogenblik doodstil in die oneindig def tige winkel, tussen smalle lange spie gels tot op de grond en met stille schemerlampjes aan de mahoniehou ten wanden. Nee, Johannes kan nu niet meer teruggaan; hy kan nu niet zo ineens meer weglopen. Hy dient nu iets te zeggen, maar dan toch wat anders dan dat hy zuiver abuis en sufferig is van al zyn gewinkel. Hy zegt; „Jefrouw." Hy zegt nog 'n keer „Jefrouw" en dan zegt hy: „nee, nee, vergeten ben ik eigeniyk niets, maarik kom nu nog even goede dag zeggen, enen de schoentjes heeft u zeker nog niet ont vangen Dat juffrouwke lacht opeens heel uibbundig; veel te lawaaierig voor deze stille en heel deftige omgeving en bovendien ook helemaal onnodig, meent Johannes. Maar dan zegt ze, dat ze 't toch erg aardig vond; dat van die goededag zeggery en nee; de schoentjes had ze nog steeds niet ontvangen. Misschien morgen of overmorgen, zei ze, terwyi ze daarby zo'n beetje stond te draaien, zoals veel van zulke meisjes op zulke ogen blikken dat kunnen doen. Nadat hy zich voor de tweede keer onttrokken had aan al dat geweldige blonde; aan al dat zacht groen van dat kleedje en uit die parfumwolk, denkt hy daar op de rand van een vluchtheuvel waar hy zich plotseling biykbaar op bevindt; „Het zyn vast en zeker by elkaar wel duizend schoenwinkels, waar ik vanmiddag ben binnen geweest, maar op die ma nier zyt ge ook volkomen verant woord, als ge straks tegen uw vrouw moet zeggen; „nee, zulke schoentjes, maar dan in wit leer, waren ook in de stad niet te koop". Johannes verlaat zijn vlucht heuvel en komt zonder één schrammetje aan de overkant de steeds drukker wordende straat van vier-uren 's middags op 4 december, badend in veel kleurig licht van neon en an dere buizendag- en zonlichtlam pen. Hij poogt zich 'n weg te banen door de drentelende en schuife lende menigte; ziet ineens kans een smal, oud straatje in te schie ten, waar het plotseling duister en stil is; waar het heel prettig voor hem is. Langzaam, vermoeid en ter neergeslagen, loopt hij daar langs de oude gevels en vlak voor hem ziet hij het betraande en teleur gestelde gezichtje van zijn Ma rieke op de morgen van 6 decem ber, nu over twee dagen Op het plein gekomen, staat de bus daar bedaard zyn beurt af te wach ten. Het is nog vyf minuten vóór het uur van vertrek; half vyf precies, althans volgens de dienstregeling. Fonske de bus-chauffeur, staat wydbeens te midden van een buiten gewone drukte, volkomen onbewogen, zyn slecht gerolde shag-sigaret op te zuigen. Achter in de schemerig verlichte bus, zitten enige scholieren te rumoe ren en elkaar met tas en boeken da verend om de oren te slaan. 'n Boerenvrouw is nog altyd druk bezig, met het zoeken van een goede plaats voor haar tassen, die haar de- gelyke omvang in ongekende mate nog vergrootten en bezwaren. 'n H.B.S.-ding, denkt Johannes, met een fel uitbundig rood jasje aan en met 'n blauw alpino op d'r zigeu- nerinnenhaar, zit met 'n zakspiegel- tje zich uiterst nauwkeurig te beky- ken. Johannes heeft de bank achter de rugleuning van Fonske ingenomen en ziet door de voorruit in het steeds voller wordende plein dat nu be schenen wordt door het schelle licht van kolossale booglampen. Krioelen de, jachtende mensen worden som- wyien door benzol en oliedampen aan zyn staarogen onttrokken. Hy krygt 'n teer en zacht visioen van zyn nederig huis, verscholen tus sen eiken en dennen aan de rand van het bos; met de bus, drie kwartier van deze hel van steen en asfalt; 'n woestyn, denkt Johannes. Maar dan wordt hy door een won derbare verschyning tot de werkeiyk- heid teruggevoerd. Daar komt hygend en blazend, Driekus de schoenmaker van het dorp, beladen met 'n groot pak, aan gedragen Fonske de buschauffeur, heeft het restje van zijn sigaret al weg geworpen en staat nu met de punt van zijn linker schoen, dat restje aandachtig tot moes te wrijven, op de beoliede straatklin kers, onderwijl Driekus een groot met zwart zeildoek omwonden pak in de bus werkt. Als hij daarmee gereed is en naast Johannes neer zit, komt Fonske met zijn zwart leren geld tas voor zijn buik en met het boek met tientallen zacht gekleurde kaartjes in zijn hand, die kaartjes verkopen en controleren. Even daarna schuift de bus met ongelofelijke zekerheid, dwars door het gekrioel, om bijna tien over half vijf het plein af. Driekus heeft intussen zyn rood geruite zakdoek genomen en gaat daarmee zyn gezicht zitten afdrogen met langzame, zorgvuldige vegen. Hy staat daarna op en begint de riemen van zyn bagage, die vlak voor hem staat, rustig los te maken. Dan grijpt zyn groezelige harige hand in het pak: een spierwitte schoenendoos blinkt ineens fel boven het zwart van het zeildoek en daarna nog één en nog één. En terwyl Johannes met angstig- verbaasde ogen toekykt naar hetgeen Advertentie Stijging uitvoer land en tuinbouwprodukten Volgens een mededeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg de waarde van de uitvoer van land- en tuinbouwprodukten in het 3de kwartaal van 1964 f. 1.497 miljoen. Dit betekent een stijging, ten opzichte van het overeenkom stige kwartaal in 1963, met f. 174 miljoen of 13%. Hiervan komt f. 140 miljoen voor rekening van produk- ten van Nederlandse herkomst. Gedurende de eerste 3 kwartalen van 1964 werd in totaal voor f. mlijoen aan land- en tuinbouwpro dukten geëxporteerd tegen f. 3.944 miljoen in dezelfde periode van 1963 Het aandeel van de land- en tuin bouwprodukten in de totale Neder' landse uitvoer bedraagt over d< eerste drie kwartalen 1964 28%. Wonderen zijn schaars, door C. C. Troebst, uitg. Ad. M. C. Stok (Forum BoekeryDen Haag Overleven in de woestyn, op zee, in yzige koude, in de tropent in het luchtruimis dat mogelijk?' Het antwoord iykt alleen r negatief te kunnen zyn. De jonge Duitse journalist Cord Chris tian Troebst, die al verscheidene po pulair-wetenschappelyke boeken op zyn naam heeft staan, is een andere mening toegedaan. „Overleven kan geleerd worden" en „suvivaltraining is goed". De auteur heeft een groot aantal tragedies verzameld, die hy evenwel niet vertelt omwille van de misère, maar om er uit te leren. Velen hebben rampen op de oceaan, in het pooiys of in de woestyn overleefd, omdat zy van nature of door tevoren Advertentie zich daar naast hem allemaal af speelt, zegt Driekus eenvoudig; „Hier, maak maar eens open, meneer Hy voelt een klam aandoende schoenendoos tussen zyn handen ko- Hy brengt zyn knieën tegen el kaar en zet heel zacht die doos daar op. Daar licht hy voorzichtig het dek sel op en legt dit plechtig naast zich Dan, met aarzelende zoekende vin gers, vouwt hy het ritsende vloeipa pier uiteen en daar daér netjes tegeneen gelegd, blinken een paar witleren schoentjes in ongekende pracht hem tegen. Ei- komt iets byzonder in zyn ogen dat loopt dan verder over heel zyn ernstig gezicht. Hy heeft één van die oneindig witte en o zo zaohte schoentjes, heel zorgvuldig in zyn handen genomen zegt stil voor zich heen; hoe schoonwit leren schoentjes voor Marieke... en precies volgens het modellekeDus tóchtóch En dan te denken, dat er nog men- n zyn die Biet meer aan een Sin terklaas gelóven IN kinderharten heerst deze maand enige verwarring, nu de stok-oude decernber'-wel- doener symptomen van gesple tenheid vertoont: voor de één biy ft deze door de eeuwen heen de vertrouwde Sint-Nicolaas, voor de ander is hy de Kerst- Maar wiè hy ook zy: er is altyd sprake van een eerbiedwaardige figuur, die cadeautjes uitdeelt en en daarom op handen gedragen wordt. EDER kind kykt nu 's mor- T gens al héél vroeg uit of er 1 wat in zyn schoentje ligt. Het liefst een heleboel lekkers ik zie de voorhoofden der tandartsen al fronsen als het er af kan nóg een aardigheidje, in ieder geval iets om er zich voor 't slapen gaan gespannen op te verheugen. Een kinderhand is gauw ge vuld. Ook een kinderschoen. Daar om is het niet erg als er eens iets naast ligt, een extra-ver rassing is altyd meegenomen. NIET ieder kind is even lief. Daarom is 't geen wonder, dat er soms ook de roe aan te pas komt. Met die roe onderhoudt de Sint zyn gezag, maar hy spaart deze zoveel mogeiyk, omdat hy vóór alles de ideale kindervrind wil blyven, die liever zyn Spaan se rietje in de zak houdt dan dat hy erop los slaat. SINTS komst moet onder alle omstandigheden een feest blyven en niet in een straf expeditie ontaarden. De Goed-heilig man zorgt lie ver voor een lach dan voor een traan en als hy 's morgens biyde gezichtjes om zich heen verza melen mag, is hy in het beste humeur. TOT hy op de 5-december- avond pas goed voor de dag komt en zyn „grote" ga ven als pepernoten om zich heen strooit. Zorgt U ervoor, dat U er en kele van opvangt. Dan is ook voor U het „heer- lyk" avondje gekomen en uw humeur geiyk aan het zyne. En dèèr is het de Sint toch maar om te doen! FANTASIO verkregen kennis de kunst verstonden om te overleven. Ook de kansen in een atoomoorlog worden uitvoerig be sproken, maar dit is toch maar enkel facet van het gehele boek, dat een enorm aantal nuttige wenken be vat, op prettige wyze verteld en meestal aan de hand van een voor beeld. Natuurlyk hoopt iedereen, dat hy nooit in een precaire toestand te recht zal komen, maar wie de kans loopt van wèl is beter voorbereid als hy dit boek van Troebst heeft gele zen. Van Wilson tot Kennedy, door An- dré Maurois, uitg. U. M. Hollandla, Baam De vermaarde Franse ro- manschryver is geboeid door het ver- sohynsel van Amerika's snelle groei tot wereldmacht. En zonder al te ver in te gaan op de diepste oorzaken die immers in de eerste geschiedenis van Amerika besloten liggen volgt hy het stadium van de spectaculaire groei na de eerste wereldoorlog op de voet. Maurois is niet alleen een boei end auteur, maar ook een goed ken ner van de geschiedenis. Na een in leidend hoofdstuk over de Verenigde Staten vóór de eerste wereldoorlog volgt een kenschets van Wilson, ge volgd door de tyd van ontgoocheling. Maurois tekent dan de presi denten Harding, Coolidge, Hoover. Roosevelt, Truman en Eisenhower, waarna nog een hoofdstuk is toege voegd over Kennedy, van de hand van B. J. Fris. Al die figuren worden getekend in hun prestaties en achter gronden, waarby de recente historie van de Verenigde Staten in het volle licht komt te staan. Maurois heeft geen werk willen schrijven, dat als „handboek" het laatste woord heeft. Toch is zyn behandeling van de stof zeer gedegen, zonder dat die dege lijkheid aan de prettige leesbaarheid tekort doet. Het boek (350 bladzyden) is verlucht met zestien pagina's foto's op kunstdruk. Onder gouden vleugels (Marine jagers in de Pacific) door Richard L. Newhafer. Uitgave en druk Hollan- dia N.V. Baam. ,fZij waren de mannen, die hun oorlog zittend uitvochten. Zij schreven geschiedenis met hun ruggen tegen de harde wanden van de parachutepakken, hun heupen stijf van de lange uren in de kleine cockpits en hun magen verkrampt door de spanning tegen de versnelling van de zwaartekracht. Velen van hen zouden eenzaam zijn, want zo vliegen ze nu eenmaal. Ze waren hun eigen bomrichter, navigator en schutter. Alle middelen om oorlog te voeren lagen binnen het bereik van hun twee han den. Zij stijgen alleen op, vech ten alleen en als zij terugkeren, landen zij alleen. Jachtvlie- gers zijn de eenzamen en ten zij zij die eenzaamheid prefe reren, houden zij het niet lang vol. De jachtvlieger heeft al leen zichzelf en zijn God". Zo zag en ziet Richard Newhafer de mannen, met wie hy in de oorlog heeft gevochten. Hy was nameiyk ;n bekwaam marinevlieger. Met zyn roman heeft hy een ge denkteken willen oprichten voor hen, die in de oorlogsjaren in him jagers van de Amerikaanse oorlogsbodems in de Stille Oceaan opstegen om honderden myien ver slag te leveren met de Japanse lucht macht. Nawhafer is nogal simpel te werk gegaan. Hy omringt ons met louter helden. Slechts één man loopt ertussen, die dat predicaat niet kan veroveren. Hy is het zwarte schaap. Zo zwart, dat het eigeniyk onbegrij- peiyk is, dat deze man het zo ver heeft kunnen schoppen. Voor het overige ontmoeten wy alleen helden heldinnen. Mannen en vrouwen i weinig woorden, maar grote da den. Newhafer geeft als het ware een Journalistiek verslag van een beslis send jaar in hun leven. Beslissend voor henzelf en beslissend voor de loop der oorlogshandelingen in de Stille Oceaan tydens de tweede we reldoorlog. Newhafer is by het schry- ven van dit verslag teveel vlieger en te weinig auteur geweest. Hy vervalt nogal eens in typisch vakjargon, voor een niet ingewyde niet altyd even gemakkeiyk te volgen. Maar hy be- schryft de fascinerende gebeurtenis sen met een indringende pen. Zo heeft hy een boeiende roman toege voegd aan de reeds aanzieniyke reeks die over de laatste wereldoorlog is verschenen. De grote ENORM: in kiat van 25 f 6.75. In mooie doos van 10 2.70. De kloeke PARFAIT: In kist van 25 f 5.50. In mooie doos van 10 f 2.20. De senori- tas VEDETTE: in kist van 50 f 7.-. In doos van 10 1.40. SIGARENFABRIEKEN VALKENSWAARD I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 11