ZOEKLICHT
S,... alleen
volwassen produkties
met volwassen artiesten"
DUBBEL EN DWARS
JÖS VAN DER VALK presenteert
Slechts
talent
voor een
half net
AMUSANT EN
ONTSTELLEND
aterdag 26 september 1964 Pagina 1
EEN
'i'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii
OP DE BOEKENMARKT
leggen en zijn beeld vervolledigen.
Al deze middelen moeten dienen
orn de lezer zo volledig mogelyk in
te lichten en hem zo sterk mogelyk
te laten meebeleven, want Butor is
overtuigd van de invloed van lite
ratuur op het menselijke bestaan.
De roman „La modification, hier
vertaald onder de titel „Retour Ro
me" (waarom moeten uitgevers
resp. vertalers het toch altijd beter
weten dan de auteur zelf?) is
waarschynlyk Butors meest gele
zen werk, dankzij de bekroning
met de Prix Théophraste Renau-
dot in 1957. .Zyn werkmethode is
er duidelyk in te herkennen. Vol
ledigheid en zoveel mogelijk be
weeglijkheid in ruimte en tijd vor
men de opzet.
Het gegeven is betrekkelijk een
voudig. Een man, Léon, directeur
en vertegenwoordiger van een Ita
liaanse schryfmachinefabriek,
reist geregeld heen en weer tussen
Parijs en Rome. In Parijs
woont hij met zijn gezin en hy
beleeft er zyn doodgelopen huwe
lijk. In Rome woont zijn vriendin
Cécile, die in staat is hem bij elk
bezoek nieuw leven in te blazen.
Bij de aanvang van het boek is
hy op weg naar Rome, maar dit
maal niet op een zakenreis. Hij
gaat enkel en alleen om Cécile te
ontmoeten en haar te zeggen, dat
hij een betrekking voor haar heeft
gevonden in Parijs. Hij overweegt de
breuk met zijn gezin als Cécile
eenmaal in Parijs. Hij overweegt
de breuk met zyn gezin als Cécile
eenmaal in Parijs zal zijn. Opval
lend bedoeld als de vertraging in
de tyd is zijn reizen in een gewo
ne trein en niet in de Rome-ex
pres zoals hy gewend is. Hiermee
bereikt Butor niet alleen die ver
traging, maar tevens de verbre
ding van het terrein aan de hand
van ontelbare (letterlijk) kleine
bijzonderheden, zoals het wisselen
van de mensen in de coupé, de vele
stations waar al of niet gestopt
wordt, bijzonderheden, die alle as
sociaties opwekken in Léons ge-
dachtenstroom. Want het is Butors
overtuiging, dat de kleinste waar
genomen objecten, de geringste ge
beurtenissen hun invloed hebben
op de mens. Bijna even realistisch
als deze reis, ondergaat de lezer
een vorige reis naar Rome met
zijn vrouw, Henriette. Twee andere
wegen zyn nog de beschrijving van
het leven van Léon thuis en zijn
tochten met Cécile door Rome. Al
les wat statisch of dynamisch aan
wezig is om Léon heen, wordt be
schreven tot zelfs het aanstaande
schrijven van de roman „La Modi
fication" toe. „Alleen in die hotel
kamer zul je een boek beginnen te
schryven om de leegte van die da
gen in Rome te vullen" (blz. 264».
„Retour Rome" is zonder twyfel
een interessant boek. In het begin
moet men dapper heenbij ten door
een bijna verstikkende laag dage
lijkse kleinigheden, waarbij ons
weinig gespaard wordt. Met de
neus worden wij gedrukt op de ap
pelpitjes op de vloer van de coupé,
op de kleur van de treinkaartjes,
op de herkomst en de kleine gebre
ken van Léons koffer, op alle eet
waren, kleren, lectuur en bagage
van de medereizigers. Maar op den
duur raakt de lezer inderdaad ge
wikkeld in de wereld van Léon en
dan gaat hij passages ontmoeten,
welke briljant van emanerende
kracht zijn. De indruk moet ik
spreken van invloed? die het
boek achterlaat is dan ook duide
lijk positief.
Een merkwaardigheid is dat de
schrijver zijn verhaal in de tweede
persoon enkelvoud heeft geschre
ven. Dit schept inderdaad op een
curieuze manier afstand, te weten
de afstand tussen ik en jij. Dit wil
zeggen, dat de ik-ervaringen een
algemenere waarde hebben gekre
gen. Dit zichzelf toespreken geeft
aan het geheel de toon van „ja, zo
gaat het met een man zoals ik",
om het huiselijk uit te drukken.
Met dit boek heb ik echter een
eigenaardige ervaring opgedaan,
die toch wel te denken geeft om
trent het effect van Butors systeem.
In myn exemplaar ontbreken na
melijk de blz. 126 en 127. Nu is het
vreemd, dat ik niet de indruk heb
kunnen krijgen door die twee
maagdelijke pagina's iets gemist te
hebben, dat ik noodzakelijk had
moeten weten. Wie zich het boek
aan wil schaffen, zij evenwel ge
waarschuwd.
CLARA EGGINK
Jos van der Valk presenteert
Deze bekende knallende kreet klinkt tegenwoordig
niet meer zo vaak in onze huiskamers als enkele jaren
geleden.
Jos van der Valk presenteert niet zo veel meer.
Als hoofd van de afdeling amusement van de KRO-
televisie heeft hij zoveel andere beslommeringendat
hij er niet meer zo vaak de gelegenheid voor heeft.
Maar helemaal laten kan en wil hij het toch niet.
Af en toe blijft hij programma*s regisseren.
„Ik heb mijn hart nu eenmaal aan de showbusi
ness verpand. Ik zou er niet buiten kunnen. Jarenlang
hebben we gevochten voor grote budgetten. En nu die
worden toegestaanwil ik er ook wel eens mee wer
ken. Bovendienik vind het,goed steeds weer de moei
lijkheden te ondervinden, welke dit vak meebrengt.
Dan blijf je op de hoogte", bekent hij.
Michel Butor. „Retour Ro
me". (vertaling) „De Bezi
ge Bij. Amsterdam.
Michel Butor (1926) behoort tot
de jonge Franse schrijvers, die op
het ogenblik de aandacht hebben.
Hij maakt deel uit van de werk
groep „Le Nouveau Roman", een
groep, die gezamenlijk experimen
teert en een gezamenlijke uitgever
heeft in de directeur van „Les Edi
tions de Minuit". Behalve dichter
en prozaist is Butor leraar in de
Franse letterkunde en letterkundi
ge in de letterlijke zin van het
woord, d.w.z. dat hij zich op we
tenschappelijke wijze met de let
terkunde bezighoudt. Hy bena
dert de letterkunde op principiële
en experimentele wijze en is een
kenner zowel van de klassieke
Franse als van de Engelse letter
kunde (Joyce). In zyn essays, de
bundels „Répertoire" van 1960 en
„Répertoire II" die zojuist ver
schenen is, heeft hy zijn vondsten
en conclusies uiteengezet. Het zou
te ver voeren deze vondsten en
conclusies hier uitvoerig te bespre
ken. Dat zou o.a. vergen dat ik
stukken proza zou moeten citeren
van de auteurs, waar hij zich mee
bezighoudt, aangezien alleen het
noemen van namen m.L weinig zin
heeft in dit geval. Waar het bij
hem om gaat is, simplistisch uit
gedrukt, om de macht die uitgaat
van de structuur van de roman.
Hy wyst o.a. op de visuele moge-
lykheden van de roman het
terug kunnen bladeren, het lezen
en herlezen van fragmenten op
de beweging, die de lezer zich met
een roman kan permitteren. Hem
boeien eveneens de taalexperimen
ten, het vormen van nieuwe woor
den e.d. Ook is hy geoccupeerd met
tyd en ruimte binnen de roman.
Vertraging en versnelling van de
tyd naar believen, verruiming, ver
nauwing en verplaatsing van het
terrein van de handeling naar ge
lang de auteur zyn nadruk wil ver
ben, eens breed uit te meten?
Het kan de kritiek wat mense
lijk, milder en constructiever
maken.
KOOS POST
zy dient om te voorkomen of
af te weren alle zinneiyken
prikkel en alle vleesdielyke be
geerte, die het zien van het
onbedekte lichaam van onze
naaste by ons opwekt. Of dit
(1929): Wie vleeschkleurige
kousen draagt, staat met beide
benen op het erf van den
vyand. Dit was de periode
waarin seksuele voorlichting
aan de kinderen een uitzonde
ring was en door de meeste
ouders onbetamelyk werd ge
vonden. Onze jongeren lezen
Jan Wolkera en Jan Cremer,
zonder te vragen om toestem
ming. Maar ik weiger te geloven
dat door deze lectuur een groter
kwaad kan ontstaan dan door
de benepenheid van de me
vrouw van de vleeschkleurige
kousen.
Een amusant en ontstellend
boek. Er blykt uit, hoe groot
de invloed is van de tyd waarin
wy leven. Hoe weinig van onze
opvattingen vaak is terug te
te brengen tot werkelijk geloof
in Christus, wanneer wy trach
ten volgeling van hem te zyn.
In het Nieuwe Testament zijn
de discipelen mensen die veel
van de gewoonten van die tyd
doorbreken, tradities ter zyde
schuiven. Misschien kan deze
merkwaardige bloemlezing ons
enigszins helpen om waakzaam
te zijn op dit punt. Het nodigt
uit tot bescheidenheid. Hoe
zullen onze kinderen, kleinkin
deren oordelen over al onze
principes van 19451965?
Christen zyn en als zodanig
leven vraagt een grotere inzet
dan wy meestal bereid zyn te
geven. Geloof en fatsoen zyn
niet herzelfde.
J. A. EEKHOF,
Herv. studentenpredikant
te Leiden.
De lange, blonde, sympathieke Jos van der Valk (34) is als
:t ware met de televisie vergroeid. Zover men dat tenminste
al in ons land kan zeggen. In ieder geval behoort hij tot de
erkers van de eerste televisie-uren. Als zoon van een Haagse
instcriticus heeft hij nog een blauwe maandag in de journalis-
:k gezeten, maar die periode vindt hijzelf nu niet interessant
,Myn hart ging altyd al uit naar
televisie. Ze waren pas ander
jaar bezig, toen ik er by
k-v am. We waren hier by de KRO
nog maar met een man of vyf.
^werd aangenomen als realisator,
j dat dan ook mag betekenen,
de praktyk deed je echter van
fes. We maakten alle soorten pro-
Tnma's, zelfs voor de vrouw,
Mrt en ook het journaal. Dat was
Hi nog in handen van de om-
j^pverenigingen. Maar mijn be-
«Sgstelling richtte zich meteen op
VÏamusement. Het moeilykste fa-
2J in de televisie? Misschien wel,
^wel men daar in het begin hier
Sgians allerminst van overtuigd
l Toen achtte men het drama
timer één. Maar van dat stand-
Et is men moeten terugkomen,
f weten nu, dat voor een groot
jingryk is, zo niet het belangrijk-
ivan de televisie is."
T alent
Opbouw
-hij
wordrongen van deze weten-WL
ip zyn Jos van der Valk en zyn
lewerkers voortdurend bezig
de opbouw van nieuwe en het
ÜTO'S W. DIJKMAN
.ven van bestaande program-
Adempauze is er zelden. Kan
niet zyn.
teld dat het technisch mo-
zou zyn, dan nog kan men
;elyk zo omstreeks juli zeg-
jongens, het seizoen staat
de deur. We moeten iets
gaan brengen. Dat zou be-
c zyn. Plannen rijpen en
gestaag. Soms liggen ze er
voor we ze kunnen realise -
Maar we zyn er doorlopend
bezig. Wanneer we dat niet
zouden we spelen met onze
twoordelykheid. En dat is een
de belangrijkste punten van
ie maken. Je voelt de verant-
iiykheid, die je jegens mil-
hebt.
t de hele Dam in Amsterdam
met mensen en ga zelf eens
et balkon van het paleis staan.
iu wel in je schulp willen
;n. En tnch is die mensenzee
je nog maar een percentage
ns kykerspubliek. Die verant-
delykheid zyn wij ons terdege
Daarom mogen wij alleen
n produkten met volwas -
artiesten brengen".
Lijfspreuk
zou dat Jos van der Valks
ireuk kunnen noemen: „Vol-
"dige produkten met volwaar
artiesten". Het is het iedeaal,
rvan hy droomt. Het is het doel
voor hy vecht. En toch is hy
ide realist om te begrijpen,
streeft naar een soms on-
eiyke perfectie.
fy, oude jongens, konden tien
geleden nog experimenteren
de hoofden van de kykers
Maar dat kan en mag nu niet
En dat is dan tevens een
de moeilykste opgaven voor
mende collega's. De scholing
praktyk is de beste, zo niet
eite de enig mogelyke. Tele-
Biaker word je niet. Dat ben
OV{ )at ontwikkelt zich. Of niet
urlyk. Van een kunstschilder,
an de Akademie komt, ver
men ook geen Nachtwacht,
moeten wy van de beginne-
in ons vak, die een scho-
i van zes weken hebben ge
nieteen een volwaardig pro-
vragen. Zeg nu zelf eens:
dat..?"
Het zyn de moeilykheden achter
de camera's, die wellicht aan vele
kykers voorby gaan. Als Jos van
der Valk zegt, dat alle beginnen
de regisseurs dezelfde fouten moe
ten doormaken, dan geloven wy dat
op zyn gezag. Hy kan dat beter
beoordelen, dan wy als kyker-zon-
der-meer. De moeilykheden voor
de camera's komen heel wat dui-
delyker voor het voetlicht. Die kan
iedere kyker direct constateren.
„Ze zeggen altyd, dat er in ons
land gebrek aan talent is. Terecht',
merkt Jos van der Valk op. „Maar
in één adem wordt daar dan vaak
aan toegevoegd, dat wy by de tele
visie opkomende krachten geen
kans willen gevan. Maar déar is
toch dit medium niet voor. Wij
moeten met volwassen krachten
werken. Dat vereist onze verant
woordelijkheid. En dan zitten we
in een akelig vicieuze cirkel. We
hebben in ons land toch nauwe-
lyks een theatertraditie. Hoe moe
ten die aankomende krachten zich
dan opwerken? Dat is ons levens
groot probleem, waarmee we eigen
lijk dagelyks te maken hebben. We
zitten nu met twee netten. In
feite is er maar talent voor een
half
Internationaal
Talent voor slechts een half net,
zegt Jos van der Valk. Hoe denkt
hy dan toch er twee te kunnen
vullen? „Ach, gelukkig zyn we in
ons land zo internationaal inge
steld, dat we op buitenlandse pro
dukties kunnen terugvallen. We
staan hier nogal open voor andere
mensen. In Duitsland b.v., waar
men zeer nationaal is georiënteerd,
zou zoiets gewoon niet kunnen.
Maan dat neemt niet weg, dat de
vraag naar Nederlandse produkties
groot blyft.
En eerlyk gezegd we hopen
nu maar, dat door die veelheid
van buitenlandse programma's
ook de waardering voor eigen pro
dukties wat omhoog zal gaan. Al
leen omdat het Nederlands is. Zo
iets als een landgenoot over de
grens tegenkomen. Normaal zou
je hem niet eens zien, maar dan
zeg je „hallo". Immers de kritiek
is in Nederland soms buiten alle
proporties gegroeid.
In Amerika ligt dat b.v. zo heel
anders. Daar is ook kritiek, maar
daar bestaat een veel grotere bin-
ling tussen televisie en publiek. Ik
heb een groot aantal uitzendingen
gezien. Het was elke keer weer een
belevenis. Als je zo'n theater bin
nenkomt, waar de opnamen zyn,
voel je meteen die aparte sfeer. En
dan de opkomst van de hoofdfiguur
van de show. Een overweldigend
applaus. Spontaan. Fenomenaal.
Misschien komt die tastbaar ande
re sfeer door de hogere frequentie.
Ik weet het niet. Wellicht ook door
een andere instelling. Of door de
zeldzame vakbekwaamheid, waar
mede daar wordt gewerkt. Maar het
is een enorm verschil".
Ideaal
Wat ziet de man, die nu met
„Piste" zyn zesde jaar is ingegaan,
die met het koor van George Mi-
chell („een gezelschap met een
maximum aan show, uniek in de
wereld") „Midavondserenade brengt
en die eens de zo gestroomlynde
uitzendingen rond Teddy en Henk
Scholten regisseerde, wat ziet deze
man als het ideaal van televisie -
amusement.
Jos van der Valk behoeft niet
na te denken. „Perry Como, die
Van links naar rechts: Jos van der Valk, Fred Rombouts en technicus Hans de Jong bezig
met het monteren van een show rond Undine von Medvey
dering opbrengen voor zo'n op
vatting van zijn taak. En in de
tweede plaats: er wordt zo vaak
en zo bitter kritiek geleverd op
de Nederlandse televisie en de
mensen, die daar achter staan.
Is het dan niet goed om ook de
problemen, waarmede deze wer
kers, die voortdurend aan de
weg timmeren, te maken heb-
is het weer onze verantwoor
ding eist een volwassen produkt
We hadden Jos van der Valk
om een persoonlijk praatje ge
vraagd. Eerlijk gezegd, het is er
bij ingeschoten. Televisie staat
bij hem voorop, de maker komt
pas ver daarna. En waarom zou
den wij er rouwig om zijn? In de
eerste plaats moeten we waar-
brengt de voor de televisie meest
geeigende show. Wy komen dit sei
zoen met Andy Williams. eigen-
lyk net zoiets. Misschien iéts men-
selyker, maar volgens hetzelfde
patroon. Ach, zoiets is waarschyn
lyk pas na een enorme research
tot stand gekomen. Met een uitge
breid vast team van geheel op el
kaar ingespeelde medewerkers. En
daar zyn wy nog lang niet aan
toe. Dankzy onze sociologische
dienst, die vrij intensief kykers-
opninies peilt, weten we iets van
de voorkeur van de kykers en
hebben we enige houvast, maar hét
is nog slechts een simpel begin
netje.
Heel gewoon
Maar ik geloof wel, dat we nu al
kunnen concluderen, dat de voor
keur van vele uitgaat naar iets
keur van velen uitgaat naar iets
waarby men ook kan lachen. Ru-
di Carrell is in dit opzicht een
schoolvoorbeeld van een televisie
persoonlijkheid. Een artiest, waar
we heel zuinig op moeten zijn.
Want waar haal je in ons land
de mensen vandaan, die het moe
ten doen? Neem nog eens die show
van Perry Como. Waar moet ik
de schryvers vinden, die my die
heel eenvoudige, maar oh zo spit
se en knappe tekstjes leveren? La
ten de Amerikanen daar twintig
man achter hebben zitten O.K.
Maar al zou ik ze net zoveel
kunnen en willen betalen, we heb
ben ze eenvoudig niet. En al is er
het talent, waar moeten we het
ontwikkelen. By de televisie kun
nen we het niet doen. Dat zou
miljoenen kosten, zo wy al de fa
ciliteiten en de gelegenheid daar
voor hadden. Bovendien en daar
VORIG jaar verscheen een
boek, dat nogal opzien
heeft gebaard. Michel van
der Plas stelde een bloemlezing
saimen vain allerlei fragmenten
uit de rooms-katholieke pers in
de tyd tussen de twee wereld
oorlogen. Hy noemde het „Uit
het Ryke Roomse leven". Sinds
kort heeft het zijn protestantse
pendant. „Parade der mannen
broeders", protestants leven in
Nederland in de jaren 1918
1938. Ben van Kaam, een jour
nalist van het dagblad „Trouw",
heeft in de archieven van tijd
schriften, kranten, periodieken
een keuze gedaan uit de lectuur
van deze generatie.
Wie dit boek doorbladert, zal
het niet anders doen dan met
gemengde gevoelens. Wanneer
deze uitdrukking ooit op zyn
plaats is, dan hier. Deze antho
logie is amusant en ontstellend
tegelyk. Van Kaam heeft de
grens getrokken bij 1938. Dat is
een jaartal uit een zeer nabij
verleden. Maar als men leest,
wat toen werd geschreven
realiseert men zich, hoe onme-
telyk ver dit achter ons ligt.
Er ligt een wereld tussen, een
wereldoorlog. Wy wisten wel
dat sindsdien er veranderingen
zyn gekomen die ingrypend zijn
geweest op allerlei terreinen.
De technische wetenschap de
monstreert dit dagelijks. Maar
dat het geestesleven zó diep
gaand is omgezet en beïnvloed
door de tijdgeest van na 1945,
zal voor menige lezer van dit
boek een nogal schokkende
ervaring zyn. Ën dan gaat het
niet om de schok der herken
ning.
De verleiding is groot om
hiervoor illustraties te geven
aan de hand van citaten uit dit
boek. De ruimte van deze
rubriek laat daarvoor helaas
nauwelyks plaats. Hier volgt
een voorbeeld:
De vuilnisman gaat masten
Hy licht van 't hoofd zyn pet,
Hy krijgt zyn brood te
voorschyn
En doet een kort gebed.
Thuis eten vrouw en kind'ren
Zij lezen in Gods Woord,
Al zyn zy arm, zij weten
Toch opperbest hoe 't hoort.
Hy kan geen Bybel lezen
Daar buiten op den dyk,
Toch zegt hy straks een
psalm op,
Die vuilnisman is ryk.
Onder dit gedicht staat dan
de vraag: Wie weet waardoor
en waarom? Een plaatje is er
aan toegevoegd, waarop de vuil
nisman, zittend op zyn karretje,
de pet afneemt voor het gebed.
Het vers stond in De Ster der
Chiristelyke Weekbladen van
1923, in de rubriek „Voor onze
jongens en meisjes". Dit was de
tijd dat de sociale stryd volop
gaande was.
Nog een citaat. De Spiegel,
1927. „Ik geloof stellig dat de
radio al heel wat kwaad ge
brouwen heeft in de christelyke
gezinnen. Men heeft taal ver
nomen, die niet gehoord moe6t
worden. Men heeft de klanken
der wereldse muziek opgevan
gen, die de gedachten in de
danszaal deed vertoeven. Het
kwam, omdat men zich niet af
sloot maar toegaf aan de booze
neiging van het hart, dat van
nature zoo zondig isVoor
mensen die leven in het televi
sietijdvak een weinig in
drukwekkende vermaning. Wat
te denken van alle raadgevin-