TINTAGEL Koning Arthur's adelaarsnest de oceaan Een burcht, hangend aan een afgrond boven Terug naar de Graalridders Tristan en Isolde Een bloemetje van Tintagel Heldendicht op een rots „HIER LIGT TRISTAN" EN NAAR Opgericht 1 maart 1860 Donderdag 7 november 1963 Derde blad no. 31105 IN het tweede artikel van hun serie „Tussen schemeruur en midder nacht" beklimmen onze medewerker Anthony van Kampen en de tekenaar Reint de Jonge de rotsen van Cornwall om te ver toeven temidden van de ruïnes van een van de be roemdste burchten ter wereld: Tintagel, het ade laarsnest van de legenda rische Koning Arthur en zijn Ridders van de Tafel ronde. wist dat Isolde aan boord zou. zijn als ze wit waren. En zwart als ze niet was meegekomen. En de vrouw die wist dat Tristan haar niet liefhad, zei: „Het schip heeft zwarte zeilen". Natuurlijk zei ze dat. omdat ze vrouw was. en wist dat zijn. Tristans, hart aan die ander behoorde Hij stierf, eet het schip met w i l- te zeilen meerde. Ze werden beiden na hun dood bU Tintagel begraven. Geschei den van elkaar, omdat aldus ko ning Mark, de bedrogene bevolen had. Maar hun liefde bleek mach tiger dan de dood. Uit Tristans graf groeide snel een klimplant langs de muien naar Isoldes graf. En zo waren se weer te zamen. Koning Mark sneed de rank tot driemaal af, maar deze groeide door En velen tagen in die da gen (zegt de legende) dat uit Tristans graf een wingerd, en uit dat van Isolde een roos bloeide. De wingerd en de roos ontmoet ten elkaar en verstrengelden zich En zn waren ze opnieuw vereend Barbaars decor TINTAGEL vandaag! Nog heb ben die ruïnes iets van een bar baarse pracht Nog vullen die half en driekwart ingestorte poorten de ruimte op een haast magische wij ze. Nog voelt men zich beklemd, als of elk ogenblik de geest, de schim van een der hoofdfiguren uit het drama dat ..Tintagel" heet. verschij nen zal. Ons verstand zegt dat niets op deze kale. koude harde klippen zal verschijnen. Maar vreemd, het hart aarzelt in dit uur van aanslui pende schemering, vol schaduwen vol dreuning van de branding, die beneden tegen de gladgeschuurde muren, die de fundamenten van dit wonderbaarlijke kasteel vormen, op springt. Tintagel: een geweldig stuk decor voor een drama, dat alleen een Sha kespeare zou kunnen verbeelden. Tin tagel: een ballade in steen. Tintagel: een heldendicht op een rots. Eer het avond was gingen we terug. Beneden ruiste snel een beek Uier zal teel nooit een lied gezongen sijn. De burcht hangt aan een afgrond boven 't schuim; haar icrede wallen slaan langs zout en puin steenkoude schaduw in de zonneschijn. Een uitgehouiven trap is 't enig pad dat ooit gevoerd heeft naar Tintagels hallen; er is geen voetbreed buiten deze wallen die wortel geeft aan 't kleinste groene blad. Hier deelden *t gruwzaam lot der kettinghonden al wie bezeten waren van een Graal diep in de Castle Keep Isült la Blonde en hoog King Arthur in zijn wapenzaal. Hier heb ik tussen 't gras in 't voorportaal een blauwe bloem die ik niet ken gevonden. BoscastleC'onwall mei 1956. CHR1STIAAN TERPSTRA. HET komt allemaal terug als ik langzaam de steile trappen be- I stijg, die naar de burcht voe ren. De wind neemt toe; hij giert en huilt om de bouwval boven me. Ik kt er niet op. omdat ik veel te veel vervuld ben vat. het wonder, dat ik hier mag zijn. dat ik dit eind e- lijk zal gaan beleven, dat ik dan toch eenmaal het huis van koning Arthur zelf mag binnengaan. Het huis van de '.man, waarover oen mij in m'n Jeugd verteld heeft, •vonden lang. een hele winter door. Over Arthur en Sir Galahead, over Jat fantastische zwaard, over Sir Lan celot. en over het onsterfelijke lief despaar. Tristan, en Isolde. Hun le ven. hun verhalen hun avonturen. hun geluk, hun leed. hun sterven dat alles vond dus plaats binnen de ze vergane, verpuinde. vervallen mu zen. Men moet van beton zijn of een hart van leem bezitten, om niet ont roerd te zijn tijdens het beklimmen van die trappen naar het adelaarsnest van koning Arthur. Daar boven zijn dan de resten der kantelen, de door de wind, de regen en de tijd uitgeholde muren, Ineengestorte poorten. Verder niets, maar het is voldoende. Méér dan voldoende. Omdat de rest er wonderwel bij laat verbeelden als Jonge door di? versteende wereld. Wij had den door de wind. die bitter en zout van de zee was. dorst gekregen en dronken uit de beek. Dronk daar, op die plaats. Isolde toen ze eenmaal, ln de zon van t oude Cornwall, wachtte op Tristan? Hebben ze elkaar mis schien daar ontmoet? Elkaar daar ge sproken? Daar bemind? Of elkaar daar verloren? En leed daar die oude koing, te oud voor de liefde van een jonge vrouw? En was het die muur daar.. I waarbij onze auto stond geparkeerd.. waarlangs de wingerd opschoot uit Tristan's graf. om daar. bij die spleet, de roos van Isolde te vatten? Een minuut later reden we weg. Naar bet binnenland van Cornwall, richting Devon. Het was b(jna donker. Die avond borg ik een stuk verleden, behorend tot m|jn jeugd, voorgoed op. En her innering werd afgegrendeld. Ik had eindelijk dat oud verhaal In steen aanschouwd. Tintagel bad toch werkelijk bestaan! men de verhalen kent. Omdat de wind, die over de ruïnes fluit en kermt, die verhalen aanvult. Om dat het niet moeilijk Is zicb dit al les hier, in deze sfeer en deze en tourage. voor de geest te roepen. Levende legende MIJN REISGEZEL ging links en ik ging rechts. Wij spra ken daai geen woord, dat uur. Wat zou er noc te spreken zijn in Arthurs huis? Een paar torenvalken en kraaien vlogen van het ene ruïnedeel naar het andere, boven de enorme spelonk die het ridderhuis in tweeën splijt. Hun schorre kreten, weerkaatst tegen de steile muren van de afgrond, accen tueren de onheilspellende sfeer. Zo lang wij daar ronddoolden bleven ze boven ons vliegen. Nu ik dit schrijf, hoor ik hun droefgeestig gekrijs nog steeds. Ik ga zitten op een der half afge brokkelde kantelen en denk na over het wonder, dat dit restant bewaard gebleven is. Wanneer werd het ge bouwd? Naai men zegt in de vijfde en zesde eeuw na Christus. Door wie? En hoe? Wié heeft de enorme hoe veelheid materialen naar de top van deze rotsen gebracht? Hoeveel tijd heeft het gekost, eer zich binnen die muren de Graalridders verzamelden? Hoe lang is het geleden, dat de legen de van nu. werkelijkheid, realiteit was? Of is het nóóit realiteit ge weest, en is het a 11 e e n maar legen- £EN PAAR DAGEN na het bezoek aan de burcht Tinta gel waren wij in Fowey. even eens in Cornwall, eveneens aan de kust gelegen, muur precies uan de keerzijde vun het schiereilund. Een vriend uit lerlund had mij. eer ik naar Engeland vertrok, ge schreven dat het niet helemaal ze ker was. dat Tristan in Tintagel lag begraven. Enkele Britse histo rici menen namelijk, dat dit bij Fowey. in Castle Dór. moet zijn gebeurd. Aan een schoolmeisje in Fowey vroegen we of ze wel eens van het graf van Tristan had gehoord. Zij keek ons vriendelijk aan en zei dat ze die naam wel kende. Maar de hoofdonderwijzer van de ..Grammarschool" zou het zeker weten Een jongen, die voor straf op de gang moest staan, haalde de hoofd onderwijzer voor ons Hij wist in der daad alles van Tris tan af en van diens graf. Wij namen hem mee in de auto en waren binnen vijf minuten op de plaats, die hij ons wees. Daar stond een door de tijd aangevre ten stenen tuil. Historici hebben uitgemaakt dat de bijna uitgewis te inscripties luiden: DRUSTANS HIC IACIT CU NO MORI. Hetgeen betekent: ..Hier ligt Tristan. de zoon van Cunomorus" Lag hij werkelijk daar? Lag hij toch in Tintagel? Laten we het houden op Koning Arthur's adelaarsnest Ai was hel maar alleen vanwege 't verhaal van die wingerd en die roos de oude koning haar tot vrouw kreeg, hadden zowel zU al» Tristan van minnedrank gedronken. En, zoals het verbaal zegt, hartstocht en liefde namen voor het leven be zit van hen. Wat dan volgt is een der schoon ste en meest poëtische liefdesverha len die de oudheid ons geschonken heeft. En behalve verhaal óók een stuk symboliek dat tot vandaag ac tueel gebleven is: omdat dit verhaal alles te maken heeft met de mythe van de echtbreuk, die toen niet min der tragisch was dan nu. Daarom is het verhaal van Tristan en Isolde te gelijk een oud en nieuw verhaal. In ieder opzicht: voor alle tijden. Tenzij er ooit een tijd zal komen die de echtbreuk niet meer kent. Hetgeen valt te betwijfelen. Met de zee diep onder me, de kras sende torenvalken boven me, en met de aansluipende nevelflarden van de avond als schimmen rond de ruïnes dolend, heb ik dat alles nog eens op nieuw beleefd Net zo als vroeger, lang geleden, thuis bU vader en bij moeder. De in eenzaamheid stervende Tris tan, de ln gevangenschap zuchtende Isolde. Tristan. wachtend op de dood en op Isolde. Toen zij wist dat hij. haar grote liefde. stervend was. kwam ze. En ze kwam op een schip met witte zeilen Tristan vroeg de vrouw, met wie hij leefde, maar die hij niet liefhad, welke kleur de zeilen hadden. Hij De ruines van Tintagel op de rotsen van Cornwall I N DE NAMIDDAG rijden wij vanaf Land's End naar het westen. Aan de ene kant I het land: kaal, dor, verwaaid. Aan de andere kant de zee, grijs en leeg van kim lot kim. Was het altijd een lege zee? De legenden vertellen over een welvarend rijk dal daar eens zou hebben gelegen, het rijk van Lyonesse, dat door de zee overspoeld werd. Wetenschappelijk staat er niets vast, maar er zijn vissers van de kleine plaatsjes aan de kust van Cornwall, die beweren dat ze soms, op heldere maannachten, als het tij stil is, nog de klokken van Lyonesse horen luiden. Het land wordt zienderogen schraler, grauwer. Er verrijzen rotsen en klippen van blauw-zwarle leisteen en we naderen op nieuw een kaap. En dan is daar ineens, aan het einde van het land, Tintagel. HET is een grootse beleve nis als men de burcht, die eens het huis van Koning Arthur en de rid ders van de Tafelronde was, voor hel eerst ziet. Men wordt plotse ling geconfronteerd met iets, dat men nauwelijks kan verwerken: een restant kasteel, een brok ruïne, dat in twee delen, twee helften, over 'n loodrechte afgrond hangt. In de diepte, waar de afgrond ein digt, is de oceaan: een brullend, ronkend monster, een verschrik king van ziedend schuim en bre kende zeeën. Dé rotsen, die zich uit de kokende branding verheffen, zijn rol duistere spelonken. Sommige van die spelonken doen, druipend van schuim en flcssengroen water, denken aan afschuwelijk vervorm de menselijke gezichten, aan «f- aichtelijke maskers. Een bijna apocalyptisch beeld. de? Niemand, geen historicus, geeft er het antwoora op Men weet het niet. en waarschijnlijk zal men het ook nooit te weten komen. We zullen nooit weten waar het zwaard van Arthur, Excalibar. geble ven is Men zegt dat hij. Arthur, stervend na zijn laatste gevecht met Mordred opdracht gaf het ln een meer te werpen Was het de Dozma- rypool. in de Bodminmoors? En is het waar, dat iedere nacht om klokslag twaalf een hand dat zwaard even, één moment, boven het water toont? Tintagel. De muren, de overblijfselen van cellen en spelonken, vertellen ook van Tristan. zoon van Blanchefleur, de held. Tristan, die in opdracht van zijn oom, koning Mark van Cornwall, de beeldschone Isolde uit Ierland moest halen. Koning Mark wenste haar te trouwen. Maar eer Hoog, boven op de rotsen, be vindt zich het adelaarsnest van Koning Arthur. Daar is het alle maal gebeurd. Daar heeft hij ge* leefd. Daar gesproken en plannen gemaakt met zijn schaar edelen, die van dat allerheiligst voorwerp, de Graal, die bestond uit een steen uit de kroon, die zestig dui zend engelen Lucifer hadden aan geboden toen hij uit de hemel werd verbannen. Een wondersieen die op aarde viel en door Jezus tijdens het Laatste Avondmfial ge bruikt zou zijn. Druppels van bet bloed van Christus zouden er in zijn opgevangen. Vanaf dat mo ment was het de Heilige Graal, gevuld met wonderkracht. Parzifal zocht hem en Koning Arthur. En vele andere ridders zuchten mede. Arthur, die wonde ren van dapperheid verrichtte, en beschikte over het legendarische wonder-zwaard Excalibar, dat hem onkwetsbaar maakte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 5