VÉÉL NIETS... c Kom er ACHT-er D Wie verlangt krijgt Boswachters in Afrika Mal fray TOVER FORMULE? Zaterdag 28 november 1964 Pagina 4 Wekelijks bijvoegsel Uw Wereld SINTERKLAASVERHAAL VOOR DE KINDEREN PAPIEREN BADPAK Papieren kleding is geen nieuws meer, maar vertoont in vele opzichten zoveel te kortkomingen, dat de winke liers zich niet haasten om zich in het bezit te stellen van een groot assortiment. De vooruitgang staat echter niet stil en thans biedt een Amerikaanse fabrikant „ge- breide" stoffen van papier- vezel aan, die volgens hem zouden worden kunnen ge- wassen en gestoomd en waarin men zelfs zou kunnen INTERKLAAS was er al weer vroeg dit jaar. Dat heeft zo zijn reden. Steeds worden er meer huizen in de stad ge bouwd, er komen meer vaders en moeders wonen en het aantal kindertjes, dat schoentjes voor de schoorsteen zet met wat water en hooi voor het paard, wordt ook al groter en groter. Daarom had de Sint tegen Piet gezegd: „Piet, poets je zwart een beetje op, we gaan twee weken vroeger op stap. Er zijn zo veel verlanglijstjes in Nederland, dat mijn paard het afrijden van de adressen niet meer kan bijbenen. Wij gaan deze keer met de auto, maar zorg er voor, dat mijn schimmel op tijd met het schip aankomt, want ik moet toch nog een paar avonden over de daken rijden, om zo eens hier en daar aan de schoorstenen te luisteren of die Hollandse kindertjes wel allemaal zoet zijn geweest en na tuurlijk ook om te horen of ze allen wel braaf liedjes zingen. Je weet. Piet, op zingen komt het aan. Er is eens een grote dichter geweest die zei, dat je het best daar kan komen waar gezongen wordt. „Stoute mensen .of ze groot of klein zijn, zingen niet". Piet had overal uitstekend voor gezorgd. De trouwe schimmel, die goede oude kameraad was bijtijds op weg en op een regenachtige dag ver trok de Sint uit Madrid. Het was een nare reis. De wegen waren slecht en hobbelig. Piet had de grootste moeite om goed te sturen en aan de grens viel het ook al niet mee. Want geen van de doua ne-ambtenaren wilde geloven, dat de Sint, die altyd per schip wordt verwacht, nu zo maar met een auto was gekomen. Het was koud en stormachtig, toen Sint in Neder land aankwam. Er woei een stevige bries en als hy niet net zyn staf aan zyn myter had gehouden, dan zou deze zeker over de weg zyn gewaaid, toen de Sint uitstapte om het eerste adres aan te doen, waar hy het verlanglystje zou gaan in kijken van twee peuters tussen 4 en 6 jaar. De wind echter trekt zich van de goedigheid van Sin terklaas niets aan. Die mag wel stout zyn. Hy greep Sints baard, draaide haar een paar keer om zyn lijf en hals heen, trok er aan en bond haar aan de deurkruk vast. Dat was me een schrik! Piet sprong gauw uit de auto, joeg de boze wind weg en maakte de baard los. Maar, o wee! Nog juist sloeg de deur dicht en een stuk van de baard bleef aan de deurknop zit ten. En pyn dat het deed. Zo'n ruk aan je baard is niet prettig „Dat is me een mooie geschiede nis", zei de Sint. „Daar ben ik een stuk van mUn baard kwyt De lin kerhelft is er af. Met zo'n ongelyke baard kan ik toch niet by de kin dertjes komen. Dat staat niet! Eerst maar naar de kapper, Piet! Kom, ingestapt! Wy zyn hier in een nieuwe wyk, kyk maar eens goed uit of je niet zo'n rood-witte stok voor de deur ziet staan!". Zwarte Piet was een bofferd. Juist om de hoek was een kapper, een manneke, dat neg weinig te doen had en erg mager was van narigheid. Willem Brand van Wyk stond er in krullige letters op de iuit. Hy had gedroomd in deze nieuwe wyk veel klanten te krij- gen, veel centjes te kunnen tellen en gauw rijk te worden. Totnutoe was van deze droom nog niets uit gekomen. Toen Sint by hem bin nenstapte was hy de enige klant in de hele zaak. „Het zit ons mee, Piet", zei de Sint. „Niemand is my voor. Ik ben aan de beurt, dus kunnen wy weer gauw vertrekken". De kapper die grote ogen opzet te, toen hy de Sint als klant kreeg, doch toch zyn nieuwsgierigheid erg bedwong, zei, dat het weer niet als te best was. Nou, dat wist de Sint ook. Dat had hy zelf ervaren. Maar goedig als hy is, zei hy: „Ja, 't is bar slecht!". „Slechter dan verleden jaar", zei de kapper weer. Negentien Afrika nen ontvangen op de koele hellingen van de Kilimanjaro on derricht in het bescher men van wilde dieren, waarop hun stambroeders nog steeds jacht maken voor voedsel en ivoor. Zy worden opgeleid op een school, waarvan de leerstof o.a. vermeldt het vangen van een neus hoorn en het beschermen van vee tegen leeuwen en luipaarden. Deze school is het resul taat van een drie jaar geleden in Tanganjika gehouden internationale conferentie over het be schermen van de natuur. Daar bleek dat er drin gende behoefte bestond aan Afrikaanse „bos wachters" in de nieuwe onafhankeiyke Afrikaanse landen ter vervanging van degenen die dit werk in het koloniale tijdperk de den. Vele landen hebben financiële steun gegeven nf toegezegd. Uit Tan ganjika, Kenia, Oeganda, Malawi en Kameroen meldden zich 28 kandi daten, waarvan er negen niet aan de hoge eisen voldeden. De school is een stout moedige proef, omdat het beschermen van wild in beginsel vreemd is aan de meeste Afrikanen. De studenten die olijf groene uniformen en baretten dragen, brengen slechts de helft van de cursus van twee jaar In de klas door. De rest van de tijd is gewijd aan praktisch werk in de na- Allereerst wordt hun geleerd geen angst voor de dieren te hebben. Zy werden zonder geweren rondgeleid door de reser vaten. „Maar", aldus directeur Gil Child, „iedereen moet ook weten wat hem te doen staat als er een olifant op hem af komt stormen. Dan blyft hem maar een ding over: kalm zyn en raak schieten". „Slechter dan verleden jaar" zei de Sint ook. „Nu heb ik geen enkele klant", begon de kapper opnieuw. „Er valt niets te verdienen met Sinterklaas in deze kale buurt". Uit zyn woorden sprak de grote teleurstelling over de hele nieuwe wyk. „Zo, zo" zei de Sint. En hy keek eens in de spiegel of zyn baard wel goed gefatsoeneerd werd. De kapper was een buitengewone vakman, die de baardknipkunst uitstekend verstond, dat moet gezegd worden. De baard van Sint was spoedig weer piekfyn in mo del. Nog een enkele knip en de Sint was klaar. „Geef my uw verlanglystje maar", zei de Sint, toen het op betalen aankwam en de kapper het bedrag op het kasregister wilde aanslaan. „Drie wensen, die er op staan zal ik voor u vervullen!" Nu kunnen jullie begrijpen, dat de kapper, die net één gulden in reke ning wilde brengen, zulke knollen van ogen opzette. Zo'n slechte dag vandaag, ja een hele slechte week en dan ineens drie wensen in ver vulling. Wat een gebeurtenis. Die Sinterklaas was toch maar een bo venste beste, dat hij nu juist zyn kapsalon opzocht. De kapper ging aan het denken. De bovenburen hoorden het knarsen en piepen van het denken. „Ik wou dat ik rijk was", dacht de kapper nog eens, ,dan ging ik centjes tellen". Maar hy dacht het niet hardop, want dat durfde hy gewoonweg niet. „Wat zou ik wensen, wat zou ik wensen! „O, wat is dat moeilyk een verlanglystjes voor Sinterklaas invullen. Dat is wel het moeilykste wat er bestaat. De kapper dacht aan die arme houthakker, die drie wensen mocht doen en toen hardop zei: „Ik wou dat ik een worst op tafel had". Jullie kent dat verhaal toch? Zyn vrouw werd boos, toen de worst er stond en de houthakker werd ook beurde ook. De laatste wens was, Hy zei toen: „Ik wou, dat die worst aan je neus zat!" En dat ge beurde ook. De laatst ewens was, dat de worst weer van de neus van zyn vrouw afkwam. Dat was het verhaal Zo dom zou de kapper niet zyn. Nu hy het toch voor het wensen had, moest hy het slim inkleden. Hy zou iets héél moois wensen, iets waar hy altyd wat aan had. Hy keek in de verre verte, of hy daar zyn verlangens vandaan kon halen. Hy keek langs de fraai ge knipte baard van Sint en daé-r had hy het! „Ik wou", zei hy, „dat alle baar den van alle mannen in het straatje bleven doorgroeien, dan moeten ze by my komen om te knippen". De kapper had het nog niet ge zegd of de eerste klant kwam al binnen. Het was de kruidenier naast hem. „Goedenavond", zei de kapper. „Goedenavond?" vroeg de man. „Noem je dat een goeie avond. Daar is ineens myn baard gaan groeien. Hy groeit als kool. Het houdt maar niet op. Knip haar eens gauw af. Het is verschrikke- ïyk!" De kapper lachte in zyn vuistje. „Dat is de eerste klant naar mijn wens", dacht hy. Die Sint is toch maar een beste goeie man. Hy had de eerste knip nog niet gedaan of daar stond de tweede klant al in de winkel, de bovenbuurman. Met zo'n baard! En de derde en de vierde. Zulke baarden! Een kwar tier later stond de hele straat in de rij. Allemaal mannen met groeien de baarden, die wapperden als wimpels in de wind. De kapper knipte en knipte. De winkel lag vol met afgeknipte baarden. Hy was nog niet klaar met de laatste man uit de straat, of de eerste klant, de kruidenier was er weer en de bo venbuurman volgde. „Je hebt my niet goed geknipt" zei de kruidenier. „Wat ben je voor een kapper?", zei de bovenbuurman. Postzegel ter ere van paus Paulas De Indiase regering zal een post zegel uitgeven ter gelegenheid van het bezoek van Paus Paulus aan Bombay, dat 2 december begint. Op de postzegel zal de tors van de heilige Thomas staan, een van de discipelen van Christus, die leef de en werkte in Zuid-India. De beeldenaar is gemaakt naar het zilveren borstbeeld van de hei lige Thomas in Orotona, Italië. De zegel zal vyftien paise kosten (on geveer elf cent). En de kapper begon weer te knippen. De baarden vlogen in het rond. „Ik betaal je niet", zei de krui denier. „Ik ook niet" zei de bovenbuur- Daar kwamen ze allemaal terug, één voor één, de klanten, en ze betaalden niet. De baarden puil den de winkel uit. De straat op, ze stoven overal heen, bleven hangen in de bomen en de mensen, die er niets van wisten, zeiden: „Nu wordt het nog mistig ook". Zo gebeurde het dan, dat de kapper wel moest knippen, geen centjes kon tellen en dus ook niet lijk werd. Wat was dat een ver keerde wens! Hy wist zich geen raad „Wat moet ik doen", dacht hy. „Wat moet ik doen?" Hy keek weer in de verte en zag de lange rij van mannen met baarden, die ge knipt moesten worden en die be talen wilden. „Ik wou dat alle mannen uit het straatje gladde gezichten kre gen' zei hy hardop. Ja, dat was zyn tweede wens! Dat had hy ge zegd in zyn wanhoop, zonder er by te denken, wat er gebeuren zou. En kijk, alle gezichten waren glad, zo glad als de spiegel van de kap per. De mannen begonnen te la chen, hardop te lachen. Ze stre ken met de hand langs hun wan gen, voelden onder hun kin. Er zat geen haartje meer op! Nu waren ze tevreden! Maar de kapper had geen klan ten meer. Wie laat zyn baard knippen of scheren als hy er geen heeft, Dat doet toch niemand. Want dat kan niet. Het werd stil ler dan stil by de kapper. Hy had geen klanten, kon geen centjes tel len en werd helemaal niet rijk. Zyn gezicht werd hoe langer hoe treuriger. Maar waarom zou hy treuren? Hy mocht toch nog een wens doen! Zijn gezicht werd hoe langer hoe treuriger. Maar waarom zou hij treuren? Hij mocht toch nog een wens doen! „Ik wou, ik wou zei hij, „dat alle mannen in het straat je weer gewone gezichten kre gen". Dat was toch geen onredelijke wens? De mannen kregen weer gewo ne gezichten. De baarden groei den weer als altijd. Gewoon! De klanten kwamen op tijd, zoals zij gewend waren bij de kapper! En de kapper moest erg zijn best doen en iedereen goed en vlug bedienen. Kunt U de acht afwy'kingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit By voegsel. En Sinterklaas? Die lachte in z'n baard. Want die kapper had geleerd, dat hij niet te veel op zijn verlanglijstje mocht zetten. Als je dat doet komt er niets van terecht. Nooit zou hij zo iets meer doen! Hebben jullie dat nu ook ge leerd? Onze damrubriek Onze bridgerubriek Bridge vraag van deze week: Noord gever, NZ kwetsbaar, viertallenwedstrijd. Zuid heeft: Sch. H B 9 8 7 Ha. A H Ru. 6 5 4 KI. 7 5 3 Biedverloop: noord één schoppen oost twee harten zuid vier schoppen west en noord passen oost vijf ruiten wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze pagina. By alle aanzienlijke vorderingen die de biedtechniek de laatste tien jaren heeft gemaakt, is de speel- techniek er maar bekaaid afgeko men. Vele spelers zijn vandaag in staat door middel van regeltjes en punten-optelsommetjes in vier van de vyf spellen tot een goed eindbod te komen. Weinigen kunnen er echter op bogen, dat hun speel- techniek in een even groot percen tage der gevallen gaaf en succes rijk is. Het hieronder volgende spel heb ik in de praktijk zien spelen door een dame, die alle toverformules der moderne biedtechniek kan op zeggen, maar die het by het af spelen kennelijk nog niet tot de positie van tover-leerlinge ge bracht heeft. Sch. B 10 4 Ha. A 7 2 Ru. V KI. A H B 9 8 7 Soh. 8 2 n Sch- A 9 6 3 Ha. B 6 w 0 Ha. H V 10 9 5 Ru. 9 8 7 5 4 3 2 Ru. H 10 KI. V 3 Z KI. 10 2 Sch. H V 7 5 Ha. 8 4 3 Ru. A B 6 KI. 6 5 4 Noord gever, niemand kwetsbaar. Biedverloop: noord één klaveren oost doublet zuid redoubles west één ruiten noord drie kla veren ow pasten zuid drie Sansatout einde. West, die geen heil zag in het aanspelen van zijn slechte ruiten- kleur, legde hartenboer op tafel een goed en gelukkig schot. OW speelden drie ronden harten, noord kwam dus aan slag. Zuid mocht met grote stelligheid aannemen, dat oost zowel schop penaas als ruitenheer zou hebben (gezien zyn imtformatiedoublet). In slag 4 speelde noord ruitenvrouw oost had echter eerder bridge gespeeld en weigerde ruitenheer te leggen, zodat die tafel (noord) aan slag bleef. De volgende list was het spelen van schoppenboer kennelyk in de hoop dat oost de slag zou laten lopen. Oost kon echter óók tot vyf tellen: hij nam direct met schop penaas, incasseerde nog twee vrije hartens en OW hadden vyf slagen. NZ dus één down. Er van uitgaande, dat oost alle ontbrekende hoge kaarten moet hebben, is het afspelen slechts een kwestie van enig voorstellingsver mogen. Zuid kan wel berekenen, dat na het afspelen van drie har tens en zes klaveren (negen kaar ten), oost onmogelijk schoppenaas èn twee vrije hartens èn ruiten- heer-tweede kan vasthouden. Door nu simpel alle klaveren af te spelen, komt men by het spelen der laatste klaveren tot de volgen de positie: Kom er ACHT-er 1. staart vogel rechts onder anders 2. das man op tapyt anders 3. franje tapyt korter 4. rechter wolk anders 5. man voor in vliegtuighoog glas met sigaar gespikkelde tul- Sch. B 10 4 Ha. Ru. V KI. 7 Sch. 8 2 N Soh. A Ha. - Ha. 9 5 Ru. 9 8 7 Ru. H 10 KI. 1 KI. Sch. H V 7 Ha. Ru. A b KI. Noord speelt klaveren zeven (de zevende slag voor NZ) oost kan opgeven. Doet hy harten weg, dan kunnen NZ veilig schoppen naspe len; doet hij ruiten tien weg, dan maakt zuid nog Aas Boer in die kleur. Is dit nu zo mioeiiyk tevoren te „zien"? Men zou haast geloven van wel, want de (buitenlandse) speel ster in kwestie geldt als een uit stekende bridgester. Toch is het maken van een dergelijk spel be langrijker dan de wetenschap van biedconventies voor situaties, die alleen bij volle maan plegen voor te komen. H. W. FILARSKI. band strip van vliegtuigstaart af n op tapyt andere neus Antwoord op bridgevraag: Het is meestal weinig aan trekkelijk te doubleren als men niets in troef tegen heeft. Zuids hartenaas en heer echter vertegenwoordi gen belangrijke defensieve kracht het is aanneme lijk, dat hij in die kleur toch wel twee slagen zal maken. Als zuid niet doubleert en dus de beslissing aan noord overlaat, zal noord misschien tot vijf schoppen besluiten want, zo zal noord redene ren, als zuid niet doubleren wil zal hij wel redely ke kracht in klaveren (niet in harten of ruiten) hebben. Noord had Sch. A V 10 5 3 Ha. 6 5 Ru. 4 KI. V B 8 2. Toen zuid, in de praktijk, niet doubleerde (west paste), bood noord nog vyf schop pen misschien ook aan vechtbaar, maar in elk ge val had het niet zover be hoeven te komen. Zuid had zelf moeten doubleren, aan gevende defensieve kracht in de kleur (en) van oost te hebben. In onze vorige rubriek waren we in ons onderzoek naar winst in de Woldouby-positie tot de stand in bovenstaand diagram gekomen. We stelden vast dat wit hier vier voortzettingen had, t.w. 415 A, 38 32 B, 33—29 C en 34—29 D. Wy namen toen als eerste de B-variant en speelden: 11. 3832, 14x41; 12. 139. Bizot vervolgde nu met 41—36 en kwam tot remise. We merkten op dat deze zet voor zwart niet de sterkste was en vervolgden: 12 12—17. Hier hebben wij onbewust de voetsporen van de Franse dammer (Malfray gedrukt! In het eertijds verschijnende maandblad „Damwe- reld gaf Malfray in het januari nummer van 1948 in een analyse van de Woldouby-positie met de poging de winst te realiseren deze zet al aan. Na 12 1217, schreven we dat wit hier nu keus heeft tussen: 4—15 A; 33—29 B of 34—29 C. We vervolgden toen met 13. 415, 41—36; 14. 154, 36-47; 15. 33—28, 4720; 16. 93, en maakten toen de 38—32 B 33—29 C 34—29 D. Wy kan nu immers ook 3x20! slaan. Hier moet gespeeld worden: 16. ,20—15 17. 3x21, 16x27; 18. 4x36, 15—10; 19. 2822_ 10—23; met een gewonnen vier om twee eindspel. Aangegeven door Malfray. Resten ons dus in deze variant de voortzet tingen: 3329 B en 3429 C te be- kyken. 13. 33—29, 41—47; 14. 29—23, 47—20; 15. 9—3, 20—29; 16. 3x21, door de drieling 3034. Aangege- geven door Malfray. We merken echter op dat wit als 15de zet ook kan spelen: 15. 2319, 20x13; 16. 1913, maai* volgens ons is het nu volgende eindspel gewonnen: 16. 3—12; 17. 13—9, 12x45; 18. 415, (op 410 wint 4518 gemak- kelyk) 1825—30; 19. 9—4, 3034; Wit heeft wel twee dammen maar de overmadht zal toch te groot blijken. Nu de 34—29 C mogeiykheid. 13. 34—29, 25—30; 14. 4—15, gedw. 41—36; 15. 15—4, 36—47; en wint door de drieging 3034. Aangege ven door Malfray. Hiermee kunnen we de 3832 B-variant wel als af gehandeld beschouwen. Keren we nu terug naar boven staand diagram en spelen voor wit de A-variant. 11. 415, dreigt nu 1529. De enige mogelykheid om hier voor zwart nog te kunnen win nen, vinden wij in 111278; 12. 13x22, 14—9; 13. 22—17, 9—3; 14. 1711, 16x7. De witte schyven zijn zo kwetsbaar opgesteld, dat we ge rust durven beweren dat zwart dit eindspel zal gaan winnen. De vol gende keer bekijken we de C- en D- varianten. Freek Gordyn. Grote Duitsers By een opinie-onderzoek in West-Duitsland over de vraag wel ke grote Duitser het meest voor Duitsland heeft gedaan, antwoord de 38 procent der ondervraagde personen dat dit dr. Adenauer is. Drie procent meende echter dat het Hitler was, en twee procent Frederik de Grote.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 12