Ivatwijker Kees Dubbelaar wint
definitief Pr odukt scbaps - beker
VLUG: NU HET NOG KAN!
DRIEMAAL IS SCHEEPSRECHT
Schipper van KW 121
reeds als 11-jarige
met vader naar zee
Zaterdag 16 mei 1964 Pagina 2
Drie schippers-generaties op
één brug. Grootvader Bas
Dubbelaar heeft het stuurrad
in handen, daar achter vader
Kees Dubbelaar (62) van de
KW 121 en naast grootvader
kleinzoon Leen Dubbelaar
(35) van de KW. 122.
(Foto L.D./Jaap v. Duljn, Katw. a/Z.)
Teun de Haas by hem. ,,Zes Kees",
zei hU, „zou je weer willen varen?"
„Welja man", antwoorde Dubbe
laar. „Nou zeun", dan is de KW 52
„Minister Colijn" voor jou".
„Het was een klein loggertje",
vertelde Dubbelaar, „maar ik was
zo blij als een kind, dat ik weer
naar zee kon". Na enige tijd voor
reder De Haas te hebben gevaren
kwam Kees Dubbelaar in 1947 in
dienst bij Ouwehainid's Rederij.
Eerst werd hij schipper op die KW
50 „Jan". daarna op de KW 123
„William Robert", vervolgens op de
KW 122 „Arie Ouwehand" en> ten
slotte op de KW 121 „Brittenburg,
waarover hij nu drie jaar het com
mando voert. En met succes, want
hij behoort tot de Katwijkse 'schip
pers, die de hoogste jaarbesommin
gen maken. Is het een wonder, dat
hij bemanningsleden heeft, dia
reeds 15 jaar bij hem varen?
Nu
mijn
;oon
treiler een waardige bekroning zij
geweest van zjjn vissersloopbaan.
Hü heeft het niet gedaan en heeft
ztfn zoon naar voren geschoven.
Waarschijnlijk een zeer verstandig
besluit.
Leen Dubbelaar heeft, naar de
mens gesproken, nog een rijk leven
voor zich. Kees Dubbelaar behoort
binnen zeer korte tijd: tot de AOW-
ers". Hij zou zich in die twee jaar
7 september wordit hij 63 he
lemaal aan dit geheel nieuwe schip
en aan de veranderde vismetihoden
moeten aanpassen. Bovendien zou
hij een heel ander soort visserij
moeten gaan uitoefenen in een voor
hem nog onontgonnen gebied.
Daarom heeft hij, geloven wij, wijs
gehandeld.
Trots
Kees Dubbelaar had zjjn loop
baan glorieus kunnen afsluiten. Als
schipper van Ouwehand's nieuwe
hektrailer, die half september in de
vaart komt. „Neen", heeft hij ge
zegd. Resoluut. „Toen Dirk-baas
mij het voorstel deed", vertelde hij,
„heb ik gezegd dat het beter was
dit schip aan de zorgen van mijn
zoon Leen toe te vertrouwen, die
nu als schipper op de KW 122
„Arie Ouwehand" vaart.
„Ik heb het naar mijn zin op de
„Brittenburg". Het is een prachtig
schip met een sterke 850 pk motor.
Moet ik nu weer gaan veranderen?
Nee, daar begin ik niet aan. De
twee jaar die mij nog resten, blijf
ik waar ik ben".
Dirk-baas kon deze reactie be
grijpen. Hij benoemde met zijn
broers Arie en Niek de Jonge Leen
als schipper van de nieuwe hek-
treiler. Een andere zoon van Kees.
de stoere Bas, zal in september van
het schip van zijn vader overstap
pen naar de hektrailer van zijn
broer. Daar heeft Kees Dubbelaar
vrede mee.
„Hij is nog jong", zei hij, „en
kan dus nog veel leren. Wanneer ik
in zijn plaats had gestaan, zou ik
hetzelfde besluit hebben genomen".
Een offer
Zo brengt schipper Kees Dubbe
laar dan een offer ten gunste van
zjjn 35-jarige zoon. Want wanneer
men nauwgezet zijn woorden be
luistert, zou hij bijzonder graag met
een hektreiler naar de verre vis
gronden zijn gegaan. Dat zou na de
zeillogger, de motorlogger en de
Bas Dubbelaar (nu 89) stopte op
een tijd, dat hij met een gerust ge
weten het commando kon overdra
gen aan zijn zoon Kees. En hjj is er,
zoals deze oude Katwjjker zegt,
trots op wat zjjn zoon in die lan
ge jaren, dat hjj zelf reeds aan de
wal is, heeft gepresteerd.
Stoer stond vader Dubbelaar op
de brug toen de KW 121 „Britten
burg" werd overgedragen eru de he
ren Ouwehand het commando leg
den in handen van Kees. Een beet
je nerveus, maar toen hij het rad
eenmaal in handen liad resoluut,
stuurde hij als oud-schipper van
een zeillogger dit snelle vaartuig
geruime tijd lamgs de kust van
Hoek van Holland naar Katwijk.
En nu, zijn zoon Kees bijna
zover is, dat hij kan gaan rusten
na een jarenlange moeizame arbeid
op zee, zal hij trots kijken naar zijn
kleinzoon Leen als deze in septem
ber de hektreiler KW 123
van de reders in ontvangst
neemt om er mee naar verre, voor
hem nog onbekende streken te gaan
om de visvangst uit te oefenen.
Misschien kan grootvader Bas
Dubbelaar. wanneer hij die blijde
dag van zijn kleinzoon mag beleven
en nog een goede gezondheid ge
niet, nogmaals tijdens de overtocht
van Vlaardingen naar IJmuiden
liefst ter hoogte van zijn geliefde
Katwijk het stuurrad in handen
nemen om zo op hoogbejaarde leef
tijd kennis te maken met de won
deren van de techniek.
Wanneer het enigszins mo
gelijk is zal vader Kees Dubbe
laar deze gloriedag van zijn
zoon ook graag meemaken en
in niet mindere mate zijn moe
der, die altijd zo trouw heeft
meegeleefd met man en twee
zonen op zee. Het is ze van
harte gegund!
-
De KW. 121 ..Brittenburg" is de trots van schipper Kees
Dubbelaar. Hij kon overstap pen op de nieuwe hektreiler
KW. 123. die half september naar de visgronden vertrekt,
maar hij heeft voor de eer bedankt. Zijn zoon Leen zal nu
op dit schip de scepter gaan zwaaien.
(Foto L.D./Jaap v. Dujjn, Katw. a/Z.)
Nadat het net aan boord is ge haald en de haringen in de bak
zijn gestort kijkt de bemanning het net na.
(Foto L.D./Jaap v. Duijn, Katw. a/Z.)
Vooral als U ©en autotje heeft
is de zaak in een wip bekeken
en slingert uw weg zich tussen
de grote rivieren door langs de
boomgaarden, die nog altijd
pronkjuwelen van Neerlands na
tuurschoon zijn.
HET is allemaal popperig
klein daat in die contreien
rond Maas en Waal.
De huisjes liggen dicht aan de
dijk. bescherming zoekend te
gen een mogelijke watervloed.
De kerken staan er in elk dorp
als getrouwe zielzorgers voor een
bevolking, die nog weet wat bid
den voor een goed gewas be
duidt. Af en toe een molen of
een oude boerenbehuizing, als
willen zij nog meer schakering in
het op zichzelf al gevarieerde
landschap brengen.
senteren zich als juiste gidsen
om U van al het schoons naar
hartelust te laten genieten.
WAT opvalt, is de haast
hoorbare stilte, vooral op
de vroege zondagmorgen,
als de dorpjes nog lijken te sla
pen.
De dauw glinstert in de vroege
morgenzon op alle duizenden
bloesems, die straks vruchten
zullen zijn
Zo gezien zullen het er vele
worden, als tenminste het weer
geen spaak in het wiel komt
ONLANGS zagen wij in
Spanje de overvloed aan
citroenen, sinaasappelen en
olijven. Zij hingen in onvoorstel
bare hoeveelheden aan de bomen.
Zo maar voor t grijpen
Ons land komt straks met de
kersen, de appelen en de peren
aan de beurt en we zullen er
mits alles meeloopt! ook zeker
geen slecht figuur mee slaan.
De rijkdom aan bloesems die
nu te zien is, lijkt een hoopvolle
voorbode.
Indieni U met Pinksteren dus
even de tijd kunt vinden, moet U
er eens heengaan.
Zo'n tochtje zal U beslist niet
tegenvallen.
Maar vlug ermee, nu het nog
FANTASIO
(Van onze visserijredacteur)
f KEES DUBBELAAR (62) uit Katwijk aan Zee en
sinds 1946 in dienst van Ouwehand*s Rederij en Vis
verwerking is een gelukkig man. Een keer heeft hij
als schipper van de KW 123 Robert Williamde
wisselheker van het Produktschap voor Vis en Vis-
produkten voor de best verzorgde zeevis en haring aan
boord van vissersschepen in de wacht gesleept en
tweemaal toen hij het commando voerde over de KW
121 „Brittenburg"Deze bekerdie nu definitief zijn
eigendom is, heeft hij vanmiddag tijdens een feeste
lijke bijeenkomst in het Kurhaus te Scheveningen in
ontvangst mogen nemen uit handen van de voorzitter
van het Produktschap, drsD. J. van Dijk.
Deze Katwijlcer, die uit een
echte vissersfamilie stamt, eist
deze eer niet voor zichzelf op.
Hij zegt: „Wanneer ik niet
zo'n goede bemanning had ge
had, dan was het onmogelijk
geweest deze prijs te bemach
tigen. Het zijn toch de „jon
gens", die de haring kaken en
zouten. Ik geef wel aanwijzin
gen en zeg hoe het gedaan
moet worden, maar toch ben ik
niet in staat ze van minuut tot
minuut na te lopen. Aan de na
vigatie van het schip moet ik
ook mijn volle aandacht schen
ken.
Het is tegenwoordig druk op
zee en je hebt met allerlei voor
schriften te maken".
In de vingertoppen
Een feit is, dat Kees Dubbelaar iets
van het vak afweet en dat de
visserij en de verzorging van de
Het inhalen van het met zilver
kleurige haringen gevulde net.
(Foto L.D./Jaap v. Duljn, Katw. a/Z.)
Naar school
Toen het schip na de eerste teelt
binnenliep, gaf vader Dubbelaar
aan zijn zoon te kennen, dat hij
van eind november af tot het begin
van de nieuwe haringteelt
overdag maar moest gaan netten
breien en 's avond naar school
gaan bij meester Holtrust om breu
ken te leren. Dat ging zo door tot
de jonge Kees 18 jaar werd. Toen
kende hij voldoende breuken.
Aan de Franse school een
huishoudelijk opleidingsinstituut
voor meisjes aan de Sluisweg
ging hij bij de heer Schuring, ge
pensioneerd kapitein van de grote
vaart, leren voor stuurman. Het di
ploma behaalde hij toen hij 19 jaar
was en direct daarna volgde hij
onverzettelijk als hij was de cur
sus voor het schippersexamen, dat
hij op 20-jarige leeftijd met succes
aflegde.
Intussen had hij vaders schip
verlaten en als stuurman gemon
sterd op een van de andere Kat
wijkse zeilloggers. Onder meer bij
zijn oom Klaas Dubbelaar, schipper
op de KW 25
Eindelijk schipper
In die tjjd was vader Bas Dubbe
laar schipper op de KW 28 van de
rederij De Boer. Toen de „kleine"
Kees de 25-jarige leeftijd bereikte
kreeg h\j het commando over dit
schip. Zijn vader had er genoeg van
en wilde aan de wal blijven.
Na die tijd heeft Kees Dubbelaar
nog heel wat schepen gehad. Toen
de KW 28 in 1928 werd verkocht,
omdat de zeilloggers hadden afge
daan, heeft hij nog enige jaren als
stuurman gevaren op de motorlog
ger KW 161 van rederij Taat en op
die KW 25 van rederij Den Duik.
In 1931 werdi hij weer schipper. Op
de KW 29 van rederij Kennemer-
land van die heer Meyerlnk.
„Dat was een hoogtepunt in mijn
leven", vertelde Kees Dubbelaar.
„Tot aan de oorlog heb ik voor de
ze rederij gevaren. Ik had in de
oorlogsjaren geluk. Aanvankelijk
moest ik naar zee met de KW 41.
maar omdat ik er beswaar tegen
had, dat dit schip niet was voor
zien van de in die tijd geldende
moderne apparatuur, werd) deze
aangebracht. Doch toen men er
mee bezig was, vielen de Duitsers
Moeilijke tijd
Over die donkere en droeve jaren
van de bezetting praat Kees Dub
belaar niet graag. Hij is wel naar
zee geweest en heeft daar vele col
lega's een graf zien vinden in de
golven: Katwykers, Scheveningers
en Vlaardingers. Hun schepen wer
den gebombardeerd of liepen op een
mijn.
Het was helemaal niet opwekkend",
zegt de nu 62-jarige schipper.
„Zelf ben ik met mijn bemanning
ternauwernood aan het noodlot
ontsnapt. Dat was toen wij met
de KW 26 op de Noordzee visten.
De opvarenden waren allemaal
schippers en ik had van de re
derij opdracht gekregen het com
mando te voeren. We zouden net
gaan .schaften" toen de wacht
op de brug meldde, dat er een
convooi vliegtuigen naderde. Er
werden bommen uitgegooid, die
links en rechts naast ons schip
terecht kwamen".
„Een ging juist over het achter
zeiltje", vervolgde hij. „Gelukkig
net mis. We hadden onze zwemves
ten aan. Het waren Engelse vlieg
tuigen, die waarschijnlijk ons schip
voor een Duits aan zagen. Later
heeft een marine-officier mij ver
vaarlijke situatie verkeerden. Ik ben
teld, dat we werkelijk in een ge-
direct met varen opgehouden. Toen
wij IJmuiden binnenliepen, zagen
we allemaal zo wit als het kopje
dat hier op tafel staat'.
Weer naar zee
Het vissersbloed kruipt waar het
niet gaan kan. Toen Kees Dubbe
laar enige dagen na de bevrijding
bezig was met het bergen van de
gedropte voedselpakketten op het
vliegveld Valkenburg kwam reder
LEEN DUBBELAAR
is schipper op de KW. 122 ..Arie Ouwehand"
(Foto L-D./Jaap v. Duijn, Katw. a/Z.)
met de netten aan boord gehaal
de vis hem in de vingertoppen
zit. Hij trotseert nu 43 jaar de
elementen. Als jongen van 11 jaar
kwam hU by het begin van de
haringteelt in 1901 als afhouwer
tje aan boord van het schip,
waarop zyn vader de nu 89
jaar zijnde Bas Dubbelaar
schipper was.
Een zeillogger, die slechts een ge
ring aantal knopen liep en waarmee
men vaak wekenlang, zonder enig
contact met de wal, buitengaats
bleef. Het was een uitermate harde
leerschool. Vader Dubbelaar eiste
alles van zijn bemanning, dus ook
van zijn zoon, die toen eigenlijk nog
een kind was.
Kees Dubbelaar had op zijn tien
de jaar reeds naar zee gewild. Hij
had toen de lagere school doorlo
pen. „Neen", zei vader, „je gaat
eerst nog een jaar naar de school
aan de Voorstraat"
Toen dat jaar achter de rug was
mocht Kees mee naar zee. Als af-
houwertje. Een functie, waarmede
bijna iedere beginneling zijn vis
sersloopbaan begint. Z'n hele oplei
ding ontving hij aan boord van de
zeillogger waarover zijn papa het
commando voerde