mmsmic
UNIEKE PERSOONLIJKHEID
SIMON VESTDIJK:
Kom er
Barrière van de tijd
doorbroken
Ruiten en Saus atout
slembod in één spel
«m f
De ladderweclstrijd
JL
JL
B
Zaterdag 20 juni 1964
Pagina 4
(Bijzondere medewerking)
SIMON VESTDIJK heeft een zeer groot en een zeer geva
rieerd oeuvre van poëzie, novelles, romans, studies en es
says op zijn naam staan, dat in zijn geheel van internationale
allure en internationaal niveau is. Zijn taalgebruik is rijker ge
schakeerd dan dat van Multatuli; zijn fantasie is verrassender,
boeiender, en voor zover fantasie dat kan zijn, intelligenter dan
van Louis Couperus; zijn dramatisch vermogen is groter dan van
Arthur van Schendel. Zijn beheersing van het métier, zijn be
paald virtuose compositietechniek overtreft die van alle drie.
Vestdijk is de veelzijdigste auteur uit onze letterkunde, en
ruw genomen de meest produktieve, hetgeen bij werk op dit
niveau een eigenschap van het geniale is. Hij is uniek. Hij is een
fenomeen, die zich in zijn werk langer dan dertig jaar heeft ge
handhaafd op basis van een in oorsprong aanwezig, zeldzaam
groot scala van mogelijkheden, die hij te gepaster tijd liet zien.
Humor van de glimlach
achter de tanden'
Vestdijk behoort tot de weinigen die
zich niet behoefden te vernieuwen,
omdat alle facetten van zijn werk
bij de aanvang reeds in kiem aan
wezig waren, zoal niet gereed lagen.
Een groot talent, een aangeboren
meesterschap zUn in hem op geluk-
n-Hollands
speelse humor en een ironie, die
weliswaar verwant is aan het Ne
derlandse geestesmerk, maar die te
vergelijken is met het Franse esprit.
Dit enorme oeuvre kón slechts
ontstaan vanuit een keuze voor het
isolement voor een versmalde le
vensbasis in het dagelijks bestaan,
welke uitmondde in de wijde ruimte
van zijn verbeeldingswereld. Hij is
een van de weinige van onze leven
de auteurs voor wie leven synoniem
is met schrijven. Er is veel over
Vestdijks werk gesohreven, noch-
thans gaat iedere formulering
mank. Een fenomeen wordt niet ge
vangen in de term duivelskunste
naar- en er bestaat nog geen en
kele studie waarin dit werk en de
man er achter werkelijk tot hun
recht komen. Zo'n studie kan eerst
worden geschreven als het werk is
afgesloten en men er afstand van
heeft kunnen nemen. Het bete-
Onze bridgerubriek
Bridgevraag dezer week:
Noord gever, NZ kwetsbaar,
viertaJlenwedstrij d.
Zuid heeft:
Sch. B 3; Ha. 10 7 4; Ru. H
9 7; KI. V 9 7 5 4.
Het bieden: noord een schop
pen oost twee harten
zuid past west past
noord drie ruiten oost past
wat moet zuid doen?
Antwoord elders op deze
pagina.
Bij d« tweede Bridge Olympiade,
waaraan 29 landen deelnamen, be
stond een wedstrijd tussen twee
concurrenten slechts uit 18 spellen.
Veel ongelukken mocht men dus
niet maken, maar óók moest men
goed op de kleintjes letten: elk
overslag je kon de wedstrijd winnen
of kosten.
In verschillende wedstrijden
maakte het spel dan ook meer de
Indruk dat de spelers
ren-wedstrijd bezig
aan een ontmoeting -- --
viertallen. Een typisch voorbeeld
van die Instelling, treffen w\j aan in
het onderstaande spel, ontleend aan
de wedstrijd tussen Frankryk en
Israël:
Sch. A H B 3
Ha. B 5
Ru. H V 10 4
KI. AH 7
Sch. V 10 6 5 3 N Sch. 9 84
Ha. 10 8 w 0 ga-gy.3
Ru. 8 5 7 Bu-B 7 2
K1V9 5 3 Z KI. 108 6 4
Sch 7
Ha. A 9 7 6 42
Ru. A 9 6 3
KI. B 3
Slembod
Oost gever, OW kwetsbaar. Het
gemakkelijkste manchebod tussen
NZ is drie Sans of vier harten
maar het slembod in ruiten is een
uitstekende onderneming, die met
het gegeven kaartzitsel ook gemak
kelijk slaagt. Maar hoe moet zes
ruiten tussen NZ worden geboden?
Een mogelijke biedserie is: noord
(in vierde hand) twee Sans atout
zuid drie klaver (conventioneel,
vraagt aan noord zijn biedklare
kleur of kleuren te tonen zo laag
mogelijk beginnen) noord drie
ruiten (ruitenkleur) zuid drie
harten noord drie schoppen
waarna de keuze voor zuid tussen
drie Sans, vier harten of vijf ruiten
nóg moeilijk is. Kiest hij dit laatste
bod, dan kan noord zeker zes ruiten
bieden Het spelen geeft geen pro
blemen: bijv. klaveruitkomst (door
oost) nemen met klaveraas in
noord, drie malen troef, een harten
weggeven; daarna weer aan slag in
klaver, hartenaas spelen een harten
aftroeven en de rest is eenvoudig.
Ook met de langzaam maar gede
gen malende Italiaanse biedsyste
rnen zou men misschien zes ruiten
kunnen be reiken.
Men heeft natuurlijk de neiging
bij kennis der open kaarten het be
reiken van zes ruiten te onderschat
ten. Men ziet ook, dat alles bij OW
„goed" zit, maar als men west of
#vBj» m.
kent dat het werk reeds bij Vest
dijks leven de barrière heeft door
broken van de tijd waarin het ont
stond en tot volgende generaties zal
spreken, die zich er mee zullen con
fronteren. Dat betekent meer dan
prijzen, een decoratie of een ere
doctoraat. want alleen kunst van
grote allure doorbreekt de barrière
van de tijd.
Toverstaf
Nol Gregoor, Vestdijks hofbio-
graaf, heeft met hem een reeks ge
sprekken voor de radio gevoerd; hij
deed onmenselijk zijn best, maar
niet opgewassen tegen de to-1
soort beeldverhaal van zijn leven als
schrijver. Velen hebben Vestdijk op
de t.v. kunnen zien in een literaire
ontmoeting met Gomperts en zich
een voorstelling van hem gemaakt.
Gomperts praatte met de hoed in de
hand tegen een afgodsbeeldje-van-
de-humor.
Die humor van de glimlach achter
de tanden is onweerstaanbaar, ze
verschijnt op de ene kant van het
Janus-kopje. De andere kant ervan
oost eens vier hartens of vier rui
tens zou geven, wordt het slembod
ineens een hachelijke onderneming,
waar men in dat geval beter uit zou
kunnen blijven.
Zes sonsatout
Maar nu de praktijk: zowel het
Franse team als het Israëlische bo
den met deze NZ-spellen zes Sans
atout. De Fransen deden dat als
volgt: OW pasten zuid één harten
noord twee schoppen zuid drie
harten noord vier klaver zuid
vier ruiten noord vier SA zuid
vijf harten noord zes SA. Men
vraagt zich af, waarom zuid dit spel
opende en waarom noord uitein
delijk niet liever zes ruiten zei. in
plaats van zes Sans atout.
Aan de andere tafel kwam Israël
dus ook op zes Sansatout en ging
kansloos één down. Het lijkt dus,
alsof er op dit spel geen scorever-
schil te zien was.
Deze schijn bedriegt want.de
Fransen móAkten hun contract van
zes Sans! Oost. die de zuidspeler
twee malen harten had horen bie
den, meende namelijk dat de tijd
gekomen was om iets bijzonders te
doen. HU hoopte, dat zuid in har
ten iets als Aas. Boer, negen. enz.
zou hebben en dat de uitkomst met
harten drie de leider (noord) reeds
in slag 1 voor een verrassende be
slissing zou plaatsen. Dus speelde
arme oost de harten drie voor
noord was inderdaad verrast,
niet op de manier zoals oost had
gehoopt. Noord liet de slag eenvou
dig naar zUn hand lopen, maakte
hartenboer, speelde daarna de har
tens vrU en maakte twaalf slagen.
Zo ziet men, dat in bridge altUd
weer alles mogelUk is. zelfs op de
internationale toernooien. Oosts re
denering was natuurlijk fout: als
zuid (de tafel) inderdaad harten
Aas, Boer, negen enz. heeft, zal
noord ook zonder hartenuitkomst
het probleem kennen, hoe hy de
Antwoord op bridgevraag:
Het is duidelUk, dat noord
een sterk spel heeft en zeker
een vUf kaart in schoppen,
vermoedelijk ook een vijf-
kaart in ruiten. Zuid kan niet
volstaan met te passen de
kleine hulp in schoppen en de
aardige hulp in ruiten maken
de kans op een manche reëel.
Biedt zuid echter drie schop
pen, dan zal noord dat slechts
Zuids beste bod is: drie
harten! Dit is een „kleine po
ging" om toch nog tot de
manche te komen. Noord had
Sch. A H V 9 4; Ha. B; Ru.
A V B 8 3; KI. 8 3 en had
na drie harten kunnen (en
moeten) vervolgen met vier
schoppen, die geen moeilijk
heden opgeleverd zouden
hebben. Tweede prijs: vier
ruiten waarna noord mis
schien ook nog vier schoppen
biedt.
is het masker van een koortsachtig-
werkend, kolkend, broedend brein,
een vulkaantje, waarvan de krater
zich aan de andere kant bevindt in
de even geopende mond met de lach
er achter. Dat is ongelofelijk boei
end en het is ongelofelijk komisch.
Kaatsspelletje
Vestdijk praat wat binnensmonds;
zet een opmerking in, gaat naar een
andere over. trekt elke conclusie on
middellijk weer in twijfel. De woord
jes buitelen als glimlachjes achter
en over elkaar heen, worden steeds
achterhaald door een inval, door de
veelzeggende klank waarmee hy" 'n
naam laat vallen of een stukje van
een titel, worden steeds door
kruist met gedachten die te snel
door zijn brein schieten om ze
kalmpjes onder, woorden te kun
nen (of te hoeven) brengen. Men
voert met hem geen „gesprek",
het blijft bij aanzetten, daarna
wordt het een gegoochel met asso
ciaties, een kaatsspelletje met kem-
of slagwoordjes.
Alles wat daartussen ligt moet je
maar raden, maar het is allemaal
zo spiritüeel dat er niets te radlen
valt.
Zoiets is natuurlijk boeiend 't is
vooral hoogst amusant. Ik ken nie
mand anders met wie je tussen
neus en lippen door zo badinerend
converseert, de bitse en nog bitsere
woordjes incluis. Hij ontkracht de
ernst onmiddellijk in de humor,
een soort ironische humor of een
humoristische ironie. Oók in zyn
correspondentie.
Wel aardig
In december 1940 was hij al bezig
met. voorbereidingen voor wat hij
een „piratenroman" noemde. hij
versoheen in 1947 als „P.uriteinen
en Piraten", en stelde met een reeks
terzake geformuleerde vragen over
schepen, tuigage en zéilmanoeuvres,
met het verzoek „hem even in te
lichten." Vragen als: „Wat is een
stijve marszeilskoelte', of: „hoe was
de inrichting van de dekken plm
1700", of: „het roer laat ik breken
terwyl het schip bijligt." Waar hij
dan minzaam aan toevoegde: „Zo
als je ziet leg ik wat vragen betreft
een zekere onverzadelijkheid aan
de dag:" En: Ik ben druk bezig met
de opzet uit telwerken, en het kan
wel aardig worden, geloof ik."
De bevrijdingsroman „Pastorale
1943" (waarvoor hem in 1946 de
literatuurprijs van de Gemeente
Amsterdam werd toegekend) heeft
hem wat meer hoofdbrekens gekost,
denk ik. Daarvoor vroeg hij mU in
Juli 1945 zoiets eenvoudigs als:
„De organisatie van de Onder
grondse in grote lijnen", of: „Hoe
werden gevaarlijke NSB-ers, verra
ders en dergl. Persoonlijk gemold?
Meegelokt? Of in huis? Hoe ver
momden zich de executanten,'' of:
„Weet je of in '43 een boer die on
derduikers, speciaal joden, herberg
de, zwaar gestraft werd?" of: „Bij
zonderheden over spionage, speciaal
van vrouwen, die met lieden van de
Wéhrmacht „uitgingen". Wat kon
den zy te weten komen, en hoe?"
Niet zo vrolijk
BU 't uitbreken van de oorlog
woonde Vestdyk al in Doorn (hij
werd in '42 als gyzeiaar naar St.-
Michels Gestel gebracht, waar hij
tot '43 bleef en er zijn „Gestelse
Liederen" schreef, welke dans-
van-gijzelaars ik door een gelukkig
toeval ontsprong).
In een brief van 24 mei 1940
schreef hU: „Uit een briefkaart van
Jany Roland Holst, die ik naar Du
Perron en jou gevraagd had, maak
te ik reeds op. dat jij het er goed
hebt afgebracht. Wij ook. D.w.z.
hier in Doorn is alles vry goed ge
gaan. Dinsdagochtend hebben wij
nog getracht Utrecht te bereiken,
op de fiets met' koffers en Slaap
zakken. Om 8 uur waren de Duitse
troepen hier al; om half negen gin
gen we op weg, een binnenweg door
eri we hebben het tot De Bilt ge
bracht, waar we gewoonweg onder
vuur genomen werden. De mitrail-
leurkagels floten ons om de oren
en dat was niets voor ons, noch voor
mij. We hadden een heerlijk rustig
fietstochtje terug,-
was het al „vrede'
denkt dat er 30- t
logen geweest zyn
Die tijdsduur liet hem (noch ons
allen) met rust. In '42 schreef hy:
,;Dat jij de 80-jarige oorlog noemde,
bewUst mU intussen dat jy er ook
niet zo vrolijk over denkt. Ik had
van het begin af aan een dertig
jarige oorlog op het oog gehad;
maar voor mensen van onze leef
tijd komt dit op hetzelfde neer." In
diezelfde brief vroeg hij, of ik een
boek over Ierland voor hem kon
opscharrelen, „waar veel foto's, spe
ciaal van het landschap, kastelen en
dergl. in voorkómen." (Zijn Ierse
roman „De vUf roeiers" verscheen
eerst in 1951).
Pom Nijhoff en ik hebben ons
beUverd dat Vestdijk uit St.-Michels
Gestel zou worden vrijgelaten
maar zijn huisgenote Ans liet me in
november 1942 namens Vestdijk
weten: „Laat Johan zijn best doen.
In geen geval wil hij tekenen, (voor
de Kultuurkamer) en hU is nog
steeds aan het dichten, een cyclus
Eredoctor te
Groningen
Ter gelegenheid va\
haar 350-jarig bestaan
f haar 3bu-jang oestaan i
heeft de Rijksuniversiteit J w vffl
van Groningen een aantal i m IhJ I
r ere-doctoraten toegekend, f JL
Onder anderen aan de i
Letterkundige Simon Vest- i
f dijk. In de loop der jaren i
f zijn bijna alle belangrijke f
f en minder belangrijke J
f prijzen voor letterkunde i
f aan hem uitgereikt. De 4
f Koninklijke Academie van 4
t Wetenschappen en het 4
f Nederlands Centrum van 4
J de Internationale P.E.N. 4
J hebben Vestdijk voorge-
dragen voor de Nobelprijs.
Slecht geweten
In maart 1943 kwam hy vrU en
g:ng weer naar Doorn. „Hoe gaat
't je? Mij nog niet zo bijzonder.
D.w.z. ik ben opperbest in myn hu-
puntjes moeten aangeven hóe moe
ik wel ben; zij symboliseren lang
slapen, veel slapen, zy symbolise
ren onderbroken gesprekken en af
geschreven bezoeken. Wat wordt
men egoïstisch in zo'n kamp en
zo'n gevangenis. Ik heb al gepres
teerd een aangestoken sigaret met
het brandende eind in myn mond
te steken". Eerstdaags stuur ik je
de copy van Gestelse Liederen, dus
al mijn verzen uit het kamp, plus
een twintigtal verzen van vroeger
datum".
Een paar maanden later: „We ge
nieten van het mooie weer, onder
de knagingen van het slechte ge
weten, die elk genot in deze tijd
behoren te begeleiden, zoals niet in
feite begeleiden!"
Kort daarna: „Ik kan je verze
keren, dat de „gruwelen" van deze
oorlog totnogtoe kinderspel zijn
vergeleken met die van de 30-ja-
rige dito. waarin ik me de laatste
tijd verdiep". (Hij wist niet dat
ergere gruwelen toen al begonnen
In diezelfde maand: „Het wordt
hoe langer hoe „benauwder", vind
je niet? Ik herlas dezer dagen het
„Prozess" van Kafka, en verbaasde
me over de opgewekte en ganselijk
niet neerdrukkende sfeer. Alles
blijkt relatief te zUn, en men zou
er wat voor geven om alleen maar
door humoristisch toegelichte
schimmen vervolgd te worden. Ik
vermoed dat Hoffmann (om jouw
gebied te betreden) tegenwoordig
de indruk maakt van een idylle
voor tienjarigen. (Ik had Hoff
manns „Elixire des Teufels" ver
taald). Schrijf mU vooral weer eens
gauw. Humoristische brieven zyn
tegenwoordig nog de enige vitami
nen, die niet voor kinderen gere
serveerd zUn".
Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel.
Onze schaakrubriek
Phoenix
i drie uur later
Als je dan be-
80-jarige oor-
Een paar weken daarna: „Ja, in
sommige vulkanische gebieden van
Europa schijnt het nogal te rom
melen; en laat ons hopen, dat de
lava de goede kant uit stroomt, en
iets sneller dan lava pleegt te doen
een vrij taaie en inerte massa,
als ik mij niet bedrieg. Myn
toestand van vegetatie, inkeer, om
mekeer, meligheid, sereniteit, seni-
liiteit, en-wat je verder maar wilt,
houdt een weinig aan; maar daar
om niet getreurd. Ook de vogel
Phoenix had van die momenten.
Uitstekende essays".
Men maakt, in de loop van
jaren, het een en ander met
elkaar en in de wereld mee. Ik
ben er trots op dat de Uni
versiteit van Groningen 't ere
doctoraat in de letteren zal
toekennen aan de „arts" Si
mon Vestdijk: als mens een
unieke persoonlijkheid, als
auteur, een schrijver van Euro
pees formaat. Het doctoraat
eert hem, het siert de Univer
siteit van Groningen.
Opgave 159. Wit: Kgl; Dh4; Tal,
Tfl; Lel. Lc4; Pbl. Pa6; pi. a2. b2
c2, e5, f2, g2, h2. Zwart: Kd8; Dc7;
Ta6, Tf6; Lc8, Lc5, Pb8 Pe7; pi. a7,
b7, c6, d7, g6, h7. Wit geeft mat in 4
zetten.
Oplossing: 1. De7t, Kxe7; 2. Lg5t,
Tf6; 3. exf6t, Kf8; 4. Lh6 mat. Of
3 Kxd6; d. Lf4 mat. Op 3
Kd8; 4. f7 mat.
Opgave 160. Wit Kb2, Td8. Td6;
Lf7; pi. a2, b3, c2, f4, g2. h5. Zwart:
Kh7, Dh4, Ta8, Lc8, Pb8; pi. a7,
b5. c6, d7, e5, f6, g7. h6. Mat in drie
zetten.
Oplossing: 1. Lg6t, Kh(g)8; 2.
Te6, en 3. Te8 (of d8 na dxe6).
Opgave 161. Wit: Kh2, Del, Tgl,
Lc3; pi. a2, b2, e5, f4, g2, h3. Zwart:
Kh8. De2, Td3, Pe7; pi. a6, b5. c4.
f5. g7, h6. Zwart geeft mat in drie
zetten.
Oplossing: 1. Txh3t, Kxh3; 2.
Dg4t, Kh2; 3. Dh4 mat.
OPgave 162. Wit: Kcl, Td6, Tg5,
Pe3; pi. a2. b2, h4. Zwart: Kh6.
Tf8, Th 8, Pc7, Pe6, pi. a7, b7, c6, f7,
g4. Wit geeft mat in vier zetten.
Pxsr
Kom er ACHT-er
1. man meer haar
2. ton verder doorgetekend
3. spijker meer op de grond
4. broek van man hoger
5. zaag langer
6. oren van hond langer
7. neus linkerschoen van man
8. blaadje aan bloemstengel mid
den boven.
Opgave 163. Wit: Kh2, Da8, Tfl.
Pe5, pi. a3, d4, e3, f2, g2. h3. Zwart:
Kh7, Df6, Tc3, Pe2. pi. b6 e6. f7,
g7, h6. Wit verovert de dame.
Oplossing: 1. Pd7, Df5 (De7; 2.
Pf8t, Kg8, 3. Pg6 enz.). 2. Pf8t,
Kg8; 3. Pg6t, Kh7; 4. Pe7; behalve
Pxf5 dreigt ook Dg8 mat.
Opgave 164. Wit: Kh2. Dg5, Te5,
Pd4; pi. b2, c3, e6, f6, g2, h3. Zwart:
Kh7, Dc7, Tal, Tfl, pi. b3, dö. f7,
g6, h5. Zwart offert de dame en
geeft dan in twee( of drie) zetten
mat.
Oplossing: 1. Dxe5t, Dxe5; 2. h4!,
g4; 3. Tf2 mat. Of 2. Del i.p.v. g4
wordt"t mat één zet uitgesteld.
Opgave 165. Wit: Kei; pl. c2 en
d3. Zw^rt: Kf4; pi. c3. Zwart aan
zet. houdt remise.
1... Kf3; 2. Kdl, Ke3; 3. Kcl,
Kd4; 4. Kbl, Kc5; 5. Ka2, Kb4.
Opgave 166. Wit: Kc6. Lh2, pl. e7.
Zwart: Kc8.' La5. Zwart aan zet,
houdt remise.
Oplossing: 1... Ld8!; 2. e8 D of
T Pat. Of 2. e8 L, La5; 3. Lg3,
Kd8 en 4 Ke7. Opl e8P; Lh4;
2. Lc7, Le7; 3. Pg7, Ld'8; 4. Lf4, Lc7.
De stand van de ladder na deze
serie luidt: 1. H. Slegtenhorst 70 en
de prys van deze keer; 2. C. Witte-
man 66; 3. J. A. Duiser 57; 4. G. J.
v. Dissel 55; 5. P. Spierenburg 53;
6. J. Bekooy 52; 7. J. Baremdse 37;
8. J. A. v. Dissel 34; 9. Dr. Kwee
Swan Liat 30; 10. C. J. Hakemulder
18; 11. J. Bonsel 17; 12. D. Hoek 15;
13. A. Buy sen 5; 14. en 15. G. Loeve
en G. M. Nap 3; 16. en 17. C. G. v.
d. Voort en K. D. Heringa 2.
En tevens de laatste rubriek, welke
wordt besloten met deze twee fraaie
composities.
Hoewel de nieuwste super-vlieg
kampschepen een vliegdek hebben
vani 350 meter; is het toch nodig
de vliegtuigen snel af te remmen.
1 1
1
Wit
zet, wint.
(Troitzky)
1. Tc8!,
Oplossing.
Dxc8 (op andere dame zetten
naar g7, h6, e7 of d6 volgt Pf5t);
2. Pf5f, Kc5 (Kc4 of e4 of d5 dan
weer de paardvork) 3. B4f en de
volgende zet toch een vork met het
paard. De vrijpionnen op de h en a
lijn zorgen voor de rest. (Seles-
mew) l. c5Pe8 (op dxc5 wint
Td7) 2. cxd6, Pxd8; 3. dxc7. Pb7!;
i cST «indien D pat). Pxa6; 5.
Tc5. Pb7; 6. Tc6 Mat.