REMBRANDT: hoogtepunt in onovertroffen de etskunst ZOEKLICHT in KAMER en TUIN Kom er ACHT-er In 1661 liet hij de etsnaald rusten STREVEND NAAR HOOGSTE PERFECTIE Kom er ACHT Zaterdag 9 november 1963 Pagina 2 (Van onze Weense correspondent) /^kP de jongste internationale boekententoonstelling in Frank- U fort trok een werk met reprodukties van alle etsen van Rembrandt algemeen de aandacht. Het is een publikatie van twee buitenlandse uitgeverijen: ..Arts et metiers graphiques" in Parijs en Anton Schroll in Wenen. Het boekwerk bevat 287 uitstekend gereproduceerde platen die in ons land door de firma Enschede werden gedrukt. De inleiding, geschreven door de directeur van het Prentenkabinet K. Boon. is een klein meesterwerk, omdat het met alleen inzicht geeft in het leven en de persoon van Rembrandt maar ook omdat het de lezer werkelijk binnenleidt in de geheel eigen wereld van de etskunst en de etstechniek. Door dit werk (Oostenrijkse uitgave: Rembrandt ..Das graphische Werk An ton Schroll. Wenen 1963) wordt in een algemene behoefte voor zien. omdat de belangstelling voor grafisch werk is toegenomen. Bovendien dateert de laatste volledige uitgave van alle etsen van Rembrandt uit het jaar 1923. Ontwikkeling naar perfectie Dat Rembrandt een van de groot ste schilders is geweest, wordt door niemand bestreden, maar liJJ staat hier niet alleen. Men denke slechts aan Michelangelo. TitianVelas quez, enz. In de geschiedenis echter van de etskunst bereikt Rembrandt de hoogste top en hy staat daar geheel alleen. Aan de hand van de reprodukties kan men de ontwikkeling nagaan die hij in de etskunst heeft door lopen en waarin hy deze techniek heeft vervolmaakt en verrijkt. Het is al voldoende wanneer men een vergelijking maakt tussen zijn eer ste ets die hij als Jongen van 20 vervaardigde, en een van zijn laat ste werken, byv. de verrukkelijke prent van „De vrouw met de pijl" uit 1661, dus 8 Jaar voor zijn dood. In zijn eerste etsen blijkt hij nog sterk onderde Invloed van zijn leer meester Lastman te staan. Geheel in diens stijl vervaardigt hij histori sche taferelen, die als zogenaamde „gebruiksgrafiek" in een groot aan tal exemplaren voor de verkoop werden gedrukt. Ook de techniek staat hier nog in een beginstadium en vertoont overeenkomst met de oude kopergravure. Een bepaald motief wordt van tevoren zeer nauwkeurig op de plaat getekend en bij het etsen houdt men zich angstvallig aan de tekening. Dat deed Rembrandt ook in 't begin. Ets van Rembrandt: Drie oude boerenwoningen. Ets van Rembrandt: Zwervende muzikanten 1635 maar al spoedig maakte hij zich vrij en gebruikte de techniek met al haar mogelijkheden, ook de oudere door na het eigenlijke etsen ook nog met de burijn of het gra veerijzer de plaat direct te bewer ken en bepaalde lynen dieper en krachtiger aan te zetten. Ook ge bruikte hij het 8chraapijzer om fijnere wit-zwart-tinten te berei ken. En tenslotte bewerkte hij de etsplaat dikwijls met de droge naald, die nog subtielere nuances mogelijk maakte. Zodoende ont dekte hij, dat etsen geen schilderen was, doch dat het een eigen tech niek en eigen wetten had, die men tijdens of na het etsen telkens op verschillende manier kon toepassen. llit een overzicht van het gehele oeuvre blijkt dat Rembrandt deze techniek tot haar hoogste perfectie heeft opgevoerd en daarin door niemand werd overtroffen. Het meest bewonderenswaardige is ech ter de manier waarop hU de ver schillende tinten en schakeringen in het zwart weet te bereiken. Doch niet alleen In de techniek is hy de grootste meester, ook in de opbouw, de compositie, de verdeling van licht en donker en vooral in de psy chologische en creatieve conceptie van het thema gaat hij zijn eigen weg die op de toekomst vooruit loopt en de geschiedenis van de etskunst bepaalt. Ongeëvenaarde schoonheid Na de eerste jaren van tastend zoeken schept hij reeds als jonge man van nog geen SO jaar werken van ongeëvenaarde schoonheid. Daartoe behoren op de eerste plaats de prachtige portretten van zijn vader en vooral van zijn moeder. Men moet de reprodukties, die in deze uitgave meestal in de oor spronkelijke grootte zijn weergege ven, met de loep bestuderen. Dan ontdekt men, met hoeveel liefde en tederheid en met welk een mees terschap hü het gelaat van zijn dierbaren heeft bestudeerd en met de fijnste streepjes en krasjes, lichtvlakjes en schaduwen heeft gemodelleerd. Tot deze groep behoren ook de vele zelfportretten, waaruit blijkt dat hij zichzelf als een vreemdeling heeft beloerd en geobserveerd. Toch valt ook hier een stijgende lijn waar te nemen. Hoe volmaakt deze beeltenissen ook zijn, vooral de aangrijpende portretten van zijn vrouw Sa8kla en van zijn zoon Ti tus, toch bereiken de laatste por tretten van zijn vrienden een per fectie die niet meer overtroffen kan worden. In deze etsen heeft hy zyn vrienden voor alle tyden uitgebeeld, de weinige mannen die hem ook in de jaren van tegenspoed en vergui zing trouw zyn gebleven: de predi kant Jan Cornelisz, Sylvius, die de oom was van 8askia. de burgemees ter Jan Six, zyn buurman Bueno, de oude Haring die ie beheerder was van de desolate boedelkamer, diens zoon. verder de zilversmid Lutma en de arts Tholinx. Uit de voortreffeiyke commenta ren van K. Boon biykt dat Rem brandt in de weergave van deze ver uiteenlopende persoonlijkheden tel kens het typische en vooral het ka rakter tot uitdrukking heeft weten te brengen. Eenzelfde ontwikkeling in sty- gende lyn vertonen zyn landschap pen, waaronder het beroemde „Blad met de drie bomen" en de verschil lende Amstelmotieven. Aanvanke- ïyk stond Rembrandt ook hier nog onder de Invloed van de tyd en ontwierp hy z.g. romantische land schappen. die b.v. rond een pira mide of een ruïne waren gecompo neerd. Doch spoedig ontdoet hy zich van het romantische bijwerk, omdat het landschap op zich zelf reeds zo vol stemming en poëzie is dat Rembrandt zich daartoe kan beperken en dan effecten bereikt, die aan moderne impressionisten doen denken. Apnrte wereld Een geheel aparte wereld vormen Rembrandt's bijbelse etsen. De meest bekende zUn „De boodschap aan de herders", „Het honderdgul- denblad", „Ecce Homo" en „de grote kruisiging". Ook hier voltrok zich de ontwikkeling in opgaande iyn, wat duideiyk wordt wanneer men twee etsen met elkaar verge- lijkt die hetzelfde thema uitbeelden b.v. „Petrus en Johannes by de tempelpoort". Reeds als jongeman van 22 had hy deze scène uitge beeld en het resultaat is verrassend, maar hoeveel ryper is de ets van 31 jaar later. Bovendien kan men aan zyn religieuze grafiek consta teren dat hy later niet altyd tevre den was met zyn oorspronkelijke opzet. Dit is het geval by zijn „Ecce Homo" en „De grote kruisiging". Het Prentenkabinet bezit van deze etsen twee of meer „staten". Op de eerste „état" is het aantal toeschouwers op de voorgrond nog groot, zodat de aandacht van het centrale gebeuren wordt afgeleid. Daarom onderwierp Rembrandt de koperplaat aan een grondige be werking en poiystte hy bepaalde gedeelten weer geheel glad. Daarna etste hy daarop geheel andere groepen of liet hy alles zwart. Het resultaat is verbluffend, wanneer men de twee staten met elkaar ver- geiykt. Het centrale gebeuren komt in de tweede fase veel beter tot uit drukking. De etsen stellen ons tevens in staat om ons in het uiteriyke en inneriyke leven van Rembrandt te verdiepen, wy leren hem kennen in zyn welvaart, wanneer hy zich zelf en Saskia uitdost als vorste- ïyke personen, maar wy zien Sas kia ook met een ziekeiyke en iy- dende trek om de mond en vooral tonen de bybelse prenten Rem brandt als een man die begaan was met het lot van zwakken, ar men en zieken. Hij bleef zichzelf Maar ondanks tegenslag en ver guizing. toch blijft Rembrandt zich zelf en zou volgens het getuige nis van Baldinucci nog geen vorst ontvangen, wanneer hy aan het werk was. Ook dat zeggen zyn etsen. En nog een laatste merkwaardig feit leren wy uit deze etsen. Rem brandt heeft van zyn 20ste jaar af geëtst, maar in 1661 houdt hy daar mee plotseling op. Zyn laatste scheppingen leggen getuigenis af van een onovertrof fen meesterschap en het schynt dat de grafische techniek hem geen nieuwe oplossingen meer wist te geven. Daarom liet hy de etsnaald rusten. Hy leefde nog 8 jaar en schilderde o.a. het aangrijpende zelfportret nog in zyn sterfjaar 1669. Noch zyn schilderyen noch zyn etsen vertonen een spoor van verzwakking. Aan de internationale sa menwerking tussen de direc teur van het Prentenkabinet, een grafisch bedrijf in Neder land en twee buitenlandse uit gevers is het te danken dat belangstellenden in binnen- en buitenland zich in stomme ver bazing en stille bewondering kunnen verdiepen in het mis schien iets minder bekende, maar toch even grootse en on overtroffen grafische werk van onze meest beroemde kun stenaar. Kunt U de acht afwykingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit By voegsel. OP DE BOEKENMARKT Samuel Beckett. „Molloy" (ver taling) De Bezige By Amsterdam 1963. Het is eigeniyk Jammer dat de toneelstukken van de Iers-Franse schryver Samuel Beckett, althans in ons land, eerder ingang hebben gevonden dan zyn romans. Ware dit andersom geweest, dan zouden die toneelstukken enerzijds boter begrepen zyn en anderzijds minder overschat, juist door het onbegrip. Want vergeleken bij Becketts romans zijn zyn toneelstukken bijna wezenloze brokken van die romans, waarop de niet of te weinig inge lichte toeschouwers gewoonlyk rea geren op twee manieren. De ene, eerlyke helft zegt: „Ik snap er niks van". De andere, meer snobistische komt aandragen met opmerkingen in de trant van: „Zo is het leven toch?" Dat dit laatste een extreme vaagheid is. spreekt vanzelf voor iedereen, die een poging tot naden ken onderneemt. De toneelstukken van Beckett zyn pas te waarderen en dan nog met voorbehoud wanneer men ten naastebU weet waar het hem, Beckett, om te doen is. En als er nu eén ding zeker is, dan Is het wel dat het nooit Becketts bedoeling is geweest de mensheid een spiegel voor te hou den. Hy wenst helemaal niet te zeggen: „Zo zyn we nou". Hy be moeit zich niet eens met „we". Hy schryft eenvoudig op een ander plan en dat wordt iemand duidelyk die een roman van hem, in casu Molloy, leest. Het is tussen twee haakjes jammer dat de uitgever niet begonnen is met de oudere roman .Murphy", omdat, die met de figuur van de naakte Murphy vast geketend in zyn schommelstoel, symbolisch gemakkeiyker te vatten is en de lezer beter op weg kan helpen. Maar goed, wy hebben hier dus Molloy en ook met deze figuur kan Becketts doel gedemonstreerd worden Viburnum fragans. Voor vroegbloelende heesters bestaat over het algemeen veel belangstelling. Eigeniyk geen wonder, als er vroeg in het voor- Jaar weinig in de tuin te zien is. zullen zij extra opvallen. Spe ciaal winterbloeiende soorten trekken dan sterk de aandacht; jasminum nudiflorum of naakt- bloeiende Jasmyn is algemeen bekend. Deze fel-geel bloeiende klimmende heester kan men te gen de gevel poten; de dunne en buigzame groene twygen zullen dan langs draad of latjes om hoog geleld moeten worden. Deze heester kan men nu nog bestellen en kan dan direct na aankomst op de voor hem be stemde plaats gepoot worden Zorg voor een ruim plantgat, vlak by de fundering heeft de bouwer geen best-" grond ge bruikt: het is allemaal zand en puin. Er zal dus goede tuingrond in het plantgat gebracht moeten worden. Jasminum nudiflorum kan elke winter volop bloeien; soms doet hy dat al eind novem ber dus direct als het met de laatste herfstbloemen is gedaan en hy gaat er de hele winter mee door. By strenge vorst zul len open bloemen bevriezen, doch de gesloten bloemknopjes hebben er geen last van en na de winter komen die dan nog open. Deze snel groeiende hees ter moet men wel snoeien, doch doe dat in geen geval in de win ter. Dan zitten de bloemknoppen aan de takken en sou men alle bloemen wegsnoeien. Als er ge snoeid moet worden dient men dat direct na de bloei te doen. dan kan men ook veel beter zien welke takken wel en welk® niet gemist kunnen worden. Er is nog een andere fraaie winterbloeier: Viburnum fra- grans. De roze-witte bloempjes verspreiden een heeriyke geur en dat in het hartje van de winter. Ook deze viburnum kan al in december bloeien, kale takjes kunnen afgesneden wor den. Men kan ze in de warme kamer in water gezet tot volle bloei brengen. Men moet het water met crysal verzorgen: de bloemknopjes zullen dan veel beter openkomen. Chrisal houdt ook het water zuiver, zodat het niet onaangenaam gaat geuren. Bovendien zal men veel plezier van de bloemen hebben. G. Kromdyk. Een van de wondesriyke dij in Becketts romans is, dat de naams te figuur gewoonlyk i schrijver is. die zyn eigen krq schryft. Dit is ook in Molloy, geval. De roman vangt aan Molloy, die zyn problemad doel, het huis van zyn moeder] vonden heeft en daar iedere een man ontvangt, die een d beschreven bladzyden meen] tegen betaling. Dit is een duid en kort beeld, dat evenwel 1 zonder overgang verdwijnt en d maakt, voor het verhaal, dat M opschryft. Op een bepaald md gaat men dus met deze Molloy op zyn voor hem en voor ons q grypelijjke tocht. OnbegrypelU dien zin, dat deze Molloy en| ervaringen totaal niets meet maken hebben met het mens] bestaan zoals iedereen dat kenj daarmee bewyst Becketts werk ik hierboven al gezegd heb; n.l deze schryver de mens nooit spiegel voorhoudt, maar zowel reldbeeld als piegel volkomen' wyderd heeft. De man Molloy 1 niets, totaal niets, want de schi heeft hem de hele (absurde) w< gevormd door geloof, moraal, i seiyk contact, liefde, conv( welvaart e.d. afgenomen. Hy i nog minder dan de normale 1 loper, want hy zoekt niet eens de bevrediging van simpele bel ten. Hy wil niets, hy verlangt Hoe moeiiyk het ook ïykt ziel dergeiyk wezen voor te sa Beckett maakt Molloy niet q duidelyk, maar zelfs boeiend, loy sleept zich voort met een, lichaam, een styf been. Hy op stenen, die hy aan het s gevonden heeft en gebruikt volgens een ingewikkeld sysl Hy is totaal geïsoleerd zowel mensen als van dingen. Hy ii lichaam met een vraag. Een v waarvan hy niet eens aanm dat die beantwoord zal worde hy vindt wat hy vaag zoekt - huis van zyn moeder. Halverwege ongeveer in de rt begint de geschiedenis van M Moran krygt van een vage, wel vreeswekkende instantie i vloed van Kafkai opdracht te gaan zoeken. Moran is wezen vol onlust, dat zijn bezit huis, zyn byen, zyn kippen, tuin, dingen waar hy toch nq iets voor voelt, van zich stoo met zyn zoon, die hij ertoe di Molloy te gaan zoeken De neemt de benen. Als hij all« verward ergens in het veld U tergebleven, vindt hij Mollo! dien zin. dat hij Molloy wordt been verstyft. hy bezit niets I hy doodt ook een man. Maar N echter keert naar zyn huis I Met Molloy in ziohzelf weet h| alles en iedereen los te zijn, maatschappij had de stroom i sloten. Ze hadden me weer aansluiten. Maar ik wilde I Deze passage moge dan ovi elektriciteit gaan, de zin ertl duidelyk. Het doel van Beckett, voor men van een doel spreken k« een zo bezeten schryver, is de alles te ontnemen en te pli als niet anders dan als reaeei ziin eigen lichamelijke fun Molloy pleegt geen zelfmoord, dat hU bang is voor pijn b.' figuren van Beckett zijn een levende kernreactors; totaal isoleerd. maar met de hersei kettingreactie op de li chain ervaringsprikkels voortbreng» eindeloos en doelloos voorlopil Tot nog toe is geen van zyn! seltlke reactors actief, om in beeldspraak te bill ven Pas al gebeurt, zal er een botsing pl hebben met die totaal afgen maar desalniettemin nog lan| vernietigde wereld. De vertaling ïykt my seer I deiyk. CLARA EOOIJ 1. mutsje man met sigaar 2. mouw dansende vrouw op t grond langer 3 mutsje dansende vrouw liii 4 buik dansende man links sli 5. strikje danseur op voorgrond 6. plas op tafeltje groter 7. glas man rechts minder vd 8. serpentine ligt anders

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 10