CAST OP DELGATIE CASTLE )pen haardvuur... port.., en schimmen... DE NACHT IN DE RODE KAMER komt alleen op bij vrijgezellen de monnik )leef in de muur.... TUSSEN 4 - SCHEMERUUR EN MIDDERNACHT LEIDSC'H DAGBLAD MAANDAG 18 NOVEMBER 1963 /?V Avontuurlijk leven captain Hay: voo of alles wel In orde Is, wijst me de radio voor de nieuwsberichten van 7 uur 's morgens, en de boeken, en wenst me welterusten HU gaat heen en sluit de deur En dan ben ik alleen in de Rode Kamer van Delgatie Castle Ik geloof niet aan geesten, schim men en spoken Persé niet Waaraan ik wel geloof is aan een goed ver haal, meegedeeld door een goed ver teller. En captain Hay of Hayfield was die avond een goed verteller ge weest. Een zeer goede En al zijn ver halen volgden me, toen hij de deur achter, zich had toegeslagen Ik heb me snel uitgekleed en daar na het hemelbed beklommen Op het laatste moment doofde ik de vier lichten. Ik liet er een. een schemer lampje op het tafeltje naast het bed branden. reffelijk gastheer even de boom van de haak bad1 genomen om te luisteren. Daarna weer stilte. Het was kwart over twaalf, en ik vroeg me af wie In hemelsnaam op dit uur van do nacht Dclgatie Castle opbelde. Ik luisterde gespannen, en even later was dat korte gerinkel In de verte er wéér Het was vreemd en lk merkte dat Ik klaarwakker was ge worden. Ik merkte nóg iets; dat ik in spanning lag te luisteren naar andere geluiden. i Er was overigens geluid genoeg. De wind ging zwaar tekeer en de gordij nen bewogen zich onophoudelijk. Het maanlicht kwam en verdween* Als het terug keerde, speelde het steeds opnieuw over het gezicht van de vrouw aan de overzijde. Ze bleef spottend naar me kijken, ik wist het nu met absolute zekerheid Waarom? Er zijn twee lezingen. De ene betreft een monnik, die zich in het kasteel aan een dame vergreep en als straf levend In de muur be graven werd Maar captain Hay neemt aan dat dit geen waar verhaal is Waar is waarschijnlijk, dat zich in de tijd der reformatie een monnik In Delgatlo Castle bevond, die daar volgens de wet niet meer mocht zijn. Men had echter in het kasteel zoveel sympathie voor hem. dat men hem z'n leven lang daar hield. Toen hij stierf zat men met het probleem van de begrafenis. Dat werd opgelost door het lijk maar in de muur te met selen van Mary Stuart's kamer. Huisgeesten soms verschijnt het Franse meisje Rohaise E ontdeden ons van onze drijfnatte kleding en volgden captain John Hay of Hayfield. Hij ging ons voor met een draaglamp. Buiten ging de storm Hij gierde en floot rond de muren van Delgalie met een bijzonder onheilspellend, sinister geluid. ieerde me niet, omdat ik veel te verheugd tras einde- hinnen te zijn. Een icenteltrap voerde omhoog en we de lantaarn van onze gastheer. Hij vertelde intus- iat het hem verheugde ons binnen de muren van het eel te hebben en dat hij hoopte dat we met het weinige hij ons te bieden had tevreden zouden zijn. We zeiden iat we al tevreden waren met alleen maar onderdak de nacht. De monnik IK sta nog wat te dralen in .Mary Stuarls kamer, en dan wUst John Hay op een der witgepleisterde muren. Ik zie niets, maar als hü met zün hand over die muur gaat. ontdek ik wel wat: er lopen figuren over die muur, en die figuren liggen op de muur. Ze wellen er als het ware uit op. Captain Ilay glim lacht en vertelt dan dat zich in die muur het lichaam van een monnik bevindt, dat enkele eeu wen geleden daarin werd verbor gen. IK vraag hem of het zich daar nog steeds bevindt. Captain Hay wijst dan op de lijnen in de muur en dat is dan zijn enige com mentaar Maar eer ik het vertrek heb verlaten, zegt hij dat de monnik ach ter de muur een der zes geesten van het kasteel is. Ik denk dat ik hem enigszins onthutst heb aangekeken, omdat hij deze mededeling zo vol maakt nuchter, prozaïsch deed. Zijn antwoord is: „U hoeft zich over di© zes geesten geen enkele zorg te ma ken, ze horen bij ons huis, begrijpt u. ze zijn van de familie Alleen.... u mag dat wel wetendc meisjes die hier vroeger op Delgatie Castle werkten, en die Mary Stuart's ka mer bewoonden, durfden zich daar nooit uitkleden. Vanwege de mon nik, begrijpt u?" Een kasteel vol vreemde, soms bi zarre attributen. Vol ook met ge schilderde portretten van een einde loze reeks generaties Hay's of Hay field. Ze staren ons van de donke re muren aan. ernstig, somber soms. Een enkele maal is er een werkelijk frappant mooie vrouw bij. Alle man nen doen denken aan veldheren. Het moeten grote vechters lijn ge weest, de voorvaderen van de laat ste John Hay r* Hayfield. Ik zie de hoogste kamers en ten slotte de zolder. Een zolder als een deel van een slagschip, met de enor me spanten die het dak torsen. Er ligt daar van alles, en ln de scha duwen van het licht van de loop lantaarn krijgt alles een uitermate vreemd, bijna onheilspellend karak ter. Als we de 98 treden van de wen teltrap (iedere vier treden wegen sa men één ton) weer afdalen, ben ik verkleumd tot op m'n botteij. Het is Ijskoud in het kasteel en lk verlang terug naar de salon, waar een groot open haardvuur, gevoed door zware stukken eikenhout, ons wacht. Ik ben doodmoe van de wandeling door het kasteel en van de indrukken die ik in een zo snel tempo moest ver werken EEN KEUKEN, die de afme ren van een klein zaaltje be- ti maakten we kennis met de ouwe van Delgatie Castle. Me- Hay bleek een vriendelijke, ante dame te zijn Ze veront- ÜJde zich dat de koffie nog liar was, hetgeen zijn oorzaak in het feit dat ze de gehele dag veest was Voor captain Hay de koffie echter niet zo be ft te zijn. Hij verdween even. Km terug met een blad, waar- li minstens acht. 'tien flessen en l«n bevonden Ik kreeg de In- dat hij het liefst had gezien van alle flessen tegelijk iets De whisky was perfect vol- «m, en de oude port voortref- De sherry was van een vriend fedo in Spanje, terwijl hij ook warm kon aanbevelen Hij «n groot gastheer, die alles tn eft stelde om ons zo «nel mo thuis te doen gevoelen de koffie, en datgene waarmee »r captain Hay werd gestof- vroeg deze ons of we iets van Mteel wilden zien. Dat wilden •derdaad bijzonder graag en hij ons voor. Tot het juut 1000 Ï7AT toen volgde zal ik niet ■V spoedig meer vergeten: die rondgang door Delgatie van kamer naar kamer, van 'niar zaal, van etage tot etage. Castle's historie bleek tot het jaar 1000 terug te gaan en het kasteel was het eeuwenoud be zit van John Hay's familie. Zelf was hij afkomstig van de Shetland's eilanden Zijn doel was het kasteel zo goed mogelijk te res taureren, teneinde het daarna als cen traal huis voor zijn clan beschikbaai te stellen Hij bleek voorts de be zitter van een grote boerderij vlak bij het kasteel, van heel wat land in de omgeving ervan, en bracht zijn da gen door met het restauratiewerk Hij moet een enorm handig, be kwaam man zijn. gezien het feit dat hij zelf deuren maakte, zelf de nieuwe betimmering in de kamers aanbracht, en zelf bijzonder artistie ke stenen ornamenten ontwierp. Een handwerker en artiest gelijk. Daarbij, een buitengewoon sympa thiek, royaal en gastvrij man We hadden ons geen aangenamer en me dedeelzamer man in Delgatie Castle kunnen dromen Alles in het kasteel sprak van ouderdom, historie. En dat hoefde niet te verbazen als men iets, flar den van de grootse geschiedenis er van vernam De eeuwen dopr was er om gevochten, en het aantal belege ringen moet niet te tellen zijn ge weest. Hier was het ook dat Mary Stuart, Queen of Scots, gedurende drie dagen verbleef tijdens een van haar veldtochten Captain Hay brengt ons naar de kamer, waar ze logeerde Een klein, niet bijzonder spectaculair vertrek Hier vertoefde ze, hier zal ze wel licht ook geluisterd hebben naar de wind die om de torens van het kas teel loeide Langs deze muren moet ze gelopen hebben: de muren van drie meter dikte Captain Hay legt ons uit waarom het nodig was dat ze zo dik waren. Men nam de tijd, vroeger, voor belegeringen, en als honderd ronde kogels niet voldoende bleken om een bres er in te schieten, dan werden het er duizend. monnik in de muur DAN volgen enkele uren bij dat haardvuur en dat worden dan onvergetelijke uren. John Hay stort ons in het ruige, bewo gen leven van Delgatie Castle, en omdat hij een voorbeeldig verteller bleek te zijn. was dat als een epi sode uit een zeldzaam interessante historische roman Een historie van oorlog en beleg, van onderdrukking en weer oorlog. Van clan-vete's en curieuze erva ringen met allervreemdste mensen, die het kasteel aandeden Daarna stukken uit zijn leven: zijn werk als militair ln India. Op olifantenjacht in Afrika, waar hij. en passant, ook een rinoceros buitmaakte Hij kreeg drie seconden om zijn leven te red den en schoot. Hij raakte het mon ster op de enige plaats waar hij de kans kreeg het te doden. De kop hangt, zoals verteld, in de wapenka mer In de Khaiber-pas brak de cap tain zijn nek, maar het genas Een avontuurlijk, boordevol leven. Het is nu wéér vol met zijn laatste grote levenstaak: Delgatie Castle ge reedmaken voor zijn clan. waarvan hij zelf chieftain is. Tegen elf uur neemt mevrouw Hay afscheid van ons en begeeft zich te bed. Ze wijst ons eerst onze ka mers: de tekenaar zal slapen in de Blauwe Kamer. Ik in de Rode Ka mer. Ik werp een blik op het om vangrijke hemelbed, een prachtig exemplaar van een „fourposter" en laat m'n blikken gaan over het In terieur. Rode tapijten, rode orna menten, een hoge zoldering. Veel portretten aan de wanden. De kamer Is groot, bijna een zaaltje. Goed, dit Is dus de Rode Kamer voor van nacht De lieve Rohaise c.s. TERUG tu het vlammend haardvuur. Captain Hay heeft maar een zorg: dat we een enkele maal met een leeg glas zullen zitten. Dit schijnt volmaakt onmogelijk te zyn in dit huis. Ter wijl hy een nieuw glas port in schenkt, vraagt hy of de kamers ons aanstaan. Als we instemmend reageren, merkt hü op dat hü hoopt dat we een goede nacht zul len hebben. Een ongestoorde nacht En dan zUn daar ineens de verha len over de zes ongeziene mede-be woners van Delgatie Castle. De eer ste, meest besprokene, is die van een 19-jarlg Frans meisje, dat om streeks 1560 tüdens een overval het leven verloor. Haar naam was Ro haise. Ze verschünt vrü regelmatig, heeft wit haar en is byzonder vriendelijk. Ze bezoekt bU voor keur. aldus captain Hay, de kamers van logerende vrijgezellen De in gemetselde monnik Is de tweede geest. De derde is een veldheer, die onder geweldadige omstandig heden hier zyn einde vond en zich' van tyd tot tijd. in harnas op de trappen manifesteert. Nummer vier is een oude dame, die slechts zelden verschünt. Num mer vüf bestaat uit een eveneens bejaarde dame. die" men ziet zitten in een ouderwetse rolstoel, waarin ze borduurt Kinderen zien haar regelmatig, en zün niet bevreesd voor haar. Tenslotte is daar dan de geest van de „plper". de doedel zakspeler. die begraven is in de bron die zich onder de vloer van de hal bevindt Soms zie je hem. wordt ons verteld. nachts langs het trappetouw in het kasteel om- hoogklauteren Behalve deze zes geesten Is er dan óók nog het mysterie van de Heili ge Maagd In een der vertrekken bevindt zich een schilderij van de Maagd, dat reeds verscheidene malen van de muur is gekomen, blijkbaar uit pro test tegen het stenen Boeddha-beeld dat zich eveneens in dat vertrek be vindt Het verhaal over de zea geesten wordt ons volmaakt ernstig verteld door deze intelligente, zeer bereisde Schotse kasteelheer De vraag brandt me op de lippen: „Gelooft u zelf aan het bestaan van deze mede-bewoners en bewoonsters van Delgatie Castle?" maar ik slik hem op het laatste ogenblik in Rn ik geloof dat dit verstandig Is Waarschijnlijk zou hy eon dergelijke vraag niet aan genaam vinden, omdat men daarmee raakt aan bet wezen van zijn huls In de Rode Kamer OM HALF TWAALF wordt de samenkomst besloten. De ei ken blokken doven na en ik voel me heerlijk warm. van binnen en van buiten, deels van het vuur, deels van de port die deze avond vlot geschonken is Captain Hay gaat ons voor naar de Blauwe en Rode Kamer. Hij doet de lichten aan. kijkt Bestaan er geesten? Ik wist zeker dat ze niét bestonden Alleen al de gedachte eraan was belachelijk. Maar waarom geloofde captain John Hay er dan aan? Geloofde hij er werkelijk aan? f Ik werd steeds meer wakker. Ik stak het licht weer aan, pakte een sigaret en keek door de gordijnen naar buiten Wat ik daar zag was niet opwekkend: een natte, donkere met maanlicht beschenen wereld, vol storm en regen. Ik sloot de gordij nen weer en besteeg opnieuw het he melbed Aan het voeteneinde bewoog zich Iets Ik keek er strak naar en zag dat het mijn voeten waren Ik moest toen ineens aan het verhaal denken van de man, die ook in een Schots spook-kasteel sliep en plotseling een hand aan het voeteneind zag bewe gen Hij was echter op zijn hoede, greep zijn revolver, en schoot op de hand Hij schoot echter ln zijn ei gen rechtervoet, die boven de dekens uitkwam Ik was koud geworden en kroop weg onder de dekens Alleen m'n ogen kwamen boven de zware, zijden deken uit Nog eenmaal onderzoch ten ze de Rode Kamer Nog eenmaal keek ik dat grote ver trek rond Nee. er was daar niets en niemand, alleen maar maanlicht De deur bleef. IK WERD wakkei omdat Ik Iets had gehoord Ik knipte het licht aan en keek de kamer ln Er was nog steeds niets Buiten was de wind iets gaan liggen Ook de regen scheen opgehouden te hebben Ik keek op m'n horloge Het was half drie Toen hoorde ik vlakbij aan de kant van het raam, een geluld dat niet van bul ten kon komen Het was binnen. Het was geluid dat er eerst niet was ge weest Opnieuw werd ik klaarwak ker Ik luisterde gespannen en tuur de in de richting vanwaar het geluid kwam Er was niets te zien Er hin gen daar alleen schilderijen Ik keek naar de deur van de Ro de Kamer Naar de knop. In ieder goed. solide spookverhaal moest nu. op dit moment, die knop zich bewegen En de deur moest no opengaan En zü zou binnen komen. tieflUk en gracieus. Jong en beeldschoon, dat Franse meis je. Rohaise De liefste geest van Delgatie Castte f Ik denk dat Ik half geslapen moet hebben en half wakker wat. Want ik vroeg me af wat ik cou moeten zeggen, ais te het was. Dat ik niet de status van vrijge zel bezat*» ni weter geesten dat soort dingen? De knop bewoog zich niet En de deur bleef ge sloten Ik draaide me om en sliep verder ongestoord tot acht uur In de morgen De hemel was schoonge veegd en de zon scheen De vrouw aan de muur keek vrien delijk naar me toen ik me uit het hemelbed liet veren en met genoegen de geuren opsnoof van gebakken eieren en bacon, die zich via de wenteltrap een weg baanden naar de Rode Kamer. door Anthony v. Kampen illustraties Reint de Jonge Ik strekte me uit, en hei eerste -wat ik voelde was eep gloeiend hete kruik. In geen geval zou ik die nacht kou lijden! En hel was koud Nog steeds ging de wind tekeer bulten het kasteel en ik hoorde de regen tegen de grauwe muren aanzwiepen Het moest daarbuiten nu bijzonder onaangenaam zijn En hoe kostelijk was het in mijn hemelbed hoog als een altaar en breed als een slagveld! Ik nam nog even éen boek van het tafeltje Was het toeval of had cap tain Hay het daar expres neergelegd? Het was een bundel spookverhalen van Engelse schrijvers !k begon ei wat ln te bladeren maar kwam niet tot lezen De vermoeidheid en de port lieten zich gelden en ik wist dat ik. hoeveel geesten Delgatie Castle dan ook mocht huisvesten spoedig in slaap zou vallen Ik legde het boek weg en ttok het stopcontact uit de muur Het werd niet helemaal donker in de Rode Ka mer Het bleef schemerig door de maan. die weer van achter de wolken te voorschijn was gekomen en een geelachtig schijnsel door de spleet van de zware rode overgordijnen liet vallen Het licht viel op de mu ren en speelde met het gezicht van een der vrouwen-portretten Was het verbeelding of werkelijkheid dat ze spottend lachte9 lk vroeg me af waarom lk zo lang naai dat gezicht bleef kijken Waarschijnlijk omdat het licht van de maan juist uitgere kend daarop viel Dat moest echter toeval zijn Wat zou het anders kun nen zijn? Ik strekte me zo lang mogelijk on der de cfekens uit en voelde me vol maakt veilig De monnik zat solide in de muur. gelijk de doedelzakspe ler in de put in de hal En wat Ro haise. het Franse meisle betreft, ten slotte was ik geen vrijgezel en hoefde ik haar dus evenmin te duchten Ik doezelde weg en overwoog dal het leven goed was In dit uur Gerinkel in de nacht EN TOEN was daar voor het eerst geluid. Ergens, ver weg. ging een belletje over Ik denk dat het een telefoon is ge weest, die overging. Maar niet achter elkaar zoals normaal. Nee, één seconde maar. Alsof iemand

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 13