DOVEMANS-DIALOOG WESTEN EN AZIE ZOEKLICHT Munchen gereed voor de herdenking zoon GEBOEID DOOR DE LIEFDE tussen Instituut bestudeert internationale stijl e WOORD VAN BEZINNING (PËIDSCH DAGBLAD RICHARD STRAUSS JA AR 1964 Zaterdag 22 februari 1964 Pagina 1 (Van onze reisredacteur W. L. Brugsma) (IV en slot) SINGAPORE Omdat de tropen zo heet zijn en Chinese menu's zo uitgebreid, zal ik mij die 500 meter laten rijden. De Betjah-man de een kwartje ruikt, zet zijn kommetje droge rijst weg en slingert zich in het zadel. Ik laat mijn negentig kilo neer en zit groot, wit en rijk in zijn driewieler. Hij zet zijn tanige 45 kg op de pedalen en stuwt klein, bruin en arm voor een paar centen de toean besar" van het restaurant met de 145 gerechten naar het hotel met de air-conditionning. Uit mijn behaaglijk nademaals gevoel spruit een wens tot wel willende conversatie. Maar mijn piepende adem laat geen uit voerige gedachtenwisseling toe. De kloof tussen mijn en zijn eco- nomsche functie maakt ook op deze. mijn laatste avond in Sin gapore een Europees-Aziatische dialoog zelfs fysiek onmogelijk. Eigenlijk is deze betjah-rit een leerzamer experiment dan alle helikopter-vluchten, inter views en informatieve gesprek ken op een hele reis door het stormcentrum zuidoost-Azië. Het is de situatie in de note- dop. Er valt geen woord meer aan toe te voegen. Want gesteld, dat wij wel zouden kunnen pra ten, dat ik hem af zou huren voor een uur, zodat hij zich de luxe van praten zou kunnen permitteren. Wat zou ik hem moeten vragen? Wat hij vindt van de Berlijnse Muur? Lastig voor de Berlijnse betjah-rijders, zou hij vermoedelijk zeggen. EEN OP DE BOEKENMARKT jfl de Paul van Ostaijen. Verza meld werk. Poëzie I en II. Tweede druk. Bakker/Daamen. Den Haag en I)e Vries-Brou- wers. Antwerpen 1963. In een artikel over poëzie kan men eigenlijk niet duidelijk genoeg zijn als men zelf weet wat verzen schrijven is. Want dan weet men dat verzenschrijven in de eerste plaats moet zijn een zoeken naar de enige persoonlijke weg. Dat is wat alle dichters behoren te doen; proberen, altijd weer proberen om te komen langs de eigen weg naar de eigen poëtische kern. Indien men als lezer de indruk heeft dat een dichter dat doet, dat hij dus „echt" is, dan past het hem te volgen naar zijn doel. Dan pas kan men oordelen over het gehalte van een dichter. Dan pas kan men weten of een dichter een mens als lezer iets te zeggen heeft. En zelfs wanneer dat laatste bij een lezer niet het geval zou zijn, dan is er niets verloren. Een dichter is (al thans behoort) een wezen te zijn wie niets menselijks vreemd is en Via hem kan de lezer het worden. Het bovenstaande heeft ni£ts te maken met de persoonlijke voor keur. Dat is een tweede zaak. Voor keur kan men slechts krijgen wan neer men vele dichters, liefst uit verschillende perioden, op hun weg gevolgd heeft. Daarom en dit is een opmerking terzijde zijn bloemlezingen, als zij goed zijn, niet anders dan voorproeven, die men gebruiken kan als startpunt. Tot deze overweging ben ik ge komen met deze uitgave van Paul van Ostayens verzen in handen, omdat deze dubbelbundel een zeld zaam voorkomend voorbeeld van de weg van een dichter is. Deze diplo matische uitgave is welhaast uniek, omdat het hier gaat om een dich ter van ongehoorde oorspronkelijk heid. Van Ostayen is de enige schepper van zijn eigen werk ge weest. Hij heeft zichzelf als dichter voortgebracht. Het gevolg daarvan is dat hij in zijn tijd met moeite werd aanvaard. Het klassificeren zit de mens blijkbaar in het bloed en Van Ostayen was nagenoeg niet in groepsverband onder te bren gen. Zelfs niet bij het expressio nistische, waarvan zijn eerste werk hij publiceerde omstreeks 1915 en is in 1918 op tweeëndertigjarige leeftijd gestorven de sporen draagt. Hij was een onvermoeid ex perimentator met zijn eigen dich terschap. Hij heeft in die jaren reeds alles geprobeerd op het ge bied van versstructuur, woordvor ming en typografisch effect wat men nu, een halve eeuw later, aan de man brengt als het allernieuw ste. De uitgave van deze poëzie is daarom zo interessant, omdat men hier de weg van een dichter stap voor stap volgen kan en omdat men bovendien te doen heeft met zuivere oorspronkelijkheid. Dit wat betreft de techniek van het mo derne vers, zoals men die bij Paul van Ostayen kan zien ontstaan. Als men vervolgens gaat kijken waarmee Van Ostayen zich occu peerde als hij verzen schreef, dan blijkt dat hij zich bezighield met datgene waarmee iedere lyrische dichter zich door alle eeuwen heen bezig heeft gehouden: nl. met zich zelf en het universum. Nu kan men simpel zeggen, dat het universum wordt gevormd door verschei dene sociale en metafische gebie den en dat iedere dichter min of meer gebonden is aan zijn eigen gebied. Ik geloof zelfs dat dit een wet is, waaraan niet te ontkomen valt. Geen individu kan het uni- DE beruchte denker van het Nationaal-Socialisme, Ro senberg heeft eens gezegd, dat er nu eindelijk maar eens een einde moest komen aan de prediking van de lijdende Jezus. Zo'n prediking, zei hij kan een omhoogstrevend ras niet ver dragen. Toen de predikant-dichter Lavater aan Goethe een boek stuurde over het lijden van Je zus, zond Goethe hem dit boek terug. Goethe had veel op met Jezus, maar hij verzocht zijn vrienden dringend hem de door nen van Jezus' doornenkroon niet als voetangels voor te wer pen. Deze twee voorbeelden zijn voldoende om ons heel scherp voor ogen te stellen, dat de be tekenis van Jezus' lijden en II In latere eeuwen hebben velen de joden, mee op grond van hun moord op Jezus, behandeld als de schurft van de mensheid. Het vreselijke anti-semietisme. An deren zien in Jezus een mens die bereid geweest is martelaar te worden voor zijn idealen. Eén dingt heeft Rosenberg goed begrepen: de prediking van de lijdende Jezus verdraagt niet: alle om hoog streven. Je- Waar hij staat in de strijd tussen het communisme en de vrije wereld? Beter van niet: de democratie was geen export- produkt van de vrije wereld. Lastiger nog zou het worden als hij vragen ging stellen. Bijvoor beeld: „Hoe leg ik het aan om voor mij en mijn gezin een huis, een vast loon, pensioen, medische ver zorging en scholing voor mijn kin deren te krijgen, zoals Europese arbeiders dat hebben?". Moet ik hem dan zeggen, dat Europa's en Azië's welvaart voorlopig onver enigbare grootheden zUn? Daarom zullen Europeaan en Aziaat, op drie wielen, zwijgend door de hete straten van Sin gapore. Ons enig contact is dat ik zijn adem in mijn nek voel. En als ik hem de drievoudige vrachtprijs uitkeer, als een soort persoonlijke internationale hulpverlening, dient dat alleen om het fundamenteel te wijzigen! Aan de vriendelijk heid van zijn dankwoord doet dat niets af. Hij licht wel drie keer zijn vette petje van zijn magere hoofd. Dan rijdt hij weg: het Azia tische donker in. Een betjah-rijder onder de naam van een man die gezegd heeft: ..Men kan enige mensen enige tijd bedriegen. Men kan niet alle mensen de hele tijd be driegen." U aarheen Waar rijden Azië's betjah-rijders heen? Waarheen wandelen de hongerige kleine boeren tussen de rijstvelden? Naar welke toekomst trekken de honderden miljoenen, tich op hun weg nog catastrofaal vermenigvuldigend? Wij in het Westen bezien die vraag in het licht van onze wens tot behoud van onze bevoorrechte positie in termen van „verdediging tegen het communisme". Wij ma ken Azië's problemen onderge schikt aan het Oost-West-conflict. Het is de vraag of die probleem stelling relevant is. Het is zeker dat zij ons nieuwe vijanden maakt. Kiezen wij voor anti-communisten als Zuid-Vietnams Djem of Malei- sië's Abdoel Rahman, dan halen wij ons onherroepelijk de tegen stand van niet-communisten als Cambodja's Norodom Sihanoek en Indonesië's Soekarno op het lijf. Omdat wij het Oost-West-con flict primair stellen, mengen wfj ons, misschien tegen wil en dank. in bestaande inter- Aziatische conflicten, die met de tegenstelling tussen democratie en communisme niets, maar met historische, geo-politieke en eco nomische factoren alles van doen hebben. Wij wandelen hier en daar wat hulp verlenend over fundamentele belangentegenstel lingen tussen het Westen en Azië, Azië, rijk en arm. blank en bruin, heen. Wij verlangen van Aziatische dwergen blind verzet tegen de Chinese reus. Maar wij hoeven voorlopig niet met China te leven. Zij wèl. Wij verlangen in feite van de Aziaten dat zij als betjah-rijders ons zullen vervoeren in de strijd tegen het wereldcommunisme. Wij pogen hen aan te sporen tot har der trappen met klassieke voor beelden als de Berlijnse Muur en de Hongaarse opstand, voorbeelden die hen zo een zorg zullen zijn. want zij hebben wel wat anders aan het hoofd. Zo ontstaat de dovemans-diaioog tussen het Westen en Azië. Zeker zijn er Aziatische leiders met wie wij wel kunnen praten, doorgewin terde anti-communisten. Maar de meesten van hen zijn anti-commu nist, niet omdat zij de vrijheid minnen, maar omdat zjj geen af scheid van hun bankrekeningen kunnen nemen. Nu kan men stel len. dat in een strijd op leven en dood men niet te kieskeurig kan zjjn met zijn bondgenoten. Maar wij maken het de communisten werkelijk te makkelijk. In negen van de tien gevallen kost het de Aziatische communisten. Chinees of niet, weinig moeite de Azia tische massa's duidelijk te maken dat het Westen zich verbindt met hun binnenlandse vijanden: de rij ken en machtigen, de exploita- teurs en corrupten. Neutraal Zo min als de oorlog in Zuid- Vietnam gewonnen kan worden en zo goed er dus bereikt moet worden dat hij niet verloren wordt, zo min is het blind steunen van „pro-Wes telijke" leiders een effectief ant woord op de communistische uitda ging in Azië. Het alternatief voor een communistisch Azië is niet een pro-Westelijk maar een neutraal Azië. De Gaulle, die men een fijne neus voor historische ontwikkelin gen niet kan ontzeggen, heeft dat scherp ingezien. Daarom exploreert hij het terrein voor een erkennmg van China's plaats onder de zon. voor de neutralisering van het voormalig Indo-China, voor po gingen om zuidoo6t-Azië eerder buiten het Oost-West-conflict te houden dan het erbij te betrek ken. Pas na het begin van zo'n poli tieke stabilisering kan men hopen met fase twee te beginnen de om zetting van de belangentegenstel ling in een belangengemeenschap, want alleen die kan de basis leggen voor een toekomstige politieke dia loog. Dat die belangengemeen schap niet alleen op een giften program kan berusten, heeft de bittere ervaring der hulpverlening genoegzaam aangetoond. Veeleer ls er een stabilisering van de wereldgrondstoffenprijzen nodig, waarom uit den treure is gesmeekt. Fn een concreter ant woord op India's voorstellen tot een internationale arbeidsverdeling waarbij de achtergebleven en ook daarom relatief overbevolkte gebie den de arbeidsintensieve industriële taken zouden toevallen en de hoog ontwikkelde landen zich zouden toeleggen op gecompliceerde en geautomatiseerde produktietakken. Pas als dat gebeurt heeft men iets om werkelijk over te praten met de betjah-rijders. Zo niet. dan zal men op een kwade dag hun adem eerst recht in de nek voelen. versum in al zjjn geledingen be strijken via zijn medium, hetzij taal. verf of wat ook. Het gebied van Van Ostayen is een sociaal gebied en een religieus gebied. Het eerste is het krachtig ste. Zijn meeste verzen hebben een sociale inslag en daarin kan hij. naast zijn even zachtmoedige als intensieve ironie, van een onbe schrijfelijke tederheid zijn. Hij ziet mens en leven in het beperkte ge bied, maar hij poogt in leder vers opnieuw een zo groot mogelijk deel van het universum aan te trekken door de magneet van zijn talent. Daardoor kan hij een uizonderlijk groot terreinencomplex bestrijken; van de oergrond van de Boeren- charleston (blz. 239-21 tot en met de metafisiek van bijvoorbeeld „Onbewuste Avond" (blz. 231-2". Wat ik hier opgeschreven heb is slechts een aanloopje tot de ken nis van deze zeldzame onder de Nederlandse dichters, een aanwij zing van de richting, waarin men het bij hem zoeken moet. Zoals dat bij een rechtgeaarde diplomatische uitgave betaamt, zijn de bundels voorzien van ver antwoordingen en van alle gevon den variaties. CLARA EGGINK Miinchen heeft onlangs alle tot nu toe vastgestelde program mapunten voor de viering van de honderdste geboortedag van Richard Strauss bekendgemaakt. Deze grote Duitse componist werd op 11 juni 1864 in de Beierse hoofdstad geboren en onderhield zijn leven lang nauw contact met zijn geboorteplaats. Dit was voor München, dat altijd zoveel aandacht aan zijn werk heeft geschonken, aanleiding het jaar 1964 tot Richard-Strauss-jaar uit te roepen. Evenals tijdens de viering van het 800-jarig bestaan in 1958 zal de Duitse kunststad ook bij deze gelegenheid weer stralen van culturele glans en aantonen hoe rijk haar tradities zijn. Een geschenk Als belangrijkste verjaardagsge schenk mag wel genoemd worden de stichting van een „Richard- Strauss-Instituut". Dit instituut zal een christen voor wie Jezus' sterven deze realiteit heeft, kan deze kant niet meer uit, ge boeid door deze daad van Je zus, deze liefde, die de dood aanvaard heeft als vonnis op al die zelfgenoegzaamheid, Paulus spreekt van een: voor onszelf leven. Jezus stierf: één voor allen, dus zijn zij (wij) allen gestorven, ven. Maar dat betekent ookin Je zus is aan ons het vonnis vol trokken. Daardoor is een volsla gen nieuwe situatie ontstaan. Een verhouding van verzoend- zijn. Deze situatie is door God in Christus tot stand gebracht. Dit is gebeurd vóór ons, buiten ons om. Wil zijn daar niet aan te pas gekomen. Niet in gekend. Van ons wordt verwacht dat wij sterven een zeer omstreden zaak is. De aanvankelijke conclusie van niemand minder dan de la tere apostel Paulus over Jezus' kruisdood was: Ziezo: dit is het eind van de affaire-Jezus. Toen dan ook mensen beweerden, dat Jezus uit de dood was opge staan en door hun geloof in Je zus logenstraften, dat de affaire- Jezus was afgedaan, heeft Pau lus de daad bij zijn aanvanke lijke conclusie gevoegd en deze christenen verdreven en ver moord. Het moest en het zou uit zijn! Zo zijn er ontelbaar veel con clusies getrokken uit Jezus' dood. De massa in Jeruzalem was te leurgesteld. Als Jezus dus toch niet machtig ingreep, dan was Hij hun aanhang niet waard Het „Hosanna" ging over in het „kruis hem!" De volgelingen van Jezus waren diep geschokt. zus' sterven, dat betekent óf: het is met de affaire-Jezus ge daan; óf: het is met ons voor-onszelf leven gedaan. Dit laatste is Paulus' slot con clusie geweest. Na veel denken is Paulus op zijn aanvankelijke conclusie, vooral op grond van zijn ervaring op weg naar Da mascus, zie Handelingen 9, te ruggekomen. Hij is tot de slot som gekomen: dat Jezus' ster ven geweest is een sterven één voor allen (2 Corinthe 5:15). Eén in de plaats van allen. Eén gevonnist, door Gód gevonnist, in plaats van allen. Het kruis, dat is enerzijds een gebeuren om je dood te schrikken. Wij verdienen dit radicale „neen" van God. Wie dit bedenkt, kan niet meer omhoog streven en zich iets verbeelden kan niet meer etaleren met zichzelf; het is de doodsteek aan alle trots en zelfingenomenheid. Paulus en ons deze nieuwe situatie laten welgevallen. Dat we die dank baar accepteren. Wie anders reageert, of wie op Jezus' ster ven niet reageert, behoort van uit het evangelie gezien tot de zonderlingen. Die doet, zoals dat groepje Japanse soldaten, dat op één van de eilanden in de Stille Oceaan in 1953 nóg er van overtuigd moest worden, dat de tweede wereldoorlog al acht Jaar afgelopen was. Dat Gods Zoon voor U en mij, tot ons behoud, de dood is ingegaan, dat is in letterlijke zin een aangrijpend bericht. Dat laat geen mens met rust. Het is de liefde-lasso van God. Op dat ook wij tot de slotsom van Paulus komen: één voor allen gestorven, een slot som waarmee we nu besluiten. H. BOUTER. hervormd predikant te Lelden. zich echter niet bezig houden met het verzamelen van historische do cumenten over leven en werk van de componist. Het zou wat dat be treft bij benadering niet kunnen concurreren met het particuliere archief van de familie Stiauss in Garmisch of met de verzameling van de Internationale Strauss Ver eniging in West-Berlijn. Taak van het nieuwe instituut zal veeleer zijn de uitstraling van de werken van Strauss vast te houden. Daartoe zal 't vanaf de stichtings dag alle voorstellingen in de hele wereld registreren en aan de hand van fotos, berichten en artikelen de uitvoeringsstijl, interpretatie en be zetting documenteren. Gegevens uit vroegere tijden, die men nog kan achterhalen, zullen eveneens in de verzameling worden opgenomen. Verder zullen geluidsbanden, grammofoonplaten en alle in druk verschenen werken aan de collectie worden toegevoegd. Zo zal dit insti tuut in staat zijn, décorontwerpers, dirigenten en vertolkers over de Internationale Straussstijl en de variatlee daarop te onderwijzen en bovendien de toneel- en muziekge leerden waardevolle cultuurhisto risch materiaal ter beechikklng te •tellen. Opera's als Inntgte/nmt Voor de liefhebbers van' de Straussmuziek zullen ongetwijfeld de operavoorstellingen het hoogte punt vormen. Daar de verjaardag bijna het hele jaar gevierd wordt, brengt de Beierse Staatsopera iedere maand enige werken voor het voetlicht. Tijdens de Strauss-Fest- wochen, van 23 februari tot onge veer medio maart, zal men in Mün chen In de gelegenheid zijn, bijna het gehele oeuvre te leren kennen. Alleen „Die Liebe der Danae' zal wegens overbelasting van de Staats, opera niet ie zien zijn en ook „Feuenmot" ontbreekt op het pro gramma. Dit werk zal echter wel RICHARD STRAUSS. 100 jaar geleden geboren. door de televisie worden uitgezon den. De voorstellingen vinden plaats in het intieme Cuvilliés- Theater uit de Rococotijd, dat bij zonder geschikt is voor werken zo als „Capriccio" en „Arladne auf Naxos" en het weer opgebouwde Nationaltheater, dat zal worden in gewijd met onder andere „Die Frau ohne Schatten" in een nieuwe enscenering. Speciaal voor het Richard-Strauss-jaar wordt het lang niet meer gespeelde „Daphne" ingestudeerd. Het Strausslied De Beierse radio heeft het plan, tilden» dit herdenkingsjaar alle Straussllederen op te nemen en uit te zenden een unieke documen tatie. Daaraan worden waarschijn lijk alle koor- en kamermuziekwer ken toegevoegd. Teneinde zoveel mogelijk instrumentale werken ten gehore te brengen, worden de con certen van de verschillende mu ziekverenigingen zorgvuldig op el kaar afgestemd. Het ls thans al zeker, dat tijdeus het feestconcert van het Filharmo nisch Staatsorkest op 11 juni Lisa della Casa de „Vier letzten Lleder'' zal zingen. Strauss' erfenis als llederencomponist. Verder zullen er talrijke voordrachten worden ge houden, terwijl in het Stadsmuseum in München een omvangrijke ten toonstelling „Richard Strauss en zjjn tijd" zeker vele bezoekers zal trekken. Als aandenken aan het Strauss- Jaar 1964 is een goude medaille ontworpen. Op de voorzijde zal het profiel van de componist, op de rugzijde Daphne, die zichzelf ver andert in een lauwerkrans, worden afgebeeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 7