DROPPINGS ONDER i
VIJANDELIJK VUUR j
EEN TIJDLOEP
EEN ZOEKLICHT
Kom er
ACHT-er
HOE
WERKT
HET
RODE MIEREN (II)
OP DE BOEKENMARKT
Vluchtelingenprobleem vergt
miljoenen dollars per jaar
SOP KHAO
Bij sportbeoefening, vöor arbeidsanalyses,
in het laboratorium enz. wil men vaak han
delingen sterker vertraagd bestuderen
dan met de gewone vertraagde film mo
gelijk is, zonder de dure en ingewikkelde
apparatuur van de ultrafotografie.
spiegelvlak]
objectieven]
Opnamecamera tijd loep:
Oe projectie geschiedt
met normale snelheid.
filmrollen
tamboer j
kruis
Daartoe gebruikt men o.a.
een spiegel rod: een trom
mel, bezet met spiegelende
banen. Doordat de spiegels
meedraaien met defilm,
wordt elk beeld telkens op
een bepaalde plaats van de
film gevormd.
Bijgroteresnelheden verdraagt
de perforatie niet de ruksgewijze
verplaatsing (bijv. meteen mal-
thezerkruis) en moet men continu
lopende film gebruiken.
In plaats van een spiegelrad
gebruikt men aa. wel een
roterende schijf met lenzen
Zonodig worden afzonderlijke
beeldjes beschouwd onder
een meetmicroscoop.
Jaterdag 1 augustus 1964
Je piloot heeft het "drop"~signaal gegeven en de lading wordt uit het vliegtuig geschoven
Wim Zaal. „Aan de Rol
met Sisyfus" Wereld-
bliotheek. Amsterdam.
Als er niet iemand gekomen was
aan wiens oordeel ik waarde hecht
en die zei: „Je moet eens naar die
Wim Zaal kijken, die schrijft zul
ke aardige dingen", dan had ik
een werk, dat zich aankondigt on
der de titel „Aan de rol met Sisy
fus" misschien wel niet ter hand
genomen, overwegende dat ik via
de beide openbare luidsprekers ai
kwazi-lol genoeg te horen krijg.
Dat zou toch jammer geweest zijn,
want dan zou ik mijzelf en u, mijn
lezers, iets onthouden hebben, dat
wel meer dan alleen maar aardig
is. Toen is dus wist, dat het eerste
hoofdstuk niet „Naar bed met
Bacchus" of zoiets heette, heb ik
Wim Zaals beschouwingen gelezen
en ik heb nog minder gesnapt van
die titel ondanks de verklaring in
het „Boekslotje", daar ik moet
aannemen dat een zekere Cam us
niet aan Zaal voorbijgegaan kan
zijn en deze Fransman al
thans voor het ogenblik wel het
laatste en het beste woord over Sy-
syfus en zijn steen gezegd heeft.
Maar laat ik niet langer zeuren
over dat valse vlaggetje dat, in
tegenstelling tot de gebruikelijke
gang van zaken, zulk een goede
lading dekt.
Wim Zaal dan is een schrijver,
die een genre beoefent, dat niet
zeer gangbaar is nl. het opstel. Met
uitzondering van de dagbladelij ke
cursiefjes natuurlijk, maar die be
horen gewoonlijk tot het gebied
van de journalistiek. Zaal schrijft
opstellen over een vrij onderwerp
en hij doet dat over het algemeen
in fraai Nederlands. Hij heeft een
eigen, voor velen wellicht ongewo
ne, kijk op de zaken, die zijn aan
dacht getrokken hebben en hij de
monstreert die kijk met een hu
mor, die voortkomt uit datgene,
waar echte humor uit voort be
hoort te komen, nl. uit ernst. Wel
ke zaken nu vat Zaal bij de kop
teneinde er zo'n vermakelijk op
stel met een ondergrond van ernst
over te schrijven? Het zijn zaken
van zeer verschillende aard en met
het opsommen daarvan wil ik mij
dus bepalen tot die, welke mij het
meeste genoegen verschaft heb
ben.
Om te beginnen is daar „Gevaar
en glorie van het stroelen", bevat
tende een verdediging van de
kitsch. Beter gezegd, een verdedi
ging van de uiterlijke kitsch, die,
waar de moderne estheten zo'n be
zwaar tegen hebben. Want, zo zegt
hij, de echte kitsch zit veel dieper
dan tuinkabouters en worteldoeken.
De kitsch-in-ons is het gevaarlijke
element. Dan volgt „De Haren van
Kilwch", een beschouwing over het
begrip kunst en over wat kunst
eigenlijk is. Een vraag waarop wij
nooit antwoord zullen krijgen, zegt
hij, „zolang de eieren, die de kun
stenaar legt, door de leek worden
uitgebroed. Dat wil dus zeggen tot
in lengte van dagen".
De brieven aan een jonge Vla
ming, die van plan is zich in Neder
land te gaan vestigen, bevatten zo
het een en ander aan het adres
van dit land en zijn bewoners. Met
veel gekniffel heb ik de volgende
passage gelezen „Ons geldstelsel
is gelukkig niet moeilijk, gewoon
decimaal Vijf centen is een stui
ver, twee stuivers een dubbeltje,
tweeëneenhalf dubbeltje een
kwartje; vier kwartjes samen een
gulden, anderhalve gulden een
daalder, ééntweederde daalder een
rijksdaalder, die knaak heet. Vier
knaak is een tientje, tweeëneen
half tientje een geeltje, zo ge
noemd naar de rode kleur van het
bankbiljet. Enfin, gewoon het tien
tallig stelsel". Ik moet zeggen dat
ik onze muntwaarden nog nooit
van dit standpunt uit bekeken had
en ik heb mij voorgenomen voor
taan maar niet meer te jammeren
over buitenlandse muntstelsels, b.v.
het Engelse.
Het drietal samengevat onder de
titel „Ketters zonder Toekomst",
gaat veel dieper dan de voorgaan
de. De drie historische figuren, die
daarin beschreven worden, te we
ten Anna Maria van Schurman,
Abraham Capadose, de Zwarte en
gel van het Réveil en Zwarte Jan
netje, de vrouwe Christi van Vee-
nendaal, zijn formidabel goed ge
tekend. Het zijn drie essays gewor
den, die opvallen door keuze en
behandeling van het onderwerp en
die bovendien voorbeelden zijn van
persoonbeschrijving, omdat de
eerbied voor de mens in kwestie
niet verloren is gegaan in de er
kenning van zijn fouten. Bij deze
portretten kunnen veel hedendaag
se biografen in de leer gaan.
Iets geheel anders is weer de
„Geschiedenis van de Rapaillepar-
tij" ik was die bijna vergeten,
evenals de zeldzame geniale zon
derling Erich Wichman. Dat zal
mij nu niet meer gebeuren. Een
moderne pendant van dit politieke
huzarenstuk is „De Mislukking
van de Anti-Rook-Partij". In deze
twee opstellen is het er m.i. ook
om te doen de overeenkomst aan
te tonen tussen de opstandigen
van 1921 en die van 1961. „Op
nieuw is het vuur van de feniks
geblust".
Tot slot nog „De Grenzen der
Mensheid", een beschouwing om
innig ter harte te nemen met zijn
pracht van een ironie en zijn kos
telijke anecdoten op de koop toe.
Wat mij verbaasd heeft op de
achterzijde van dit boek is de me
dedeling, dat Wim Zaal in 1936 is
geboren. Ik wil dit bericht niet in
twijfel trekken, maar er wel mjjn
ver- en bewondering over uitspre
ken, dat iemand van om en bij de
achtentwintig op dit ogenblik kans
ziet zo uitstekend te formuleren,
zoveel goedverwerkte kennis van
zaken te hebben en vooral, kans
heeft gezien zich door de heden
daagse meningenfabrlek niet van
de wijs te laten brengen. Dat hij
doorga
CLARA EGGINK
tiane te evacueren, waar zij wer
den ondergebracht in drie grote
loodsen en een aantal Frane leger
tenten. De meesten zitten er nog.
Er zijn geen latrines, water moet
drie keer per dag met tankwagens
worden aangevoerd, het vuilnis
stapelt zich aan de rand van de
loodsen op.
In de grootste loods, vlak bij de
gouden That Loeang Pagode, kijkt
een serene Boeddha vanaf een
hoog voetstuk neer op de vrouwen
die hun baby's voeden op een matje
op de grond, op kinderen die naakt
tussen de rokende vuurtjes spelen,
op oude mannen die zich nauwe
lijks bewegen en tussen wat ge
knoopte doeken met wat hebben
en houden tegen een paal aan zit
ten. In de beste gevallen worden
zij door in de buurt van Vientiane
wonende familieleden in huis ge
nomen. In andere gevallen wacht
men op de bouw van twee gepro
jecteerde vluchtelingendorpen, die
met Japanse, Engelse en Ameri
kaanse financiële steun buiten
Vientiane worden opgetrokken.
Behalve deze evacuées, zijn er de
vluchtelingen in de bergen
meest Meo-stammen, die onder
normale omstandigheden een soort
roofbouw bedrijven: stukken bos
worden platgebrand, de grond
wordt bewerkt totdat hij uitgeput
is, dan trekt men naar de volgen
de berg. Wanneer de rode mieren
van de Pathet Lao de berg bezetten,
de te velde staande rijst verbran
den of in beslag nemen, dreigt de
Meo-kolonie van honger om te ko-
Rijst
„Je kunt ze naar beneden toch
ook niet laten kreperen", had Ba
ker gezegd. Maar de regering van
Prins Soevanna Phoema had er de
middelen niet voor om de vluchte
lingen te hulp te komen. De Ame
rikanen namen middels het Uni
ted States Aid Program deze ver
antwoordelijkheid op zich. De rijst
wordt in Thailand aangekocht
(veertig ton per dag a raison van
400 gulden per ton) en met zeven
ruim twintig jaar oude toestellen
van twee gecontracteerde particu
liere maatschappijen wordt de da
gelijkse pendeldienst onderhouden.
De opzet is de vluchtelingen te
blijven bevoorraden totdat zij op
nieuw een oogst hebben kunnen
binnenhalen.
De administratie van de lucht
brug is in handen van Phil Gul-
lion, een wat zwaarlijvige maar
energieke Amerikaan, die in zjjn
rommelige kantoortje in een hou
ten barak een grote kaart heeft
hangen waarop alle bevoorradings-
punten staan aangegeven. Ze heb
ben namen als Foxtrot, Whisky,
Echo, Oscar en Tango. Gullion di
rigeert de bevoorrading aan de
hand van rapporten van twee
Amerikanen, die met kleine mak
kelijk manoeuvreerbare vlieg
tuigjes het gebied doorkruisen.
„Ons grootste probleem", zeg hij,
„is dat de bevoorradingsvluchten
gevaarlijk zijn en duur. Aan het
transport alleen besteden wij een
miljoen dollar (3.5 miljoen gulden)
per jaar. Het zou ideaal zijn wan
neer wij het per auto konden aan
voeren, maar er zijn geen wegen.
In sommige gevallen hebben we
het met pakezels gedaan, maar dat
soort bevoorrading is een druppel
water op een hete plaat".
Kom er ACHT-er
1. middelste vignet op autobumper
anders.
2. auto op rechtse berg weg.
3. verkeersbord op linkse berg
staait rechter.
4. hand van vrouw weg van auto-
5. das man korter.
6. stootrand van de weg hoger.
7. strepen op weg linksboven.
8. boomstam meer op achtergrond
Droppings
Tom Nowling roept vanuit de
cockpit dat de bevoorradingszone
in zicht is. De vier Laotiaanse Jon
gens staan op en gespen zich vast
aan riemen die vastgehaakt zitten
aan een kabel om te voorkomen
dat ze bij het uitduwen van de
zakken uit het toestel vallen. Ze
snijden de touwen van de eerste
slee los en schuiven de lading naar
de deuropening.
Het vliegtuig maakt een
langzame bocht en vliegt nu op
een paar honderd meter boven de
boomtoppen. Beneden zijn wat
hutten te zien en een veld waarop
de letters „NT" zijn aangebracht
neutralisten. Nowling schreeuwt
weer uit de cockpit, maar bij de
deuropening waar de wind door
heen raast, is het niet te verstaan.
De Laotiaanse jongens hebben ech
ter geen aanwijzingen nodig. Ze
houden zich met een hand aan de
riem vast. Dan gaat een bel en de
eerste lading wordt het op zjjn zü
liggende vliegtuig uitgeschoven. Er
zit geen parachute aan de zak
ken zjjn niet vol en zullen bij het
neerkomen niet gauw barsten.
Opnieuw draait het vliegtuig
rond, opnieuw gaat de bel, en de
volgende lading zeilt als een vlot
naar de aarde. Na elke „dropping"
staat de romp van het toestel vol
met opwaaiend stof. Eén van de
ladingen is gaan schuiven en de
losse zakken worden opzij gescho
ven en tot het laatst bewaard. Dan
gaan ze zonder slee tegelijk de
lucht in. De vluchtelingen in Sop
Khao kunnen weer een tijdje
voort.
Nowling draait het toestel om en
laat Monte Baker de stuurknuppel
overnemen. De Laotiaanse jongens
zitten op de grond tegen de wand
van de romp. Eén hunner leest een
Laotiaanse krant, de anderen ro
ken met hun ogen dicht een siga
ret. In de cockpit ruikt het naar
Nowlings pijptabak, die dun en
blauw in de late middagzon krin
gelt.
Buiten plenst het zonlicht in het
water van een rivier die als een
opgetrokken rups in het land ligt.
„Daar gaat een T-28", zegt Ba
ker, en wjjst op een klein, snel
toestel, dat ons rechts laag pas
seert, Het is een bombardements
vliegtuig van de kleine (tien
T-28's) Laotiaanse luchtmacht.
„Die is ook op weg naar zjjn dage
lijkse dropping", grjjnst Baker.
Maar het is geen ryst dat de rode
mieren krijgen.
Norrrtaaifilm beweegt
bij opname en weer
gave met 16 of 24 rukjes I
over de hoogte van één
beeldje per seconde.
Neemt men op met bijv.
96 beelden per seconde
en projecteert men met
24,dan zijn de bewegingen
4x vertraagd, dus de tijd
is a.h.w 4x vergroot.
Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel.
(Van onze reisredacteur, H. L. Leffelaar)
VIENTIANE „Vroeg of laat worden we allemaal beschoten", zegt Tom Nowling, het af
geroste twee-motorige transportvliegtuig iets omhoog halend, „maar over het algemeen valt
het mee". Drieduizend meter beneden ons golft het bergachtige landschap van Laos, ruig, mooi
en onherbergzaam. Wij zijn op weg naar Sop Khao, een klein gehucht ten noorden van de nu
door de communistische Pathet Lao geheel beheerste Vlakte der Kruiken en een 200 kilo
meter ten zuidoosten van de Chinees-Laotiaanse grens.
Sop Khao is één van de 115 „drop
zones" bevoorradingszones
die elke week door een handjevol
vliegtuigen van rijst worden voor
zien en soms van kleren, medicij
nen, kookgerei en andere levens
behoeften. De rode mieren van de
communistische Prins Soevanoe-
vong hebben, sinds het Pathet Lao-
offensief in mei begon, de bevol
king op de vlucht gedreven. Hun
vreedzame dorpen soms brandend
achterlatend en met niet veel meer
dan wat kleren, trokken mannen,
vrouwen en kinderen de bergen in
om elders opnieuw te beginnen.
Soms werd ook deze nieuwe neder
zetting door de rode mieren ge
teisterd. Dan trok men nog dieper
het woeste landschap in en begon
voor een tweede keer, zonder de
net geplante rjjst te kunnen oog
sten en met nog minder kleren.
Er zijn in Laos op het ogenblik
23.000 vluchtelingen.
Tom Nowling laat de stuurknup
pel even los, steekt een pijp op en
wijst rechts uit de kleine cockpit
naar het begin van een uitgestrekt
vlak en groen stuk tussen de heu
velruggen. „Dat is de Vlakte der
Kruiken. De Pathet Lao-jongens
hebben net dat punt bezet. We
Karakteristiek voor Laos zijn
de ossekarren. De ongewoon
hoge en grote wielen zijn erop
berekend het transport ook ge
durende de zware regentijd
mogelijk te maken.
moeten er iets omheen vliegen. We
weten nog niet of ze er afweerge
schut hebben. Trek voor de zeker
heid je parachute aan".
„Daar links, bij dat kleine lan
dingsbaantje, zit Kong Le gewoon
lijk". Kong Le is de jongensachti
ge, 33 jaar oude generaal en aan
voerder van het nu uit niet veel
meer dan 3.000 man bestaande le
gertje van de neutralisten, dat door
de Pathet Lao na een eindeloze
reeks gevechten en schermutselin
gen van de strategisch belangrijke
Vlakte der Kruiken werd verdreven.
Een kletterende regenbui slaat
tegen het vliegtuig. Het klinkt
alsof er aluminium platen wor
den afgerukt. Tom Nowling tuurt
door de dikke wolkenbrei. Hij
heeft zijn pijp uit laten gaan.
In de romp van het toestel
waaruit alle stoelen en beide
deuren verwijderd zijn, staan
tien ladingen van evenveel zak
ken rijst achter elkaar op tri
plex sleeën, die straks het vlieg
tuig uitgerold zullen worden. De
4 jonge Laotianen die de zakken
naar buiten zullen werpen, kij
ken rusteloos uit de deuropenin
gen naar het landschap met stei
le pieken en diepe kloven.
Alleen al in juni werden 27.094
zakken met bijna 2.000 ton rijst
per vliegtuig naar de bevoorra
dingszones aangevoerd een ge
middelde van één „dropping" elke
vier uur. Tom Nowling en zijn
tweede piloot, Monte Baker, alle
bei Amerikanen, maken veertig
vluchten per maand. Ze doen het
al ruim een jaar. „Soms waag je
je wel eens af of het de moeite
waard is", zegt Baker, op een si
gaar kauwend. „Maar je kunt ze
daar beneden toch ook niet laten
kreperen".
In loodsen
Het hulpverleningsprogramma
voor de vluchtelingen in Laos
in elke oorlog de vergeten slacht
offers begon in 1959. Bij elk
offensief van de Pathet Lao werd
het probleem acuter. Aan het zich
steeds vei-plaatsende front ging
men ertoe over de vrouwen en kin
deren van generaal Kong Le's neu-
tralistische soldaten naar Vien-