BLIJFT 'm roken '£°SL m SCHEEPS ERICHTEN L HET LEVEN 0m PANDA EN DE MEESTER-LEERLING De wonderlijke avonturen van BRAMMETJE FOK 8 l'F&Vi.' JS "SOSKpStK °ss-. rfS-«E%rfï Sa»; Ha^^rSiSKb?,."" 104 «jicfsr i LEIDSCH DAGBLAD VRIJDAG 16 OKTOBER 1964 Dagelijks vervolgverhaal Oorspronkelijke Nederlandse roman door KLAAS VAN DER GEEST TakTlX ipdtjes tafel °te leggen.°S i hy was niet van ging doen. H« (gen. Hoewel h« gem^akkdUk^zelf ^rkto?Teg^1WMWH« hefkaSoekvarfde boekSmder (me,- dat het een van de buren est zyn. Maar de Oele, die voet- ippen op de dam had gehoord, wist Hoe is het ontstaan? De woorden in petto komen (voor iemand) in petto heb ben, in het bijzonder om iemand te straffen. Dit is een der be de borst en len nog in petto heeft, d.w.z. „Hoe kom JU hier nog zo laat?" De Oele. die een ^nieT^emakkeUjkfma^wat hy fhJg^cTaar Imar hUlS Saan' g de freule weg is..?" Zelfs da^Weetg?ik ^dat?^ zei ^fije™ Zo Hanne. En ook de Oele. lang in Ze vond een verklaring, die haar weliswaar niet heiemaal ae directeur oi zijn vrouw net biesje Prpin TS": °p"^aï°n^)8*I]hlP Accu- ta°g m ^SliU^rSuffm0 0B"S' p Jsrffisrs ».es srss; jsfïï^SSSWK SSSi: 31-81. Dapper snelde de agent het bankgebouw binnen, waar een opgewonden loketbeambte hem vertelde, dat er een het!" riep Panda, die de agent gevolgd was, maar deze duwde hem ongeduldig terug. „Ga weg!" bromde hij. „Je stoort!" Hij dacht diep na en plots kwam er een „Is DAT soms het f tot Panda wendend. „Ja!" antwoordde Panda. „Dat probeer ik al de hele tijd te Hij wendde zich tot de bankbediende en vervolg „Dus het verdween vreemd! Was het een „Ja", bedrag?' ventje daar vasth, „Vreemd!" zei Heel als dat „Aha!" riep de agent triomfantelijk. .Dus je bekent?!" de de bankbediende de wetsdienaar. „Zon groot bedrag kan toch „Hij bekent!" beaamde de bankbediende .termijl hij de bank biljetten uit Panda's handen griste. „Ik beken niets!" antwoordde Panda verontwaardigd. ,Jk zeg alleen, dat dit het gestolen geld is!" „Dat is voldoende"bromde de agent. „Je bent op heterdaad En hij pakte Panda in een stevige politiegreep. 39. Lang vloog Tutu over het schip heen. Wat er precies aan de hand was was. begreep hij niet, maar hij zag wel. dat het een was. Snel vloog hij terug naar het eiland, waar hij o was. Snel vloog hij te bootsman Orak, die in de struiken heerlijk lag te slapen, gevoelig in het oor beet. „Au!" riep de bootsman. „Orrrak! Onrrraad!" krijste Tutu en nu was de grote bootsman meteen klaar wakker. „Waarrr onrrraad? Hoe onrrraad?" vroeg hij verbaasd. Tutu na pratend. Maar de papegaai kreeg geen kans het uit te leggen. Op IJzeren Hendrik persoonlijk. Orak kroop weg tussen de struiken Vol verbazing keek hij toe hoe de zeerovers een beeld het strand opdroegen, dat hem erg bekend voorkwam omdat hij het die zelfde avond zélf had gemaakt. „Tutu", fluisterde hij Dit wordt te gevaarlijk. Ga Brammetje Fok maar waarschuwen." hutom^k. de^Sn|1en55n^?ü^m°-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 27