Corry van den Broek Olympisch Dorp: waar jeugd de sfeer bepaalt In opleiding voor restauratrice: een „oneerlijk" beroep Beatles bedolven onder enthousiasme en dollars Zaterdag 26 september 1964 Wassen is een precies karivei in het Rijksmuseum a voor Volkenkunde 9 Van bibliotheek naar ivaslokaal en van was lokaal naar naaimachine i( IJK, DIT IS EEN IK AT-WEEFSEL" zegt Corry van den Broek. We dalen de trappen van het Rijksmuseum voor Volkenkunde af tot we belanden in een klein betegeld keldertje. Deze doek is afkomstig van Borneo" vervolgt Corry, „en de eigenaresse - een oude dame, die een schenking aan ons museum heeft gedaan - durft hem niet te wassen. Daarom doen wij dat voor haar". Een grote rode plastic bak loopt vol met warm water. ..Ik heb in de bilbiotheek opgezocht welke kleur stoffen er in dit weefsel zitten. Dat doe ik vaak. Zodra ik een voorwerp onder handen krijg duik ik in de bibliotheek om er iets meer over te weten te komen". Corry en haar oom. de heer Ruiten beek pakken de doek voorzichtig op en spreiden deze uit in de bak met warm water. De bak. die ongeveer 1.20 meter boven de vloer staatis beweegbaar en als een kindje in de wieg wordt de ikat- doek in het warme water geschommeld. Dat water is at spoedig bruin van het vuil. „De kleurstoffen in deze doek zijn plantaardig"vertelt Corry, „daarom gebruiken we geen wasmiddel of zoiets. Ik heb al eens eerder zoiets gehad, een doek van Timor, dus ik weet wel ongeveer dat dit weefsel tegen warm water kan". Als ze dat niet zou hebben geweten, was de zaak moeilijker geworden. Dan had Corry met kleine stukjes weefsel moeten experimenteren tot zij een geschikte manier van wassen gevonden had. Na tien minuten schommelen wordt de bak weer gevuld met schoon water en daarna wordt de doek te drogen gehangen over een lange plastic-buis. „Als hij droog is ga ik er een steunweefsel achter naaien, want de doek is erg dun" zegt Corry. Reportage: Marius van Rijn Foto's HOLVAST Maar dat museum had alleen maar bijzondere honden, met twee kop pen of zo. Een doodgewone huis- tuin-en-keuken-hond was niet te krijgen. Nou, dan maken we er zelf een". Samen met een Chi- neese conservator van het mu seum werd een geraamte van kip pegaas gemaakt. Daarover heen kwamen lappen en wollen draadjes en het resultaat van deze noeste arbeid staat nu dreigend op post voor een grote Indiaanse wigwam. Eerlijk? Corry bezig met het van een gedeelte van de collectie Oosterse weefsels van Cruys Voor- bergh. Het meisje, dat blijkens bovenstaande beschrijving haar werk terrein beurtelings verlegt van bibliotheek naar waslokaal en van waslokaal naar naaimachine is Corry van den Broek. Acht tien jaar, één meter vijftig Jang" en sedert september van het vorig jaar werkzaam in het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden. Functie: restauratrice. Of althans in opleiding daarvoor, want zoals de heer T. Brasser, wetenschappelijk medewerker aan het museum ons vertelt: „Er komt heel wat voor kijken voor iemand restaurateur of restauratrice is. Corry ontvangt hier een soort praktijkopleiding. Het museum ontvangt geregeld nieuwe aanwinsten uit alle delen van de wereld. Vaak blijkt het nodig deze voorwerpen te herstellen of schoon te maken voor dat we ze kunnen tentoonstellen". Dat is dan het werk van de restaurateur of restauratrice. Dat klinkt vrij simpel: schoonma ken en herstellen van voorwerpen. Maar anders wordt het als deze voorwerpen óf tweeduizend jaar oud zijn, óf op het punt staan in duizend stukken uiteen te vallen, óf niet tegen water kunnen, óf bestaan uit een hoopje scherven. Aan de hand van de meestal schaarse publikaties begint dan de restaurateur zijn taak. In het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden is dat het werk van de heer Ruitenbeek en sedert september vorig jaar - in bescheiden mate van zijn nichtje Corry van den Broek. Batik „Ik wist eigenlijk helemaal niet wat dit voor werk was" vertelt Corry, als we haar vragen hoe ze in dit werk verzeild is geraakt. „Van mijn oom hoorde ik wel eens wat en verder had ik wel belang stelling voor het museum in het algemeen. Maar toen ik na mijn Mulo-examen een baan wilde gaan zoeken, dacht ik echt nog niet aan het museum. Totdat ik van mijn oom hoorde, dat er een plaatsje vrii was. Nou, toen ben ik maar gaan solliciteren". Corry heeft ver der een analistenopleiding gevolgd en die komt haar goed van pas. Een conservator aan het museum heeft een heel receptenboek samen gesteld met wasmiddelen voor ver schillende weefsels en verschillende kleurstoffen. Aan de hand van dat receptenboek moet Corry vaak vloeistoffen samenstellen om een bepaald weersel te kunnen wassen zonder gevaar voor beschadiging of verkleuring. De wetenschappe lijke begeleiding bij de werkzaam heden van de restaurateur is trou wens een belangrijke zaak. Textiel „Er bestaat in Nederland een vereniging van restaurateurs" ver telt de heer Ruitenbeek. „Eens per jaar komen we in Amsterdam bij elkaar en mede daardoor blijven we op de hoogte van de recente ontwikkelingen in ons vak." Ver der bestaat erin Delft een labora torium dat zich bezighoudt met on derzoekingen op dit gebied. Corry is van plan aan dit laboratorium een cursus te gaan volgen. „Maar op t ogenblik kun je daar niet in geschreven worden" zegt ze. „want ze zijn er bezig met een verbouwing of zoiets. Maar volgend jaar ben ik wel van plan om dat te gaan doen". Waarschijnlijk wordt dat dan een textielcursus aan het Laboratorium voor Onderzoek van Kunst en Wetenschappen in Delft. Want Corry's werkzaamheden lig gen voornamelijk op het terrein van de textielbewerking in al haar vormen. De werkzaamheden van haar oom bewegen zich meer in de richting van de houtbewerking, het maken van gipsafgietsels en het restaureren van porselein. De meer vrouwelijke werkzaamheden zijn toevertrouwd aan Corry. lenschortje van Nieuw-Guinea" Corry haalt een felgekleurd kun stig geregen voorwerp te voor schijn „Een conservator wil er twee oogjes aangenaaid hebben om het te kunnen ophangen, maar dat kan niet; het schortje is te zwaar en kan niet opgehangen worden aan twee oogjes". Waaruit blijkt, dat er zelfs voor een „duizendpoot" als een restauratrice-in-spé gren zen zijn. Jammer Hond Kralen Want naast deze textielzaken houdt zij zich bezig met het restau reren van bijv. kraal werken. Ook daarvoor staan haar weer verschil lende publikaties op dat gebied ter beschikking. Sommige daarvan zijn in het museum zelf ontworpen, door de conservatoren of weten schappelijke medewerkers. Van de ze conservatoren ontvangt Corry ook voornamelijk haar opdrachten. Bijvoorbeeld: „Kijk, dit is een kra- Veel werk heeft Corry gehad aan de tentoonstelling ,3izonjager en bleekgezichten", die op het ogenblik in het museum wordt gehouden. Aan de hand van de originele Ame rikaanse beschrijvingen heeft zij hoofdtooien van veren gemaakt, die op de tentoonstelling te zien zijn. Ook een Indianenkostuum werd speciaal voor deze gelegenheid ver vaardigd. „We moesten een hond hebben voor een van de wig-wams" vertelt Corry „dus belden we het voor Natuurlijke Historie een opgezette hond. Over gebrek aan werd hoeft Corrie zich voorlopig geen zorgen te ma ken. Vooral aan de weefsels uit In donesië, China en Japan is veel te doen, Vaak zijn deze erg stoffig of vuil, omdat ze gedragen zijn. De weefsels zijn ook vaak beschadigd. „Eigenlijk restaureren we liever niet", vertelt de heer Ruitenbeek. Dac klinkt wat vreemd uit de mond van een restaurateur. „Res taureren is namelijk niet helemaal eerlijk. Er gaat iets van de waar de van het kunstvoorwerp verlo ren, het is niet helemaal echt meer. Ik zie liever een mooie oude doek met een groot gat er in, dan een doek, die helemaal gaaf is maar die op geraffineerde wijze geres taureerd is. Als we dan ook res taureren doen we het meestal zo, dat te zien is wat origineel is en wat later bijgemaakt is". Corry en haar oom zijn er dan ook niet hele maal „happy" mee, dat de ikat- doek van Borneo na de wasbeurt gestopt en op een steunweefsel ge naaid zal worden. Maar deze doek moet weer gebruikt worden door de eigenaresse. „Als beddesprei" zegt Corry een beetje teleurgesteld. Een zijsprongetje in Corry's werkzaamheden vormen de roiid- leidingen die zij van tijd tot tijd moet verzorgen. Er worden wel „batik"-rondleidingen gehouden voor scholieren en daarbij treedt zij op als instructie. De jongens en meisjes krijgen dan allemaal een hcuten raampje, waarover een stukje linnen gespannen is. Deze doek wordt aan twee kanten inge smeerd met kalk en dan mogen de jongelui naar eigen idee een voorstelling in het kalk krassen. De doek wordt dan ondergedompeld in een verfbad, de kalk verwijderd en de decoratie blijft op het doek achter in wit. „Wel leuk" vindt Corry. Trouwens, haar belangstel ling is ook op andere punten enigs zins Oosters gericht. Een van haar liefhebberijen is namelijk „gume- lanmuziek". Corry's domein bevindt zich op een van de zolders van het gewel dige gebouw waarin het Rijksmu seum voor Volkenkunde gevestigd is. Op die zolder staan lange rek ken en vitrines vol met de meest bizarre voorwerpen uit alle landen van de wereld. Daar tussen in staat ergens een schrijfbureau en daar achter zit Corry. Op het bureau liggen een paar stukken „tappa". Dat is geklopte boombast, beschil derd met simpele motieven in ver schillende kleuren. Ze zijn afkom stig van Nieuw-Guinea. Corry moet deze stukken boombast voorzien van nummertjes. Ook dat is een onderdeel van haar werkzaamhe den: het vormen van collecties en het documenteren daarvan. Op een andere tafel ligt een stapel fel-ge De Beatlefans in Europa kun nen gerust zijn en hoeven geen nachten wakker te liggen, wor stelend met de onzekerheid of hun ongeknipte idolen in Ca nada en de Verenigde Staten wel de hun toekomende belang stelling, bewondering, liefde en verering hebben geoogst. Tijdens hun dertig dagen durende tour nee door Noord-Amerika, die af gelopen zondag werd beëindigd, werden de Beatles bedolven on der golven van enthousiasme endollars. De Amerikaanse tieners lieten zich van hun vlotste kant zien en telden zonder blikken of blo zen vijf tot tien dollars neer om aanwezig te kunnen zijn bij de massale bejubeling van de Brit se zangers, die een recordpu- bliek trokken en de immense congreshallen van Atlantic City en San Francisco beter tot in alle uithoeken vulden met jui chende en van aandoening we nende aanhangers, dan dit kort geleden de democratische en re publikeinse partijen gelukte. Een record werd bereikt in de autostad Detroit, waar 30.000 tieners tegelijk hun emoties de vrije loop lieten. De hele tournee werd verder een financieel re cord, want de Beatles verdien den gedurende de afgelopen maand naar schatting een klei ne miljoen dollar, rond 3,5 mil joen gulden. kleurde exotische gewade en doeken. ,Dit is een onderdeel van de collectie van Cruys Voorbergh, de toneelspeler. Hij heeft zijn prachtige verzameling geschonken aan een museum in Zwitserland en voor wij de collectie versturen moet eerst orde op zaken worden gesteld". Dat is dan weer het werk van Corry. Alle stukken moeten moeten voorzien worden van een nummertje dat correspondeert met een omschrijving in een enve loppe. ,,'t Is jammer dat deze col lectie naar het buitenland gaat", zegt Corry. „Sommige doeken zijn heel oud en bijzonder mooi". Corry's beroep is een afwisse lend beroep. „Je weet de ene dag niet wat je morgen onder han den zult krijgen" zegt ze er zelf van. Dat is ook de mening van oom Ruitenbeek „leder geval is weer nieuw: hoe moet je het aanpakken?" Improvisatiever mogen is dan ook een belang rijke eigenschap in dit handige duo, dat er voor zorgt, dat wij in het museum werkelijk „scho ne" voorwerpen bewonderen in de letterlijke betekenis van het woord. Uitverkoren gras Waar zij kwamen ontstonden opstoppingen en liepen de jeug dige gemoederen roodgloeiend. In de Texaanse stad Dallas stortten talloze meisjes zich zelfs languit op een grasveld waarop het aanbeden viertal zich had vertreden en ze deden zich tegoed aan het uitverkoren gras. In Seattle opende een ho telhouder een onmiddellijk op gang komende verkoopcampag ne van kleine stukjes van de acht lakens waartussen het viertal heerlijk had geslapen. Van overal in de Verenigd Staten brachten gecharterde bussen Beatlefans naar de veer tig plaatsen waar werd opgetre den. Daar waren overigens steeds enige bekende gezichten te vinden van meisjes, die de hele tournee dwars door het enorme contingent meemaakten en wier grootste triomf uiter aard een persoonlijke ontmoe ting met Paul, George, John en Ringo was. Het viertal was niet terughoudend. Niet alleen ble ken de jongens, met Ringo voor op, een voortreffelijke neus te hebben voor nachtelijke feest jes die werden gegeven in de plaatsen waar zij optraden maar ook hielden zij persconfe renties, waar gretige, groten deels jeugdige journalisten uit voerig te woord werden gestaan. Daarbij werden vragen gesteld als: „Wat vinden jullie van de tieners die jullie imiteren met Beatlepruiken?" Antiooord: ,jZij imiteren ons niet, want wij dra gen geen Beatlepruiken". President De grootste populairiteit ge noot drummer Ringo, wiens naam zelfs verscheen op poli tieke bijeenkomsten, zoals in New York, waar een meisje de monstreerde met het bord Jlingo for president, Bobby for senator", waarbij het de vraag is of alle tieners even goed wis ten wie Bobby (Kennedy) was als de aanbeden Ringo. In de tienerrubrieken in de Ameri kaanse kranten verschijnt een permanente stroom brieven van Beatlefans, die zichzelf als Beatlemaniakken beschrijven. Het is wel duidelijk dat de Amerikaanse tiener geesten tot het hoogste niveau vervuld zijn van de Beatle-problematiek, welke inspannende toestand slechts af en toe wordt verzacht door het mijmerend of histe- risch gillend luisteren naar de klanken van één der 80 miljoen Beatleplaten die tot nu toe ver kocht zijn. Nog een tweetal weken en dan zullen weer duizenden tot in elke spierbundel getrainde jonge mensen het grote stadion van Tokio binnen marcheren om over te gaan tot viering van de acht tiende Olympiade. Vijftien dagen lang zal de strijd om de gouden zilveren en bronzen medailles vrijwel al het andere nieuws in de schaduw stellen. De generaals in de Vlakte der Kruiken, de po litici en de heer Verolme moeten in die periode wel heel hard met de vuist op tafel slaan om nog enige aandacht voor hun zaak in stand te houden. Veel onbegrip Over de Olympische Spelen be staat veel onbegrip. Er zijn talloze lieden die zich hogelijk ongerust maken over de recordjagerij, de po litieke propaganda en het schijn- amateurisme. welke tijdens de Spe len hoogtij zouden vieren. Men wijst met een misprijzende vinger naar de Russische en Amerikaanse sportjeugd en tenslotte met een ironische glimlach naar de Olym pische eed. Niet zelden verbindt men aan zijn bevindingen de con clusie dat het maar beter zou zijn om dit, in hun ogen huichelachtige, Olympische spel te staken. Door de jaren heen hebben al velen die af schaffing aanbevolen: van de do minee die zijn protest uitte in een loodzwaar geschrift, tot aan de as- man, die desgevraagd ons eens mee deelde „dat er voor Nederland te gen die Russen niks te verdienen was en lat het allemaal maar een heel vuile zaak was". Maar slechts zelden komt dit ad vies van de hoofdfiguur: de jonge sportman, die in de Olympische arena ervaring heeft opgedaan. Huiskamer Niemand zal willen beweren dat de Spelen een gebeurtenis zijn waarop niets kan worden aangemerkt. Verre van dat, er valt heel wat Olympisch onkruid te wieden. Maar de kritiek komt te vaak van huiskamer atleten, wier enige binding met de sport hieruit bestaat dat zij 's avonds een rondje met de hond om gaan. Het zijn de nauwelijks van sport verstand hebbende puris ten, die willen dat de amateur- anno-1964 precies zo is en han delt als zijn collega in de Griek se tijd. Zij zijn niet blind voor het feit, dat sindsdien op elk terrein grote veranderingen hebben plaats gehad, maar de sport moet dan toch maar ver gezeld gaan van de denkbeelden, die voor Christus' geboorte op gang deden. Het amateurisme-uit-de oude doos is niet meer te bereiken voor de jonge sportman of sportvrouw, die vaak zo lang moeten studeren. Zij hebben steun nodig om een sportcarrière op te bouwen, eenvou dig omdat zij zelf niet over geld be schikken. De sport en zijn leiders behoeven niet als huichelachtig te worden beschouwd als dat geld dan op tafel komt. Het is een kwestie van ruim denken en met de tijd meegaan. Stimulans Wie de Spelen zelf eens heeft bij gewoond, ham sfeer aangevoeld, zal aan al die zwartgallige bezwaren met een licht schouderophalen voorbijgaan. Hij zal al gauw bemer ken dat het niet van zoveel impor tantie is of firma A dan wel rege ring B aan Piet, Jack of Igor wat meer tijd geeft om te trainen dan te werken. Het winnen van een Olympische medaille is uiterst be langrijk, want de crack die dat ge daan heeft is een stimulans voor vele duizenden om ook aan (die) sport te gaan doen. Minstens ook zo belangrijk is dat duizenden Jonge mensen in het gewone leven over de gehele wereldkaart verspreid de gelegenheid krijgen een paar weken bijeen te zijn. Niet zo maar her en der verspreid in een stad, maar in een speciaal voor hen ge bouwd Olympisch Dorp. Om elkaar, dwars door alle poütieke, godsdien- van hom wederzijdse prestaties op- tekend. En daar, in het Olympisch Dorp, bemerken zij dat achter een voor hen nauwelijks uit te spreken naam veelal een allergezelligst meisje of een allerhartelijkste knaap schuil gaat. Eigen sfeer Zo'n Olympisch Dorp is een plaats, waar natuurlijk voor negen tiende jonge mensen verblijven en dat schept zo zijn eigen sfeer. Het Olympisch Dorp is niet zo maar een naam voor een aantal bijeen staan de flatgebouwen, het is ook werke lijk een dorp met een medisch cen trum. restaurants, kappers, tand artsen. een postkantoor, een bank, een schoenmaker, speciale keukens voor elk land en voorts met „werk nemers" wier bezigheden variëren van eten klaar maken tot lakens verwisselen. Het is voor een leek vaak heel moeilijk het dorp binnen te komen. Terecht, want men heeft het instituut in het leven geroepen opdat de sportman zich in alle rust op de wedstrijden kan voorbereiden. Wie in Rome in de gelegenheid ii geweest in het Dorp door te drin gen, kan getuigen hoe plezierig het daar was. De sfeer tussen de jeugd van Amerika en Rusland laten wij maar eens de controverse oost-west in de sport slepen men doet in deze wereld nu een maal niet anders was bui tengewoon goed. Niet met een vervelende overdrevenheid, maar juist met een beheerste harte lijkheid, die prettig aandeed. De rivaliteit was, dat spreekt van zelf, zeer groot, want men kwam tenslotte niet alleen kennis met elkaar maken maar ook wel de gelijk om medailles mee naar huis te nemen. de B.VD. te zijn Lawaai Sober De discipline en de concentratie was in Rome in het Russische kamp beslist groter dan bij de Amerika nen. Toen de Russische tienkamper Kuznetsow ons het „paviljoen" van zijn land binnenloodste was het eerste, dat opviel de rust en de so berheid. Men bereidde zich met grote zorg op de wedstrijden voor. Kapsones was iets dat hen volko men vreemd was. Het kostte je geen enkele moeite om handen te schudden met beroemdheden als Brumel, Bolotnikow, Iwanow en de enorme gewichtheffer Wlasow. Men deed daar al het mogelijke om aan je verzoeken te voldoen en Je vra gen te beantwoorden. Het waren zeer aardige, jonge mensen. Een Rus bood ons een teug uit een fles wodka aan toen zijn ploegleider kwam, stopte hij hem snel onder het matras. Een der officials over handigde ons bij het vertrek eer. speldje van net zoveelste partijcon gres— wij hopen er niet door op de Bij de Amerikanen was het vooral 's avonds na het eten een enorm lawaai, voortgebracht door jazz- en rock and roll pla ten. Het was op de zondag (rust dag) dat wij er waren een heer lijke rommel op hun kamers. De gouden, zilveren en bronzen me dailles zwierden op de grond te midden van pakken crackers en cornflakes. Het was een bont gezelschap van allerlei nationa liteiten dat zich geschaard had rond een Amerikaans zwemster- tje, dat de boogiewoogie leerde aan een Ghanese bokser. Iedereen klapte en lachte zich een aap om de sprongen van de man uit Ghana, die zich kostelijk ver maakte. Af en toe kwam er iemand de kamer binnen lopen luid brul lend: .Waar is mitjn gouden plak, wie heeft mijn medaille". Dat was de bokser Cassius Clay (toen nog amateur), die zich later in de adel stand zou verheffen door de titel van „koning van de wereld" aan te nemen. Elke vijf minuten was hij zijn medaille kwijt, maar dat zal >ok wel show zijn geweest. De sbreep, die nu zo grandioos door hem heenloopt, was in Rome echter nog niet zo duidelijk zichtbaar. Op de stoep hebben wij een Ja panner met Olympisch geduld een atleet uit de Arabische republiek de fijne kneepjes van de gymnastiek zien uitleggen. Zo waren er meer. De quarulanten ontbraken uiter aard evenmin. De Duitse sprinter Armin Hary had een soort lijfwacht rond zich heen verzameld, maar hij werd dan ook niet voor niets de „Maria Callas" van het Olympisch Dorp genoemd. Gelijkheid In het grote restaurant kwamen wij aan één tafel te zitten met een vertegenwoordiger van Somaliland, een rustige 23-jarige atleet, die zijn spaghetti at alsof hij regenwormen inslikte. Hij zei: ,Als ik al lang verge ten zal zijn, wat ik hier op sportgebied het gepresteerd dan nog zal ik mij herinneren hoe fijn het hier was om met zoveel mensen van je eigen leeftijd dit evenement te hebben beleefd. Ik heb geen medaille gewonnen, maar ik geloof toch dat het een ervaring is geweest, waar ik nog heel lang op zal kunnen teren". Terwijl hij op zijn bijna zwarte huid wees, zei hij: „De Spelen kunnen de vrede niet afdwin gen. Natuurlijk niet. Maar zij kunnen wel een goed voorbeeld geven. Hier wordt niet gekeken naar huidskleur en geloof me, ik heb dat zo vaak anders meege maakt". Want dit hoort ook tot de Olympische sfeer, naast de re cords en de medailles: g el ijk» held.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 7