EEN PRESTIGE-PROJECT VAN ECONOMISCH RELANG MARCEL DHIEVRE: BENIJDENSWAARDIG MEN! BURTONS „HAMLET" VIA ELECTRONOVISION: UNIEK INDONESIË VAN DICHTBIJ (iv) Kunst der na op zijn huisjet „Au petit Paris Miljoenen Amerikanen konden authentieke opvoering zien Mierennest Van het kleine tijdelijke dorpje heeft men een indrukwekkend uit zicht op het mierennest van men sen en materieel dat 24 uur per dag doorzwoegt. De betonnen toren, met een hoogte van ruim 100 en een diameter van 90 meter, waarin de vijf generatoren worden onder gebracht, domineert nu nog het hele project. Eind 1965 zal deze toren helemaal verdwenen zijn on der de dam. De generatoren, die met een infernale herrie en een drukkend tekort aan frisse lucht worden geplaatst, zullen dan alleen nog maar bereikbaar zijn via een 300 meter lange betonnen tunnel. Djatil Oehoer is het grote pres- tige-project van Indonesië. Presi dent Soekarno geeft al zijn gas ten de dwingende raad om de bouwwerken te bezoeken want in de klei en de basaltblokken van Djatil Oehoer krijgt een nieuw stuk Indonesië gestalte. De presi dent zelf komt trouwens dikwijls met zijn witte wentelwiek even langs om de werkzaamheden door zjjn aanwezigheid te stimuleren. IN SAINT DIZIER WOONT Zaterdag 10 oktober 1964 Pagina 2 Eind volgend jaar moet hel ject gereed komen. Dan zulle de Franse technici ook de aanwijzingen op de -bouwv verdwijnen. De streek zal een trekpleister rijker worden ei Indonesië beschikt dan over bouwwerk dat niet alleen de nomie van west-Java zal vei ren maar ook het gevoel vat tionale eigenwaarde een omhoog zal brengen. (Van een speciale verslaggever) Een slordige honderdtwintig kilometer oostelijk van Djakar ta bouwen achtduizend Indo nesiërs en een paar honderd Fransen, Italianen, Spanjaar den en Polen aan een ambiteus waterbouwproject dat de ge hele noordelijke kuststreek van West-Java binnen een aantal jaren van karakter zal verande ren. De aanleg van de stuw dam, het stuwmeer, en de irri- gatiewerken bij Djatil Oehoer zijn de trots van Indonesië en men spreekt er met net zo veel ontzag over als wij over onze Delta-werken. Het westen van Java is sinds mensenheugenis een berucht band- jirgebied. De plotselinge regenbuien in de bergen dieden vele malen per reservoir dienst doen, maar ook als verzamel bekken voor de hopeloos verouderde waterleiding van Dja karta en als toeristische trekpleis ter. Nu al verrijzen langs de oevers van het grillige stuwmeer de eerste watersportcentra. Waterskiën is een populaire sport geworden in Poerwakarta. De eerste witte zeiltjes ziet men varen boven het diepe dal waar vroeger 10.000 mensen woonden. De bevolking van het rivierdal heeft de woonsteden met plezier verlaten want het leven langs de Tjitaroem was eeuwen lang een zorgelijk bestaan. Fransen Het project wordt uitgevierd on der Franse leiding. De Franse rege ring heeft de gehele onderneming financieel mogelijk gemaakt. Wel iswaar draagt Indonesië zelf een bedrag van veertien miljard roepia bij, maar zonder de royale lening van ruim zeventig miljoen Ameri kaanse dollar zou de hele onder neming toch nooit van de grond gekomen zijn. Het stadje Saint-Dizier aan de Marne tussen Reims en Nancy is een van die afschuwelijke provincienesten, welke men moet passeren om van het noorden naar het geliefde Italië te rijden. Francofielen zullen het zeker zwijmelend „een echt Frans stad je" noemen. Het heeft behalve de Rijksweg niet veel meer dan één pleintje, waaraan een foeilijk stadhuisje staat, een dito schouwburgje, een „monument aux morts", de twee grote cafes, die wel „Du Commerce" en „de L'Hotel de ville" zullen heten en waarvan de patroons ongetwijfeld elkanders bloed wel kunnen drinken. Voorts het grootste hotel dat met twee sterren in de Guide Bleu staat doch waar U voor 't overnachten zou moeten toebetalen. Een normaal mens vervloekt het late middaguur, dat met het oog op onderdak doorrijden naar Nancy niet raadzaam doet zijn en de Marne, die als een stinkende sloot door de sluisjes van een krake- mikkige elektrische miniatuurcentrale en verder langs met mod der slierten bedekte riet-oevertjes kruipt. Hij beklimt met afkeer de kra kende trap van. een sedert 1890 niet meer gemoderniseerd hotel terwijl hij zich afvraagt, waarom aan de dienster, die zijn koffer naar bóven zeult, het gebruik van water en zeep onbekend- is. Waar mee de 25.000 inwoners zich ver maken is hem onbekend gebleven en het interesseert hem ook hele maal niet maar één heeft hij leren kennen, die de moeite loont. I GROOT SUCCES IN VER. STATEN j Indonesische arbeiders beman nen de grommende vrachtwagens, rupsbandtractors en bulldozers, maar het zijn de Fransen die met veel fantasie en opgewektheid hun stempel op deze samenleving van waterbouwers hebben gezet. Tot in de wijde omgeving zijn binnen een paar jaar de „lelijke eendjes" van de Franse technici populair gewor den. Voor de gezinnen van de 450 Franse specialisten is een lief villa dorpje gebouwd met bloemige tuin tjes, uitzonderlijk gladde wegen en een fris watertorentje. Tussen de fleurige meubilering van dit dorpje in het overigens wat troost loze gebied scharrelen de kinder tjes rond zo weggelopen uit de Franse modetijdschriften. Naar beste traditie Deze is de 66 jaar oude Marcel Dhièvre. „Waarom nu juist hU?" Omdat hjj zijn kleine, één verdie ping hoge huisje aan de Avenue de la Republique, een lange verkeers weg met hoge bomen, heeft gede coreerd op een wijze, die wijst op het handhaven van de beste tra dities van het zondagsschil- dersdom of, zo men wil, van de kunst der naleven. De zijgevel, die aan een smal straatje met eeuwen oude krotjes staat, heeft hij voor kleurigheid der geglazuurde i ven, zijn nog vier kleine medi met o.a. het wapen van Par) de *Pont Neuf. Het meesterwe echter naar mijn mening dei van de raaf en de vos en drie te duiven op de hoek en op di gevel. De vos uit Lafontalne1 bel werd in reliëf op de maui boetseerd en het landsch Rousseau-le-Douanierstijl op met cement bedekte achteif geschilderd. De raaf en de d zijn in beton gevormd en ook schilderd. Ze zitten op een m lijk kronkelende tak. Jaar de rivieren met grof geweld buiten him oevers treden, waardoor dorpen, akkers, wegen en spoorlij nen werden vernield. Reeds in de Nederlandse tijd zijn er plannen ontworpen om deze bandjirs te be heersen, maar pas in 1957 is men begonnen met de uitvoering van een van de vele plannen. Na uitvoerig beraad heeft men tenslotte geko zen voor een plan dat reeds vele Jaren eerder door een Nederlandse waterbouwkundige was voorgesteld. Boosdoener (Van onze correspondent te Washington) Het plan voorziet in de bouw van een 1400 meter lange en 100 meter hoge dam nabij het stadje Poerwa karta in het dal van de Tjitaroem, de grote boosdoener die sinds on heuglijke tijden kommer en ellende in de vlakke onbeschermde kust strook ten westen van Djakarta brengt. Het stuwmeer achter de dam, dat in de zeven Jaar sinds het begin van de bouw vrijwel zijn maximale omvang heeft bereikt vangt nu de plotselinge overstro mingen op. Bovendien wordt het meer gebruikt als irrigatiereservoir voor een immens gebied van bijna 150 kilometer lengte en 40 kilome ter breedte. De twee Irrigatiekanalen langs de zuidrand van dit gebied maken het de landbouwers mogelijk om twee maal per Jaar te zaaien en te oog- aten ln plaats van eenmaal per jaar tijdens de natte tjjd zoals zoals voorheen. Deze verdubbeling van de landbouwcapaciteit in het vrucht bare gebied levert een financiëel voordeel op dat na enkele tiental len Jaxen zal opwegen tegen de uit gaven van het project. Voorts wordt in de dam een wa terkrachtcentrale gebouwd met een totaal vermogen van 125.000 kilowatt. Deze krachtbron zal een belangrijke bijdrage betekenen voor de industrialisatie in de omgeving van Djakarta. Het stuwmeer ten- plotte zal niet alleen als irrigatie- Geen klassiek stuk op New Yorks Broadway heeft dit jaar zo'n onafgebroken succes gehad als de opvoering in het Lunt-Fontanne Theater van Shakespeares Hamlet, speciaal uitgebracht in april als bijdrage aan de herdenking van de 400ste geboortedag van de beroemde man uit Stratford-on-Avon. Geen toneelspeler heeft in New Yorks theaterparadijs zo in de schijnwer pers van sympathie, bewondering en belangstel ling gestaan als Richard Burton, die in deze door Technische sprong Want de ietwat onuitsprekelijke term „Electronovision-Theatrofilm" houdt een nieuw procédé voor film opnamen met 15 camera's tegelijk in, dat het mogelijk maakt zonder extra belichting of andere speciale hulpmiddelen een toneelstuk tij dens een normale opvoering op te nemen. Een technische sprong vooruit in een zo groot land als Amerika waar miljoenen geen kans krijgen een eerste-klas toneeluit voering te. gaan zien. Een sprong, die veel enthousiasme en belang stelling heeft gewekt, zoals aan de miljoenenopkomst voor de Hamlet- film af te lezen was. Richard Burton liet in zijn crea tie van de getergde Deense Prins zien dat hij het volste recht heeft op de bewondering en belangstel ling, ook van al diegenen, die wel licht sceptisch staan tegenover de hysterie, die zich rond hem heeft ontketend in verband met zijn spectaculaire huwelijk met Eliza beth Taylor. Onverwacht aspect Zijn Hamlet was een unieke, ge spierde en genuanceerde prestatie, die heel nieuwe en onverwachte as pecten van het stuk bloot legde. Bewonderenswaardig was bijv. hoe hij kans zag uit den treure bekende citaten volkomen natuur lijk en functioneel te laten klin ken. „To be or not to be" was bij hem geen zeurderig gefilosofeer bo ven een onvermijdelijk boek, maar John Gielgud geregisseerde Hamlet de titelrol Typerend voor dit overweldigende succes was wel dat van deze opvoering de eerste Electro- novision Theater film" werd gemaakt, die in alle belangrijke steden van de V.S, tweemaal 's middags en tweemaal 's avonds vertoond werd. Daardoor werd het mogelijk gemaakt dat miljoenen Amerikanen, of zij nu in Seattle of Austin (Texas) wonen, in staat waren een authentieke Broadway-opvoering te zien. een zinvolle, manlijke, actieve over weging in een benauwende situatie. Burtons opvatting van de rol maakte deze ook consequenter dan men meestal ziet, zodat de humor en de vaak diabolische invallen van de Deense Prins een functionele plaats hadden. Natuurlijk domineerde de Britse acteur de hele opvoering. Dat Is bij Hamlet ook niet anders moge lijk. Het lag niet aan geringe kwa liteit van zijn Amerikaanse colle ga's. Hume Cronyn als Polonius en Al- frld Drake als Claudius speelden hun rollen met het talent, de over tuiging en verve, die men van deze bekende acteurs kan verwachten. Het domineren was meer een di rect gevolg van de saillante manier, waarop Burton de onvoorstelbare mogelijkheden van de Hamietrol wist uit te buiten. Geen kostuums Gielguds regie van het stuk be oogde alle aandacht te concentre ren op de tekst en de intensiteit van de ontwikkeling. Daartoe be sloot hij alle kostuums te weren en de acteurs te laten spelen in wat officieel heette: repetitlekledij. Geen schmink en nauwelijks dé cors kwamen aan de opvoering te pas. Interessant was dat zonder twijfel, en in meer dan één scène werd het doel zeker bereikt en werkten Shakespeares tekst en handeling sterker dan in de ge bruikelijke schittering van de kos tuums uit de tijd. kostumering. De moeder en Ophe lia droegen in een paar scènes na melijk plotseling toch tot de plan ken reikende gewaden en de zin daarvan was duister. Door de wat zwakke bezetting van deze vrou wenrollen kreeg men de indruk dat Gielgud had gepoogd met halve kostumering de halfheid van de creaties aan te vullen. Een uitdaging voor anderen De serie opvoeringen op Broad way van Shakespeares beroemdste stuk is ten einde. Maar Burtons Hamlet zal niet zonder meer bij gezet kunnen worden in het mu seum van toneelherinneringen. Hij zal een opgave en een uitdaging blijven voor de talloze Hamiets, die in de toekomst op de planken tot leven zullen komen. RICHARD BURTON als Hamlet „Au petit Paris" met rechts Marcel Dhièvre. het grootste deel versierd met re liëfs in beton, de voorgevel met arabesken en emblemen, welke hij uit duizenden scherven van scho tels en tegels heeft gevormd. „Au petit Paris" heet het win kelhuisje en die benaming herin nert er aan dat de heer Dhièvre er jarenlang met zijn aardige, be scheiden vrouw samen, een garen en bandwinkeltje heeft gedreven. Tot hij voor enige jaren de zaken aan kant kon gaan doen en stil kon gaan leven. Voor dat ogenblik was hij echter reeds begonnen met het versieren van de gevel3, louter en alleen om zijn winkel wat pu bliciteit te bezorgen temidden van de toen nog kleurloze andere pandjes, die nu vrijwel alle mo derne geveltjes hebben. Voordien had hij nog nooit een penseel in de hand hij is links* gehad. Evenmin had hij ooit geboetseerd of gebeeldhouwd. In een arbeid van enige jaren heeft hij toen zijn huis gedecoreerd en die versiering later nog weer eens veranderd en uitgebreid. „Au petit Paris" was nu eenmaal de „klassieke" naam voor een ga ren- en bandwinkel in de Franse provincie, waar men denkt dat al les wat modieus en mooi is uit de hoofdstad moet komen. Gelukkig begint dat idee hier en daar wat te vervagen. Doch om dat embleem „Parijs" toe te lichten kreeg de voorgevel twee medaillons, één met de Eiffeltoren en één met de Are dë Triomphe. Die flankeren' het enige raam van de eerpte verdie ping. Zijn „meesterwerk" Onder de naam, die bijna licht gevend to geworden van de veel- „Het is allemaal gewapi Marcel Dhièvre. e tegen regen en vorst. wand gelijkstraats, heeft versierd met bomen reliëf. Daar vindt men ook. af voor het raam in de zijdei mooiste schildering een gestileerde boom met bladeren, zo strak en maar tegelijk schilderd in varianten van| dat alweer de naam van 1 in gedachte komt. De maker t zelf de meest bescheiden i de wereld hetgeen vooral in V rijk met krijt worden geschreven. Zin in s ren of boetseren heeft hij i had. Het huis aan de Avenu| Republique is trouwens hele en unieke oeuvre, nooit iets anders gemaakt ook niet van plan het te c" begrijpt dat ik hem direct B vraagd zo'n boom stuk triplex te schilderen duif te boetseren, het verzoek afgewimpeld. Ni| velend of hooghartig of i geld te kunnen vragen voudigweg omdat hij er hoefte aan heeft en hij i dat het huis wel aardig is g maar dat het zo wel goed En zo leeft Marcel Dh ln Saint-Dizier ja, Marne.En hU is i met zijn huisje en zijn i ke vrouw en zijn kleine i HU is ee mens!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 10