„Spuit piF' L^erste film van Paul Cammermans EID0F00R HARD PREMIERE OP 23 DECEMBER IN 19 STEDEN, WAARONDER LEIDEN Elke Sommer vond idealeechtgenool HOE WERKT Zaterdag 28 november 1964 Pagina 2 Wekelijks bijvoegsel Uw Wereld Het zijn nu drukke en spannende dagen voor Paul Cammer- mans. Druk, omdat hij de laatste hand moet leggen aan zijn eerste film, die 23 december op vele plaatsen in Nederland, waaronder Leiden in première gaat. Met recht „zijn" film, want niet alleen voerde rij de regie. Hij schreef ook het scenario en hij speelde de hoofdrol in deze komedie-van-zeer-weinig-woorden met een internationale rolbezetting. Spannende dagen ook, omdat niemand tevoren kan zeggen hoe pers en publiek zijn „Spuit Elf" zullen ontvangen. Paul Cammer- mans zelf is vol optimisme. Personen die het kunnen weten, heb ben al van hun waardering blijk gegeven. Maar de reactie van het publiek moet toch het succes bepalen. Vandaar die spanning. mee. Intensief studeerde hij ver der. Hij klom hoger op de artis tieke ladder en op zijn 24ste jaar speelde hij zijn eerste hoofdrol. In de sentimentele draak „De Rozen krans" van Barclay, maar het was toch een hoofdrol. Het pad naar verdere successen lag open. In 1950 vroeg Cees Laseur hem al om naar Den Haag te komen. Misschien had hij het wel gedaan als hij niet juist ook een aanbod van het Nationaal Toneel in Ant werpen had gekregen. Dat vond hij interessanter. Vijf jaar bleef hij in „In ieder geval is het voor honderd -procent film. Dat durf ik te garanderen"verzekert Paul Cammermans ons met na druk, toen wij hem dezer dagen spraken in zijn gezellig inge richte bovenwoning aan de Stadhouderskade in Amster dam. „Het leven is een komedie, al doen de personen niet komisch. ZIJ zijn eigenlijk heel gewone mensjes, die alleen maar in komische situaties terecht komen. Zo hebben we het tenminste bedoeld. Leuke en vlotte beelden dat hopen wij althans moeten een humoristisch ver haaltje vertellen met hier en daar een scheutje sentiment en een tikje dramatiek. Commercieel? Na tuurlijk, in zeker opzicht. Daar ont kom je toch niet aan? Daarom wil len we ook graag over de grenzen terecht komen, al hebben we in de eerste plaats de ogen op de Ne derlandse markt gericht gehouden. Figuren als Jacques Dufilho, Akim Tamiroff en Carlo Pisacane zullen de meeste Nederlandse bioscoopbe zoekers nog niet zoveel zeggen, maar in het buitenland zijn het namen, die lokken!" zelf „fletskoning" noemde. Hij kon niet meer dan enkele minuten op een rijwiel stilstaan. Maar met een knaap, die drie ballen omhoog kon gooien, wist ik er een nummer van te maken, dat nergens had mis staan." „Het was allemaal zo vreemd. Ik was als een God voor die mensen. Ik kon doen, wat ik wilde. Ik was immers geen baas, maar een ka meraad, die ze op de schouders konden slaan. Toen geen blanke meer op straat durfde, liep ik alleen 's avonds door de stad. Ze waren zurnig op een man. die zorgde, dat ze geld verdienden. En dan die voorstellingen. Drie- tot vijftien duizend bezoekers, die zaten, lagen of hingen. Die brulden, gilden, loeiden, krysten, schreeuwden en weet ik wat al meer. En als ik dan nog met fluorescerend licht kon werken, waren ze helemaal buiten zichzelf. Dat hadden ze nog nooit gezien. Wel moest ik aanvankelijk mijn medewerkers steeds tot op de huid controleren bU het aan- en uitkleden. Anders verdwenen ze wel met iets. En bijster trouw in op komen waren ze ook niet. Maar later ging ook dat beter. Helaas, in 1959 was het voorbij. Toen kon het niet meer". Nederland Na zijn terugkeer heeft hij nog een studietijd doorgemaakt aan de universiteit van Keulen. Weer to neel, televisie en film. Guus Os ter kwam hem daar opzoeken. Rob de Vries ook. Of hij niet naar Neder land wilde komen. Maar dat mo ment was nog niet gekomen. Hij kwam wel met Belgische gezelschap pen over de grens, maar het duur de tot 1960 tot de verleiding te groot werd. Dat was, toen Guus Oster hem een rol aanbood in „De getatoueerde roos". „Ik was echter nog niet van plan om voor goed te blijven. Ik wilde het alleen eens meemaken. Het was bovendien winter. Telkens heen en weer van België naar Amsterdam voor de repetities over gladde en slechte wegen, het was geen pret je. Integendeel, een lijdensweg. Maar ja, het stuk werd een suc ces. mag ik wel zeggen. De film ,Het Mes" van Rademakers kwam net uit. En Ik kreeg een aardige rol bij de televisie. Toen ben ik maar gebleven. Ik moet zeggen, het bevalt mij nog steeds uitstekend. Ik heb er nog geen moment spijt van gehad". Het kan geen toeval zijn, dat hij daarbij zijn charmante Nederland se vrouw, die naast hem op de bank zit, aankijkt Een film Teveel hooi Scenario, hoofdrol, regie, alles in één hand. Is dat niet teveel hooi op de vork van een betrekkelijke beginneling? Paul Cammermans schudt het hoofd. „Ach neen, als Je maar precies weet, wat je wilt en gaat doen. Ik heb tevoren alles op papier gezet. Zeer uitvoerig. Elke plaats van han deling, elke instelling, elke bewe ging, zowel van camera als artiest. Natuurlijk moet er dan in de prak tijk wel wat worden veranderd, maar dat kan ter plaatse we heb ben alles „on location" opgenomen gebeuren Het waren veelal klei nigheden En ik had een stand-in voor mijzelf om op in te stellen. Af en toe moet je wel een iets meer op de regie-assistent leunen, maar het leverde nooit onoverko melijke hindernissen op. We heb ben trouwens toch getracht, elke opname zo perfect mogelijk erop te krijgen Gemiddeld draaiden we elke shot zes of zeven keer. Eén klein scènetje van mij hebben we zelf zeventien keer gedraaid We hebben Paul Cammermans op het witte doek in „Het Mes" van Fons Rademakers gezien. Maar we dachten toch, dat zijn carrière zich vrijwel volledig op de planken en voor de televisiecamera's af speelde. Maar het verloop van die carrière bewijst ons, dat zijn be langstelling zich al veel eerder op het medium film richtte. de Belgische havenstad als acteur en regisseur. Hij speelde in die jaren ook in enkele Belgische films. Maar in 1955 verbrak hij de vaste banden met het Nationaal Toneel, omdat hij te weinig tijd kreeg voor televisiewerk. Paul Cammermans met zijn echtgenote. Tussen hen In op de grond Rakkereen van de twee honden, die Cammermans voor zijn [ilm uit een asiel haalde. Toen de opnamen gereed waren, kon hij niet over zijn hart verkrijgen Rakker terug te sturen. Toen was langzamerhand ook de tijd rijp geworden om gestalte te gaan geven aan het idee, waarmee hij al zolang rondliep: een film maken. „In België behoef Je daar niet aan te beginnen. Een speelfilm vraagt nu eenmaal een grote in vestering en dat kan daar eenvou dig niet. Ik wilde eigenlijk Tijl Uy- lenspiegel maken. Maar dan ge plaatst in onze tijd. Een moderne versie van die klassieke figuur, aan wie niets menselijks vreemd is. Want al speelt zijn verhaal zich zo lang geleden af.in wezen is er sindsdien niets veranderd. We dra gen andere pakjes, dat wel. Maar in zeker opzicht slachten we elkaar nog steeds in vrijheid af. Maar de uitwerking van dat idee werd voor al voor een eerste film te duur .Ik kon er geen fiat voor krijgen bij degenen, die het moesten financie ren. Ze wilden liever wat anders. Gemakkelijk gezegd, maar waar haal je dat andere vandaan? „Ik heb overal gezocht naar idee tjes. In boekjes, blaadjes, overal. Maar ik vond niets, dat ik geschikt achtte. Tot ik Hans Crolset ont moette. Die had een paar blad zijden geschreven over een brand weerman. We hebben er wat andere figuren by gesleept, maar toen had Hans in verband met zyn benoe ming in Arnhem geen tijd meer. Dus ben ik alleen verder gegaan. Ik kreeg de zozeer begeerde toe stemming en toen heb ik in drie weken het draaiboek geschreven. Hele nachten heb ik zitten werken want tot juni heb ik nog geregeld toneel en televisie gedaan. Toen al die voorbereidingen achter de rug waren, ztfn we met de opnamen begonnen. In Thorn en andere klei ne en grote Limburgse plaatsen. De sfeer is dus wel Nederlands, maar ze is ook Belgisch, Frans, misschien kan zo'n plaatsje zelfs wel in Ita lië voorkomen". Paul Cammermans film Is nu bij na gereed. Nog enkele weken en het Nederlandse publiek in negen tien steden kan er kennis meema ken. Hoe zal het reageren? Niemand kan het nog zeggen. Ook Cammermans zelf niet, al is hij nog zo optimistisch. Er hangt voor hem veel van af. Als zijn film een succes wordt, zal het hem immers gemakkelijker vallen finan ciers te vinden voor zyn volgende cinematografische produkten. Want hij is vast van plan het niet by deze eerste eersteling te laten. In tegendeel, toneel en televisie zullen hem als vaste medewerker moeten missen. Koos Post. .Het bevalt me hier uitstekend' Het Westduitse filmsterrl^e Elke Sommer is na haar Ameri kaans uitstapje, dat haar veel geld en succes opleverde, weer in Europa aan de slag geweest. Eerst heeft ze in haar vader land meegewerkt aan een ivild- westverhaal. Regisseur Alfred Vohrer, die tot voor kort niet In het scenario stond, dat de Zweeds - Ameri kaanse filmactrice Ann- Margret haar film-echt genoot, de Fransman Alain Delon, een asbak naar het hoofd moest gooien. Regisseur Ralph Nelson, die naast de ca mera's stond, riep: „Gooi zo hard je maar kunt!" Dat deed Ann-Margret, precies op het moment dat Nelson naar haar toe liep om nog wat aanwijzingen te geven. Hij kreeg de as bak tegen zijn voorhoofd. Er waren negentien hech tingen nodig om de wond te dichten. De opnamen zijn tijdelijk gestaakt. verder was gekomen dan mi delmatige detectievefilms, hei ook ontdekt, dat Karl Ma avonturenverhalen 't nog stee goed doen. Hij heeft een vl diens boeken omgebouwd tot scenario voor de vierde Ka May-film Winnetou en de renjager". De aantrekkelii blonde Elke moet er wat eii charme aan geven. Ze speelt keihard en eigengereid meU Maar zo hard is ze nu ook wi niet, dat ze niet kan bezwijk voor de avances van een h stoere kerel. Elke had bij de opnamen pa ners als de Duitse acteur G George, zoon van de eens befaamde Heinrich George, de wildwest-specialist uit Hó. wood Stewart Granger teg over zich. Voor de bultenop men trok Vohrer naar het nancieel en landschappelijk aantrekkelijke Joego-Sla waar het overigens wat drin\ was. Want ook twee and filmmakers hadden ontdi hoe lucratief Karl May op witte doek kan zijn Koorzanger Hij werd 43 jaar geleden gebo ren in het kleine Belgische plaatsje Berlare. zyn eerste artistieke am bities gingen uit naar het.kunst schilderen. Aan het toneel dacht hy nauweiyks, toen hy zich liet lnschryven aan de Kunst-academie in Gent. Alleen het wereldje rond het toneel intrigeerde hem. Daarom accepteerde hy een baantje als koorzanger in de Brusselse Folies Bergères, dat overigens slechts de naam gemeen heeft met het be roemde theater in Parys. In Brus sel is het een revuetheater, waarin veelal slechte operettes worden op gevoerd. Maar voor Paul Cammermans was het 'n mooi plankje om binnen te springen in 't wereldje, dat zyn belangstelling had. HU maakte snel „promotie". De eerste keer zong hy in het koor, de tweede maal kreeg hy een klein rolletje en in het der de stuk al drie rolletjes. Allemaal oude mannetjes. Op zondag bete kende dat bij drie voorstellingen negen keer schminken- „Ik had geen huid meer op myn gezicht", lacht hy nu. Boston Toneelschool Maar de planken bevielen hem toch zo goed, dat hy naar het Conservatorium (toneelschool) in Brussel stapte. Een van de pro fessoren daar was tevens regisseur aan de Koninkiyke Schouwburg. Hy bood de jonge ambitieuze ar tiest een gretig gegrepen hand. Binnen veertien dagen kreeg deze een contract. Voor een klein rol letje weliswaar maar de jonge Cammermans was er dolgelukkig Een jaar later maakte hy een reis naar Amerika, waar hy aan de Universiteit van Boston toneel, te levisie en film studeerde. Het werd een trip van een half jaar, waar van één maand in Hollywood. „Ach technisch zyn ze daar zeer knap, maar cultureel en menseiyk kunnen zy meer van ons leren dan wy van hen. Ze zyn echter byzon- der vriendeiyk. Als ze iets laten zien, doen ze dat ook voor honderd procent. Je mag overal komen en alles hanteren. Zelfs de camera als je dat wilt. Het was uitzonderiyk interessant". Kongo Terug in België deed hy weer toneel en televisie tot Maurice Huisman hem vroeg in Kongo voor stellingen voor inlanders op touw te zetten. Als Paul Cammermans over deze twee reizen naar Kongo komt te spreken, zit hy met recht hoog op zyn praatstoel. Zyn ogen glinste ren nog by de herinnering. Hy heeft daar „spectacles populaires" moeten realiseren. Een wonderiyke belevenis. „Uniek gewoon. In Leopoldstad en Elisabeths tad. hadden ze wel een goede accommodatie, maar nie mand om die te bemannen. Door middel van advertenties moest ik medewerkers en artiesten werven. Ik moest alles opbouwen. Zelfs een orkestje. Gelukkig vond ik vier in landers, die muziek konden lezen. En ik ontdekte een dansgroepje met een pientere leider, waardoor het de vorm van ballet kon krygen. Er kwam een inlander by my, die zich- Een oudere methode van zulkeen beïnvloeding was: het T. V-beeld op te nemen op een film en deze, na ontwikkelen enz, te pro jecteren. Bdofoor echter is gebaseerd op het volgende verschijn sel. Op de plaats waar een vloeibare isolator getroffen wordt door een elektronenstroal ontstaat door de afstoting der deel tjes een rimpeling (lading srelief). Een o! ietaagje, op de plaats van de lichtgevende stof in een T.V.-beeld- buis,zoudus bij wijze van spreken I het beeld als fijn relief geven. Het olielaagje, in stand gehouden door een pomp, sproeier en wisse? I bevindt zich op een langzaam draai- 1 ende holle spiegel, waarvan een deel I het beeldvlak vormt. Na dit wildwest-avontuw West-Duitsland en Joego-Sl reisde Elke Sommer naar fli waar zij een welgevormd st tje bijdraagt aan het tw deel van „te Bambole" fn seur Luigi Comencini). Do speelt Elke de rol van Zweeds meisje, dat in ltal\ ideale echtgenoot komt zoel In het gewone leven von de man van haar keuze ec niet in of om Rome, maar Verenigde Staten. Elke Son is dezer dagen in Las Vegas een vredesrechter in het hl lijk verbonden met de 40-jt Amerikaanse schrijver Hyams, een gescheiden man ke, die voor de plechtigheid gekleed in 'n zwarte Dior-i tie, kreeg van haar man Rolls Royce als huwelijh schenk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 10