DANIELLE SCHINKEL De echte Jack Palance II I OUDERS ZIJN TROTS OP TON KOOL Blue Bell uit Rotterdam ^T)laat Vraat Zware jongen op het witte doek Zaterdag 28 maart 1964 Pagina 3 (Van onze Rotterdamse correspondent) Hoewel zij er niet mee te koop lopen zijn de caféhouder C. Schinkel (46) en zijn char mante echtgenote, Tini Schin kel—Van der Werf, uit de Rotterdamse Teilingerstraat trots op hun 21-jarige dochter Danielle. Dit lange, slanke, roodharige (oorspronkelijk donkerharige) meisje heeft een contract voor anderhalf jaar bij de beroemde Blue Bell Girls van het Parijse Lido ge kregen. Een verbintenis, die haar kortgeleden heeft ge voerd naar de midden in de woestijn gelegen Amerikaanse amusementsstad Las Vegas. Springplank') Als het K.R.O.-radiopro- gramma Springplank, dat jong talent voor de micro foon breyigt, in 1965 tien jaar bestaat, ioil de samensteller Ton Kool proberen alle pro minenten uit het verleden bijeen te brengen in een feestelijk radio-programma. Niet als demonstratie van ijdelheid, maar bij wijze van sport. Want voor de Spring plank-samenstellers Ton Kool, Jo Budie dirigent van het Sprinplank-orkest), Pierre Wijnobel (pianist-be geleider en arrangeur) en Jacques Schutte (pianist begeleider) is het ontdekken en opkweken van. jong ta lent een sport, een uitda ging. Jan van der Most, Annie Palmen, Corry Brokken, Nelly Wijsbeek, Harry Ban- nink, Greetje Kauffeld, de Selvera's, Conny van den Bos, Anneke Grönloh, Ellen Cramer, Co Hagendoorn, de Limbra-zusjes, de Shepherds om maar een paar namen te noemen allemaal heb ben ze eens dodelijk nerveus in een van de K.R.O.-stu- dio's voor die keurige, ge brilde jongeman gestaan en ze hekben allemaal in span ning gewacht op het ver lossende woord ,,het zit er invan Ton Kool, die nu al negen jaar lang ernstig en ter zake kundig op talenten jacht is. Dat is geen sinecure. In Nederland zijn duizenden jongelieden die hèt menen te hebben. Ton Kool (85) houdt iedere veertien dagen een auditie ergens in het land en daar komen de al of niet getalejiteerden in groten getale op af. Per jaar ongeveer 400, zodat Ton Kool in de afgelopen negen jaar zo'n 5000 dilettanten heeft beoordeeld. Een kleine zeven procent van alle dames en heren die graag een stapje op de Springplank willen zetten, komt er ook werkelijk even op te staan. De meesten mogen één of twee keer in Springplank optreden en verwijnen dan weer in het grote niemandsland buiten de radio-, grammofoon- en tv-studio's. Voor een heel kleine groep is Springplank de wip die de talentvolle artiesten in de show-business brengt. Als U, lezer, meent iets bijzonders op vocaal gebied te presteren, dan moet U Ton Kool (K.R.O.) eens bellen. Maar dan wél graag op een menselijk uur, want hij wordt al zo vaak uit bed gebeld door enthousiaste lieden, die op de zonder lingste uren plotseling ont dekken dat ze de stem be zitten om heel Nederland in één keer aan hun voeten te krijgen. DANIELLE SCHINKEL kijkt als Blue Bell de toekomst hoopvol tegemoet. Miss Blue Bell, de kleine Engel se, die haar meisjes grote faam wist te bezorgen, had haar dus geschikt bevonden de rijen van haar danseressen te komen verster ken. Dat dit niet gemakkelijk gaat had Danielle reeds ondervonden. Toen zy van Cannes, waar zy klassiek ballet studeerde, naar Pa- rys was gereisd om te solliciteren. Het kostte heel wat moeite om tot de strenge miss Blue Bell door te dringen. Na een langdurige test werd de 1.78 meter lange Rotter damse waardig geacht een ziek meisje te vervangen. Maar daar mee was het weer uit. Daar stond Danielle. Terug naar Cannes, of naar Nederland? zy kreeg een aan bieding van de directie van de Fo lies Bergère. Tien maanden lang trad zij er op. Toen, trok zy op nieuw naar het Lido nu lukte het beter. Een contract voor ander- half Jaar.. Gage: ruim zevenhon- derd gulden per week. Juichend vertelde zy het haar vader en moe der door de telefoon, toen die juist bezig waren voorzieningen te tref fen voor dorstige kelen van klan- ten in het café op de hoek van de Tellingerstraat. 1ZZZZ Artiestenfamilie Mevrouw Schinkel kreeg echt tra nen in haar ogen. Het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan. Mevr. Schinkel is een telg uit de familie Van der Werf, welke familie ruimschoots haar steen tje heeft bygedragen aan het amusementsleven. De vader en moeder van mevrouw Schinkel-Van der Werf vormden het tapdance- paar The Kentucky's en zy zelf speelde piano, saxofoon en harmo nica. Op de dag van haar huweiyk zette zy er een streep onder, zy wilde zich geheel aan haar gezin wyden. Maar ergens in haar hart is er toch wel een vonkje biyven gloeien voor het artiestenvak, welk vonkje voor een uitslaande brand zorgde by het vernemen, dat doch ter Danielle de droom van zo me nig meisje had zien verwezenlij- één van de vier groepen Blue Bells. Kortgeleden dus is Danielle met één van de vier groepen Blues Bells, die er tegenwoordig zyn, naar Amerika gevlogen. Enthousiaste brieven en fraaie foto's vallen in de brievenbus van het echtpaar Schinkel. Verhalen over het grote succes, over de bungalow, waar zy thans woont, over de, terecht strenge discipline in de groep, over het vreemde, fascinerende le ven in de gok- en amusementsstad Las Vegas, waar vele sterren van het witte doek optreden. Dean Mar tin, Frank Sinatra, Sammy Davis, Danielle heeft ze allemaal ontmoet. Wanneer zy vry is trekt zy er vaak te paard op uit of zy gaat zwemmen in één van de prachtige zwembaden. Pa Schinkel gekscheert: „Ik bespeel alleen de bierpomp goed". Al vroeg Ook haar zusje, de 19-jarige ra venzwarte Hanny, leest vanzelf sprekend al die enthousiaste brie ven. „Jaloers ben ik beslist niet maar dat zou ik toch ook wel wil len," verklaart zy eeriyk. Hanny helpt haar vader en moeder in het café. „Het liefst zou ik gaan toneel spelen," droomt zy voor zich uit. En het 13-jarige broertje Carry is leerling van de school voor de detailhandel. Hy is judoka, maar hy verloochent de traditie van de familie Van der Werf niet, want hy heeft trompetles en zyn leraar is heel tevreden over hem. Het dansen zat er al vroeg in by Danielle. Als kleutertje ging zy naar de Rotterdamse pedagoge Netty van der Valk. Het laatste Jaar van de ULO stopte zy met ballet om zich voor te bereiden op het einddiploma, dat zy met vlag en wimpel haalde. Naar kantoor, het kantoor van een distilleerde- ry, een accountantskantoor, een wynhandeL Danielle deed midden standsexamen. Maar zy vond haar draai niet. Haar ouders besloten, dat zy les mocht nemen by de danspedagoog Peter Leoneff in Den Haag. En passant bracht Da nielle in pynacker aan kleuters de primaire beginselen van de danskunst by. Met haar vriendin Manja Dykhof vertrok zy naar Cannes, waar zy les kreeg van de beroemde Rosella Hlgtower. Man- ja kwam by een Duits klassiek bal let en vervolgens by een Zwitsers. Danielle werd niet aangenomen: men vond haar met haar 1.78 me ter te lang. Van daar, dat zy be sloot te solliciteren by de Blue Bells, waarvan de danseressen lang moeten zyn. Men weet al, dat zy na een eerste mislukking toch slaagde. Deze foto zond Danielle Schinkel (rechts boven) uit het Vegas, Afscheid De heer Schinkel is zyn dochter menigmaal in Parijs op gaan zoe ken. Op de avond voordat Daniel le naar Amerika zou vliegen zei hy tot zyn vrouw: „Waarom neem je de nachttrein naar Parys niet? Dan kun Je haar nog gedag zeg gen". Er gaat echter geen nachttrein. Het eerste vliegtuig van Schiphol vertrok op die zondagmorgen om kwart voor acht. „Ik ga niet", zei mevrouw Schin kel en zy deed het licht uit om te gaan slapen. Maar zy kon niet slapen. Om een uur of zes stapte zy uit haar bed en vertelde haar man, dat zy toch maar naar Pa rys zou vliegen. Ze was net op tyd op SchiphoL Het vliegtuig zou ech ter op Le Bourget aankomen, en dat terwyi Danielle om kwart over tien van Orly zou vertrekken. Kwart over negen op Le Bourget, haastig in een taxi, snelle rit door het zondagse Parys. Tien over tien op Orly. Danielle was al naar het platform. „Ze hebben ze voor me teruggehaald", vertelt mevrouw Schinkel. Het was een heel gedoe, wa,nt er was televisie en er waren een heleboel fotografen en jour nalisten. Wat was ze verrast. We hebben vyf minuten lang alleen maar gehuild en gezoend. Nadat haar vliegtuig was opgestegen ben in naar Le Bourget teruggegaan om naar Amsterdam te vliegen". Een grote zorg van mevrouw Jack Palance, een van Hollywoods „zware jongens" van het witte doek, verbergt achter zijn hard getekende en door boksen asymme trisch geworden gezicht, een gevoelige natuur en rustige persoonlijkheid. Palance, de schurk van een wagenmenner, die in Barabbas op verdiende wijze aan zijn einde komt in een spectaculaire arenascène, heeft zich omringd met abstracte schilderijen van grote meesters en is befaamd om zijn ver zameling banden met korte verhalen, waar onder kostbare eerste edities zijn. Palance, in wie men een stevige drinker en opvliegende man zou vermoeden, is een acteur, die zich zelden uit. maar een dankbaar luister aar is. In veel opzichten stelt hy zyn bezoeker voor raadsels. Met zyn vrouw Virginia, met wie hy vyf tien jaar geleden trouwde, zyn twee doch tertjes Holly en Brooke, zyn zoon Cody, de poedel Pooska en de samojeed Siberian, woont Palance in een twaalf-vertrekken huis in Beverly Hills, waarby een zwembad hoort, dat de hele familie tot een familie van zwemmers heeft ge maakt. In Malibou, een half uur ryden van Beverly Hills, heeft Jack Palance nog een bui tenhuis, waar hy spoedig een snelle boot by hoopt te hebben om aan zyn liefde voor snel heid de vrye teugel te geven. Gymnastiek DE RANGL'JST VAN HET LEVEN qem.aantal ie verwachten (evensjaren vooreen baby van Ojaor IV k O Palance moet zich voor zyn geweldenaarsrollen op film en televisie in vorm houden door dage- ïyks aan gymnastiek en schaduwboksen te doen. Maar echt gelukkig is hy pas als hy zich kan terugtrekken in zyn studeervertrek, om er te bladeren in zyn verzameling korte verhalenbun dels uit Engeland, Japan, Duitsland, Italië en Frankrijk, en te kyken naar de abstracte wer ken aan de muren, waaronder kostbare stukken van Rouault en Chagall. Jack Palance is een merkv lardig mengsel van conservatisme en non-conformisme. Tydens zyn vyfjarig verbiyf in Rome schafte hy zich een dure sportauto aan, waarmee hy ruim 200 km per uur op Italië's autostrade maakte. Hy vond de wagen te duur voor zuid-Californië, en ruilde hem voor een stationcar. Virginia Palance heeft een grote personenwagen voor zichzelf. Garderobe 9$ Oj £2 f I I De garderobe van Palance verraadt Italiaanse invloed. Maar hy heeft haar onlangs aangevuld met zeven op maat gemaakte kostuums van een firma in Beverly Hills. „Het is gek", zegt Palance, „ik draag altyd kostuums in Europa en gemakkebjk zittende sportkleren hier in Californië. De meeste Ame rikanen denken, dat het Juist andersom is. Maar de kleding is aan de andere kant van de oceaan formeler". De Palances zyn erg op zichzelf. Bezoek ontve ngen ze zelden, en uit gaan doen ze evenmin geregeld. Jack Palance heeft er ook weinig be hoefte aan om buiten te gaan eten. Hy is geen gastronoom daarvoor moet hy beroepshalve teveel op zyn lyn letten. „Wy zyn hulselke mensen. De BARRY SISTERS, van wie wordt gezegd dat zij de best be taalde zingende zusjes ter we reld zijn, hebben nu eindelijk ook een tournee gemaakt door het land waaraan zij hun reper toire en dus min of meer ook hun populariteit hebben te danken: Israël. De twee Ameri kaanse meisjes gaven in het land van haar voorvaderen maar liefst zestig concerten. Van een van die concerten werd een langspeelplaat gemaakt die nu ook in ons land is uitge bracht: „The Barry Sisters in Israël. Veertia minuten vrijwel uitsluitend Herbeeuwse en jid- dische liedjes, door de beroemde zusjes, die in Israël uiteraard veel weerklank vonden, met veel raffinement en overtuiging ge zongen Roulette De epee met de Suite Oriën tale van Francis Popy is echt iet* voor liefhebbers van melodieuze, £oed vertolkte muziek. Dit semi- lassieke werkje graaft niet al te diep en is toch vry van cllché's. Het wordt gespeeld door de Nord- westdeatsche Philharmonle onder leiding van Wilhelm Schüchter (Imperial). Schinkel is het strenge dieet, dat haar dochter moet volgen om slank te biyven. „En ze eet zo graag lekker", zegt ze op moederiyke toon. Naaimachine als lasapparaat In de Britse industrie is op het ogenblik een nieuwe vinding in ge bruik: een naaimachine zonder naald. Op de plaats waar de naald zich by een gewone naaimachine bevindt is een apparaatje aange bracht dat hoogfrequente trillin gen voortbrengt die in staat zyn om stoffen van synthetische vezels aan elkaar te „stikken". Deze naad is, zegt men, sterker dan de stof zelf. De machine kan ook plastic hechten. Voor zover bekend zyn er nog geen plannen om de machine ook in een huishouduitgave op de markt te brengen. Een zanger van volksliedjes die in Amerika erg populair schynt te zyn en onlangs ook met veel suc ces is opgetreden in Leiden en Groningen en voor de VARA-radlo en NCRV-televisie, is Pete Seeger, die bovendien zelf enkele liedjes heeft geschreven o.a. „If I had a hammer" die voor andere Virginia en ik houden van onze kinderen, onze boeken en onze schilderijen. Dat verschaft ons allebei meer plezier dan wat ook", aldus Jack Palance, de acteur uit Hollywood wiens werkeiyke bestaan zozeer in tegenspraak UJkt met wat men van de man op het witte doek is gaan denken. zangers een polsstok naar de we reldfaam waren. Wat Seeger zelf betreft: voordat hy naar ons land kwam, kende men hem hier nau welijks. Dit bevreemdt des te meer, als men weet dat hy al enkele tien tallen langspeelplaten op zyn naam heeft staan. Blijkbaar zijn die LP's hier nog nooit geïmpor teerd. Pas na zyn korte bezoek aan ons land zyn hier twee plaatjes van Seeger uitgebracht. Dat met „Little boxe6" en „Mail myself to you" kan ons het meest bekoren. Op het andere staan twee mee- zingertjes: „We shall overcome" en „Michael row the boat aehore" (CBS). Vijf tot tien Jaar geleden vorm den de zangeres Mary Ford en de gitarist Les Paul een duo dat triomfen vierde met songs als „How high the moon" en „Vaya con Dios". Met het tanen van hun populariteit werd echter ook hun samenwerking wat minder harte - ïyk en tegenwoordig kan men Mary en Paul alleen nog maar af zonderlek beluisteren. Niettemin werkt Mary nog steeds volgens het door Les Paul bedachte procédé: (drie dubbelopnamen van zang stem en gitaarspel, zodat het wel ïykt of we drie zangeressen en een orkest gitaren horen. Ook het nieuwste plaatje van Mary Ford klinkt alsof Les Paul er nog steeds by is: een vertrouwd aandoende opname dus van „Dominique", dat hard op weg is de succesvolste schlager van het voorjaar te wor den (Stateside). Wie dit liedje van Soeur Sour ire ofwel Zuster Glim lach in het Nederlands wil horen, kan terecht by de gezusters Dyk- stra: Yme, Mary en Foke. Vooral de passages welke de drie zusjes samen zingen, zyn wel aardig (Py- thia). Voor de titelsong uit de Broad way-musical „Bye bye Birdie" kan men eveneens kiezen uit twee op namen. De originele filmversie is die van de zanger Bobby Rydell (Cameo-Parkway), maar minstens zo leuk is de vertolking door de wonderhjke combinatie James Darren, Shelley Fabares en Paul Petersen (Colpix). Op de keerzy- de van beide plaatjes staat „Put on a happy face" uit dezelfde musical. De liefhebbers van Duits suiker werk kunnen we Die Quintos aan bevelen, die „Ich hab' das Glück bestellt" en „Schnell wie eln Traum" zingen (Funckleri. Ricky Nelson zingt over een „Mad. mad world" „Today's teardrops" (im perial). Het repertoire van Trini Lopez schynt uitgeput te raken. Hy heeft nu een single gemaakt die „Trini Lopez sings Ray Char les" heet. Met de liedjes „Unchain my heart" en „What'd I say". Het spyt ons voor Trini, maar we ge ven toch echt de voorkeur aan Ray Charles' vertolking (Reprise).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 11