ASSEPOES TOVERT HAAR EIGEN FEESTJAPON DE KERSTBOOM HAVERMOUT-SCHUIMPJES IN EEN KRING VAN ENGELTJES; Jllui VIEREN WE EIGENLIJK I UIT en I THUIS Kerst- dineetjes ^Tïloederlijlze. overpeinzing beauty products Parfumerie Suringar KAARSVETVLEKKEN GOUDEN KERSTMIS DE WOLKJES DE ENGELTJES Zaterdag 21 december 1963 Pagina 3 Vanzelfsprekend heeft u uiv kerstplannen en die voor de kerstvakantie al enige tijd ge leden gemaakt. U weet van daag waar u tijdens de feest dagen zult zijn. wie u ontvangt en wanneer, u weet wat u bij de verschillende gelegenheden van 's jaars laatste feestelijke dagen zult dragen. Offe Bent u er echt wel zo zeker van? U zoudt heus de eerste nie tzijn die haar plannen op het laatste nippertje moet her zien en ineens niets heeft om aan te trekken. U dacht dat u een weekje gezel lig, huiselijk, uit logeren zou gaan. Maar ineens is daar die expresse - brief met „breng avondkleding mee". Een feestje? Een bijzonder uitgangetje? U weet het niet. Het moet kennelijk een verrassing blij ven. Wat u echter wel weet is dat u geen avondkleding bezit. Uw buitenlandse kennissen bel len onverwacht: ze zijn in het land en willen een avondje gezellig met u in de grote stad uitgaan. Of Ma rianne belt: voor dit of dat feest is onverwach t een paar uitgevallen. Wilt u hun plaats innemen? Dins dag om acht uur De logeergasten op wie u al we ken gerekend hebt, schrijven plot seling af en ineens is daar de ge legenheid om aan het Jaarfeest van de vereniging deel te nemen of naar het veelbelovende feest van Jan en Mies te gaan dat u door de logé's Nauwelijks is pakjesavond T TT1T T/T"1 D O T1 "R/TTC O achter de rug of de wereld om yy f". I IX I 11 M X I'IIlJ je heen verandert. Iedere eta lage wordt door een toverstaf aangeraakt en omgebouwd tot een sprookjesland in rood. zil ver en groen. De folders, die op het matje vallen, vertonen dezelfde kleuren: warm. koket, hoopvol. De kinderen dromen hardop van vakantiemet rap porten in het dreigend ver schiet: de stenen jungle van de stad geurt plotseling naar spar- regroen en sinaasappelen. Je haalt eens diep adem en dan weet je het weer: de donkere dagen voor Kerstmis zijn aan gebroken Te midden van die opgebloeide idylle voel je Je als het meisje, dat Juist in ondertrouw is gegaan: op gewonden. nerveus, met verschrik kelijk veel te doen. Je rommelt in de kast en bestelt een nieuw, sneeuwwit tafellaken. Je rommelt in andere kasten, telt, en rent dan naar een winkel om kaarsen, cor sages, wijnglazen en pindabakjes te kopen. Je maakt een afspraak met de drukker. Je boent het huis schoon en sleept daarna een sparre- 'gos nel eru ka usti es. sj ligt het ver e U s gd iien. mste boom over de drempel, opdat alles weer onder hars en afgevallen naal den komt te zitten. Je bent dagen in de weer voor „het" diner. Je brengt vele uren door in overvolle winkels en warenhuizen. Je draagt voorzichtig schatten naar huis en barst bijna in tranen uit wanneer een teer, zilveren dingetje gebroken uit het vloeipapier komt. Alleen bruidjes en huisvrouwen-voor - Kerstmis kennen dat. Eerste kerstdag: heldere ossestaartsoep kalkoen, gevuld met appels en pruimen aardappelpuree ijstaart kaasdessertschotel Tweede kerstdag: kalkoenpasteitje picata met gesmoorde tomaatjel en rijst perziken flambée met dunne room mocca Picato (4 personen) 4 kalfslapjes van 100 g (zéér plat laten slaan door de slager), ei, ge raspte oude kaas, boter, rozemarijn, ;ebe|thUm, zout en peper. Klop het ei los met peper, zout en een smifje rozemarijn en thijm. Ge raspte oude kaas er door mengen. En vervolgens de kalfslapjes door dit mengsel halen. Daarna in de ingejhete boter in enkele minuten goud bruin en gaar bakken. De jus afma ken met een scheutje room en iet tomatenpuree. Opdienen op een ver warmde schotel, en de gesmoord tomaatjes er om heen zetten. Gar neren met iets peterselie, k val Perziken flambée met dunneroom ,1 Laat een blik perziken zeer goed >n if blekken en snijd de vruchten ver- icrho v°lgens ln schijfjes. Leg de vruch- lscnoïten, samen met 2 in plakjes gesne- n bananen in uw fonduepan Jaquelon) of ais u die hebt. een peren koekepan. Besprenkel de ..uchten met citroensap en plaats *nJde pan op de rechaud. Goed heet laten worden en overgieten met '4 dl rum (met hoog alcoholpercen tage». Aansteken, na enkele tellen de vlam doven, door een deksel op de pan te leggen. Warm serveren Jmet gezoete dunne room en even- GGEjtueel poedersuiker. ran t waa Al met al ben Je wel een wonder lijk soort bruid: één die al vele vele jaren is getrouwd, een stel kinderen heeft, de mannen en hun zwak heden heeft doorgrond en voor wie een kerstrapport belangwekkende lectuur is. Maar evenals het bruid je heb je een verlanglijst, breek je je hoofd over versleringen en uit nodigingen, over tafelschikking en hors d'oevres. Er is zoveel te rege len, te organiseren eer de grote dag aanbreekt. Je mag niemand verge ten, niemand op de teentjes trap pen. De woorden: liefde, trouw, van goede wille en vrede zijn niet van de lucht. Je neemt Je allerlei dingen heilig voor en vergeet ze meteen weer. Je leeft in een hek senketel van beslommeringen en omvliegende dagen, terwijl je niet temin vergaat van ongeduld. Was het allemaal maar weer achter de rug! Bij dat alles is echter één groot onderscheid: De bruid is het middelpunt van al die acti viteit en zal straks het glorie rijke middelpunt va** het feest zijn. Met kerstfeest kom Je er als huisvrouw zelf nauwelijks aan te pas: het Kind is de hoofdzaak, een Kind dat eens in een stad werd geboren om licht en vrede te verspreiden. Bij de voorbereidingen tot dat feest ben Je als de bruid: Je krijgt duizend moeilijkheden en verrassingen te verwerken. Maar is de grote dag déér, dan treed Je terug: nu is het de beurt aan Het Kind. aan het oude, altijd boeiende verhaal, aan de glans en de hoop. Misschien vergeten we dat wel eens, stellen we de gezelligheid, de feestelijkheid, het biy bij mekaar zijn, de versiering en het nieuwe tafelkleed te veel op de voorgrond. Wat zégt dat kerstfeest onze kin deren nog? Vrede-op-aarde, ja, dat horen we genoeg. Maar hóren we het ook? Er is een kindeke gebo ren hoe lief, maar gelóven we er in? Zijn moeder had slechts een paar schamele doeken om Het Kind in te pakken. „Hoe vindt u mijn Jurk?" vraagt Marian trots aan oma die zelf ook pronkt ln een nieuwe Japon. Drie wijze koningen volgden een ster, in hun verlangen de Verlosser ln een vreemd land te mogen begroeten. Opa vraagt: „Is Oostenrijk even mooi als Zwitserland? Waarom gaan Jullie niet eens naar Spanje?" De os en de ezel keken domweg naar het Wonder en knabbelden een bosje hooi. Toch waren ze bij Het Gebeuren getrokken. Onze poe zen bedelen onder de tafel om een kippepootje, snuffelen aan de kerstboom en zeuren bij de achter deur om op de muizenjacht te mo gen gaan Zij weten van niets. De herders rekten schuw de hal zen om het Kindje te zien en keken verlegen naar de Jonge moeder, uit wier schoot het Licht werd gebo ren. Oom Janus vraagt Joviaal: „Hebben jullie de baby van Fred en Lien al gezien? Wat een boef hè? Zo bijdehand als wat." O ja, het is alles even gezellig, genoeglijk. Je ziet elkaar weer eens, je krijgt de gelegenheid om bij te praten, de familie vindt dat de kinderen al groot worden, we roddelen knus een beetje over de afwezigen, we schenken nog eens in, knabbe len nootjes en zoute stengels. De gastvrouw heeft eer van haar wekenlange tocht door de win kels, haar schoonmaakwoede, haar kookkunst. Kortom: we vieren Kerstmis. Maar vieren we ook Kerstmis? THEA BECKMAN Jammer genoeg had moeten af zeggen. Of u had hoegenaamd geen plan nen voor deze feestelijke maand. U dacht dat u alleen thuis zoudt zit ten. Totdat Huub u vroeg voor een avondje-voor-twee ln het elegante Lldo. Arme Assepoes Was er nu maar een goede fee die, zij het geen glazen muiltjes, dan toch een feestelijke japon tevoorschijn toverde. Zo'n Japon van het laatste nippertje. Er is geen tijd meer om nog iets te laten ma ken. Er is geen tijd meer om nog naar de stad te gaan en iets klaar te kopen. Er zit voor Asse poes niets anders op dan haar eigen fee te zijn, haar eigen feestjapon te toveren. Zonder abacadabra, zonder toverstok, maar met 6 meter zwarte mous seline. Vlug dus, jas en schoenen aan en op een holletje naar de stoffen- winkel in de straat. Als u na het avondeten met toveren begint, bent u om acht of negen uur gereed voor het feest. Wanneer u over een as sistente beschikt, moeder, dochter of vriendin, zoveel te beter: het toveren zal er door vergemakkelijkt worden. En wanneer u zich aan een van de twee volgende toverfor mules houdt, zult u een Assepoes zijn waarvoor de Prins maar nee, laten we niet op het roman tische verloop van de avond voor uitlopen. Kies model 1, een Japon met asy- metrisch decolleté en schouderdra- pering, of model 2. dat strapless is en een heupdraperie heeft. En volg de punten van toverformule 1 of 2. IA. Bevestig een zwarte onder- Jurk (indien u witte of gekleurde mousseline koos een onderjurk van overeenkomstige kleur) aan een bustier of strapless bustehouder. Verwijder het rechter schouder- bandje van de onderjurk. IB. Speldt het ene uiteinde van de mousseline, die in de lengte dubbelgevouwen is, een eindje ach ter de rechterarm aan de boven kant van de onderjurk vast. De stofvouw komt aan de bovenkant, de zelfkanten van de stof vormen de „zoom" van de japon. Sla de stof losjes om het lichaam heen. via de voorkant naar links, en om de rug terug naar de linkerarm. Hecht de vouw van de mousseline hier en daar aan de bovenkant van de onderjurk vast (een helpende hand is hier een uitkomst!) en trek de stof niet te strak om het lichaam. IC. Sla de resterende stof over de linkerschouder, drapeer de stof netjes over het voorpand en zet hem op het schouderbandje vast met een feestelijke clips of broche. Laat het einde van de stof op de rug afhangen. Klaar is de fee en klaar is Assepoes! 2B. Voor de tweede versie begint u op dezelfde wijze als voor de eer ste (zie figuur IA), alleen worden beide schouderbandjes verwijderd. De mousseline wordt weer met de vouw over de buste en de zelf kanten boven de knie iets ach ter de linkerarm aan de bovenkant van de onderjurk bevestigd. Sla de stof vervolgens over het voorpand, onder de rechterarm door naar de rug. Hecht op het voorpand vast. 2C. Wikkel de stof gedrapeerd, via de rug en de voorkant naar de rechterheup. Hecht de vouw van de gedrapeerde stof op rug en voor kant vast en bevestig de drapering met een sieraad op de rechterheup. Laat de resterende stof langs de heup afhangen. U kunt deze laat ste geljjk met de zoom van de japon afknippen, maar een ongelijke zoomlijn. met de draperie langer dan de japonrok, geeft een flatteus en gekleed effect. Nu fluks uw fees telijke bijoux, handschoenen en uw muiltjes aangeschoten en u zult menige boze stiefzuster van nijd doen tandenknarsen. Amuseert u, Assepoes! En verlies niet uw geduld wanneer u u na het feest uit uw toverjurk gaat ontpellen. Doe het voorzichtig en met zorg, want uw zes meter mousseline komen u ln de toekomst nog van pas. namelijk in de vorm van een complete, keurig in elkaar genaaide japon, die u niet met behulp van een schaartje hoeft uit te trekken. J. V. (Advertentie) Verkrijgbaar bij: BREESTRAAT 108 - LEIDEN TELEFOON 23401 Natuurlijk hebt u met het kopen van de kerstboom niet tot de laat ste dag gewaoht, want dan zijn de mooiste bomen verdwenen. U doet er goed aan de boom buiten te la ten staan in de tuin of op het bal- con om te zorgen dat hij niet uit droogt. Om het uitvallen van de dennenaalden tegen te gaan kunt u de boom enkele dagen in een em mer water zetten alvorens hem te versieren. Op iedere liter water doet u een eetlepel glycerine, die door de boom wordt opgenomen. Een onzichtbaar dun laagje parafine houdt dan het snel uitdrogen van de naalden tegen. Elektrische kaarsen zijn vei liger maar echte kaarsen zijn nog altijd veel mooier. U kunt de kerstboom echter minder brandbaar maken. Bespuit de boom voordat deze naar binnen wordt gehaald met een heel lichte oplossing van waterglas. Op het laagje parafine zet zich dan nog een tweede, eveneens onzichtbaar laagje af, dat de boom vrijwel onbrandbaar maakt. Houdt wel steeds een emmer water bij de hand, als de kaarsen branden. Na de kerstdagen vinden we na tuurlijk overal weer kaarsvetvlek ken. Als het kaarsvet hard is ge worden verwijder het dan zoveel mogelijk met een dim mesje. Leg er daarna dik vloeipapier op en zo mo gelijk onder de stof en strijk met een strijkijzer over de stof, zo warm als het vloeipapier toelaat. Is er nog wat te zien, behandel dan de vlek voorzichtig met bènzine of alcohol. Kaarsvet dat op hout is gevallen kan worden verwijderd met olijfolie. Wees hier met het afkrabben heel voorzichtig om kras&en te voorko men. De Franse vrouw draagt dit jaar met Kerstmis geen fluweel, maar een Japon van goudbrokaat of een andere goudkleurige stof. Maar er zullen heel wat vrouwen zijn die zich geen kostbare gouden feestjurk kunnen veroorloven. Zij frissen de japon-van-vorig-Jaar op met gou den tressen, knopen, biesjes en an dere goudkleurige versierselen. „Gouden" tassen, ceintuurs en schoentjes completeren het toilet. Een donkere schoen kan door een gouden strik worden opgevrolijkt. Alles zal glanzen, maar het zal wel niet alles goud zijn wat er blinkt. 's-Avonds als ik slapen ga Volgen me veertien engeltjes na Twee aan mijn hoofdeind Twee aan mijn voeteneind Twee aan mijn rechterzij Twee aan mijn linkerzij Twee, die mij dekken Twee, die mij wekken Twee, die mij wijzen Naar 's Hemels paradijzen. Een heel feestelijke lekke-nij bij thee of koffie zijn Engele wolkjes", havermout-schuim- pjes in een kring van veertien engeltjes. Midden op de schaal met schuimpjes plaatst u een kaarsje of een ander kerstver sierinkje. U kunt de engelewolkjes ook als dessert geven. Rangschik ze dan in een glazen schaal en giet er wat puddingsaus of ver dunde jam over. eventueel te garneren met slagroom. De kring van engeltjes zet u in dit geval om de schaal in plaats van er op. Ook het kaarsje komt er naast te staan. Voor 20 stuks: 2 eiwitten mes punt zout 1 theelepel azijn 1 pakje vanillesuiker 100 g (6 eet.1.) suiker 20 g 3 eetl havermout ouwe' of vetvrij papier. Klop het eiwit met een garde of handmixer, voeg het zout en de azjjn toe Klop ozlang tot dat wit bijra stijf is. doe er dan lepel voor le pel de suiker bij en de vanillesuiker, blijf kloppen totdat het eiwit glan zend wordt en zó stijf, dat het in punten blijft staan. Schep er nu vlug de havermout doorheen (niet meer kloppen». Beleg een bakblik met ouwel of vetvrij papier Be boter voor dit laatste het bakblik en ook het papier. Leg er bergjes van het eiwitschuim op en laat ze mid den in de oven in ongeveer 1 uur droog worden. Neem ze dan van het bakblik (breek de ouwel erlangs weg) en bewa? r ze in een goed ge sloten trommeltje. Bak ze als volgt: In de ga-soven zonder thermostaat: Verwarm de oven 3 minuten voor. zet het bakblik middenin de oven, temper de vlammen tot zeer klein «een zeer lauwe oven) en laat de schuimpjes er 1 uur in drogen. In de gasoven met thermostaat: op cijfer één 1 uur. In de elektrische oven met tempe- rat uurregelaar: 1 uur op 125 gr. C. In de elektrische oven met 2 oven- schakelaars: 40 minuten B0-01 (ventileer steeds) 20 minuten BI-01 10 minuten beide uit. Veertien in getal, net als in het bekende rijmpje. Op het plaatje kunt U zien. dat ze de zelfgebak ken schuimpjes „afronden", ze staan er in een kring omheen. Echt iets voor de kinderen om te maken als ze niet bulten kunnen spelen. Ook de heel kleintjes kunnen mee helpen want de engeltjes zijn erg makkelijk te maken. De eenvoudig ste manier is: Neem een stuk stevig, maai niet te dik papier van 75 cm lengte en S'i cm breed. Trek daarop om de 2l£ cm een dwarslijntje (dat zijn dus 27 lijntjes). Als dat gebeurd is het papier op die lijntjes zig-zag op vouwen Daarna op het eerste vlak je van 2*2 cm breed de helft van het engeltje tekenen zoals hierbij afgebeeld. Dan de stukken, die bui ten het engeltje vallen wegknippen en de stroop uittrekken. Met. een stukje doorzichtig plakband het be gin en het eind aan elkaar vastma ken, zodat een kring ontstaat En daarna kunnen de kinderen hun fantasie vrij spel laten door de en geltjes met kleurpotloden lieve, vro lijke lachende of pruilende gezicht jes te geven. Of door ze allemaal een andere kleur te geven. BBWBWBWIMIWIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIWWWIIIIW ,JNee, ik vind sinterklaas wel aardig hoor, vooral voor de kin deren en zo, maar 't haalt toch niet bij kerst. Dat vind ik nou veel móóier. De sfeer, tja, ik weet 't niet. Alles, de hele sfeer Kortom, de, meneer die dit alles in de trein met zijn medereiziger zat te beredeneren wist 't dus niet. Hij wist niet hoe en waarom, maar vast stond dat hij kerst een móói feest vond. Nu is „sfeer" een wat on duidelijk begrip. Je kunt erbij denken aan warm kaarslicht, aan geurig pennegroen, aan kalkoen en plumpudding, aan: gezellig alle kinderen thuis. En ook: aan kerkklokken en vrede op aarde. O ja, dat hoort allemaal bij de algemeen erken de bestanddelen van die sfeer. Bovendien kan iedereen er nog de nodige persoonlijke idees aan toe voegen een kerstspel b.v. of een kerstcantate van Bach, terwijl een ander weer droomt van „a white Christ mas". In ieder geval met kerst moet alles zo goed, zo royaal, zo vol maakt zijn als maar enigszins mogelijk is. Kerstfeest Is ook 't feest van de verhalen, oude, klassieke én moderneveel goede, veel verve lende. Alom worden ze verteld en voorgelezen. Ik waag 't er op er nog eentje aan toe te voe gen, dat ik vond in een klein blaadje, 't Ging over de dirigent die ieder jaar met zijn dorps koortje, een kerstcantate uit voerde. Een klein, niet al te best koor. een vrij slecht orgel, be speeld door een amateur. Maar ze waren bijna een jaar bezig met de voorbereiding en ze de den het met hart en ziel. Eens op een keer kwam er een be roemd dirigent in 't dorp loge ren. De man was zo'n groot kun stenaar en stond zo aan de top in de muziekwereld, dat hij er helemaal moe en overwerkt van ivas geworden. Vandaar dat hij in 't dorp kwam uitrusten. De plaatselijke dirigent vond t een enorme eer, dat zijn grote col lega nu ook hun kerstcantate zou kunnen horen. ,Jk ben be nieuwd naar uw oordeel", zei hij. En na de uitvoering, bij een goed glas wijn, vroeg hij vol spanning: „En hoe vond u het?" 't Antwoord was kort en duide lijk: „er deugde helemaal niets van". Dat was wel een klap, maar de amateur was merk waardig genoeg helemaal niet in zijn wiek geschoten. Wel ver bouwereerd en bedroefd. „Ik weet 't best onze zangkunst staat niet op zo'n hoog peil, maar we doen 't met ons héle hart, en, ziet u, we geloven in wat we zingen". O zei de beroemdheid, maar daar gaat het helemaal niet om! 't Enige waar 't op aan komt is vakmanschap. Een koor moet deskundig geleid worden en feil loos zingen "en daarmee uit". De dorpsdirigent moet een bij zonder bescheiden en vooral: wijs mens geweest zijn. Hij vroeg n.l. Zou u mijn koor niet een tijdje willen leiden? Nu u hier toch bent!?" Och, dat wilde de musicus wel. Dan had hij met een wat omhanden in dat ach teraf nest. En zo gebeurde het, dat 't volgende jaar 't koor zuiver en correct en zonder één foutje in zet en de kerstcantate zong. De eigen dirigent zat vol bewonde ring te luisteren en hij gaf 't toe: zo zal ik 't nooit kunnen. Maar 's avonds kon hij niet in slaap komen. Hij was onrustig. Waarom?? 't Was toch een prachtige uitvoering geweest? En om persoonlijke eer was 't deze man werkelijk niet te doen. Zo piekerde en woelde hij de halve nacht door. En toen ge beurde wat je in 't gewone le ven van alle dag, zelfs met kerst, niet zo gauw zult meema ken, maar wat in een kerstver haal heel gewoon is: ineens stond er een engel in de kamer, een grote stralende engel. De dirigent kwam verschrikt over eind. Maar de engel hief zijn hand op en zij: „Wij waren in de hemel een beetje teleurge steld en ongerust, en nu stuurt God mij hierheen om te vragen waarom de kerstmuziek van 't jaar achterwege is gebleven". Was 't dan tóch de „sfeer" waar 't op aan kwam? De wel willende sfeer van goede bedoe lingen en vriendelijkheid, die door de gladde volmaaktheid verdrongen was? Ik dacht, dat 't kwam omdat de begeerte om een vlekkeloze uitvoering te presteren in de plaats was ge komen van wat de dirigent aan duidde met: we gelóven in wat we zingen". En ddt had de zang, met fouten en al, nu juist tot Kerstzang gemaakt. HERMINE O.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 11