prediker J. F. Berkel gaat met emeritaat Fictief fort speelde '45 Eisenhower parten fia zondagschool en knapenver. naar Apeldoornse kansel MET ULTRA-WASWERKING ■gericht 1 maart 1860 Donderdag 13 augustus 1964 Vierde blad no. 31337 Wat ivil je morden Dominee l a, hoe wordt iemand dominee, of liever, arom word je dat? U moet niet denken, dat tl als kind graag op de stoof klom om te want dat is niet waar. Maar ik moet dat ik wel altijd voor het ambt ge- ïld heb. Ik woonde in Lage Vuursche, een qucht waar veel zwaar gereformeerde bon- js zaten. Misschien, dat ik me er daarom al jg voor intereseerde. Ik herinner me dat ik, ik elf jaar was, al op de zondagsschool |p met geld ophalen enzo. Ik was, geloof ik, Zakte bijna door zijn stoel toen hij (lorde van benoeming tot hofprediker joen Vuursche vakant was kwam de consulent uit Utrecht, dat was ds. ff. Meulenbelt, geregeld over om catechesatie te geven en misschien vond dat ik te vaak de vinger ophief, want hij zei tegen me: wat ben jy voor t? Wat doet je vader? Ik zei: m'n vader is dood, ik heb alleen een Ider en zusjes. Toen zei hij: ik heb altyd een zwak gehad voor jongens fler vader en ik kom eens met je moeder praten. kt deed hy ook. Hij vroeg m'n moeder wat ik wilde worden en zy ant- Irdde dat ze hoopte dat het onderwijzer zou zijn. Maar toen hy het my He man af vroeg, zei ik: dominee. Ik had er namelijk werkelyk veel be stelling voor, hoewel ik natuurlijk geen besef had van begrippen als „in I pastorie wonen" en „salaris" misschien maar goed ook. iESPREK MET EEN HOND ze me veel later gevraagd wat ik zou willen worden, ik waarschijnlijk zendeling tegd. Maar goed, ik zei "domi- 3 en Meulenbelt spande zich er rd voor in om dat gedaan te jjgen. Te Lage Vuursche hield t met de lagere school op en het htstbijzijnde gymnasium was in 'etinchem, een internaat, en het a nog de tijd, waarin jongens ils ik alles lopende deden 'n ts had ik gewoon niet. Maar ik 'i naar Doetinchem gaan en ik Ide het wel aan iedereen ver- len. was me echter streng verbo om ook maar iemand iets er van voordat de zaak hele- rond was. Zelfs m'n zusjes ik niet in vertrouwen nemen, hadden toentertijd een grote thuis en die heb ik het toen ik moest het aan een le- wezen kwijt. Doetichem doorliep ik netjes klassen en ik hield er, toen ouder was, zondagsschool. als student in Utrecht deed lat ook, in Nieuwersluis. Daar een Jongensclub, we noemden e destijds nog knapenvereniging, "van ik voorzitter werd en we hten alle jongensclubs uit de eving samen in een ring. We peerden geweldig veel en dat ik hier in Apeldoorn voortgezet, r niet meer met de knapenver- ing maar met de padvinderij. AVONTURENBLOED 1 ik later, toen ik werkelyk do- se was, een beetje teleurgesteld doordat het predikantsambt zo- andere beslommeringen met meebrengt, die misschien niet te maken hebben met wat je graag wilt? Tja, dat is een dyke vraag. Kyk, ik ben niet lief» geen sportsman bedoel ik, Ds. Berkel in zijn tuin, de enige hobby, waarvoor hij (met veel moeite) nog enige vrije tijd kan vinden. maar wel heb ik altijd een beetje avonturenbloed gehad. Als u in deze kamer om u heen ziet, merkt u het wel. Die moccasins komen uit Lap land, de pijl en boog uit Nieuw-Gui- nea, die heeft m'n zoon Hans mee gebracht, en op de boekenkast staat een afgodsbeeld 't is geen echte domineeskamer eigenlijk. En wat dat avontuur betreft.Ik ben in Schoonebeek begonnen, midden in het Drentse veengebied. Dat was tussen 1924 en 1929 en daar had je geen kans teleurgesteld te worden. Schoonebeek was toentertijd voor mij een soort weegschaal, die zorgde dat je altijd in balans bleef. Aan de ene kant had je er de onbe schrijflijke armoede in de plagge- hutten, aan de andere kant woon den er de gegoede boeren, die al honderden jaren gematigd orthodox leefden. Ik bedoel ermee: je ver dronk niet in het nieuwe, dankzij die bezadigde boeren, maar je kreeg ook geen kans in het oude te ver starren, want daarvoor vormden de plaggehutbewoners een tegenwicht. SMOKKELAARS EN DOUANE Ik heb er vijf jaar gestaan, bijna al die tyd met vetleren laarzen aan en een stok in de hand anders kon je het veen niet in. Ik herinner me een keer, 't was 's avonds half tien, dat ik gevraagd werd naar een stervende te komen. Nou was dat 12 kilometer fietsen en dan nog eens een half uur in het veen lopen naar de hut, want wegen waren er niet. En er was maar één in het dorp die een auto had. Dat was de dokter, maar de man naar wie ik toe moest, was zijn patiënt niet, dus ging hij er niet heen. En de enige motorfiets in Schoonebeek lag uit elkaar. Ik ben dus maar op de beproefde manier een beetje eigenwijs ventje, altijd de vinger op steken om vragen te stellen en niet erg verle gen Toen ik twaalf was, zei de zon dagsschoolonderwijzer tenminste tegen me: ga jij nou maar's voor de klas staan om een ver haal te vertellen. Nou, dat deed ik, maar ik deed het veel te vlug en had maar de helft van de tijd nodig die hiervoor was uitgetrokken. Ik heb er toen nog maar een tweede verhaal aan vastgeknoopt. Onze correspondent had een gesprek met ds. J. F. Ber kel, hofprediker van Konin gin Juliana, oudste der Apel doornse predikanten en prae- ses van de hervormde ge meente van Apeldoorn en Het Loo. Op 27 augustus viert ds. Berkel zijn 65ste verjaar- dag en in verband hiermee i zal hem, zoals bekend, vol- i gend jaar april emeritaat worden verleend. gegaan en toen ik een paar jaar geleden nog eens in Schoonebeek preekte, kwam de weduwe me gedag zeggen. Ze woonde destijds in een plaggehut, nu had ze enkele huizen van zichzelf. 't Was een heel bijzonder gebied daar. Als je er 's avonds en 's nachts wandelde hoorde je overal fluitsig nalen en zag je licht knipperen: het zat er vol met smokkelaars en dien tengevolge met douane. Ik ben Apeldoorner geworden, in derdaad. In het westen denken ze altijd aan Apeldoorn als een gezapig dorp met rijke lui en gepensioneer den. Maar dat is helemaal niet waar. Een collega van me, die van hier naar Amsterdam ging en dat ook te horen kreeg zei: .meneer, de kokosmat waarop u loopt is waar schijnlijk in Apeldoorn gemaakt, het papier waarop u schrijft komt uit Apeldoorn en de inkt die u erop laat vloeien ook. Wat weten die mensen van de industrie hier?" HOFPREDIKER Hofprediker ja, dat ben ik In derdaad. Schrijft u niet hofpredi- kant, want dat is het niet. Trou wens, 't is ook geen prediker, 't Is eigenlijk moeilijk uit te leggen. Het is een typische hoffunctie, ook niet gebonden aan een plaats en zelfs niet aan een kerk, hoewel het na tuurlijk in de praktijk de hervormde kerk is. Ik ben ook niet door de kerk als hofprediker aangesteld, ik ben in dienst van de Koningin. Zo'n keuze ligt gehee» in het privé-vlak, dat gaat niet met sollicitaties of zo. Voor mij kwam het volkomen on verwacht. In 1947 was dat. Iemand van het Hof vroeg of ik bij hem langs wilde komen en hij begon een heel lange inleiding te houden, waaruit ik tenslotte de conclusie trok dat Koningin Wilhelmina erg geïnteresseerd was in het Apeldoorn se kerk- en jeugdwerk. Ik verwacht te eigenlijk een koninklijke gift daarvoor aangeboden te krijgen. Toen ik hoorde dat de koningin mij tot hofprediker wenste, zakte ik bijna door m'n stoel. Ja, ik heb de Koningin vaak on der m'n gehoor gehad, vooral Ko ningin Wilhelmina, die immers dik wijls op Het Loo was. Of dat ran te voren werd aangekondigd? Er is een verschil tussen voor en na de oorlog. Ervoor stonden er een uur, voordat de kerkdienst begon, mare chaussee en politie en militairen by de ingang, na '45 kwam de Koningin meestal zomaar, onaangekondigd. Je hoorde het dan van de koster in de consistoriekamer. Koningin Wilhel mina hield van eenvoud, ze had ook geen speciale plaats of stoel in de kerk en iedereen kon naast haar gaan zitten. U vindt het misschien vreemd, maar ik heb als hofprediker geen instructies. Alles ging altijd heel ge moedelijk en nog. Met Koningin Wil helmina voerde ik meestal schrifte lijk correspondentie als ze iets met me wilde bespreken. Ze schreef op blocnotenvelletjes en ik antwoordde op dezelfde manier. Soms telefoneer de ze en vroeg of ik op een bepaalde dag langs kon komen. Ze vroeg al tijd: „Kunt u dan en dan?" En als ik dan zei: „Ik heb dan een huwe lijk of een begrafenis, of wat dan ook dan werd er meteen een ande re dag vastgesteld. GROTE EERBIED VOOR KONINGIN WILHELMINA In 1948 ben ik met de hofhouding overgegaan in dienst van Koningin Juliana. Het contact met het Konin klijke Huis is minder geworden, om dat het gezin weinig op Het Loo ver toeft, maar nu en dan moet ik bij een of ander kerkelijk gebeuren na mens haar optreden of haar wen sen overbrengen of zo. Als hofpre diker heb ik natuurlijk, tezamen met myn Waalse collega, veel te doen ge had met de begrafenis van Konin gin Wilhelmina. Haar dood heeft me diep getroffen, ik heb buitengewoon grote eerbied voor heer gekregen. Ze was, hoe moet ik het zeggen, zo'n persoonlijke vrouw, niet alleen een persoonlijkheid maar ook een vrouw, die je tegemoettrad met gemeende vriendelijkheid en aandacht. M'n rechten en plichten, zoals u ze noemt, als hofprediker zijn ner gens vastgelegd. Dat wil zeggen: „Ik ben verplicht te zorgen voor de gees telijke verzorging van patiënten en personeel van het sanatorium Oran je Nassau-oord. Dat stamt nog uit de tijd van Koningin-moeder Emma. Fruit oogsten met trilschop (Van onze Roermondse correspondent) Het ziet er naar uit dat de moei lijkheden, als gevolg van het grote tekort aan plukkers in fruitteeltbe- drijven, zoals die zich bijvoorbeeld dit jaar bij de Limburgse kersen- oogst voordeden, tot het verleden gaan behoren. Proeven met elek trische trilapparaten voor het pluk ken van fruit hebben gunstige re sultaten opgeleverd. In het Zuidlim burgse Mheer zijn gisteren in de boomgaarden van baron De Loë de eerste pruimen met een mechanische plukker, die de naam trilschop heeft gekregen, geoogst. De trilschop lijkt op een grote dril boor. De door een dynamo geleverde stroom doet de twee 1.80 meter lange hamers sudderen met een frequen tie van ongeveer 1000 schokken per minuut. Tak voor tak wordt aan het trillen gebracht en de vruchten vallen zacht neer op een onder de boem gespannen vangnet. Per uur kunnen twee bomen volledig worden geoogst. Het werk, dat voorheen door 40 man in 14 dagen werd verricht, kan nu door 6 tot 8 man in dezelfde tijd worden gedaan.. Ook financieel biedt het moderne oogstgereedschap grote voordelen. Baron De Loë in Mheer, die als eer ste in Zuid-Limburg overging tot het mechanische oogsten van fruit, betaalde tot nu toe jaarlijks voor het pruimen plukken 15 a 20 cent per kilogram. Met de trilschop kan dit worden teruggebracht tot 8 10 cent per kilogram. Vooral voor het plukken van in- dustriefruit is de trilschop, die werd ontwikkeld in het Instituut voor Tuinbouwtechniek te Wilhelmina- dorp, bijzonder geschikt. LORRE FLOOT (Van onze Enschedese correspondent) Een dame heeft zich er bij de directie van een fabriek in Aalten over beklaagd, dat zij bij herha ling was nagefloten door een op het fabrieksterrein lopend perso neelslid. De man werd hierover gehoord, maar ontkende alle schuld. „Toch is er gefloten", hield de dame vol. Wie het dan wel had gedaan? Lorre, de papegaai, die men da gelijks kan aantreffen in een tuin tegenover de fabriek en waarvan bijna iedere Aaltenaar wel weet, dat hij de v oorbijgangers graag in de boot neemt. Juist a/s man kun je dat zo waarderen Een lekkere Amerikaanse sigaret. jagraag! BIJ GEALLIEERDE OPMARS IN EUROPA: Een vestingwerk dat nimmer heeft bestaan, heeft generaal Dwight D. Eisenhower op diens kruistocht" door Europa in 1945 parten gespeeld en ertoe bijgedragen dat het Russische leger eerder Berlijn bereikte dan de geallieerde strijdmacht, aldus de visie van een Amerikaanse geschiedkundige. Rodney G. Minott, hoogleraar in de geschiedenis aan de Stanforduniversiteit in Californië, poneert deze stelling in zijn nieuwe boek „The fortress that never was" (Uitg. Holt, Rinehart and Winston inc., New York). Het denkbeeldige vestingwerk was de zogenoemde „Alpenfestung" of nationale redoute, die naar men ge loofde door de leider van het Derde Ryk op de Alpengrenzen van Beie ren, Oostenrijk en Italië werd ge bouwd als laatste poging de oorlog te prolongeren. Eisenhower, destijds opperbevel hebber op het Europese oorlogstoneel, besloot zuidwaarts op te rukken en het gebied, waar volgens zyn in lichtingendiensten de Duitsers druk bezig waren hun redoute te bouwen, onder de voet te lopen. Weinige ja ren later zou president Eisenhower, geconfronteerd met conflicten over Berlijn, generaal Eisenhower wel om de oren willen slaan voor het na jagen van een schim instede van rechtstreeks op te rukken naar Ber lijn. In maart en april 1945 leek de redenering die tot Eisenhowers be sluit leidde, op goede gronden te Ik behoef er zelf dus niet de geeste lijke verzorging in handen te heb ben, maar moet er wel voor zorgen dat er iemand voor is. En elk jaar ben ik bij de kestviering, samen met de pastoor, maar „onder leiding van de hofprediker." Zo staat het name lijk in de opdracht. JA, VOLUIT JA! Of het me spijt dat Ik met emeri taat ga? Ja, voluit ja. Ik zit er echt niet naar te hunkeren, maar ik wordt deze maand 65 en dan moet het. Met april volgend jaar zal ik myn 4500 zielen tellende wyk ver laten. Overigens blyf ik wel degelijk preken want van dan af verleen Ik, zoals dat heet, bijstand in het pas toraat, U wilt tenslotte weten of ik vind dat het kerkelijk leven verarmt? U bedoelt: minder kerkbezoek? Er wordt, tenminste ln Apeldoorn, de ene nieuwe kerk na de andere ge bouwd en dus gaat het kerkbezoek hier procentsgewijs achteruit. Maar 't is eigenlyk meer een verplaatsing van de mensen. Ja, en er zijn te genwoordig misschien ook wel veel mensen, die niet meer naar de kerk gaan. De mens is eerlijker gewor den. Vroeger ging hij vaak omdat het nu eenmaal zo hoorde, nu zegt hij: als ik er geen behoefte aan heb ga ik niet. GEEN KLAGER En er komt nog Iets bij: de kerk is ook duurder geworden. Vroeger kostte het niks, nu is er in vele ge meenten een hoofdelijke omslag, die voor menigeen de doorslag geeft. Ontegenzeggelijk is er een vervlak king, maar u mag me niet in het vakje stoppen van de klagers, die vinden dat het helemaal de verkeer de kant op gaat, want dat vind ik niet. 't Hele leven is nu eenmaal anders geworden: een beetje slapper zou ik willen zeggen en in ieder ge val drukker. berusten. Pas begin mei bleek dat de Alpenfestung nimmer had be staan. Droom Het was een spookbeeld dat ont staan was uit feiten en fictie, wel ke Minott zorgvuldig naast elkaar heeft gelegd en geanalyseerd. De feiten: Gauleiter Hof er, districtlei der in Tirol, verzamelt mannen en materiaal om zijn droom van een Alpenvesting te realiseren. Hitier geeft twee veldmaarschalken Kesselring en Schorner bevel toezicht op de bouw van het ves tingwerk te houden. Hitier zelf over weegt in april ernstig om Berlijn te verlaten en zijn hoofdkwartier op de Obersalzberg op te slaan. Enkele elite-eenheden van de SS worden uit de strijd genomen, althans zo wordt gemeld. De verdichtsels: de inlichtingen dienst van het Amerikaanse leger meldt grootscheepse bewegingen van elitetroepen van de SS en hangt een beeld op van een kunstig stelsel van ondergrondse installaties en muni tiefabrieken. De psychologen in de gallieerde strijdmacht menen dat een redoute wel paste in de naai- ideologie. De propaganda-machine van de nazi's spuit Alpenfestung- geruchten om zowel de gallieerden als hun oorlogsmoede landgenoten in verwarring te brengen. Sceptisch Bovendien waren Eisenhower en zijn staf sceptisch geworden na de slag in de Ardennen in december 1944 welke voortvloeide uit een Duit se aanval die de gallieerde strijd krachten tamelijk onverwachts op het bjf viel. De geallieerde bevel hebber die ln september 1944 er niet voor terugschrokken te wedden dat de oorlog in Europa tegen het eind van dat jaar afgelopen zou zijn, waren tot de mening overge held dat de oorlog nog wel maan den, misschien zelfs jaren zou kun nen duren. Het zou echter onjuist zijn aan te nemen dat het denkbeeldige fort de voornaamste reden was tot Eisen howers besluit niet direct naar Ber lijn op te rukken. Het schimmige fort paste evenwel goed in Eisen howers plan om het langzaam aan te doen en zich te concentreren op de verplettering van Duitsland op het slagveld, liever dan zich te ver meien in de politieke gevolgen op lange termijn. Eisenhowers politieke adviseur be treffende Duitsland, ambassadeur Robert Murphy („diplomat among warriors") herinnert zich de belang rijkste twee politieke factoren die Eisenhower in overweging nam: Duitsland was al in september 1944 op papier verdeeld in bezettingszo nes onder Rusland, de Verenigde Staten en Engeland, en Eisenhower voelde er weinig voor Amerikaanse soldaten op te offeren voor een ge bied dat tenslotte toch zou moeten worden overgeleverd aan de Russen. Samenwerking De opperbevelhebber had van pre sident Franklin D. Roosevelt de strikte order gekregen met de Rus sen samen te spelen en nauw sa men te werken met het oprukken de Rode Leger. Eisenhower had der halve geen reden om verwarring te riskeren door het Russische leger te gemoet te gaan. De Amerikaanse houding kwam nog duidelijker aan het licht in het geval van Praag, waar Eisenhower weigerde de opstandige Tsjechische hoofdstad binnen te rukken en al dus de Russen de eer van bevrijders liet. Er is echter weinig twijfel aan, dat de dingen er jaren later anders zouden zijn geweest als Eisenhower Berlijn eerder had bezet dan de Russen. Muprhy, die Eisenhower op diens eerste reis naar de Duitse hoofd stad vergezelde, brengt in zijn boek in herinnering hoe de Russen hun aanwezigheid in Berlijn gebruikten als hefboom om de Amerikaanse mi litairen uit Thuringen en Saksen te verdrijven en zich in de stad over het algemeen gedroegen als alleen heersers, onmiddellijk voor en zelfs tijdens de conferentie van Potsdam. MASSAGRAF BIJ BERGEN-BELSEN Builen het ommuurde terrein van het Duitse vernietigingskamp Bergen-Belsen zyn de as en het ge beente van verscheidene honderden gevangenen gevonden, zo heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken van de deelstaat Neder-Saksen gis teren bekendgemaakt. Een voormalige Franse gevangene van het kamp had drie iaar gele den op deze plaats menselijke res ten gevonden. Nadat hij dit in fe bruari j.l. ter kennis van de Fran se oud-strijdersorganisatie had ge bracht, ontdekte men buiten de wes telijke muur van het kamp enige Twee Duitsers omgekomen Twee Duitse jongemannen op een bromfiets zijn gisteren by een verkeersongeluk in Eindhoven omgekomen. De slacht offers zyn twee broers, de 17-Jarlge Gerhard Schüring uit Hagen en de 21-Jarige Heinz Schüring uit Schwelm. Zy verleenden geen voorrang aan een van rechts komende vrachtauto. Eén van de jongens was op slag dood, de andere overleed tydena het vervoer naar een ziekenhuis. honderden slachtoffers van de na zi's. Hun stoffelijke resten zullen worden bygezet in het voormalige kamp, thans een monument waar reeds ongeveer 30.000 gevangenen zyn begraven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 11