'In Theater Carre gonst het al van „Sound of Music ZOEKLICHT OOSTDUITSE MOPPEN ^Joltai I Heesters zingt in romantische musical Avontuur voor negentig man onder Sleeswijk en Wunnink LEIDSCH DAGBLAD BIDDEN OM EENHEID Zaterdag 18 januari 1964 Pagina 1 II ti (Van onze Amsterdamse correspondent) ?e| Kort nadat Toon Hermans 's avonds om half twaalf het toneel van Theater Carré in Amster- ^dam heeft verlaten wordt zijn plaats ingenomen door een dozijn technicidie tot in de vroege p3ochtend manipuleren met decors en schijnwerpers. Zij bouwen letterlijk aan de nieuwe musical tè/'Sound of Music", die hier op 7 februari in première gaat. j Als in de ochtendmist tienduizenden Amsterdammers zich naar kantoor en bedrijf spoeden is er opnieuw bedrijvigheid in Carré: voor de kassa's lange rijen opdringende mensen., die ..een kaartje voor Toon" willen bemachtigen en in de grote zaal tientallen ernstige artiesten, die zwoe- 'Jpen op teksten en liedjes van de "Sound". In de artiestenfoyer repeteert het orkest eindeloos. Carré is een fabriek, waar wordt gewerkt aan zo goed mogelijk eindprodukt. r|j Voor de mensen van "Sound of Music" breekt pas een paar uur rust aan als Toon Hermans u'i avonds weer zijn plaats inneemt. ■k Op T februari, 's avonds om acht uur zal de Engelse dirigent Gareth Da vies met zjjn orkest van 28 musici het grootste, dat in ons land ooit aan een musical heeft meegewerkt de ouverture Inzetten. Het doek gaat op voor het grote gezelschap met in de hoofdrol Johan Heesters de duurste musical-ster, die Nederland ooit heeft gekend. G Op dat ogenblik beginnen 90 mensen aan het grote avontuur van de "Sound of Music". betaalbare Johan Heester*. De*e beschikt niet alleen over een voor treffelijke musicaLstem en over de juiste persoonlijkheid, maar mu door zijn jarenlange verblijf in Oostenrijk de typisch Ween se afeer van het stuk goed aanvoelen. Jo han Heesters is in Duitsland en Oostenrijk een topacteur, die een vermogen verdient. Maar René Sleeswijk, die een jeugdvriend van hem is. wist hem voor de „Sound" enthousiast te. krijgen. En zo woont Heesters nu sinds eind december in zijn vakan tieflat in Zandvoort en rjjdt hij da gelijks naar Amsterdam voor de repetities. Romantisch Sleeswijk en Wunnink vermij den angstvallig hun „Sound of Music" te vergelijken met de suc cesvolle „My fair lady". Bijgeloof? De musicals hebben immers de ro- matische inhoud en de melo dieuze muziek gemeen. „Sound of Music'' is het <warei verhaal van de Oostenrijkse fami lie Von Trapp in de jaren vóór de inlijving bij Duitsland. Kapitein Von Trapp is een rijke weduwnaar, die zijn zeven kinde ren op militaire wijze opvoedt. De strenge en sombere sfeer in huis verandert als door bemiddeling van de moeder-overste van een na bijgelegen klooster de noviet Ma ria haar kloosterkleed aflegt en gouvernante wordt bij Von Trapp. Zij is een levenslustige jonge vrouw, die graag zingt en op de gitaar speelt. Zij leert de kinderen zingen en weet zelfs de nurkse ka pitein aan het zingen te krijgen. Op een dag arriveert uit Wenen Elsa en tijdens een tuinfeest wordt de verloving tussen kapitein Von Trapp en Elsa bekendgemaakt. Even tevoren echter heeft Von Trapp met Maria gedanst en daar bij ontstaan diepere gevoelens tus sen beiden. Maria schrikt hiervan zo. dat zij terugkeert in het kloos ter. Maar de moeder-overste is een wijze vrouw. Als Maria werkelijk houdt van Von Trapp moet zij haar taak in het gezin weer opne men. meent zij. Maria volgt de raad op. Korte tijd later verbreekt Von Trapp zijn verloving met Elsa na een ruzie. ELsa verheugt zich er namelijk over. dat Hitier Oostenrijk wil inlijven. Ook de oudste dochter van Von Trapp ziet haar romance met een postbode in scherven val len als haar vriend blijkt S.A.-man te zijn. Von Trapp wordt als oud-offi cier in dienst geroepen. Hij wil niet, maar enkele nazileiders ko men hem van huLs halen. Een huisvriend weet echter uitstel te krijgen, omdat de familie Von Trapp op een streekfestival moet zingen. JOHAN HEESTERS flat in Zandvoort Zij winnen de eerste prijs, maar tijdens de uitreiking hiervan trach ten de nazi's Von Trapp te grijpen. De familie vlucht in de kloos tertuin en door toedoen van de na zistische postbode, wiens hart ken nelijk sterker spreekt dan zijn pro- Duitse gezindheid, wordt een ar restatie verijdeld. De Von Trapps bereiken Zwitserland en zyn in veiligheid. Ook boek Hier eindigt de musical. Het wa re verhaal van de familie Von Trapp gaat verder. Men vestigt zich in Amerika en daar wordt de familie een bekend musicalkoor. Men had voor. tijdens en na de oorlog veel succes en het Von Trapp-koor is zelfs nog eens naar Europa gekomen voor een aantal uitvoeringen. Kapitein Von Trapp overleed in 1956. De kinderen gin gen een eigen leven leiden en Ma ria exploiteert thans een hotel in Vernon bij de Ca na deze grens, dat in Oostenrijkse stijl is opgetrok ken. Het leven van de familie Von Trapp is verhaald in een boek en het in de Amerikaanse showbusi ness beroemde duo Rodgers en Hammerstein vonden in dit ver haal de inspiratie voor de musical „Sound of Music". De Nederlandse versie van de musical is tot stand gekomen uit de vertaling van Alfred Pleiter met een nadere aanpassing van Louis Dusée. De muzikale voorbereiding is ge schied door Co van der Heijde Weirrn. Gareth Da vies, die in Londen „Oliver!" dirigeerde, is belast met de algehele muzikale leiding. De regie is in handen van Ton Lutz. die zich voor de beweging laat assisteren door de Londense choreograaf George Car den. Dé cors en kostuums zijn in Londen ontworpen door Anthony Holland. Rolbezetting Het dun Sleeswijk-Wunnink heeft een sterke rolbezetting kun nen kragen, naast Johan Heesters als Von Trapp staat de uit de Sel- vera's voortgekomen Mieke Bos als Maria. Insiders, die de repetities heb ben bygewoond, verwachten, dat Mieke Bn* de verrassing van de show zal worden. De operazangeres Maria Balling» is de moeder-overste. Teddy Schol - ten verloofde Elsa en Guus Ver st raete de huisvriend. Er is een nonnenkoor gevormd van twintig dames. Alle medewerkenden zijn be roepsartiesten. Dat er kinderen aan een musical meewerken is na „Oliver!" niets nieuws meer. Ook in de „Sound of Music" ko men kinderen op toneel. ALs de jongste spruiten van Von Trapp had men een jongen en een meisje tussen 11 en 13 jaar nochg Omdat de arbeidsinspectie in dergelijke gevallen slechts toestemming geeft voor tweemaal optreden per week waren er dus vier meisjes en vier jongens van die leeftijd nodig Na eindeloos zoeken bij kinder koren en operetteverenigingen zijn deze kinderen gevonden. Zij heb ben een gouvernante gekregen en zullen iedere avond van huis wor den gehaald en weer thuis worden gebracht. EEN iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii OP DE BOEKENMARKT Aya Zikken „Geen Wolf te zien". De Arbeiderspers. Amsterdam 1963 Wat is de mens? Dit is de vraag waarom deze diepzinnige roman van Aya Zikken draait. Men ont moet een dochter. Kira en een moeder, Jacynth. Kira is een twee- entwinti gjaarige tekenares en de plaats van handeling is haar ka mer. Tot. zover de tastbaarheid. Ontastbaar en zeldzaam indruk wekkend is al het andere. Het moge vreed klinken om bij een boek als dit. dat in een zo klare stijl met glasharde woorden ge schreven is, te spreken van symbo- MIEKE BOS nieuwe musicalster Want iedere ongesubsidieerde theaterproduktie blyft een avontuur, ook al schijnen alle voor- waarden voor een groot succes jaanwezig. De producers van „Oli- meenden immers ook aan al voorwaarden te hebben vol daan. „Oliver!" is met zorg, toe- I,wijding en groot vakmanschap tot •tand gekomen en kreeg opgetogen 'kritieken in de kranten. Toch wil het publiek niet komen. t' „Sound of Music" is een kind van Carré-directeur Karei Wun- nink en revueproducent René Sleeswijk. „Natuurlijk zijn wij van mening, |dat dit de beste musical wordt, die ooit op de planken is gezet. Maar wij zijn er van bezeten en, dus niet objectief", aldus de heer Wunnink. „In de t heaterwereld sta je voor 3de grootste verrassingen. Het is moeilijk te voorspellen, wat het wel en niet zal doen bij het publiek. 1 „Sound of Music" kreeg in New York vernietigende krantekri tieken, maar haalde daar toch 1356 J voorstellingen. In Londen kwa- ook slechte kritieken uit de maai' dezer dagen had men B voor de 1000ste maal een uitver- kocht huis Ontroerd! In de zomer van 1962 zag René Sleeswijk in een Londens theater de „Sound of Music" en pinkte een traan weg van ontroering. Hij liep «1 jaren rond met plannen om sa men met Karei Wunnink in Ne derland een musical te brengen. Samen hadden zij er al tientallen gezien, maar nog geen goed genoeg 'bevonden. „Als een doorgewinterde theatervent als „Slees" door een voorstelling wordt ontroerd, moet het wel iets bijzonders zijn", dacht- Wunnink en vloog onmiddellijk naar Londen. Hij zegt nu: „Het was inderdaad het beste, dat wij hadden gezien. Wij vinden, dat het verhaal de mensen zal aanspreken, dat de muziek prettig in het ge hoor ligt. dat er fraaie toneelbeel den zijn op te bouwen en dat is vooral belangrijk dat wij het •tuk met Nederlandse acteurs kun nen bezetten". Twee, jaar lang hebben Slees wijk en Wunnink hun „Sound of Music" voorbereid. De belangrijk- •te beslissing was die over de hoofdrol. Zij meenden. dat hiervoor slecht* één man In aanmerking kon komen, de voor Nederland on- (Van onze correspondent in Bonn) Het Duitse volk staat niet be kend als overborrelend van zin voor humor. Daarvoor ontbreekt het dit zendingsbewuste Europese middenvolk wellicht aan realiteits gevoel. De Duitser heeft de nei ging zijn situatie tragisch of he- raisch op te vatten, maar niet hu moristisch. De buurlanden van Duitsland hebben dit vaak tot hun schade ondervonden. In de Duitse Democratische Re publiek van de gepuntbaarde uit Saksen stammende communist Walter Ulbricht blijkt de druk van de staat op de enkeling echter zo groot te zijn, dat voor tragiek en heroïek geen plaats meer is en hu mor de enige uitlaatklep lijkt waardoor de enkeling stoom kan afblazen. Af en toe waaien een paar van de achter het ijzeren gordijn circulerende grappen over naar het Westen. Hier volgen een paar typisch Oostduitse moppen. De eerste vlucht naar de maan is respectievelijk de Rus sen. de Amerikanen en de Oost duitsers gelukt. Chroesjtsjow vraagt de piloot van het ruim teschip: „Wat wil je hebben, ka meraad, een onderscheiding of geld?" De piloot antwoordt: Naar U wel in de pers zult hebben gelezen, wordt op instigatie van de Wereld raad van Kerken van 18—25 ja nuari weer de wereldgebedsdag gehouden. Wie er even bij stilstaat, wat hier gebeurt, kan niet anders dan ervan onder de indruk ko men. Mensen treden voor God en roepen Hem aan in hun nood. Mensen in Amerika èn Rusland, in China èn India, in Indonesië èn Engeland, Zuid- Af nka, Nederland. Mensen over al ter wereld zo met elkaar ver bonden ondanks verschillen naar ras. nationaliteit, geschie denis. cultuur, politiek bestel, economische belangen. Christe nen Oostersorthodoxen, Rooms- katholieken. Anglicanen. Protes tanten en hoe zij verder heten mogen. Hun nood is hun geeste lijk bescheiden leven, hun on derlinge verdeeldheid en twee dracht, hun verschillen en ge schillen ter zake van dogmata, belijdenis en kerkelijke organi satie. In Christo weten zij„één is uw meester en gij zijt allen broeders", maar de werkelijk heid. die historisch is ontstaan en mede door hun toedoen wordt in stand gehouden, draagt daar practisch al te weinig spo ren van. Dat is hun nood. die de waarheid van het Evangelie en hun geloof tot dubieuze zaken maakt voor de buitenstaander Deze nood is een extra bijdrage aan de nood der wereld. En daarom willen zij nu bidden om eenheid. Welke christen kan hier onberoerd onder blijven en zou niet willen meedoen? Wil dit bidden verantwoord en zinvol geschieden, dan diene men zich vooraf er wel op te bezinnen, wat men gaat doen en waarom men dan God bidt Bidden om eenheid, maar wat verstaat men daar dan onder, wat stelt ieder zich daarbij voor ogen? Een soort super-kerk waarin dank zij nivellerende schemer alle katten grauw zul len zijn, kleurloos en karakter loos? Of omgekeerd: eenheid als uniformiteit in een allen om vattende kerk. die de pretentie zou voeren van alleen en uit sluitend de waarheid ten volle te bezitten, waar de overige ker ken hun geloofsbezit en be stuurlijke vorm aan zouden heb ben aan te passen? Toen op Anglicaans initiatief deze ge bedsweek werd ingesteld, wilde een deel der Rooms-Katholieken in deze gedachtengang dit aan grijpen als een mogelijkheid an dere christenen tot Rome te brengen. Gelukkig heeft abt Couturier te Lyon zich tegen deze denaturering van de opzet en intentie verzet. Hij no digde alle christenen uit in de zelfde week te bidden, dat God de zichtbare eenheid van Zijn Koninkrijk wil geven, zoals Christus die verlangt, op Zyn tijd en wijze. Hoe waardevol de wegwijzing van Couturier mag heten om misbruik van deze onderneming te verhoeden, hiermee is toch nog te weinig gezegd. Al te ge makkelijk verzeilt men immers zo in een evangelisch genor meerd idealisme, dat langs de werkelijkheid heenleeft en dus tot desillusies zal leiden. Wil men verder komen, dan zal men cich gedegen rekenschap moe ten geven van de geestelijke processen, die in kerk en cul tuur door ae tijd aan de gang zijn, wat voor signatuur zij dra gen en welke conclusies de christenheid hieruit heeft te trekken in de gegeven situatie. Dan zal men o.a. de ontdekking doen, waarom Christus' bede „dat zij allen één zijn", die in alle tijden gold. nu opeens als zo brandend actueel wordt erva ren en beseft, dat de kerken on weerstaanbaar tot een nieuwe koers worden bewogen en ge drongen. Dan zal men nolc oog krijgen voor de moeilijkheden, waarvoor deze koerswijziging de kerken stelt. Paus Paulus wees er tijdens zijn bedevaart al op „dat de eenheid niet bereikt kan worden ten koste van de ge loofswaarheden". De studiesecretaris van het Departement voor Geloof en Kerkorde van de Wereldraad van Kerken Dr. Lukas Visscher schreef in verband met deze ge bedsweek een belangwekkend artikel, waarin hij erop wees, hoe de christenheid en kerken niet alleen uit trouw en verant woordelijkheidsbesef, uit zelf respect en zelfrechtvaardiging hun waarheid en vormen niet zo maar kunnen prijs geven, maar deze ook tot zelfbescherming behoeven In de duisternis en onzekerheid, waar zij op weg naar eenheid onvermijdelijk doorheen zullen moeten. Een weg, die de bereidheid vraagt om Christus' wil dat op te ge ven, dat zij voor het leven hou den Daarom kan de zo vurig verlangde éénheid niet doel zijn van het bidden, maar alleen ge volg van een door gebed veran derde geesteshouding, vrucht des geloofs, dat zijn Gethsemane gekend heeft. Zinvol dunkt mij zo dat gebed om eenheid der christenen naar een Engels ge bedenboek O God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vrede vorst, schenk ons de genade, dat wij de zonde en grote gevaren ter harte nemen, waarin wij ons door onze droeve verdeeldheid bevinden Neem van ons alle blindheid, vasthoudendheid, vooroordeel en wat ons verder moge belemme ren om eendrachtig te zijn, opdat wij voortaan één van hart en één van ziel, door U geheiligd in een verbond van waarheid en vrede, geloof en liefde. U metterdaad verheer lijken". W. J. H HUB EEK, Ned. Herv. pred kant. Voorganger Ver. Vrljz. Herv Leiden. „Onderscheidingen genoeg, geef me liever geld". Johnson vraagt de Amerikaanse ruimtevaarder hetzelfde. Die zegt: „Well, geld is er genoeg, geef mij maar een onderscheiding". In Oost-Berlijn wordt de Oostduitse astronaut bij Ulbricht gebracht, die zegt: ..Waarde kameraad, zeven da gen waart u onderweg. Wilt ge dat met overwerk inhalen of zullen we het maar van het loon aftrekken?" Een andere Oostduitse mop: Vraag van een luisteraar aan de radio-omroep: „Heeft Zwitserland een ministerie voor Marine nodig'1" Antwoord: „Dat is best mogelijk, ook wij hebben een ministerie voor Handel en Voedselvoorziening". Andeire vraag. „Wat is een cata strofe?" Antwoord: „Details over de ontwikkeling van de landbouw in de DDR kunnen niet worden gepubliceerd". Een grap waarin Kennedy en Macmillan nog een rol speelden, is de volgende. De duivel achtervolgt een auto, waarin Chroesjtsjow. Kennedy en Macmillan zitten. Ze krijgen angst en Kennedy zegt we moeten wat, doen. Daarop neemt hij een biljet van honderd dollar uit zijn portefeuille en gooit het op de weg. De duivel blijft even staan, raapt het biljet op, maar gooit het weer weg en zet zijn achtervolging voort Macmil lan probeert het ook, ditmaal met meer. Hij laat tien biljetten van duizend pond op straat fladderen. Weer blijft de duivel staan en raapt met iets meer belangstelling de bankbiljetten op. Maar tot an dere gedachten schijnen zij hem niet te brengen. Hij zet zijn ach tervolging van de auto voort. Dan zegt Chroesjtsjow: „Ik weet wat". Hij pakt zijn opschrijfboekje, krabbelt iets op een blaadje, scheurt dat eruit en gooit het voor de voeten van de duivel. Deze raapt het op en leest Chroesjtsjows krab bel. Hij wordt krijtwit, draait zich om en is binnen een oogwenk uit het gezicht verdwenen. Kennedy en Macmillan zijn stomverbaasd. „Wat heb je geschreven, Chroes?" vragen zij. „Niet veel", antwoordt de Rus, „Ik heb alleen gezet: op passen. bmnen twee minuten be reiken wy de gras van de DDR" Een echte partijmop: „Kame raad Mayer, waarom was u niet op het laatste partijcongres?" vraagt Sed-bons Müller. Ant woordt Mayer: „Had ik geweten dat het het laatste was, dan was ik zeker gekomen". Twee Oostberlijners ontmoeten elkaar. De ene vraagt: „Hoe gaat het ermee?" De ander zegt: „Goed". „Wat", zegt de eerste, ..goed? Hoe kan dat nu met de Muur en zo?" antwoordt de an der; „Prefereer Ji) cellulair?". Natuurlijk doen ook veel moppen in Oo6t-Duitsland de ronde die in alle communistische landen opgeld doen. Vraag van een luisteraar aan de radio-omroep: ..Zal er in de uit eindelijke communistische samen leving nog geld bestaan?" Ant woord: „Neen, ook dat zal dan op zijn". Vraag: „Wat is het verschil tussen socialisme en kapitalis me?" Antwoord: „In het kapi talisme wordt de mens door een mens uitgebuit. In het socialis me is het precies omgekeerd Vraag: Wanneer begint de eindfase van het socialistische tijdperk?" Antwoord: „Als iedereen genoeg heeft". Zo zou men verder kunnen gaan. Het aantal moppen dat in Oost- Duitsland de ronde doet, ls on overzienbaar. Het valt echter op. dat de grappenmakerij die thema's mijdt die al te wonde plekken zijn voor de Oostduitsers. Er zijn niet veel grappen over de Muur. even min over de vluchten. Ook de oud- stalinist Ulbricht komt niet vaak in moppen voor. Wel doet men graag zijn afschuwelijk Saksisch accent na. maar als onderwerp voor grappen ls de partijchef waarschijnlijk te gehaat en te ge vreesd. Ook In de nazitijd deden ln Duitsland moppen de ronde over de grote party bonzen, over Hitler, Goring en Gobbels. Maar men krijgt de indruk dat de grappen makerij van toen minder verbreid was en minder van harte ging dan nu In Oost-Duitsland. In het Der de Rijk waren de onderdrukkers tenslotte niet door een vreemde macht opgedrongen, maar zelf ge kozen door het Duitse volk. Voor een relativering van de nazi-over - heid was een afstand nemen van de eigen daden en de eigen persoon nodig, wat maar weinig Duitsers opbrachten. Nu is het anders. Men heeft zich nooit geïdentificeerd met het communistische regime, op uitzonderingen na. en de spot heeft anderen tot object, niet Indi rect het eigen lk. Hoe de moppenmarkt rich In de DDR zal ontwikkelen, hangt af van de politieke evolutie. Wordt het regime liberaler, dan zal er wel een hausse in politieke grap pen komen, zoals in Polen na de dooi ln oktober 1956. Mocht deze liberalisering evenwel met zich meebrengen dat de Oostduitser* zich gaan Identificeren met het wel en wee van de Oostduitse staat en samenleving, dan zal de hu morloosheid. die het WestduiLse le ven kenmerkt, ook ln de DDR wel weer terugkeren. Berlijn, vanouds de bakermat van de Duitse humor, cal dan ook op dit gebied een enclave rijn. liek. En toch is die symboliek evi dent. Want wat gebeurt er name lijk? Op een dag komt de moeder na een jaar waarin zij elkaar niet gezien hebben, bij haar dochter binnen. Zij is niet welkom, In tegendeel. Kira haat haar moeder met die ongegronde, maar met on beredeneerde haat, die er heersen kan tussen ouder en kind. De moe der zegt ziek te zijn en spoedig te zullen stenen. Zij vraagt Kira of zij de laatste tijd van haar leven mng doorbrengen in de ongebruikte, by- na donkere achterkamer, die door een gordijn gescheiden is van Ki ra's werkkamer. Kira stemt toe met een grote geldelijke beloning in het vooruitzicht en op voorwaarde, dat zy zich in haar eigen bestaan geen enkele beperking zal behoe ven op te leggen. De betekenis is m i. dulóelyk. In de sombere ach terkamer van Kira's bewustzijn, achter het gordijn van de ontken ning, leeft de moeder. Kira wordt gedwongen tot het aanhoren van haar moeders levensgeschiedenis, want de af spraak luidt dat de oudere vrouw mag spreken als Kira alleen ls, maar dat Kira niet behoeft te ant woorden. Anderzijds zal een moe der nu in staat zijn een dochter te horen leven op een wijs*, die nie mand ooit in de realiteit zou kun nen bereiken. Zo ontstaat het ge vecht van twee verwante zielen om contact, ondanks allee. Parallel met deze ontwikkeling loopt de verhouding tussen Kira en Menander. Menander is haar min naar „voor minne uren' 'zoal* zij tegen haar moeder gezegd heeft. Ook Menander zit verknoopt in zijn verleden. Hij vertelt Kira bijna dwangmatig telkens weer over zyn soldatentijd in Indië en over zyn kamptyd. Ook hem bijt de wolf van het schuldgevoel; schuld aan de dood van amieren of niet? Held of lafaard? Wie is deze Kira aelf? Zij ls de Jonge vrouw, die niet gehinderd wenst, te worden. Door niemand er» vooral niet door Iemands verleden. Zij werkt om haar geest bezig te houden en kiest zich een man voor haar lichaam. Zij wil geen tranen, geen gezeur, geen gejammer over vroeger. Wat heb ik met een ander en zijn leven te maken? Dood is dood en wie nog leeft, heeft over wonnen. Overwonnen, waarvoor en waartoe overweegt rij niet. Aan wezig zijn, bestaan, is voldoende. Kira wenst geen wolven te zien. Wel wenst zij een wolf te zijn desnoods, niet uib zelfverdediging, maar principieel. Hoewel de schrijfster dit ner gens met zoveel woorden zegt, moet het toch de volmaakt onvermoede band tussen de bekentenissen van de beide belagers van haar een zaamheid zijn. die Kira brengt tot iets, dat men de erkenning van het niet-weten zou kunnen noe men. Die band wordt gevormd door de figuur van de gestorven Walt Vetter, medegevangene van Men ander. van wie Jacynt de afkomst weet. De beide levensgeschiedenis sen, die van de moeder en die van de minnaar dus. zijn bijzonder knap verwezenlijkt. Het verhaal van de moeder Jacynth heeft iets van een sprookje, met van het sprookje zowel het boosaardige als het poëtische. Dat van Menander is de mythe van de strijd en de heldhaftigheid. Zodoende treedt het element zelfbedrog op twee ver schillende wijzen voor Kira op. Tot dat de waarheid in de mythe van het verleden tot haar doordringt. Dan krygt zij contact en zij rea liseert rich, dat de mens de mens alleen kan aanraken, als hij over de ander denkt als over zichzelf. Dat dat aanraken rich tot de vin gertoppen zal beperken, ls voldoen de. Er gaat een grote kracht uit van deze roman en dit is zonder twyfel Aya Zikkens meest aangrij pend boek. Het is de geschiedenis van de problematiek tussen de ge neraties. gedramatiseerd tot. men selijk beleven en geactiveerd tot gestalten. CLARA EGGLV

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 7