Rustig niet tie Icaienu
COLLEGEGELD MET
200 GLD. OMHOOG
Schraalhans
Witteveen
Minister Witteveen waarschuwt nog eens
zeer dringend in miljoenennota:
NEDERLANDSE ECONOMIE
ERNSTIG UIT EVENWICHT
Weggebruiker gaat
betalen aan fonds
voor nieuwe wegen
Ook kleuterschool
wordt iets duurder
MimM
Functie van huisarts
onderwerp van studie
Opgericht 1 maart 1860
Dinsdag 15 september 1964
Derde blad no. 31365
Afkoeling van de verhitte conjunctuur door beperking van
de bestedingen blijft het voornaamste doel van het finan-
cieel-economisch regeringsbeleid in het dienstjaar 1965.
Daarom heeft minister Witteveen (Financiën) een „zui
nige" rijksbegrotng 1965 ingediend,
Daarom zullen de lonen volgend jaar niet of bijna niet
mogen stijgen.
Daarom kan er volgend jaar bijna zeker nog geen belasting
verlaging af.
Daarom blijft de Nederlandsehe Bank vasthouden aan de be
perking van de kredietsexpansie.
De Nederlandse economie is dit jaar in een ern
stige evenwichtsstoornis terecht gekomen, zo
schrijft minister Witteveen in de miljoenennota
1965. De bewindsman is van mening, dat mede
dank zij de regeringsmaatregelen, die in het lo
vende begrotingsjaar zijn genomen, een periode
van aanpassing is begonnen. Alles moet er nu op
gericht zijn om deze aanpassing samen met de
naturlijke tegenkrachten - vraagvermindering
door prijsstijgingen, liquiditeitsverkrapping en
vermindering van de winstmarges - in onze
economie te laten doorwerken. Alleen daardoor
kan de inflatie bestreden worden, het evenwicht
van de betalingsbalans worden hersteld en de
spanning op de arbeidsmarkt worden verminderd.
De beqro*:.ixa 1965 staat geheel in het teken van
deze aanpassing.
kon* Hier draagt minister Witte-
eraeen nog het oude koffertje
el detaarin al zovele ministers ons
rug Rationale huishoudboekje naar
i a ale Ridderzaal hebben gedragen,
i. Ta Gistermiddag echter heeft hij
wafen nieuw koffertje gekregen
venjim de directeur van de Staats-
3 bu^rukkerij, de heer Oltheten.
Sta; Deze zei dat de Staatsdrukke-
senscjtj, die al sinds het begin van de
orige eeuw het drukken van de
jiiljoenennota verzorgt, in het
ierleden bij gebrek aan voldoen-
ank middelen geen bijzondere
endacht aan de verpakking
"1 Jkn deze stukken kon besteden,
r f faar de tijden zijn veranderd
De minister bracht tijdens de
om iknbieding in het ministerie van
lensefcancien in herinnering, dat
i is giet koffertje van de derde dins-
naaiiag in september indertijd door
maüéinister Lieftinck was inge-
am, perd. Het nieuwe koffertje, dat
ering j vervaardigd van kalfsperka-
in hefent, is van zodanige kwaliteit,
ider pi de minister, dat de ontstane
Bmttijna 20 miljard
TAATSSCHULD
JESTEGEN MET
199 MILJOEN
ij#
DL
liet bi
periode 30 juni 1964 is
staatsschuld gestegen met
min. Deze stijging is ont-
Ho a door een toeneming van de
jen wjenlandse schuld met f 499
en een afneming van de bui
schuld met f 300 min.
rlorei totale staatsschuld bedroeg
ultimo juni 1964 f 19.973
(f 19.774 min per ultimo
1963).
hielen v. hef Rijk bèdragencoKmiljard
Pie blDIT IS ^MILJARD GULDEN.
Hoewel het totaal groter dan dat
van de begroting 1964 is, blijft de
stijging ten achter bij de groei van
het nationale Inkomen, waardoor de
impuls van de rijksbegroting op
onze economie zeer klein is (één pro
cent). Dank zij deze zuinigheid blijft
minister Witteveen zelfs royaal be
neden de norm, die de EEG heeft
aanbevolen in zijn advies ter bestrij
ding van de inflatie in de landen
van de gemeenschap.
De lagere overheden zullen de aan-
passingslijn van de Rijksoverheid
moeten volgen. Daarom zullen de
uitkeringen uit het gemeentefonds
slechts met vier procent worden ver
hoogd. Ook met hun kapitaalsuitga
ven zullen de gemeenten in 1965
zuinigjes aan moeten doen. Het in
november vorig jaar ingestelde le
ningplafond blijft voorlopig.
Loonvorming
Behalve aanpassing van de begro
ting is rust aan het loonfront een
tweede wezenlijke voorwaarde voor
het welslagen van de stabilisatie-po
litiek. Minister Witteveen maakt er
geen geheim van, dat hij een nieu
we loonsprong als een economische
ramp beschouwt. Zijn hele begroting
is er op gebaseerd, dat de lonen in
1965 slechts met vier procent om
hoog zullen gaan. (de stijging was
dit jaar zeker vijftien procent). Vier
procent is de minimale loonstijging,
die in elk geval zal optreden door de
„overloop" van de loonsverhogin
gen van dit jaar, de incidentele
loonsverhogingen en de halve com
pensatie van de premieverhoging
AOW. Dit alles zonder enige verho
ging van de contractlonen.
De loonvorming moet zo veel mo
gelijk aansluiten bij de produktivi-
teitsstijging. Nieuwe prijsgevolgen
van de sterke kostenstijgingen moe
ten zoveel mogelijk worden opgevan
gen zonder nieuwe inflatoire impul
sen dus zonder compenserende
loonsverhogingen. „Geen inflatoire
ruimte", zo waarschuwt minister
Witteveen. „Dat levert slechts tijde
lijke verlichting, maar het even
wichtsherstel wordt er door tegenge
houden. Inflatie is een verdovend
middel, waarop de ziekte van de pa
tiënt slechts verergerd". In dit be
leid past ook de slechts gedeeltelijke
compensatie van de AOW-premie
verhoging. De verhoging van de
AOW-pensioenen kan slechts bereikt
worden door beperking van de reële
koopkracht van de actieve bevolking
Belastingen
De hoop op een belastingverlaging
op 1 Juli 1965 heeft minister Witte
veen in deze miljoenennota vrijwel
geheel van de tafel geveegd. Hij zegt
met zoveel woorden, dat de zware
progressie nog versterkt door de
inflatoire loonstijgingen in het op
beperking gerichte begrotingsbeleid
past. ,X)e pijnlijke last zal in de hui
dige situatie nog moeten worden aan
vaard. Zolang de spanning blijft
voortduren geen belastingverlaging"
Het ziet er dus al met al naar uit
dat de verlaging de eerste helft
van de totale verlaging pas op 1
januari 1966 zal kunnen ingaan.
De Nederlandsehe bank zal door
gaan met de huidige zeer restrictie
ve monetaire politiek, waardoor de
toelaatbare kredietexpansie gelijke
tred blijft houden met de groei van
het nationale inkomen. Minister
Witteveen rekent er op, dat de prijs
stijgingen en het tekort op de beta
lingsbalans daarbij zullen leiden tot
een verkrapping van de liquiditeit,
waardoor ook het bedrijfsleven
evenals de Rijks- en andere overhe
den de investeringen zullen moe
ten beperken.
Bestedingen
Met het Centraal Planbureau re
kent minister Witteveen er op, dat
dankzij dit beleid het economisch
evenwicht voor een groot deel, zij
het nog niet helemaal kan worden
bereikt. De groei van de bestedingen
zal achterblijven bij die van de pro-
duktie. Er ligt een zekere ontspan
ning op de arbeidsmarkt in het ver
schiet. De betalingsbalans zal even-
HDE DE STAAT 1 GULDEN ONTVANGT
wichtiger worden. Door de geringere
loonstijging zullen de prijzen stabie
ler zijn. De bewindsman wijst er bij
dit alles met enige nadruk op, dat
zijn beleid wel het minste is wat
gedaan moet worden. Minder acht
hij dus blijkbaar niet aanvaardbaar.
Doordat onze economie zich in een
overgangsstadium bevindt valt het
moeilijk te voorspellen, wanneer de
veranderingen duidelijk zullen wor
den. Na een kritiek punt, zo leert de
ervaring, kan een omslag zich soms
vrij snel voltrekken. Daarom pleit de
minister voor grote waakzaam
heid, opdat het beleid bij een te
zware omslag tijdig ka- worden bij
gesteld. Dit zou dan onder meer kun
nen geschieden door herstel van de
investeringsfaciliteiten, en vervroeg
de invoering van de belastingverla
ging. Bovendien kan ook het „stuw
meer" van aangehouden plannen
voor woningen en andere bouwwer
ken nuttige diensten verrichten b||
het stimuleren van een te sterk af
geremde economie.
Door het betalen van weggeld
zullen de weggebruikers zelf
moeten bijdragen in de kosten
van de aanleg van nieuwe we
gen. De regering wil tot en
met 1970 800 kilometer auto
snelweg tot stand brengen. De
hiervoor verbonden kosten
worden geraamd op 2 miljard.
In de begroting 1965 is f 190
miljoen voor de wegenbouw
uitgetrokken. Uitgegaan wordt
van een geleidelijke verdere
groei van deze begrotingspost
in verhouding tot het toene
mend aantal auto's, zodat de
eerstkomende zes jaar kan
worden beschikt over 1,4 mil
jard. De regering acht het ge
rechtvaardigd, dat voor de
verdere financiering een ver
goeding van de weggebruikers
wordt gevraagd voor het ge
bruik van autosnelwegen.
Binnenkort voorstel
Hoewel het volgens de regering
geen aanbeveling verdient,
voor afzonderlijke categorieën
van overheidsuitgaven afzon
derlijke fondsen te vormen,
meent zij, dat een fonds van
betekenis kan zijn om bijdra
gen, die van de verkeersdeel
nemers worden gevorderd,
voor de wegfinanciering te be
stemmen. Op grond van die
overweging is de regering
voornemens binnenkort een
voorstel tot Instelling van een
Wegenfonds te doen.
Het voorstel voorziet in de in
voering van weggeld en bo
vendien van tolgeld, te heffen
voor het gebruik van afzon
derlijke objecten. De uit tol
heffing verkregen gelden zijn
bestemd voor rente en aflos
sing van leningen, die voor de
financiering van het betref
fende object zijn aangegaan.
Al volgend jaar
In de ontwerp-begroting voor
1965 komt de instelling van
het rijkswegenfonds nog niet
tot uitdrukking. Wel is het de
bedoeling dat het fonds reeds
het volgend jaar in werking
treedt. De weggebruikers zul
len f 12 miljoen moeten op
brengen. De praktische uitvoe
ring van het plan wordt uit
eengezet in de toelichting op
het wetsontwerp tot instelling
van een rijkswegenfonds, dat
binnenkort bij de Staten-Ge-
neraal zal worden ingediend.
Weggeld
Naar wordt aangenomen, zal het
weggeld bestaan uit een be
paald bedrag, dat men per
jaar of per maand zal kunnen
voldoen en tegen betaling
waarvan men het recht krijgt
van bepaalde autosnelwegen
gebruik te maken. Ook enkele
reeds bestaande wegen zullen
behoren tot de autowegen, die
alleen voor weggeldbetalers
toegankelijk zijn. De instelling
van het rijkswegenfonds heeft
onder meer ook tot doel, meer
continuïteit te brengen in de
aanleg van nieuwe wegen. De
bijdrage van de weggebruiker
en die van de overheid zullen
zich verhouden als een op drie.
Minister Bot voor hoge uitgaven
Minister Bot van O.K. en W., tal een wetsontwerp indienen tot
verhoging van de collegegelden van f 200 tot f 400 per collegejaar,
zo blijkt uit de miljoenennota.
Hij is ook van plan de maandelijkse bijdrage voor het volgen van
kleuteronderwijs te verhogen van f 1,- tot f 2.50, waarbij de vrij
stelling aan de voet zal worden opgetrokken.
Salarissen
033
HOE DE STAAT 1 GULDEN UITGEEFT
De uit de collegegelden te verwach
ten meeropbrengst moet de rijksbij
dragen voor de exploitatie van de
universiteiten en hogescholen wat
drukken. Die exploitatie-uitgaven
vertonen toch alleen stijging van 40
miljoen gulden.
Nu de naoorlogse geboortegolf de
universiteiten heeft bereikt, is voor
1200 miljoen gulden aan investerin
gen uitgetrokken voor het weten-
chappelijk onderwijs. Voor 1965
wordt gerekend op 72.000 aanvragen
zeker 48.000 zullen worden toegekend,
hetgeen 13 miljoen gulden meer vergt
dan in 1954, toen 25.000 toelagen
werden verstrekt.
Op de rijksbegroting voor 1965 is een kwart miljoen gulden uit
getrokken ten behoeve van een onderzoek dat zal worden inge
steld naar de functie van de huisarts, wiens centrale positie
zoals de miljoenennota zegt in het bestel van de gezondheids
zorg een belang is van de eerste orde.
Voor de aankoop van sera en
vaccins wordt een hoger bedrag uit
getrokken dan voor 1964 is gebeurd.
Het entprogramma voor 1965 zal be
staan uit vier entingen met het
vierfactorenvaccin (tegen difterie,
kinkhoest, tetanus en polio) op de
zuigelingenleeftijd, twee revacoina-
ties op de kleuterleeftijd en drie
revaccinaties op de schoolleeftijd. De
revaccinaties gescliieden met difte-
rie-tetanus poliovaccin.
Wetenschappelijk
uitgetrokken. Een kwart miljoen
gulden is bestemd voor de toetsing
van nieuwe ontwikkelingsvormen van
gezondheidszorg op him waarden en
uitvoerbaarheid. Meer geld is voorts
uitgetrokken voor de geestelijke
volksgezondheid (medisch-opvoed-
bundüge bureaus en sociaal-psychia
trische diensten), terwijl ook is
voorzien in personeels-uitbreidlng
voor de inspectie voor de milieu
hygiëne, het Rijksinstituut voor de
volksgezondheid, de geneeskundige
inspectie en de directie volksgezond
heid. De subsidie voor „superonren-
dabele" aansluitingen op het drink
waterleidingnet is opnieuw verhoogd.
Uit de miljoenennota blijkt, dat
vooral de stijgende salariskosten en
de grote toeloop van leerlingen tot
hogere uitgaven moet leiden. De kos
ten voor het lager onderwijs zijn
f 210 min. hoger geraamd en be
slaan daardoor de f 1421 min. Door
de verlaging van de leerlingensoha-
len. Per 1 september 1965 zal het
personeelsbestand met 3000 onder
wijzers toenemen, hetgeen de sala-
rispost nog extra belast.
Gerekend wordt op f817 min. gul
den voor salarissen aan 56.000 leer
krachten, die de zorg hebben over
ruim 1.700.000 leerlingen.
Bij het kleuteronderwijs gaat
f151 min weg aan salarissen voor
13.000 leidsters, die de zorg hebben
voor 445.000 kinderen.
Vormingswerk
De invoering van het arbeidsver-
bod voor 14-jarige jongens per 1
april 1965 zal meer dan 50.000 kin
deren onder het vormingswerk voor
de leerplichtvrije jeugd brengen.
Daarom is f 13 min. opgevoerd aan
subsidies voor de vormingsinstituten.
Met ingang van 1 september'65 zal
het Rijk behalve de huisvestingskos
ten ook de andere materiële kosten
van dit vormingswerk geheel voor
haar rekening nemen. Voorts zal
f335 miljoen worden uitgekeerd aan
het gemeentefonds als vergoeding
van de kosten, die de gemeenten ma
ken voor schoolgebouwen en andere
materiele voorzieningen voor het la
ger onderwijs.
Het arbeidsverbod voor 14-jarige
jongens zal ook de animo voor het
nijverheidsonderwijs sterk doen toe
nemen tot zeker 515.000 leerlingen.
De kosten voor het n.o. zijn dan ook
f77 miljoen hoger geraamd.
Voor het middelbaar en voorberei
dend hoger onderwijs (225.000 leer
lingen) is f56 min. meer uitgetrok
ken dan in 1964 en voor het weten
schappelijk onderwijs, dat de naoor
logse geboortegolf moet opvangen,
ruim f 130 min. meer.
Radio en t.v.
De uitgaven voor kunsten, oud
heidkunde en natuurbescherming
zullen globaal met 10 min gulden
stijgen, waarvan ruim 4 min. gul
den ten goede komt aan zowel de
uitvoerende kunsten (toneel, opera,
muziek en dans) als aan de schep
pende kunsten. De bijdrage aan de
radio is geraamd op rond 59 min.,
waarvoor bijna f 50 min, uit de luis
tergelden komt. Het aantal aange
sloten televisietoestellen zal in 1965
met ongeveer 300.000 toenemen,
waardoor de bijdrage voor de tele
visie uit de opbrengst van de kijk
gelden op f72,3 miljoen kan wor
den gesteld.
PTT-tarieven j
worden hoger
l
Draadomroep
verdwijnt
Verhoging van de PTT-tarie- J
ven zal in 1965 onvermijdelijk
zijn. De tnvesteringen in de te-
lefoniesector worden uitgebreid.
Er wordt f 67 miljoen meer uit-
getrokken voor kapitaalverstrek-
king aan de PTT. De draadom- I
roep wordt geliquideerd en wel- I
licht zal een centraal antenne-
systeem worden ingevoerd.
M iljarden-fla rden
Nationale schuld
Volgend jaar zal f 66,4 min meer
aan rente over de nationale schuld
moeten worden betaald. Deze stijging
wordt volgens de miljoennota veroor
zaakt door een vermeerdering van
rente en kosten van de binnenlandse
schuld met f 67,7 miljoen, vooral als
gevolg van vorig jaar uitgeschreven
leningen en een vermindering met
f 1,3 miljoen van rente en kosten
van buitenlandse schuld.
De aflossingen op de nationale
schuld zullen in 1965 f 597,8 miljoen
Nederland heeft de afgelopen
maanden een royaal voorschot
op de welvaartsstijging opge
nomen. Dat is de duidelijke en niet
helemaal onverwachte conclusie, die
uit de miljoenennota 1965 valt te
trekken. Minister Witteveen zet in
dit belangrijke staatsstuk duidelijk
en klaar uiteen hoe dit voorschot
moet worden afbetaald: door sober
heid en zelfbeheersing. Dat betekent
voor 1965: geen loonstijgingen, geen
belastingverlaging:, handhaving van
de kredietbeperkingen en een zuinige
rijksbegroting. Alleen zo kan het
huishoudboekje van de Nederlandse
macht weer in het evenwicht worden
gebracht.
In de nota en straks in het parle
ment zal schraalhans Witteveen
en zullen met hem zijn collega's
in het kabinet vaak en vasthoudend
voor keukenmeester moeten spelen.
Onze economie is vooral door de
loonsprong uit het evenwicht getrok
ken. De regering heeft vorig jaar
meteen al een aantal afremmende
maatregelen genomen en zij wil deze
maatregelen nu laten doorwerken.
Uit de krachtige taal, die minister
Witteveen in de nota gebruikt blijkt
overduidelijk, dat hij zich met hand
en tand zal verzetten tegen elke po
ging om deze doorwerking ongedaan
te maken. Op het eerste gezicht zal
geen zinnig mens daar ook naar stre
ven. Maar politiek en conjunctuur-
economie zijn nog steeds twee
geheel verschillende zaken en dus zal
in ons parlement wel weer bet tradi
tionele debat beginnen over de ver
deling van de lasten.
Kritiek
Met enige voorzichtigheid valt nu
al wel te voorspellen, waar de
aangrijpingspunten voor de
kritiek zullen liggen. Vooral 's mi
nisters eigen politieke vrienden in de
Tweede Kamer zullen het vrijwel ze
kere uitstel van de belastingverlaging
tot 1 januari 1966 officieel geheten
het niet vervroegd ingaan op 1 juli
1965 maar moeilijk kunnen slik
ken. Maar de conjunctuur-econoom
Witteveen zal aan deze beslissing
desnoods zéker zijn politiek leven
verbinden, zodat de liberalen en de
andere regeringsfracties de teleur
stelling wel zullen moeten slikken. De
slechts gedeeltelijke compensatie voor
de AOW -op trekking is een tweede
heet hangijzer. Minister Witteveen
heeft overduidelijk gezegd, dat de op
trekking zal moeten worden gerea
liseerd door een „beperking van de
reële koopkracht der actieve bevol
king". Politieke speelruimte heeft hij
na deze krachtige taal niet meer
over. Maar zal het parlement deze
inkomensvermindering zonder mor
ren accepteren?
Welke indruk?
Dï rust aan het loonfront is een
verstandig advies, maar in de
kring van de werknemersorga
nisaties wordt er allang geen geheim
meer van gemaakt, dat het netto
effect van de loonsprong is tegenge
vallen en dat er bij nieuwe prijsstij
gingen een compensatie moet volgen.
In dezelfde nota, waarin minister
Witteveen tot zelfbeheersing bij de
looneisen maant, kondigt hij verho
ging van overheidstarieven aan. Men
vraagt zich af of minister Witteveen
erg optimistisch kan zijn over de in
druk, die zijn verstandige raad
maakt.
Behalve deze drie moeilijke proble
men zitten er in het regeringspro
gramma nog heel wat kleinere dis
cussiepuntende verdubbeling van
de collegegelden, de invoering van
tolgeld en weggelden, de verhoging
van de schoolgelden voor kleuteron
derwijs. Het zijn op zichzelf geen bijs
ter belangrijke poken, maar het zijn
juist wel posten die de belastingbe
talende burger het gevoel zullen ge
ven, dat het leven weer een flink
stuk duurder wordt. Politiek zijn deze
verhogingen en nieuwe lasten moei
lijk te „verkopen" Men herinnere zich
het lawijt over de afschaffing van de
subsidie op de schoolmelk.
Men vraagt zich dan ook af of
de regering er niet verstandi
ger aan had gedaan het leven
voor kleuters en studenten niet duur
der te maken. Op een totaal aan in
komsten van ruim 14 miljard gulden
zou men de acht miljoen extra aan
collegegelden en de paar ton aan
kleuterschoolgeld toch wel kunnen
missen.
Maar deze kleinigheden daargela
ten: de econoom Witteveen heeft in
zijn miljoenennota het gelijk aan zijn
kant. De Nederlandse maagd heeft
i beetje boven haar stand geleefd
moet nu maar zuiniger aan doen.
De politicus Witteveen zal de eerst
komende maanden metterdaad erva
ren, dat er onder de miljarden heel
wat springstof verborgen zit.