In Moskou: nationaal belang
—boven communistisch doel-
ZOEKLICHT
Wig gedreven in de
schijnbare eenheid
WAAR VINDEN
WIJ GOD?
Adem genoeg
EEN
OP OE BOEKENMARKT
WOORD
VAN
BEZINNING
Zaterdag 28 september 1963
Pagina 1
(Van onze reisredacteur W. L. Brugsma»
I
(IV)
Sinds ,Cuba is het de Sowjetrussische leiding duidelijk ge
worden, dat het nationaal belang definitief het ideologische doel
van de wereldrevolutie overheerst. Dit vertelde mij een Oost-
europese diplomaat, toen ik een gesprek met hem had over de
.stand" van de koude oorlog. In feite is dat verschijnsel niet
nieuw: ook voor Stalin was het nationale belang van de Sowjet-
Unie centraal, maar hij was er met welke middelen dan ook
in geslaagd om voor de communisten in de gehele wereld het
nationale Russische belang identiek te maken met de doeleinden
van de wereldrevolutie. De werkelijkheid vooral de opkomst
van een tweede communistische macht heeft nu een wig ge
dreven in die schijn-eenheid. En dat is Chroesjtsjow, die gepro
beerd heeft een veel stoutmoediger exporteur van het commu-
j nisme te zijn dan Stalin, in de Cubaanse kwestie duidelijk ge-
worden.
f Arme Sowjetrussische ideologen!
Zij hebben lange tyd motiveringen
mogen aandragen voor de commu
nistische politiek. Nu moeten zij
opdraven voor verklaringen achter
af. Als Chroesjtsjow op zijn hoofd
gaat staan, mogen de ideologen ver
klaren dat dit een typisch marxi-
tisch, leninistische handelwijze is.
De Chinezen hebben al spoedig be
merkt waar het om gaat. De stel
lingen, die zij aan de deur van hel
Kremlin hebben genageld, draaien
om een centraal thema: de Sow-
jet-Unie verzaakt het „geloof" ter
wille van een goed gevulde maag.
Voor een niet-communist, die niet
de ontzaglijke zekerheden van het
marxisme-leninisme kent, is het
moeilijk de ontreddering te peilen,
die communisten over de gehele we
reld bevangt. De wetenschap, die
op alle vragen met écn stem ant
woord gaf, spreekt nu met twee of
drie stemmen en die zeggen alle
maal iets anders!
Om iets van de ideologische ont
reddering te voelen, behoeft men
overigens niet naar Moskou. Voor
tien cent kan men in een commu
nistische boekwinkel de rede aan
schaffen, die Paul de Groot in ju
li voor het bestuur van de CPN
hield. Hy stelt daarin de vraag:
„Wat is er nu eigenlijk aan de
hand?". Hij antwoordt: „Het treu
rige is dat het partijbestuur dit
niet weet". En vervolgens verbiedt
hij voor alle zekerheid individuele
bezoeken van Nederlandse commu
nisten aan communistische landen
of cocktail-parties van ambassa
des uit vrees voor beinvloeding. die
de belangen van het Neder
landse communisme zouden
kunnen schaden. Zo is zelfs deze
oude stalinist tot het titoistische
nationaal communisme bekeerd! Hij
moet wel: de centraalgeleide inter
nationale communistische beweging
bestaat niet meer.
Men moet daaruit niet de con
clusie trekken, dat het communis
me niet meer bestaat en dat Oost
en West elkaar wenend van ont
roering over plotselinge herkenning
in de armen zullen vallen Het zal
integendeel duidelijker worden, dat
het Oost-West-conflict niet in de
eerste plaats een strfjd tussen vrij
heid en slavernij betreft, maar een
botsing van nationale belangen.
Ook een niet-communistisch Rus
land zou de Duitse deling voor
lopig willen bestendigen! Men kan
ten hoogste zeggen dat het gemak
kelijker onderhandelen -is met ie
mand, die zijn belang nastreeft dan
met iemand die een zaligmakend
gelijk wil uitdragen.
Inmiddels heeft de ideologie in
de Sowjet-Unie nog wel een taak:
het markeren van de belangente
genstellingen met het Westen. In
Met het voorbijstreven van
Amerika gaat het zo vlug nog
niet. peinst de kolchoz-boer.
die een dagje uit is in Moskou.
(Foto Eddy Posthuma de Boer)
de vloedgolf van ideologische ar
gumentatie en rationalisatie die nu
door de Russische-pers spoelt, hou
den de ideologen nog altijd net ge
noeg adem over van he schelden
op de Chinezen om iets anders
met krachtige verontwaardiging af
te wijzen, namelijk de in het Wes
ten opkomende gedachte dat „Oost
en West op elkaar beginnen te lij
ken. naar elkaar toegroeien, een
soort belangengemeenschap ontwik
kelen". Dat empirisch aanwijsba
re verschijnsel ontkennen zij met
een heftigheid, die er haast een
nieuw bewijs voor is.
Aan één ding zullen wij moeten
wennen: na iedere stap. die de
Sowjet-Unie van de ideologie naar
de werkelijkheid zet, zal die stap
door het koor der ideologen luid
keels in marxistischleninistische zin
worden uitgelegd.
Aan iets soortgelijks zullen de
Russen ook moeten wennen. Elke
keer als de Amerikanen over Duit
se belangen heen in de richting
van een modus vivendi met de
Sowjet-Unie stappen .zal Dean Rusk
naar Bonn moeten om te zeggen,
dat er volstrekt niet gestapt is en
dat de Duitse hereniging ons dier
baarder is dan het leven zelf.
Rusk zélf is daar nog niet aan
gewend. Toen hij na de onderte
kening van het akkoord op de
stopzetting van kernproeven in Mos.
kou hoorde, dat hij naar Bonn
moest om tekst en uitleg te geven,
was zijn woede-uitbarsting in de
ambassade door twee deuren heen
te horen.
De garde waakt over Lenins
gebalsemd overschot in Mos
kou. Maar Lenins erfenis
wordt betwist en de eenheid
van het wereldcommunisme is
verbroken.
(Foto Eddy Posthuma de Boer»
ALS DL VAKASTIE
VOORBIJ IS
Tips voor uw gemaakte vakantiefoto's
Vaak staat er teveel op de foto" OmiijnV^
het gedeelte dat voor u het hoofdmotief I
is en laat dat deel vergroten.U krijgt danl
vaak veel betere resultaten
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
I 10. De Internationale
avant-garde tussen de twee
wereldoorlogen. Bert Bak
ker. Den Haag 1963.
Zo er ooit een heruitgave uit de
jaren-'20 terecht de wereld inge
stuurd werd, dan is het wel deze
keuze uit de internationale revue i
10. De titel van dit tijdschrift was
by het verschijnen ervan even
raadselachtig als die nu nog zou
zijn, ware het niet dat de toenma
lige hoofdredacteur in zijn voor
woord de verklaring geeft: in een
gesprek van die hoofdredacteur met
de Hongaarse schilder Moholy-Na-
gy, medewerker van i 10. viel de op
merking. dat men bepaald wel aan
de tiende internationale toe zou
zijn voordat de vele medewerkers
aan dit tijdschrift het in alle op
zichten met elkaar eens zouden
zijn. Het herverschijnen van een
gedeelte van de artikelen, de re-
produkties enz. uit dit blad, is
daarom zo terecht, omdat i 10 in de
eerste plaats de resultante was van
een ongekend belangrijke periode
in de Europese cultuur en ook om
dat de inhoud van deze revue
eigenlijk aan actualiteit niets ver
loren heeft.
Toen i 10 in 1927 opgericht werd
door Arthur Lehning, was de grote
omwenteling in de schilderkunst,
de tekenkunst, de muziek en de li
teratuur in volle gang. Daarnaast
begonnen de film en de fotografie
als medium hun plaats in te nemen.
Het doel van het blad was deze ge
bieden internationaal samen te
brengen en door onderling contact
deze nieuwe cultuur te bevorderen.
Namen van medewerkers als Mon
driaan. Schwitters. Man Ray. Klee.
Oud. Rietveld en Eisenstein om er
enkelen te noemen, waren in die
tijd slechts bekend bij een zeer
kleine groep Insiders. Doch tot op
dit ogenblik kan men zien dat ze
de grote voorgangers geweest zijn
van letterlijk alles wat zich heden
nog als nieuw aankondigt. Het was
inderdaad een kleine groep die zag
welk een machtige verandering
zich in het culturele en sociale vlak
aan het voltrekken was. Hoe mieze
rig klein die groep was en hoe on
verschillig de hele rest van de
mensheid, blijkt wel uit het feit dat
Na de geslaagde ruimtevluch-
ten verscheen in Moskou
een boek. waarin o.a. ge
zegd wordt, dat de mens nu in
concurrentie is gekomen met
God. Hij heeft immers getoond
zichzelf hemellichamen te kun
nen scheppen, satellieten rond
om zon. maan en aarde. En
daarmee is de schepping zonder
God de Schepper een onomsto
telijk feit.
Trouwens, proefondervindelijk
is de afwezigheid Gods ook dui
delijk aangetoond. Want naar
Gagarin verklaarde na zijn te
rugkeer van de ruimtevlucht had
hij nergens in het heelal ook
maar 't minste glimpje van God
kunnen ontdekken.
Over zo'n uitspraak, waarin
het moderne levensgevoelen zich
uitdrukt, zult U zich misschien
verbazen. Het eerste, dat wij
godsdienstig gewoon zijn te be
lijden is ons geloof in God. Dat
is voor ons een vanzelfsprekend
heid, zozeer zelfs, dat wij het
voor 'n zonderlinge afwijking
houden, wanneer iemand niet
eens in God gelooft. Maar het
zou wel eens kunnen zijn, dat in
zo'n uitspraak een waarheids -
element aanwezig is, dat by ons
ontbreekt. Namelijk het besef,
hoe wonderlijk het is, wanneer
er een God zou zijn en hoe an
ders wereld en samenleving er
uit zou zien, wanneer Gods aan
wezigheid werkelijk zou gelden!.
Want dit ls de kritiek: U zegt
wel in God te geloven, maar wat
heeft dat in feite te betekenen?
De levenslijn, die de gelovige
doorgaans praktisch trekt, wijkt
weinig of niets af van die van
de ongelovige. Waaruit blykt,
dat hy zo diep doordrongen te
voor Gods aangezicht te leven?
En schepping en levenslot tonen
al evenzeer vaak een ondoor
grondelijk bitter raadsel te zijn.
Waar vinden wy dan God?
Maar nu kan het gebeuren,
dat een mens een ervaring door
maakt, waarbij God hem over
weldigend verschijnt als onont
koombare overmachtige Werke
lijkheid. die hem eigen leven en
alle gebeuren in ander licht doel
zien.
Toen Jacob wegvluchtte van
huis om wat hij had misdaan,
vond hij God in de woestijn zij
ner schuldervaring: „Gewisse-
lijk is de Heer aan deze plaats
en ik heb het niet geweten!" In
„Schuld en boete" verkondigt
Dostojewski soortgelijke waar
heid in het leven van Raskol-
r.ikow als oermenselijke erva
ring. Of anders: Mozes werd
verrast op het veld, toen hy de
schapen hoedde en herinnerd
werd aan zijn volk ginds in het
land van slavernij. Toen begreep
hij zijn levensopdracht en ging
terug naar Egypte, een moeilijk
leven tegemoet. In zijn voetspoor
kunt U denken aan mannen als
een Willem van Oranje, Gandhi,
Dr. Martin Luther King. Of
weer anders: Jezus wordt gete
kend in de woestijn van ver
zoeking, beproeving en een
zaamheid, en in Godtsontmoe-
ting. die Hem telkens kracht
geeft. Zo ook beschreef Konin
gin Wilhelmina haar levens
gang in het licht der ervaring
van „eenzaam maar niet alleen".
De ruimtevaarder Gagarin
moet bij zyn terugkeer hebben
gezegd: ..De hemel was maar
koud en aarde-donker," Zo blijft
de hemel ons en ook de aarde
en ons leven, zolang wij ons
door het licht van de Blijde
Boodschap niet willen laten
voorlichten. Maar wie die Bood
schap kent en als waarheid
ontdekt in eigen leven, hetzij bij
roeping of strijd, hetzij bij
schuld of dood, hy zal de nodige
kracht vinden gelyk Koningin
Wilhelmina in alle strijd en
moeite, zelfs tot een vredig ster
ven toe.
W. J. H. HU BEEK,
vrijz.-herv. pred.
te Leiden.
i 10 is begonnen met honderd
abonné's en na tweeëneenhalf jaar
moest sneuvelen met driemaal zo
veel. Zo ging dat toen en zo zou
het weer gaan. Of neen, er zou nu
nog iets ergers gebeuren. Indien er
nu een vernieuwing van een der
gelijke omvang zou plaatsgrijpen,
dan zou de publiciteit die onmid
dellijk te grazen nemen en de ver
schijnselen daarvan, vervormd en
bedorven, te grabbel gooien voor
Jan Publiek, die by de t.v. klaar
zit om alles op te vangen, te bekij
ken en gedachtenloo6 te laten val
len.
Een paar korte opmerkingen be
treffende de artikelen, die men in
dit boek vinden kan. Met een thans
wel verloren gegane geestdrift en
geëngageerdheid vindt men er de
principes uiteengezet van bijv. de
functionele architectuur, van de
abstracte schilderkunst en ran de
vernieuwingen op typografisch ge
bied. Het heeft geen zin te zeggen
„Daar weten wij al alles van", want
dat is niet waar. Wel zijn enige
resultaten van die opvattingen ge
meengoed geworden voor het oog.
maar weten wat dit betekent doet
men niet. Op andere terreinen, op
het sociale oa. kan men een artikel
vinden over de bedrieglijke vrijheid
van de VS. door Roger Baldwin, dat
heden geschreven zou kunnen
zijn als men zich nog de moeite
wilde geven. Hetzelfde geldt voor
een essay genaamd Analytische be
schrijving van Duitslands Onder
gang van Walter Benjamin, waar
in pregnante uitspraken voorkomen
die een mens versteld doen staan
en die men niet genoeg ter harte
kan nemen.
Kostelijk is het ook weer eens te
lezen hoe B. de Ligt de thans even
zeer vergeten als in de jaren '20
aangebeden pedagoog prof. Casimir
op de hak neemt en hoe Dirk Cos-
ter eenmaal gemeend heeft dat het
vertonen van de Russische film Po-
temkin de Westerse beschaving in
groot gevaar zou brengen!
Behalve omdat men in deze keuze
uit i 10 kan lezen over begrippen en
opvattingen die heden evenzeer de
geesten moeten bezighouden, is er
nog een reden waarom ik deze tijd
schriften niet krachtig genoeg ter
lezing kan aanbevelen. Die reden is
de toon. De toon van geestdriftige,
vrije mensen die staan voor wat zy
zeggen, over wie de geest in letter
lijke zin vaardig is en die zich niets
ervan aantrekken, er zelfs niet over
dachten, of misschien hun persoon
lijke belang in het gedrang zou
kunnen komen, door het uitspreken
van hun overtuiging. Bepaald een
diepe verademing.
Eduard Polak. De Weg om
hoog. De Bezige Bij Am
sterdam 1962.
Na het lezen in i 10 doet dit bra
ve boek wel erg saai aan. Het be
vat de opkomst en de gang van
het socialisme zoals Eduard Polak
die gezien heeft: eerlijk maar be
perkt. Eduard Polak was geboren
in 1880 en is overleden in 1962. Hij
was Journalist van Het Volk, later
voorzitter van de SDAP, gemeente
raadslid en wethouder van Amster
dam en nog later lid van de Gede
puteerde Staten. Het boek geeft een
nauwkeurig overzicht van de tal
rijke gebeurtenissen tussen 1848 en
nu; een tijdsbestek dat het sociale
gezicht van Europa grondig veran
derd heeft.
Een diepgaande studie kan men
dit boek onmogelijk noemen. Het is
goed leesbaar feitenmateriaal op
een gevoelige toon voorgedragen
Vooral in het laatste hoofdstuk over
het ontstaan van de PvdA moet
toch wel iets grondigere te zeggen
zijn geweest dan die traktaatjes
leuzen: „Zij (de PvdA) is. in één
woord, de hoop en de toekomst
van allen, die in de wereld weinig
andere bezitten dan hun arbeids
kracht".
CLARA EGGLVK