Optocht en gulden zon zetten Leiden in gloed van kleuren f OP JUICHEND ZOMERSE HERFSTDAG: Speelgoeddat jong en oud nog bést kunnen gebruiken Intens meeleven Flitsende beelden Klein en dapper POPPENKAST VOOR DE KLEINSTEN Belangstelling koraalmuziek neemt in Leiden weer toe TIENDUIZENDEN VIERDEN HET LEIDSE FEESI VERENIGINGSLEVEN IN TAPTOE STERK VERTEGENWOORDIGD f 3-oktoberfoto's I LD-Holvast I Uitreiking haring en wittebrood AEG Herdenking in Pieterskerk Want Hij bracht wonderen tot stand" LEIDSCH DAGBLAD MAANDAG 5 OKTOBER 1964 Wat een weertjehè?" „Ja, fantastisch. Dat is voor 't féést!" Dit was de prompte reactie van de pompbe diende, die me de nodige benzine moest geven om me naar de „Optocht" te brengen. Dat „feest" leefde blijkbaar in zijn hart. En zo zijn er gelukkig nog tallozen, die van ■fftraditie" en „historie" weten, voor wie de her denking van „Leidens Ontzet" (hoe lang gele den ook) nog betekenis heeft. Vooral voor de talloze kinderen, zowel zij die hieraan mee mochten doen, 't is voor de toekomst goed, dat ze er nu al in worden opgeno men als zü, die langs de kant al dit kleurig en fleurig schoons in zich op konden nemen, was dit een on derwerp om van te smullen en dat tot de harten sprak. In deze „eeuw van het kind" had men er zeker niet raker mee kunnen schietenalles stimuleerde, in het fel en stralend blauw-geel-rood en groen de fantasie van de jongens en meisjes maar waarachtig en hoe bevreemdend misschien, ook dat van de ouderen! Iedereen voelde zich direct ver want met alle personages, die werden voorgetoverd. WE dompelden dan ook met z'n allen recht toe-recht aan midden in de „wereld van het kind". Van al het speelgoed, dat sin-dis eeuw en dag van zo grote waarde is geweest en altijd blijven zal en waarvan ook de volwassenen indertijd zo genoten hebben. Uit hoeveel moedermonden hoor den wij dan ook niet tijdens het voorbijtrekken van deze optocht een „Ach kijk, hóe schattig": ze leefden intens mee, ze doken in de eigen jeugd terug. De vaders deden het natuurlijk wat kalmer aan, maar ook aan hèn kon men zien, hoe ze even dachten aan die onbezorgde tijd van weleer, toen het speelgoed' voor hen zo'n grote waarde had. En hun kinderen stonden te pope len en te dringen, ze waren er hee- lemaal „in", ze kenden al die spre kende figuren op hun duimpje. HET begon al met de dieren: ze waren maai- voor 't uitzoekén. Ieder kind had al gauw z'n eigen lieveling te pakken en keek ex- met bewondering naar. Wat een ogen gingen er wijd open, toen daar die meer dan levensgrote poppen aankwamen: zó grote poppen hadden ze nog nooit in hun korte leventje meegemaakt. Nee maai" de ene al groter dan de andere, hoe wès 't mogelijk! Haast onwezenlijke pop pen in allerlei soort. Wat zagen ze nu? Indianen en cowboys, op een stroom van kleine pony's, met een heuse wigwam en een kolossale kano: zó overgebracht uit het Wilde Westen. Nauwelijks was dit allemaal voor- bijgeflitst of er kwam alweer iets anders voor de dag. Zoals het vroe ger was: kinderen met hoepels en stelten en diabolo's. Wat hebben we er vroeger een pret mee gehad. Van dit oude onmiddellijk over naar het nieuwe: de moderne techniek vierde hoogtij in het vernuftige construe- araan alle ingenieur- i monteurtjes van de toekomst hun vreugde konden beleven. Wat zót dat goed in elkaar. Hutspotmaaltijd in de Doelen kazerne. Zowel de brigade-ge neraal der Intendance, Hafke- meijer (rechts) en de comman dant van de Koksschool, kolonel Wessels (links) laten zich dit typisch Leidse gerechtlekker smaken. f ie hem van de televisie kent, alles van hem af. Dat is d.e grote, de helfhaftige, de romantische Ivanhoe: ook hy leeft diep by jong en oud. Die Ivanhoe was vanzelf sprekend present, omgeven door al z'n getrouwen. Een vechtersbaas eerste klasse en een kerel om tegen op te zien. Het was dam ook geen wonder, dat achter zyn naam op het programma drie uitroeptekens prijk ten. Met zyn imponerende burcht, zyn hovelingen, soldaten en gevangenen nam hy in deze optocht een pervolle plaats in. Daarop weer een heel andere periode: die van het mechanisch speelgoed. Alles en iedereen was daarbij gesleept. Dapper gesnorde, martiale brandweermannen, dokto ren en verpleegsters rond de Rode Kruis-auto, een fraaie boot met een fiere kapitein, racewagens en niet te vergeten de mechanische muizen, die zich al snuffelend vlak tegen de Leidse straten voort wisten te schui ven. Tjonge, tjonge, dat waren muizen om op een verre afstand te houden. Als climax alle stripfiguren, zon der wie de kinderen eenvoudig niet naar bed kunnen, voordat ze iets over hen gelezen, gehoord of gezien hebben. Wie kent kent hen niet: OHie B. Bommel, Tom Poes, Donald Duck, de „Pldntstones", Mickey Mouse, Swiebertje, Paulus de boskabouter en wie al niet meer? Ze werden in levenden lijve gepresenteerd, kolos saal groot en van een haast, ver bitterende realiteit. Nu: als dót niet als een bom in sloeg, weten we 't niet meer. EEN kleine, maar dappere op tocht. Een, die ook door het schitte rende weer, dat alles in een gloed van kleur zette, het ware leven in de brouwery bracht, dat by het „3 oktoberfeest" past. Daarby nog de vele kranig mar cherende en vrolijk blazende muziek korpsen, waarop Leiden met recht De rechtgeaarde Leidenaar, die geen cynische zuurpruim is, heeft daar heus gevoel voor. Voor al als het zo'n prachtige dag is als zaterdag, met een strak blauwe hemel en een overvloed van gulden zon, stromen duizenden en duizenden tegen één uur naar het centrum van de stad, om daar getuige te zijn van het hoogtepunt van deze feestelijke dag: de „Optocht", ditmaal berus tend op een leuk en origineel gegeven Feest in speelgoedland" trots mag zyn, met het parmantig trippelende schaapje van de Scheepjeswol" o! pas op, géén reclame! er als een speciale attractie by. Nee: zó gezien, zouden wy die „Optocht" niet graag willen missen. ZU hoort nu eenmaal by een feest als dit en we zouden niet weten, wat er voor in de plaats moest komen: Iets, waarbij de ganse bevolking van héél jong tot héél oud be trokken is. Iedereen wil dit toch graag mee maken, ook al omdat er nog véél meer te zien is: de vele „hoogge- hoede" heren, de erewacht, enfin, alles wat er sinds jaar en dag onver- brekeiyk mee verbonden is. Duizenden en duizenden hebben er opnieuw van genoten op deze ver- rukkeiyke, haast juichend zomerse herfstdag en zyn tot de conclusie gekomen, dat deze Optocht voor hen allen tot een glanzend „speelgoed" voor oog en oor geworden is. Iets, wat we met zin allen op z'n tyd verwend als we zyn tóch nog bést kunnen gebruiken, althans zolang we nog niet helemaal zyn afgestompt. En er is immers niemand, die dat graag wil zijn? De jeugd leefde intens mee met de avonturen van Jan Klaas- sen .en Katrijn. In tegenstelling met voorgaande jaren, bevindt de# belangstel ling^ uit de Leidse zangerswereld voor de koraalmuziek in het Van der Werfpark zich weer in stijgende lijn. Daarbij is het een winst punt, dat deze belangstelling behalve uit de kring der ouderen, zij houden er een traditie mee op ook uit die der jongeren komt. Hoewel koordirigent, Herman Stenz, i ning schenken, dat de koraalmuziek in de komende jaren nog op een grote in de harten van een jongere gene- rekent, moet het hem voldoe- ratie nog leeft. Leiden viert feest. Het is 3 oktober. Het spelen van het Wil helmus op het plein voor het Stadhuis betekende zaterdagochtend het begin van het feest, waar de hele Leidse bevolking maanden naar toe leeft. De binnenstad verandert die dag totaal van ge zicht: er worden ingrijpende verkeersmaatregelen genomen, de winkeliers maken hun etalagein stijl, andere winkeliers moeten hun etalages met planken beschermen tegen de dringende mensen massa, die de hele dag de straten van de binnenstad zal vullen. Vooral by dé evenementen zoals de taptoe, de uitreiking van haring en wittebrood en de grote optocht iykt het wel alsof tienduizenden Lelde - naars zich In een paar straten samen persen. Daarby voegen zich dan nog de tien-en-tiendulzenden uit de geving. Dat zovelen zoveel zagen was mede te danken aan het prachtige najaarsweer. Op het Schuttersveld was een enorm luna-park de schiettenten, draai- en lens, poffertjeskramen vermakeiykheden vormden zee van licht en lawaai. Daar door stroomden op de eerste avond van openstelling voetje voor de duizenden feestgangers. Het was vrijdagavond, de avond van het Leidse verenigingsleven: de taptoe. In een kilometers lange stoet trokken muziekkorpsen, tamboerkorp sen, sportverenigingen, jeugdclubs, speeltuinverenigingen, scholen, stu denten en vele particulieren door de straten. De honderden fakkels lampen welke werden meegedragen, vormden een feeërieke omlijsting van deze uiting van het bloeiende vereni gingsleven in de Sleutelstad. De route van het défilé voerde onder meer langs het Stadhuis, waar burgemees ter Jhr. mr. P. H. van Kinschot met zichtbaar plezier de optocht gadesloeg. Dat plezier was trouwens zichtbaar op de gezichten van alle mensen, die langs de route stonden. Zo uitbundig als de stoet in de stad ontvangen werd, zo waardig en sober was de sfeer bij de kranslegging in het Van der Werfpark by het stand beeld van Leidens burgemeester in de dagen van het beleg in 1574. Gewijde zang in het Van der Werfpark Een tweede pluspunt was, dat er deze ochtend zo enthousiast werd ge zongen, dat er tot enkele malen toe uit het publiek geapplaudisseerd werd en dat de burgemeester zich in extra woord van dank richtte tot het koor, dat zich in enige geesteiyke en vaderlandse liederen liet horen. In drukwekkend was als steeds weer de jubelende inzet van dit wydingsvolle half uur, waarvoor ditmaal gekozen was de honderdste Psalm „Juich aar de, juicht alom den Heer". Een goede vertolking kreeg deze ochtend ook de overbekende Hymne „Lof zy den hel den". Pittig gezongen en met een Juist gevoel voor de inhoud van deze Hymne. Moment van goede herinnering Aan het einde van de koraalzang brak voor de burgemeester, die voor het laatst in deze kwaliteit van zyn belangstelling biyk gaf, een moment van goede herinnering aan. Hy werd n.l. namens de zangers toegesproken door de heer J. J. van Biemen, die eraan herinnerde, dat hy dit ook mocht doen in 1946, het eerste jaar, waarin jhr. mr. Van Kinschot zich burgemeester van de Sleutelstad mocht Voor de negentiende en laatste maal in zyn kwaliteit van burgemees ter, nodigde de heer Van Biemen, jhr. mr. Van Kinschot uit een krans te hechten aan het standbeeld van Van der Werf. Namens de Leidse in gezetenen verbond de heer Van Bie men daaraan de wens, dat het de burgemeester en diens echtgenote ge geven mocht zyn om dit Leidse feest nog vele jaren mee te vieren. De burgemeester, getroffen door dit „weerzien na jaren" gaf aan deze uit nodiging gaarne gevolg: Van der Werf ontving deze ochtend zyn tweede lauwerkrans. Zoals bekend was dit voor de eerste maal by de taptoe reeds geschied door het bestuur van de 3 October-vereeniging. De koraalmuziek, waarvoor in dit vroege uur ook reeds de burgemees ter van Middelburg, onze oudystad- genoot, mr. J. Drijber, belangstelling toonde, werd besloten met het zingen van twee coupletten van het Wilhel- Leerlingen van de Leidse In strumentmakers school voerden het REM-eiland in de taptoe mee. Poppenkast hoe oud op zichzelf ook biyft nieuw. Altyd zyn er weer andere kleuters om plezier te beleven aan de oneindige avonturen van Jan Klaassen en zyn vrouwtje Katryn. Honderden! kinderen op 4 plaatsen in de stad hebben gisterochtend staan stralen, toen een zwarte tovenaar het overbekende poppenechtpaar een heuse praalwagen bezorgde, zodat het ook in de optocht kon meelopend Dacht u, dat de kleuters Jan en Ka tryn 's middags hadden gemist? Na- tuuriyk niet, ze hadden toen zoveel anders te zien. Maar men kan ervan overtuigd zyn, dat ze enkele uren te voren op de Lage Morsweg, Pieter Bothstraat, Zeemanlaan of Bevry- ddngsploin echt nog geloofden, dat Jan Klaassen en Katryn zouden mee- ryden. Dat kon men wel zien aan de intensiteit, waarmee deze prille jeugd meeleefde met het poppenspel, dat zoals elk jaar weer werd gebracht door Onderwaters „Theater Minia tuur". Zinvolle traditie Leidens meest sprekende traditif is wel de uitreiking: van haring en wittebrood. In de fraai gerestaureer de Waag lagen zaterdagochtend om half acht de wittebroden hoog opge tast en lange ryen vaten met haring wachtte op de drommen mensen, die hun aandeel kwamen halen, maar ook hun bydrage in de 3 oktobervie ring kwamen leveren. Want al zal ongetwyfeld vroeger de materiële waarde van de uitgereikte levens middelen vele mensen aangetrokken hebben, daar zal thans weinig spra ke van zyn. Het is daarom juist zo verheugend en tekenend voor de plaats die het feest in de harten van de Leidenaars inneemt, dat zo'n groot aantal mensen in alle vroegte naar de Waag getogen waren. Omstreeks half acht werden de eerste broden met haring uitgedeeld. Gewapend met alle mogeiyke potjes, pannetjes, plastic zakken en nog veel meer attributen stroomden de Leide naars langs de tafels. De leeftyd van de mensen-met-de- pannetjes liep zeer uiteen: kinderen van twee of drie liepen dapper te sjouwen met de voor hun te zware last. maar ook bejaarde mensen ga ven acte de présence. Omstreeks half negen verscheen ook burgemeester Van Kinschot en voor het laatst in deze kwaliteit in het Waaggebouw om daar ook zyn aandeel te leveren in de uitreiking van deze traditionele feestgave, waarvoor dit jaar byna 7000 personen in aanmerking kwa men. Het was ook een traditie, dat de praeses-collegie van het LSC, de heer E. D. Wiersma, aan de dames, die belast waren met de uitreiking van haring, een fles eau de Cologne aanbood. Een vrolyk moment was het toen het Leidse Jeugdorkest „De Burcht" met vliegende vaandels en slaande trom een ere-rondje door het Waaggebouw maakte. „Zingt een nieuw lied voor God den Here, want Hij bracht wonderen tot stand". Van die wonderen vertelde zaterdag ochtend in de Pieterskerk de hervormde studentenpredikant, ds. J. A. Eekhof, toen hij een korte terugblik wierp op het be leg en ontzet van Leiden, Hy deed dit aan de hand van Psalm 23 3 en 4a „Hy leidt my in de rech ten sporen om zyn naams wil. Zelfs al ga ik door een dal van diepe duis ternis, ik vrees geen kwaad, want Gy zyt by my. Op deze historische plaats herin nerde ds. Eekhof eraan, dat het deze dag precies 390 jaar geleden was, dat men in de Pieterskerk byeenkwam om God te danken voor zyn wonderbaar- ïyke redding. De ontroering was toen groot. Ondanks tegenwerkende facto ren werd Leiden gered. Met een korte onderbreking sinds de Franse be zetting is deze dankdienst, inder- tyd ingesteld door de Leidse vroed schap, steeds gehouden. Het is zinvol, aldus ds. Eekhof, om deze dienst van danken en herdenken ook in de toe komst te handhaven. Aan de hand van de geschiedenis van het beleg en ontzet, wees spreker op het wonder Gods, dat aan Leiden werd voltrokken. Voor vryheid van geloof en geweten en voor recht en vrede streden de Leidenaai-s een goe-' de en harde stryd, daarby geïnspi reerd door het voorbeeld van een Oranje en geleid door mannen, die niet aan de overwinning twyfelden. Bovendien had men het geloof in. God. Leiden is daarin niet teleurge steld. „Gy wacht op onmogelyke dingen", schreven glippers aan de vroedschap, maar God vergat de stad niet. Toen de nood op het hoogst was, bracht Hy op ongedachte wyze red ding. Met het zingen van twee couplet ten van het Wilhelmus werd deze dienst, waarvoor zeer goede belang stelling bestond, gesloten. Een belangrijk werk voor ve len, die het Leidse drié-oktober feest opluisterdencentjes tellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 4