u
ilMÉEi?
HUH
SCHEEPS
BERICHTEN
HET LEVEN
IKIIsi
&K5
S"
a/sss-s
ÏHiT
SSrS?
ussssw lubl-
sisis
iar«re
ars
.'2SSS
CH!S
"aar» ilifüs
gpmm.
PANDA EN DE PETTENJACHT
QUIMBO EN HET VREEMDE EI
LEIDSCH DAGBLAD DINSDAG 8 SEPTEMBER 1964
Dagelijks vervolgverhaal
Oorspronkelijke Nederlandse roman door
KLAAS VAN DER GEEST
vunueii ue ene teieursteuu
dere. Lies je werd veertien,
rom was ze tot haar dertien-
(kolonie gingen als diensi
r de grote steden! maar om-
ze niet sterk was, volgens Han-
hielde ze haar nog een jaar thuis
toe was het daar niet helemaai
haar toewijding
i taak, aie ze naar i
"cheid nooit tot een
kunnen brengen.
Liesje gehecht
kon voorstellen.
toen ze hoorde, dat Han-
osse alles wisten, wat ze zo
l voor hen verborgen had
Ze had er berouw van,
onder te lijden, maar was
niet in staat zich te ver
gen een duistere drang, die
haar opkwam. Ze
het
laat op de avond
nacht! weer
i kwam. Gosse en Hanne begre-
Idat niet van haar. Hanne px-o-
Öe nog steeds het te vergoelijken,
r Gosse werd er door verbijs-
dat hij
jiover stond. De
peeste
I tuss<
,ïgfe
irkt veranderd.
Gd ^"^^rontwaMdfgtog,
LTe? meisjtegen^ve?°^edar-
liet haar haar gang gaan, ook
|e iets deed, dat hem tegenstond
Irobeerde haar niet te weerhou-
Jmaar was er op bedacht haar
ten voelen dat ze op hem kon
len als ze soms in moeilijkhe-
nocht geraken.
nne en Gosse merkten wel, dat
Inderen anders met elkaar om-
ti, dan ze gewoon waren ge-
Ze vermoedden, dat ze elkaar
toevertrouwden, die ze voor
begon te worden,
de* SeS
En Gosse Tadema wist uit erva
ring, dat de mens, die geen voldoe
ning in zijn werk vindt, zich onge
lukkig gaat voelen. Toen hij er ein-
wat hij ^et ^fefst zou1 wü-
beslissen,
hij altijd al het
liefst aan anderen overgelaten. Dat
SjneS!,Ikew^t hetaxheetrtiek mlSj^aS
het kan wil ik wel graag bij tante
Hanne en jou blijven". Dit deed Gos-
Daaruit bleek, dat de jon-
bij hen thuis voelde, al
o duidelijk la-
had hij dat
merken,
directeur
;d het nog diezelfde dag. Deze
keer hoefde hij niet te wachten, toen
hij op het kantoor kwam. De di-
o.l.v. dr. P. L. Schoonhelm. 8 x
Pieterskerk: Avondstilte. 7.8
Zomerzorg: Volle Evangelie-zending.
Filmavond.
DONDERDAG
^^Dr.Jan Voorthuijsenschool (aula):
i. Ove-
Oele betrof,
:ei hij, zodra
begon.
„Je hebt nog wat geld een na
latenschap van je vader of wat was
het? Waarom koop je niet een paar
koeien en een paai-d? Je kunt er
stuk
de Oele
boerderijen
bouw. „En
bij pachten.
hij het
Daar-
r Liesje,
bben,
zelf wel
gemal
geen g.
vrouw
zal nit
heel wat over haar gehoord
isschien nog meer dan Gos-
wist. Toen Gosse zei, dat ze
op door.
als je
beginnen,
En ook dit
dgoedUnzodra
kwam. vertelde hij zijn
de directeur blijkbaar we
i in haar had. Op Han:
echter niet veel indruk, waar
het Liesje betrof ging Hanne Tade-
haar eigen gang, zonder zich aan
of iemand te storen of zich af te
vragen wat anderen ervan mochten
denken. Daarin leek ze meer op de
Tadema's van de grote hoeve in het
Oldambt dan op de aan lager wal
geraakte loodgieter, die haar va-
geweest.
(Wordt vervolgd)
l-Fm
"S'io-4 O
Oudheden: Dage-
itenschappenDag. 10-4
apotheek Van Drlesum, Mare 110, tel.
Voorschoten zijn geopend.
24580. Wat ga je met die pet doen?" vroeg Panda.
„Een bezoekje brengen aan generaal Köppenaer", antwoordde
Joris. „Wacht mij in het restaurant op de hoek. Daar gaan we
straks een feestmaal aanrichten".
En zonder verdere vragen af te wachten, ging Joris naar bin
nen. Daar trof hij de generaal in een heel slechte bui.
"Wat? JIJ weer?! snauwe de krijgsoverste. „Wat kom je
doen?"
„Ik kom u wat meer begrip bijbrengen voor de waarde van dit
aardige hoofddeksel"antwoordde Joris glimlachend. Dan zult
ge ongetwijfeld een fikse greep doen uit de defensiekas".
„Dat is brutaal!" bulderde generaal Köppenaer. .jScheer je
weg! Rechtsomkeert mars! Ik wil die pet zelfs niet cadeauVoor
een goed militair is hij waardeloos!"
„Misschien"antwoordde Joris. „Maar voor een ondernemend
burger kan hij grote waarde hebben".
En tegelijkertijd wipte hij de generaal de pet van het hoofd en
verving die bliksemsnel door de pet met de gedachtenontvanger.
Vervolgverhaal voor de kleintjes
118~-119. Tippie was een gehoorzaam dier. Hij begreep
natuurlijk niet, waarom hij opeens moest rennen, met Quim-
bo op zn rug. Maar hij deed, wat van hem verlangd werd; hlf
begon te rennen in de richting, die Quimbo hem aangaf.
Rommelebom, rommelebom, gingen zijn zware poten over
de grond. En als Tippie holde, dan ging het flink hard!
Quimbo zat daar hoog op zijn rijdier, en hij werd aardig
door elkaar geschud. Maar hij hield zich goed vast.
Zo naderden ze voor de tweede maal de stad
7. De handen van de oude met de witte baard bewo
gen zo snel, dat Brammetje het nooit had kunnen nadoen, al had
hij er honderd maal op geoefend. De lippen van de geheimzinnige
man prevelden onverstaanbare woorden. En eensklaps kwamen
er, uit het Niets, schalen aanzweven met het lekkerste eten, dat je
je denken kunt. Een klein tafeltje stond plotseling vol met ge-
baken aardappelen, biefstuk en doperwtjes, want daar houden
Nederlanders erg van.
Voor Tutu was er een bakje met zaad en een schoteltje pinda's
En voor beiden een karaf met fris water, dat was het heerlijkste
van alles.
„Zie je", zei de oude man. honger lijden hoef ik niet. Eet sma
kelijk".
„Maar maar u bent een tovenatwl" riep Brammetje uit.
De oude man glimlachte droevig.
osities Nederlandse
dend
onda schepen