fL ZOMER VOORDEEL OPGERUIMD Shirts SCHEEPS HEREN SPORT- Misdaad om een erfenis uw vakantie tegemoet te gaan! PP ft i I ii X *4 (A) GOUDERWTENSOEP i LEIDSCH DAGBLAD DONDERDAG 25 JUNI 1964 Dagelijks vervolgverhaal Roman van Jane England (Oorspronkelijke titel „The Peach Orchard"), De secretaris van de club kwam in de bar. HU had gehoord, dat er harder dan gewoonlUk gesproken werd. HU was een wat verlegen man, die een hekel had aan ruzies. Maar hU had een zeker plichtsgevoel, dat hem de nodige moed verschafte. ZUn blonde en spaarzame haren waren zorgvuldig over de kale plek op zUn hoofd gekamd en zUn blauwe ogen hadden een Ietwat waterige uitdruk king. Timball, zei hU, wat moet dat allemaal? Mevrouw Leatherhead barstte in luid gelach uit. Rob probeert zich een houding te geven, zei zU- Tom had zich omgekeerd en stond glazen af te wrUven. Wat drommel, zei Rob, bete kent dat, dat je die halfbloed-bar man van je instrueert om leden te beledigen? Tom keerde zich om. ZUn gerimpel de gezicht had een kwaadaardige uitdrukking. Zijn lippen krulden als bU een nijdige hond. HU smeet het glas, dat hU in de hand had Rob, sprong met aapachtige snel heid over de bar heen en wierp zich op Timball. De twee farmers verga ten hun zaken en herinnerden zich alleen, dat zU blanken waren. Een van hen greep Tom in zUn nekvel cn rukte hem van Rob af, terwUl de ander er in een half gebukte hcuding bU stond, als een bokser, die voorbereid is op mogelUke herrie. Leslie Lane stond op en zette ontevreden gezicht. Maar Leatherhead bleef in haar stoel zit ten roken. ZU had altUd wel geweten, zei zU bU zichzelf, dat Rob niet deug de. Er was trouwens ook nog dat zonderlinge erhaal over dat nichtje; dat meisje, uat ze op de farm hiel den. De mensen zeiden, dat in wer- kelUkheid de helft van de farm van haar was, maar dat Rob en de oude vïouw het ingepikt hadden. Daar moest iemand toch eens wat aan doen, dacht zU. Ze zouden dat meisje wel uit de weg kunnen ruimen en dan zou nog niemand ook maar iets wUzer zUn. Houd jU je gemak, zei de far mer tegen Tom en trok hem mee naar een andere kamer. Timball, begon de secretaris, werkelUk Timball Voor hU verder kon gaan klonk er een andere stem: Maak u niet druk. Ik zou Tim ball wel eens even willen spreken. Rob keerde zich om en zag een lange man met wat gebogen schou ders op zich toekomen. HU had een grote neus en een gebruind gezicht en droeg de uniform van sergeant h?t ST.2? «MtT nicht 1 tÏÏÏÏTSkSS moest er iets geval was die geloofde, dat hU haar had nagelaten. Ma; het meisje ooit en 1 eig vreemd. De politie moest aan doen. In ieder geval oude vrouw gek en ze deed zo vreemd. En wat dat geld betreft, dat ze er door gebracht hadden dat mens Timball en Rob nou, daar- wist ook niemand, waar het heengegaan was. Aan de farm werd niets gedaan en het geheel ging langzaam maar zeker naar de maan. Fane zat met een plechtig gezicht te luisteren. HU begon ook te den ken, dat er wel eens wat moest wor den gedaan. Ik vraag me af, zei mevrouw Leatherhead plotseling op hnde 4 n. /aarom Wentworth Rob Tim ball moest hebben. Wentwonn gewoonlUk niet zelf, tenzU er wer- keUJk iets ernstigs aan de hand is. Ik vraag me af, wat dat geweest kan zUn! Zeg, Leslie, bestel nog eens Het had opgehouden met regenen, maar de lucht zat nog vol wolken en er was geen maan. De smalle straat van Kantani was glibberig en men kon nauwelijks zien waar men liep. Rob voelde zich koud en terneer geslagen. HU was tamehjk dron ken geweest, maar nu was hU weer volkomen nuchter. Zonder moeite volgde hU het spoor van de licht streep uit de lantaarn van Went worth. In die smalle lichtstreep leek de grond koperkleurig en glanzend en aan de kant van de weg stroomde water in dikke koperkleurige beken. Het licht viel op de stammen van peperbomen en werd af en toe on derbroken door het licht, dat uit de huizen kwam. Er was ook nog licht op in het huis van de plaatselUke magistraat en in de winkel van Ben net. Verder waren er geen huizen, behalve dan dat enige hutten, wat verderop, bewoond werden door aan iager wal geraakte blanken. Even buiten het dorp, bU de zUlUn het spoor, waren kampvuren, inlandse chauffeurs en ossendrijvers kampeerden. Ongeveer dertig graasden op het korte gras weerszUden van de brede weg. Het zal je wel genoegen doen te horen, zei Wentworth droogjes, dat Baxter niet dood is. Rob uitte een dwaas hoog lachje. En tevens, ging Wentworth voort. dat hU geen vervolging te gen je zal instellen. Ik weet niet waarom, maar hU doet het niet. Burgoyne heeft ons opgebeld. O ja, wist je, dat Menzies ongeveer tien minuten, nadat JU Baxter gen had laten liggen, kwam opda gen? Het was een geluk voor je, dat Burgoyne er bUkwam. Als Menzies alleen was geweest Rob lachte weer. HU voelde zich gelukkig. Baxter was niet dood was alles in orde. HU kon de farm teruggaan en Julie Advertentie HU bU het ïn van de dag weggaan bU de doorwaadbare plaats maar op wagen. Ik kom morgen bU jullie op de farm, zei Wentworth. Ik wil je nicht spreken. Wat? Isabelle? vroeg Rob onge lovig. Ja, Isabelle, zei Wentworth. En ook dit nog, Timball. Neem een goe de raad van mU aan en blUf hier uit de buurt. Ik geef je de eerlUke jchuwing, dat als jU je hier vertoont, ik je in arrest neem. ■b nog altUd een opgeschort ar restatiebevel tegen je lopen, dat ik op ieder ogenblik actief kan maken, namelUk voor het verplaatsen van zonder verlof. Dat is alles. Ik ga met het aanbreken van de dag weg dus kunnen we dan samen rij den. De doorwaadbare plaats zal niet ar zUn, zei Rob gemelUk. e zullen er wel overheen ko- ti Wentworth. (Wordt vervolgd) 18180. ..Het is wel jammer, dat je me niet eens kunt zeg gen. wat al die petten hier doen, Panka", zei professor Kalker met zacht verwijt. „Als mijn assistent behoorde je dat eigenlijk te weten". „Ik heet Panda, niet Panka". antwoordde Panda. „En ik ben uw assistent niet. Ik ben hier binnengekomen, omdat ik die wan delende pet volgde". Wandelende pet?" herhaalde de geleerde. Wat een onzin. PindaHoe kom je daarbij?" „Maar ik heb die pet toch echt zien lopen!" hield Panda vol. „Op metalen voetjes. Heus waar!" „Dwaasheid", zei de professor. „Petten lopen niet. De voetjes waren van het apparaatje, dat er onder zit". Met deze woorden tilde hij de pet op, zodat een metalen bol letje zichtbaar werd. dat voorzien was van beentjes en grijpertjes „Het pettenpakkertje"verklaarde de geleerde, „dat kan lopen Maar petten natuurlijk niet". „O zei Panda. „Maar waarvoor dient zo'n eh petten pakkertje?" „Om petten te pakken natuurlijk"antwoordde Kalker. „Mili taire petten". „Ja. dat begrijp ik", zei Panda ongeduldig. „Maar waarom hebt u zo'n raar apparaatje gemaakt, dat militaire petten pakt?" „Ja waarom??" herhaalde de geleerde „Dat ben ik nu juist vergeten." Vervolgverhaal voor de kleintjes 8687. Nu, je ziet het.ik heb de tweestrijd eerlijk gewonnen! zei koning Wiromar voldaan Koning Valentin knikte, met een ongelukkig gezicht. Ja, zei hij! Je hebt gewonnen, Wiromar; eerlijk is eer lijk! Alleen ik begrijp er niets van. Hoe komt het, dat jij sterker ben dan ik? Dat had ik nooit kunnen denken! Och een beetje oefening, dat is alles! zei koning Wiromar lachend Zo zie je, dat men zich vergissen kan! ,eidóe ïürsfïïf 1„hi?n^nHterkerkStraat I:„VOOT" gracht/Zljlsingel S uïTa'S,8 Zomers, lekker en luchtig! (Daarom tijdelijk van 78 voor 68 cent) cjencla Oude Vest 13: Evangelisatie Chrls- tengem. „Ecclesia". 8 uur nam. Jehovah's Getuigen, 4.30 en 6.30 uur om. Openbare lezing. 3 uur nm. Steenschuur 6: Kerk van Jezus Christus van de heiligen der laatste dagen, 10.30 uur vm. DINSDAG. Stadhuis (wachtkamer Trouwzaal): Zitting Bouwfonds Ned. Gemeenten. Var.Sl"SS^.'|nuS gelijks 2.30, 7.15 e the Rlver Kwal". Zondagmiddag en woensdagmiddag luchtbescherming. Hardy bij de TENTOONSTELLINGEN Lakenhal: Te SÏÏ' uSr" (zondag 1-4" uur) Rijksmuseum Rijksmuseum voor Volkenkunde: schoten zijn geopend. BU geen gehoor van nw halsarts of eciallst (of diens waarnemen), bel i doKterstelefoon 22222. Maximum-snelheid Op de Deense .•egen ls, van 24 Juni tot 5 Juli, een ier uur Ingesteld. Er zullen dez< worden Ingesteld. «perioden lem&rken ER±CJHT_E_N rv4, '32r,2ïm^-!r, 5 C»dii 28 to Port Said

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 19