ZOEKLICHT
PINKSTEREN
Interessante proef
in
Stuttgart
Schrijftafel van kanselier
boven Romeins kookgerei
Ergens in tropisch Afrika.
Een Nederlander, die daar
werkt als employé in een
fabriek had me gevraagd hem
een avond te bezoeken. Er was
een zaak waar hij, nu er een
Nederlandse dominee op bezoek
was, graag eens over wilde pra
ten. Hij was alleen, ongetrouwd,
tamelijk eenzaam in een grote
stad. Een jaar daarvoor had ik
hem daar ook ontmoet. Dat was
op een zondagmorgen in de kerk,
twee dagen nadat hij voor het
eerst van zijn leven in Afrika
was gearriveerd. Een jonge
blonde reus met een geweldige
energie.
We zitten samen, twee mensen
verloren in een groot tropenhuis.
Hij schenkt een glas bier, je
kunt altijd drinken in dat war
me land.
Dan begint het gesprek.
Dominee, ik ben thuis onker
kelijk opgevoed. In Nederland
ging ik praktisch nooit naar de
kerk. Maar op de middelbare
school heb ik wel contact gehad
met een predikant. Nu, achter
af, moet ik zeggen: dat heeft
me ergens wel wat gedaan.
Toen ik verleden jaar bij u in de
kerk kwam, was dat omdat een
collega hier in de fabriek me
had meegenomen. Ik ben er
later nog wel eens geweest. Dan
was er wel geen dominee, maar
dan was er toch een dienst en
één van de mensen, die hier
werkt, hield op zijn manier een
preek, Ik ben geregeld geweest
op de contactavonden, die de
Nedrlandse Christenen hier or
ganiseren en waar ze met el
kaar praten over de dingen van
het geloof. Nu u hier bent wil
ik u vragen: kan ik geen belij
denis doen en gedoopt worden?
Ik: Meen je werkelijk belijde
nis te kunnen doen? Begrijp je
wat je van me vraagt? Mag ik
WOORD
VAN
BEZINNING
met je vraag hier naar de kleine
Nederlandse gemeente gaan?
Ze zullen er wel van opkijken,
maar ik denk dat ze er blij om
zullen zijn. Er zal wel over ge
kletst worden buiten de kring
van de gemeente, onder de Ne
derlanders, die hier werkzaam
zijn. Ze zullen zich afvragen
wat je bezielt om nu uitgerekend
in Afrika belijdenis te doen en
je te laten dopen. Dat voorkom
je als je het doet in Nederland
tijdens je verlof.
HijAls ze kletsen dan hoop
ik dat ze dat tegen mij zullen
doen. Dan zal ik ze graag van
antwoord dienen. Ik zal ze dan
zeggen, dat ik heel goed weet,
dat ik geen voorbeeldige Chris
ten ben. In mijn persoonlijk
leven niet en zeker niet in mijn
werk. Het valt niet mee als je
in een fabriek met zwarte ar
beiders werkt onder een direc
tie, die tenslotte zoveel mogelijk
winst moet maken, Christen te
zijn. Je wordt hard hier in Afri
ka. Maar ik wil ze dan ook graag
zeggen, dat ik wel niet veel naar
de kerk ben geweest, maar dat
de boodschap, die ik daar hoor
de, waar ze op de contactavon
den over praten en waar ik in de
bijbel over lees me niet loslaat,
al wil ik onmiddellijk toegeven,
dat er heel veel in dat boex
staat dat ik niet begrijp. Met de
boodschap bedoel ik de bood
schap van God en van Jezus. Ik
kan mij mijn leven niet meer
voorstellen zonder Hem. Dat wil
ik nu graag openlijk belijden, en
dan gedoopt worden. Kan dat?
Hij heeft belijdenis gedaan en
hij is gedoopt.
Vindt u het vreemd, dat ik dit
met Pinksteren als woord van
bezinning schrijf in de krant?
Ik dacht dat het niet zo vreemd
is. Als de gemeente van Chris
tus morgen hier in Leiden Pink
steren viert, het feest van de
Heilige Geest, dan viert ze
als ze althans begrijpt wat ze
doet met verbaasde vreugde
het feit, dat er hier in Leiden,
en overal in de wereld, in alle
volken en in alle rassen mensen
zijn, die van zich zelf maar al
te goed weten, dat ze geen voor
beeldige Christenen zijn, maar
die toch niet loskomen van God
en van Christus en die zich hun
leven niet meer kunnen voor
stellen zonder Hem. Het is
eigenlijk een vreemde zaak, dat
er bijna 2.000 jaar na wat er
toen in Palestina is gebeurd, nog
altijd zulken mensen zijn en dat
er altijd weer mensen zijn, die
dit bewust willen belijden.
Dit vreemde, dat de bood
schap van de bijbel nog altijd
mensen hiertoe brengt, daaraan
denkt de gemeente als zij Pink
steren viert. Zij weet, dat het
God zelf is, de Heilige Geest,
die de boodschap zo hanteert
dat mensen er niet meer los van
komen. Daarop doelt zij als zij
zegt: ik geloof in de Heilige
Geest.
P. J. Mackaay,
herv. predikant te
Oegstgeest.
Zaterdag 16 mei 1964 Pag"»* 1
Stuttgart, de dichtbevolkte hoofdstad
van de Zuidduit se Baden-Württem-
berg. experimenteert graag op architec
tonisch gebied, vooral om bevrijd te ge
raken van het nijpende woninggebrek.
Een nieuwe proef is het wonen op
kunstmatige heuvels. Binnen afzienbare
tijd zuilen enige duizenden Stuttgarters
de eerste woonheuvels betrekken, die in
Duitsland gebouwd worden. En nu al is
met zekerheid te voorspellen, dat men
hen zal benijden om hun comfortabele
behuizing.
anders voor parkeerplaatsen had
moeten worden gebruikt, thans
worden beplant. Alle leveranciers,
vuilniswagens, de post enz. kunnen
tot aan de trappenhuizen rijden.
Alleen de huizen op de begane
grond zijn door de voortuinen te
bereiken. Elke wooneenheid heeft
een tuin of een terras in de
openlucht. Een deel van het terras
is overdekt, zodat men zich ook
bij regen buitenshuis kan ophou
den. Een diepe bloemenbak voor
elke woning verhindert de inkijk
naar het daaronder gelegen bal
kon en daar men nergens steil naar
beneden kan kijken, ontstaat er
geen beangstigend hoogtegevoel.
De noord-zuidrichting van de hui
zen zorgt ervoor, dat alle wonin
gen evenveel zon krijgen.
J. Sikkens. „Glas". A. J. G.
Strengholts uitgeversmij.,
Amsterdam.
Een roman met een inleiding
van niemand minder dan van
Belcampo moet ongetwijfeld kwa
liteiten hebben. Die heeft deze eer
steling dan ook, hoewel daar wel
wat minder geslaagds tegenover
staat.
Laten wij eerst eens nagaan wat
er in de „experimentele" roman
„Glas" aan de hand is. Wij ont
moeten iemand met de veelzeggende
naam Petrus Goedenwille. Deze Pe
trus nu nodigt bij hoog en bij laag
iedereen uit om te komen op een
feest, dat gegeven wordt door een
zekere Sir Bottlar. Nu is „over het
feest praten" iets dat overal in het
Claus Schmidt voor een revolutio
nair project. Aan de hand van te
keningen en maquettes toonden zij
een strenge jury eeni woonstad met
huis waar de kinderen hem uitjou
wen en gaat schilderen. Hij staat
in nauwe relatie tot een blinde, die
Nego heet en die hij eigenlijk een
oog zou moeten afstaan, als hij
werkelijk de mens was waarvoor
hij zichzelf houdt. Zelfs het con
tact met de feestengevende Bott
lar en diens dochter Pilatus komt
niet tot stand. Petrus ontmoet
niet anders dan vijandigheid. Hij
kan geen mens naderen, want een
ieder leeft in zijn glazen wereld.
Globaal gezien is de symboliek
wel duidelijk. Petrus zoekt de me
demens en „een wereld vol licht",
die met eenvoudige middelen zoals
„lopen, fietsen, dansen, zwemmen,
gratis feest" te verwezenlijken moet
zijn. Maar de medemensen ver
wachten alleen de catastrofe en
sluiten zich op in een omhulsel,
waarbinnen zij blind, koud en ge
voelloos zijn en niet anders ver
langen dan de vlucht in de ma
terie. Dit is wel duidelijk, maar
neemt men ieder hoofdstuk, iede
re scene op zichzelf dan kom ik
althans tot de ontdekking, dat ik
de betekenis van te veel van wat
Petrus overkomt niet begrijpen
kan. Ik had er wel graag wat meer
aan gehad..
CLARA EGGINK.
2800 wooneenheden, scholen, ker-
taurants en overheidsgebouwen,
ken, winkels, sportterreinen, res-
waarvan de meest opvallende bij
zonderheid bestond in een project
van terrasvormige huizen.
Het voordeel van deze ongewone
bouwwijze ligt vooral ln het feit,
dat er op deze wijze op een klein
gebied een zeer groot aantal men
sen ondergebracht kan woiden
zonder dat zy het gevoel hebben
„boven op elkaar te zitten". Er is
met alle eisen van comfort en uit
eenlopende woonbehoeften rekening
gehouden. De woningen zijn zo ge
projecteerd, dat inkijk van boven
of van opzij niet mogelijk is. De
beide onderste verdiepingen van
de woonheuvel bestaan uit naast
elkaar gelegen eengezinswoningen.
Daarboven ligt een verdieping met
gelijkvloerse etagewoningen, die in
de hoek rond een ruim balkon ge
bouwd zijn. De beide laatste ver
diepingen zijn tot twee etages tel
lende maisonettes verenigd. Elke
verdieping Is, ten opzichte van de
daaronder liggende, drie meter
achterwaarts verschoven, waardoor
een piramideachtige vorm van de
heuvelhuizen ontstaat.
In elk van de 19 woonheuvels
zullen gemiddeld 12 twee-, 38 drie-
12 vier- en 4 vijfkamerflats lig
gen, behalve de op de begane grond
liggende 30 ééngezinshuizen met 5
6 kamers. Dat houdt in, dat er
ln totaal circa 95 wooneenheden
per heuvel zijn. Tussen de heuvels
zijn vrijstaande ééngezinswoningen
in grote open gazons geprojec
teerd.
Deze bouwwijze biedt ook nog
andere voordelen. In de kern van
het vijf verdiepingen hoge gebouw
bevinden zich de garages en de
trappenhuizen. Daar elke woon
eenheid zal kunnen beschikken
over een garage, kan de ruimte die
volle gebruik van het bouwterrein,
in combinatie met de genoemde
voordelen en het zeer goed door
dachte verkeerssyteem, de vroede
vaderen van Stuttgart ertoe bewo
gen heeft, dit zeer aantrekkelijke
project niet alleen te onderschei
den met een prijs, maar het plan
voor deze woonheuvels Inderdaad
te laten uitvoeren.
T
86 ontwerpen ingediend. De eerste
prijs werd toegekend aan de
Stuttgarter architecten groep Ro
land Frey, Hermann Schroder en
Westduitse archeologen hebben bij opgravin
gen in Bonn de resten van militaire werkplaat
sen uit de Romeinse tijd gevonden. De vindplaats
ligt op een steenworp afstand van de Bonds-
kanselarij en met enige overdrijving zou men
kunnen zeggen, dat de schrijftafel van kanse
lier Erhard boven Romeins kookgerei stond.
Want tot de vondsten behoren de kookpotten,
die op nevenstaande foto zijn afgebeeld. Deze
opgravingen verschaffen belangwekkende gege
vens over de organisatie van de ravitaillering
van de Romeinse legers aan de Rijn. De potten
zou men de „eetserviezen" van de legionairs
kunnen noemen, waaruit zij tussen 50 en 150 na
het begin onzer jaartelling hun pap hebben
gegeten. De belangstellende toeschouwers rechts
op de foto zijn leden van de Westduitse grens
bewaking, die voor de Bondskanselarij op wacht
staan.
EEN
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
OP DE BOEKENMARKT
Anne Wadman. „De Smeer
lappen." Bruna en zoon.
Utrecht (Zwart beertje).
Anne Wadman is een Friese au
teur die buiten zijn provincie voor
namelijk als essayist bekend is. De
ze korte boerenroman „De Smeer
lappen", is door hem in het Fries
geschreven, zodat wij dus te doen
hebben met een vertaling. Deze
vertaling zal ongetwijfeld goed zijn,
daar Dr. Anne Wadman leraar Ne
derlands is in Sneek en de taal, die
de rest van Nederland spreekt,
evengoed beheerst als een niet-
P'ries. Hij is dus tot een degelijke
controle in staat geweest. Wij vra
gen ons af waarom hij die verta
ling niet zelf gemaakt heeft. Voor
op dient gesteld dat „De Smeerlap
pen" een uitstekend, geserreerd
geschreven verhaal is. De trieste
geschiedenis van het meisje Eelkje,
dat opgroeit in een woestenij van
liefdeloosheid tussen een zonder
linge vader en een suffe moeder, is
heel ontroerend. De schrijver stelt
het voor alsof het meisje zelf haar
ervaringen met mannen vertelt, op
een even harde als eerlijke wijze.
In wezen zonder zelfbeklag en ook
zonder beschuldiging, behalve ten
opzichte van de vader, die levens-
opzichte van de vader, die zijn kind
iedere levensmogelijkheid heeft ont
nomen en hara daardoor de weg
op heeft gedreven van de seksuele
troost.
„Een boerenroman" heeft de au
teur als ondertitel op zijn boek ge
zet. Dat is dit ook in zoverre, dat
de gebeurtenis zich afspeelt in een
boerenfamilie in Friesland. Even
wel heeft het verhaal niets ty
pisch, waarmee ik bedoel dat het
geval op zichzelf zich in iedere an
dere streek afgespeeld zou kun
nen hebben. Anne Wadman heeft
geen enkele poging gedaan om de
sujetten in hun omgeving te zetten
en daardoor krijgt de lezer een
beetje het- gevoel, dat de hele boer
derij van Lyklama Taconis in een
luchtledig heeft gestaan. Ik kan
niet aannemen dat het drama van
deze zotte, van zijn stamboom be
zeten boer, speciaal Fries is. Ook
in China b.v verstootte men tot
voor kort een vrouw die geen zo-
ner kon baren en beschouwde men
een dochter als een nutteloos aan
hangsel, zij het dan uit enigszins
andere overwegingen.
land, waarin dit geschiedt, funes
te gevolgen heeft voor degene, die
dat doet. Het gevolg is, dat Petrus
de zonderlingste avonturen beleeft.
Hij kondigt het feest aan in
een raadskelder (Café), in de zie
kenzaal van een vreemd sanatori
um, waarin alleen nog ernstige pa-
tienten zijn overgebleven en die
ook op het punt staan verhuisd
te worden. Hij wil een kamer be
spreken in een hotel, waar de por
tier hem vertelt van zijn zoon, die
de Christus zou geweest zyn als
hij hem niet had doodgeslagen. Hij
heeft heel onbegrijpelijke ontmoe
tingen op stations en in treinen.
Hij betrekt een huurkamer in een