in KAMER en TUIN Greenwich-tijd komt niet meer uit Greenwich OUD PALEIS VAN DE EPHRAIMS REIST AL JAREN DOOR BERLIJN Beroemdste sterrenwacht ter wereld verhuisde Oude en nieuwe glorie Men dient nu wel spoedig een beslissing te nemen 4 Olorloaa zou men een soort klimmende lelie kunnen noe men; ze behoort trouwens ook tot deze familie en aan de bloemvorm kan men dat ook wel zien. Gloriosa is een knol gewas, dat men nu kan bestel len. De gewone zaadhandel zal ze niet in voorraad hebben; de handelaar kan ze echter wel voor U bestellen; ze zijn ln ieder geval in ons land te koop. Deze klimmende lelie is niet goedkoop en men zal dus te vreden moeten zUn met slechts enkele knollen. Dat is voor één flinke pot ook ruim voldoende. Nu is het de goede tijd om ze te bestellen; direct na ontvangst Gloriosa kunnen ze dan in de voor hen bestemde potten gezet worden. De ruime pot kan men voor de helft vullen met goede bloemis- tengrond en daarin de knol po ten. Vervolgens moet men die in de warme kamer zetten, liefst op een zonnig plekje. Als men de grond goed vochtig houdt, zal de ijle 6cheut spoedig te voorschijn komen. Daarmee moet men zeer voorzichtig zijn; als die afbreekt, kan men geen bloemen verwachten. Er zal al spoedig een klein stokje bil ge zet moeten worden; later heeft men een grotere nodig. Als de scheuten flink boven de potrand zijn uitgegroeid, moet men de pot verder met goede bloemistengrond aanvullen. Houdt ze steeds ln de volle zon; alleen in het hartje van de zo mer moet men de plant op het heetst van de dag 'n weinig be schermen. De plant heeft veel water nodig. Na de bloei kan men de plant rustig laten af sterven. Laat de knollen in de pot zitten en zet de pot ln een kamerkast. Vroeg in het voor jaar moet men dan de knollen eruit nemen en dient men alle oude, droge grond te verwijde ren. Daarna kan het spel op nieuw beginnen; het is echt iets bijzonders. G. KROMDUK Van Rode Bal tot Kwarts kristal-klok, aldus -kan men de geschiedenis van het be kendste tijdmetingsstation op aarde kort samenvatten. Zaterdag 28 maart 1964 Pagina 2 geland niet mogelijk zijn. Een enkel voorbeeld. In 1919 slaagden enige „Mannen van Greenwioh" er in, in Brazilië de juistheid te bewijzen van Einstein's stelling, dat licht, dat in de nabijheid van de zon komt, wordt omgebogen. De „Greenwich-tijd" moge dan niet meer „de tijd van Greenwich" zijn, toch staat vast, dat hy ook in Hertsmonceux zeer nauwkeurig wordt bepaald, terwijl voorts vast staat, dat de verhuizing van de be roemde sterrenwacht van de Lon- dense voorstad Greenwioh naar slot Hertsmonceux aan de prestaties van het oudste en bekendste obser vatorium ter wereld ten goede is gekomen. ge re telescopen, zoals die van 914 centimeter, die in 1931 in dienst kwam, leverden reeds uitstekende prestaties. Zo droegen zij veel bij tot de vervaardiging van de „Carte du Cieir, een fotografische kaart van de gehele sterrenhemel. Met het nieuwe instrument van 2489 kon men uiteraard nóg betere waarnemingen doen. Ook het spectroscopisch onder zoek de ontleding van het door de hemellichamen uitgezonden licht kon dank zij nieuwe instrumen ten een zeer hoge graad van nauw keurigheid bereiken. Medewerkers van het observatorium namen deel (en zullen deelnemen) aan expedi ties, die beogen elders op aarde waarnemingen te doen, die in En- r Aan deze telescoop Is ee camera verbonden pm foto' van de zon te maften. Ondergang van Greenwich IN de negentiende eeuw verwierf het door Christopher Wren ge bouwde observatorium dus gTote roem. De twintigste eeuw echter stiet de sterrenwacht van Green wich de kroon van het hoofd. Reeds in 1923 stelde men vast, dat de magnetische onderzoekingen, die men sedert 1840 onafgebroken in Greenwich had verricht, belemmerd en gestoord werden door de vele door elektrische stroom gedreven machines in de Londense industrie wijken en door de elektrificatie van spoor- en tramwegen in de omge ving van Greenwioh. Verhuizing van de .Magnetische Afdeling" bleek toen onvermijdelijk. Een nog zwaarder slag trof de beroemde sterrenwacht na de twee de wereldoorlog. Greenwich was toen niet meer het stille dorp, waar eens koning Karei II een gTOot park bezat. Het was een deel geworden van Groot-Londen, waar honder den fabrieken voortdurend de at mosfeer bevuilen met rook en stof. Deze rook en stof bleken zó storend te werken op de nauwkeurigheid dier sterrenkundige waarnemingen, dat de beroemde sterrenwacht wel moest gaan verhuizen. Het obser vatorium werd kort na 1950 geves tigd: in het prachtige vijftiende- eeuwse kasteel Hertsmonceux ln het graafschap Sussex. Sedertdien ligt het observatorium natuurlijk niet meer op de nul meridiaan. De plaatselijke tijd van Hertsmonceux verschilt ongeveer één minuut van die van Greenwich. Toch is de „Greenwich-tijd", die men in Hertsmonceux bepaalt, nog even nauwkeurig als vroeger, want kwartskrLsta 1 klokken meten er de lengte van een dag tot ln een tien duizendste deed van een seconde. Nieuwe glorie SEDERT er tal van nieuwe in strumenten bij voorbeeld een splegeltelescoop van 2489 centimeter in gebruik konden worden genomen, behoort het ob servatorium van Hertsmonceux tot de best uitgeruste ter wereld. Vroe- (Bijzondere medewerking) De naam van de Londense voorstad Greenwich is voor de hele wereld een begrip, want de Greenwichtyd is de maatstaf, waarnaar in alle landen het uur wordt bepaald. Wie zich om één uur 's middags in de buurt van het observatorium van Greenwich bevindt, kan er de Greenwich-tyd met eigen ogen zien: vijf minuten voor één wordt namelijk de tydbal een rode bal met een doorsnee van anderhalve meter halfweg een lange mast gehesen. Twee minuten voor één gaat hU geheel in top. Als hy naar beneden valt is het klokslag één. IE tijdbal is tegenwoordig nog slechts een overblijfsel uit een lang vervlogen tyd. Eigeniyke betekenis neeft hij niet meer, want de juiste tijd wordt door de BBC op geregelde uren uitgezonden. Vroeger echter was hy van groot belang. Toen maakte hij het de kapiteins van de schepen, die de Thef/is afvoeren, mogeiyk om hun chronometers geiyk te zet ten, zodat zy op hun reis naar verre landen hun geografische lengte konden bepalen. De tydbal van Greenwich kwam voor het eerst in gebruik in 1833, maar het observatorium zelf werd al in 1676 door Koning Karei n gesticht. De architect was een van Engelands beroemdste bouwmees ters, te weten Christopher Wren, die ook de Slnt-PaulskathedraeA te Londen bouwde. Het was de bedoe ling van Karei n, dat het observa torium vooral ten dienste van de scheepvaart zou werken. Toen men hem op een goede dag vertelde, dat de destyds bestaande kaarten van de beweging van de maan en van de positie der vaste sterren zeer onnauwkeurig waren, wees hy een plek in het koninkiyk park te Greenwioh aan voor de bouw van een observatorium, waar John Flamsteed, de eerste Engelse hof- astronoom, nieuwe en nauwkeuri ger waarnemingen zou kunnen doen. Hof astronoom zonder geld F LAMSTEED'S taak was niet gemakkeiyk, want de finan ciële positie van het observa torium was meer dan droevig. De tienduizenden belangrijke waar nemingen, die hy deed, moest hy grotendeels met eigen middelen financieren, zyn opvolgers, Edmund Halley, de beroemde ontdekker van de „Komeet van HaJley", had het niet gemakkeiyk, althans in het begin, want de weduwe van zyn voorganger liet alle door haar man gekochte instrumenten uit het ob servatorium halen. Gelukkig kwam de regering hem te hulp met een toelage, die hem in staat stelde nieuwe instrumenten te kopen en nog nauwkeuriger waarnemingen te doen dan Flamsteed. Naast het vijftiende-eeuwse kasteel van Hertsmonceux in Sussex werd het nieuwe ob- servatorium gebouwd. Halley's opvolgers traden in zyn voetsporen. Door hun nauwgezette arbeid verspreidde zich de roem van het observatorium van Green wich snel over de gehele beschaaf de wereld. In 1818 kwam het in stituut onder controle van de Britse admiraliteit en kreeg het een be langrijke taak: het testen van alle scheepsohronometers. Nog meer roem oogstte Greenwich onder de leiding van George Airy, die van 1835 tot 1881 hofastronoom was. Hy nam in 1951 een nieuwe koepel In gebruik, met behulp waarvan meer dan een half miljoen waarnemingen werden gedaan. Voorts ontwierp hij methoden voor het gebruik van magnetische kompassen in de yze- ren schepen, die toen algemeen in gebruik kwamen. Ook stelde hy nieuwe gewichts- en lengtestan daarden vast ter vervanging van die, welke verloren gingen, toen het Engelse parlementsgebouw door een brand werd geteisterd. De uitvin ding van de telefoon stelde hem ln staat de juiste tyd door te geven aan de Britse poet- en telegraaf dienst en de spoorwegen. Eén Jaar voor zyn zyn werk bekroond: de tyd tot dan toe .spoorwegtijd" werd officiële Engelse tyd. Vier werd de meridiaan, die wich loopt, tydens een nale conferentie aanvaard meridiaan en daarmee grondslag voor het bepalen van tyd over de gehele wereld. Enige tijd geleden trokken er lange, platte vracht- wagens met een zeer bijzondere lading door de stra ten van We8t-Berlijn. Hier zag men bewerkte stenen en gecanneleerde pilastersdddr barokke vazen en een mollig kinderarmpje, dat zich uitstrekte naar de hemel. De voorbijgangers schudden hun hoofd. Inge wijden echter zeiden: „Hé, het Ephraimpaleis is weer eens op reis'f. Van 1762 tot 1767 lieten de gebroeders Ephraim, bankiers en munters van koning Frederik de Grote, hun woonhuis aan de Molkenmarkt (tegenwoordig gelegen in de oostelijke sector van de stadver bouwen. OberbaudirektorDiterichs voorzag de zeer eenvoudige gevels van zuilen, pilasters, balkons en balustradesdie hij met beelden, maskers en vazen versierde. Hij continueerde zo de grote traditie van de beroemde Pruisische barokarchitecten Schlüter (schepper van het Berlijnse slot) en Knobelsdorff (bouwer van de Staatsopera en het slot Sans souci Ook het interieur van het paleis werd ingrijpend ver anderd. Gedurende 170 jaar was het Ephraim-paleis een ar chitectonisch paradepaardje van het oude BerlUn, een sieraad van het stadsbeeld ten oosten van het slot. In 1935 bleek echter, dat het terwyi het door de bouw van een brug toch al veel van z'n effect verloren had definitief aan de sanering van de Molkenmarkt moest worden opgeofferd. Daar men echter niet voor goed afstand wilde doen van dit schitterende bouwwerk, besloot het stadsbestuur de belangrijkste delen te bewaren, om ze bij een latere herbouw weer te gebruiken. De hele zandsteen-ar chitectuur van Diterichs werd in vele honderden af- zonderiyke delen uit elkaar genomen en, tegen weersinvloeden beschermd, op een open terrein op geslagen. Daarmee begon echter een Odyssee, die tot de huidige dag nog geen einde heeft gevonden. Het Ephraim-paleisof wat er aan kostbaar heden nog van overgebleven was kwam tamelyk goed door de tweede wereldoorlog. Ondanks brand en brisantbommen leden de kosthare stenen geen noemenswaardige schade. Toch werden thans voor alle zekerheid de zeer kwetsbare beelden en de sterk geroeste smeedijzeeren balkonhekken naar de kelder van het slot Charlottenburg overgebracht De stenen zelf moesten echter in 1957 weer verhuizen, want men had het terrein nodig voor nieuwbouw. Het transport en het gebrek aan ruimte op de nieuwe plaats hebben het tot een hoogte van 4 meter opge stapelde materiaal geen goed gedaan. Randen en oppervlakken werden beschadigd en er is veel ge broken. En zo was een nieuwe verhuizing slechts een kwestie van tyd. Op een geëgaliseerd stuk rulnegrond in het stadsdeel Moabit liggen de zuilen en steen blokken nu voorlopig opgeslagen. Byna twee maan den duurde het transport van de 1064 ton van deze belangwekkendste en oudste vracht van Berlijn, by een dagelijks vervoer van twee ladingen van elk twaalf kubieke meter. Men zal nu spoedig moeten beslissen wat er nu verder moet gebeuren, want ook de nieuwe opslag plaats wordt bebouwd, op z'n laatst in 1968. Maar men is in elk geval thans in staat het materiaal uit te zoeken en nauwkeurige steenlijsten op te maken, want de oude aantekeningen en bouwplannen zijn in de oorlog verbrand. Aan wederopbouw staat niets in de weg, want dat deze moet geschieden, daarover zijn alle echte Berlijners het wel eens. West-Berlijn beschikt over weinig representatieve bouwwerken uit het verleden: al te veel heeft de oorlog verwoest en het architectonisch belangrijke centrum bevindt zich in de oostelijke sector. Daarbij komt nog, dat een burgerpaleis uit de tweede helft van de 18-de eeuw in de hele in tweeën gedeelde stad niet meer voor komt. Pas wanneer het weer in oude schittering her rezen is, zal het Paleis op wielen" eindelijk zijn einddoel bereikt hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 10