DUUR EN SLECHT RUSSISCHE ARTIKELEN ZOEKLICHT TIJDS BEELDEN OOK BERLIJN HEEFT THANS MONTMARTRE" GEKREGEN lunst tegen uitverkoopprijzen (leidsch dagblad EEN OP DE BOEKENMARKT WOORD VAN BEZINNING Zaterdag 21 septembe- 1963 Pagina 1 3 i CHILDERIJEN hingen aan waslijnen, stonden tegen bomen J en vuile milten; in marktstalletjes en op het gras lagen ab- tracte en zakelijke, impressionistische, naïeve en soortgelijke unstwerken uitgestald en wachtten op kopers. De eerste week- 15 \arkt voor schilderijen en beeldende kunst in de oude Duitse /3) ioofdstad Berlijn vond op een zonnige zaterdag in mei plaats en in<a/, voorzover het niet regent, voortaan regelmatig tot laat in de 'hiierfst worden gehouden. Ongeveer dertig baardige jonge man- in spijkerbroeken en bonte hemden organiseerden deze markt n navolging van hun Parijse collega's midden in de Westberlijn- Je arbeiderswijk „Kreuzberg", die sinds enige jaren ook door de kunstenaars wordt bevolkt. „Wat in Parijs kan gedijen, zal in jmerlijn pas echt kunnen bloeien", zeiden met name de schilders in Westberlijn tot zichzelf en gingen de straat op, om hun kunst aan IJS ie man te brengen. Op de Berlijnse schilderij enmarkt lis alles te koop tegen elk aanneme- Uk bod en wie geluk heeft kan te- en een spotprijs eigenaar worden 110 an een mogelijk toekomstig be- oemd werk. Van deze mogelijkheid maakten de inwoners van Berlijn ook een druk gebruik. Maar tsiéerst kwamen de honden en kinde- en uit de buurt. Voor de kunste naars was dat echter niet het ter ke kundige en koopkrachtige pu bliek. waarnaar zij uitkeken. Dat kwam later, uitvoerig ingelicht door de pers: stadgenoten en buitenlan ders uit alle delen van West-Ber- lijn. De eerste portretten „klaar ter wijl u wacht" ontstonden en de eer ste discussies over kunst brandden los. Een improviserende trompetist en een melancholiek tokkelende gi tarist werden echter spoedig over stemd en afgelost door de alom be- Aan de voet van de „Kreuz berg" brengen jonge kunste naars hun schilderijen tegen uitverkoop-prijzen aan de man. kende Berlijnse orgelman. De „Kreuzberger schilderijenmarkt" kreeg hierdoor al dadelijk een ge heel eigen cachet. En ook verder werd deze nieuwe attractie in hun stad bij de Berlijners gunstig ont vangen. West-Berlijn had zijn Montmartre geaccepteerd. In plaats van de in Frankrijk gebruikelijke rode wijn dronk men Duits bier. Terwijl de Parijse schilderijen- markt zijn pracht hoog boven op de beroemd geworden heuvel ont vouwt, breidt de Berlijnse kunst- bazaar zich nog aan de voet van de 60 meter hoge ..Kreuzberg" uit. ove rigens de enige natuurlijke berg van Berlijn. Dit verschil zal er spoedig ook niet meer zijn. als de Berlijnse kunstenaars op de top van de Kreuzberg zullen exposeren. Menig een van hen zal dan misschien wel de hoop koesteren daarmede ook de top van roem en succes te beklim men. Voor de rest is hel bonte kun- stenaarsvolkje van de Kreuzberg in Berlijn echter even vrolRk en even serieus als dat van Montmartre in Parijs. (Van onze reisredacteur, W. L. Brugsmal (ni) Een van 's werelds grootste, duurste en slechtste warenhuizen op het Rode Plein in Moskou. Het heet de ,,Goem". Als bedenkt, dat Moskou de etalage van de Sowjet-Unie is en Goem de etalage van Moskou, als men rekent dat een Rus- arbeider 480 gulden per maand verdient, dan wekken de prijzen wel ontzag: Aluminium schuimspaanvijf gulden I Dikke Russische nylons: tien gulden, Dunnere Oostduitse nylons: zestien gulden. Kunstleren damestassen: zestig tot. honderd gulden, Stenen uil met lichtende rode oogjes zestig gulden, Kinderfietsjehonderdveertig gulden. Beeldje van blote negerin: vijftig gulden, Serviezen: vierhonderd tot achthonderd gulden, Tennisracketzeventig gulden, Overhemd: vijfentwintig tot veertig gulden. Vp(< Amerikaanse toeristen, die komen een Hongaarse damesparaplu te Qeijcijken of de Sowjet-Unie Amerika verwerven voor honderdvijfentach- - pal bezig is in te halen, staren ver- tig gulden! /ij zien ook, dat »e losjbaasd naar een queue van wel drie- kwaliteit van de artikelen te verge- 25honderd dames, die geduldig wach- lijken is met Ie prijzen uit een ten tot zij aan de beur» zijn om schiettent op de kermis De kopers: i de rij voor damesparaplu s in de Goem. Slechts één artikel is in de Goem gratis verkrijgbaar: he( inzicht dat Moskou's vredesoffensief ook op economische gronden gebaseerd is, dat het nationale belang de over hand heeft op de interesse voor de wereldrevolutie. In de fabriek „Kaliber", in een voorstad van Moskou, wordt, preci- sie-apparatuur gemaakt, vertelt de directeur bij limonade cn Russische sigaretten. Hij is een vriendelijk man met wakkere ogen en verschilt van Westelijke managers slechts daarin, dat hij geen da.s draagt en wel een portret van Lenin aan de muur heeft. Hij somt trots de so ciale instellingen van zijn bedrijf op: sportvelden, zelfgebouwde hui zenblokken. -akantiekolonies. kli nieken, crèches, cultuu: paleis, hob byclubs, vakscholen. Van de Vieg tot het graf en van 'c ochtends tot 's avonds leven bedrijfsleiding, ka der en arbeiders met hun gezinnen in een haast autonome wereld, in tegenstelling tot de bedrijven bij ons. waar men blij is als men el kaar eens niet ziet. De „team-spirit" of dc „brigade geest", zoals hot hier heet, is or sterk. Het bedrijf sleekc in „socia listische wedijver" soortgelijke be drijven naar de kroon en binnen het bedrijf zelf passen de brigades die socialistische wedijver ook toe. Aan de muren en in de lanen han gen de portretten van de verdien stelijkste arbeiders, die enigszins verlegen ln de lens van de foto graaf hebben gekeken De werkers maken een opgewekte indruk in hun bedrijf waar zij duidelijk trots op zijn, zodat nen het niet over zijn hart verkrijgt re zeggen, dat het voor een fabriek van precusie- apparatuur een rommelige indruk maakt. Misschien zijn onze glim mende fabriekshallen ook maar een vorm van industrieel snobisme En de verhouding tussen bedrijfslei ding en personeel is er minder neu rotisch en aanzienlijk zelfbewuster dan bij ons. Waarom blijft de expansie van de Sowjetrusslsche Industrie dan ln aoveel bedrijfstakken haperen? Met de directeur begin ik een boom over plan-economie en markt-eco- nomie. Er is In de Sowjet-Unie een discussie op gang gekomen over de wenselijkheid van plan-vervulling tot elke prijs. Zolang de Sowjet- l'nie een geiaoleerde en belaagde economie had en, koste wat kost, moe«t industrialiseren, was het ab solute principe van de planvervul- ling een vereiste: men moest ma ken wat men nodig had. Maar nu het welzijn van de burgers een overweging is geworden vanwege de vreedzame co-existentie zelfs een noodzaak om in de buitenwe reld niet voor aap tc staan wordt de planvervulling een rem inplaats van een aansporing. Enkele Sowjetrussische econo men, prof. Libérmann voorop, heb ben nu zulke on-marxistische be grippen als winst cn vraag en aan bod van stal gehaald, ai heet winst hier dan rentabiliteit. De directeur van „Kaliber" zegt, dat er in zijn bedrijf over Liber- manns theorie is gediscussieerd. Maar hij ziet niet goed hoe dat zou moeten. Hij «egt dat het ..plan ning-systeem" .och logisch is: het bedrijf geeft op wat het kan, de regering zegt wat zij nodig heeft en tenslotte noort het bedrijf van Gosplan wat er hot komend jaar gemaakt moet worder.. Zo weet men waar men aan toe is. En als Libermann zijn zin zou krijgen en de rentabiliteit de norm ver vulling gaat vervangen, dan moet men misschien wel eens plotseling om schakelen. En zijn ervaring leert, dat elke omschakeling produktie- verlaging met zich meebrengt. Die produktieverlagmg blijft de doodsangst van de managers wie de plan-vervulling Is ingehamerd. De Moskouse televisie haalt soms ontevreden consumenten voor de camera. Iemand beklaagt zich over de knopen aan een jar Dan komt de directeur van de knopenfabriek. Hij geeft toe, dat de knopen van slechte kwaliteit zijn. Om betere te maken zou hij andere machines moeten hebben en die hangen ai van toewijzingen af en b» zou de installatie ervan ertoe leiden, dat hij een tijdlang helemaal geen knopen kan maken. Dan komt de directeur van de knopenmachine- fabriek en zegt dat net maken van nieuwe mach mes zijn hele plan omver zou werpen en dat hij daar voor toestemming nodig zou heb ben. De enige die nooit voor de tele visie komt is de werkelijke schul dige: „kameraad Plan". Want ver der heeft ledereen zijn plicht ge daan. De machinedirecteur heeft zijn machines gemaakt, misschien meer dan in het plan stond en de knopendireeteur zjjn knopen en zij hebben er premies voor gekregen, al weet ledereen, dat het slechte knopen waren. Maar degene die het merkt, is hij die de jas gekocht heeft. Ilja Ehrenburg heeft eens ge zegd: „Het socialisme is een prach tig systeem. Maar het is jammer dat het zulk beroerd gebak voort brengt". Wachtend op de maaltij den in hotel Metroprle, Oekraina of National en wederom tussen de gerechten, heeft men ruimschoots dc tijd daarover na te denken. Want die wachttijden bedragen ge middeld een half uur! Goed, dan komt erook kaviaar. Maar u heeft geen idee hoe snel kaviaar verveelt, wanneer men het dagelijks ge lijk bosbessenjam op de boter ham krijgt. En de service is nog niet geheel gedestaliniseerd. Vooral in hotel Mêtropole weet nog niet het. hele persenoel. dat hoffelijk bedienen van vreemdelingen geen verraad aan de Sowjet-Unie meer is. Bier en wodka worden er voor namelijk gekoeld op het ijs van de koude oorlog. Sommige obers kij ken alsof het hun spijt dat zij niet in een staalfabriek megen werken. Wat de statistieken ook over de produktie mogen zeggen, in de distributieve en consumptieve sfeer heeft Ehrenburg onverminderd ge lijk. Alleen het orkest is vlijtig, het vult. de sombere zaal met de plan matig voorziene hoeveelheid deci bels der genre-stukken. Een zaam zit de westerling temidden van dat cultureel gedruis en besluit zich aan de socialistische moraal aan te passen: hij geeft geen kopek fooi. Mischa de Vreede. „Oor log en liefde." (Verhalen) Bakker/Daamen Den Haag 1963. Een talent voor schrijven heb ben is niet genoeg Men moet ook iets te vertellen hebben en dan iets nog zó weten voor te dragen, dat het de indruk maakt nieuw te njn. Wat Mischa de Vreede, althans in deze bundel verhalen, te zeggen heeft is niet iets, dat aan boven staande eis voldoet. Het z(jn de kleine gevoeligheden van een ro mantisch kind. later van het ro mantische meisje, dat kennelijk Mischa heet. Wij lezen dus over het meisje Mischa. dat in een Jap penkamp rondliep in een broekje, dat veel aandacht heeft voor haar armen, benen, buik en ogen en voorts haar Jurken en haar bed. Het zijn de ongelukkige ervaringen van de kindertijd, het verdriet van alleen zijn als je achttien bent. de tweeslachtige houding tegenover het ouderlijke huis e.d. Overtuigend is dit alles niet. De schetsen neb ben iets van de kleuren van dia's; wel mooi, maar net niet echt. Deza schetsjes zouden een goed figuur maken ln een goed vrouwenblad, maar helaas, zo'n goed vrouwen blad bestaat er niet in Nederland. Op blz. 91, in het verhaal „Laat mij maar slapen", ben ik de regels tegengekomen. „Maar de dromen, die ik gehad heb. kunnen een dik boek vullen. Ze interesseren alleen niemand". Het klinkt onvriendelijk. Ik weet het. maar eigenlijk zou men dit van deze schetsen kunnen zeg gen. Ze zijn gewoon niet interee- sant genoeg. J. Bern lef. D* Over winning. „Het verslag van een Nederlaag." Querido Amsterdam 1962. Wat ik zojuist gezegd heb over de verhalen van Mischa de Vreede, n 1. dat talent alleen niet genoeg is. geldt op een andere wijze ook voor de novelle van J. Bernlef. Bernlef heeft een volkomen andere wijze van benaderen en een geheel andere stijl, maar die overeenkomst is er. Ook dit la een Jeugdervaring en wel die van de soldaat B. De naamaanduiding met een letter en nog wel met de letter van de schrij ver is natuurlijk regelrecht afkom stig van Kafka, die zijn hoofdfi guur K. pleegt te noemen. Eenmaal is voldoende, meen lk te moeten opmerken. Bernlef zoekt het ln het minu tieus registreren van de kleine din gen in de omgeving van B. en van de sensaties aan die kleine dingen verbonden. Indien men dat systeem wil toepassen, dan moet men geen fouten maken waar de lezer de tekstkritische vinger op kan leggen. Reeds in de eerste alinea begaat. Bernlef zo n fout. HÜ schrijft over licht, dat hem doet denken aan „het scherpe licht ln een besneeuwde straat". Goed. Maar aan het eind van diezelfde alinea glanzen de witte wanden van de ziekenkamer „zacht" in dat zelfde Ücht. Dit is dus geen waar neming geweest. Op blz. 16 is een wasbak „tot aan de rand gevuld met vuil water waar stukjes zeep en een paar scheermesjes ln drij ven". Ook dit kan niet gere gistreerd zijn, daar zeep en scheer mesjes beide zinken. Wanneer nu dergelijke eenvoudige beelden reeds vals zijn, dan begin ik achterdoch tig te worden ten opzichte van de niet controleerbare sensaties van de soldaat B. Zó achterdochtig, dat ik door het hele relaas niet meer over tuigd kan worden en het moet gaan beschouwen als een literair bedenk sel. Tenslotte: ik heb met ds beste wil niet kunnen ontdekken waar ik de tweede alinea «die waarin B. op het kazerneplein iets ziet lig gen dat lijkt op een „enorme veel gebruikte tandenborstel", vervol gens op een „massa samengeperste paraplu's" en dat tot slot een „lig gende man" blijkt te zijn) moet onderbrengen teneinde er de bete kenis van deelachtig te worden. Noch ook kan ik de diepe zin vat ten van de passage waarmee de no velle begint en (met een kleine variant» eindigt. Welke daad van opstand (flaptekst» de soldaat B. pleegt, zal voor mij dus een raadsel moeten blijven. Dr. L. de Jong. „De Be- setting I, II en III. Querido. Amsterdam. Drie delen van de geschledenli van Nederland ln de tweede wereld oorlog rijn thans verschenen. Er zullen er nog twee volgen. De boe ken, die onder deze titel versche nen zijn, zijn een weergave van de uitzending over de NTV. Zowel de tekst als de reproduktiee munten uit door helderheid en waardigheid. Het afwisselen van de geschied schrijving met korte teksten van anderen, geeft deze documentatie de levendigheid en de ontroering, die het ware herinneren oproept. Zonder twijfel hebben deze boeken grote geschiedkundige waarde, maar zij zijn ook belangrijk en boeiend voor een ieder, dis zich over de hedendaagse gang van zaken •en helder oordeel wil vormen. De producenteen Sowjetrussische fabrieksdirecteur. DE schilder Hodler heeft een tijdsbeeld willen geven in dat schilderij: de bank der ontgoochelden. U ziet daarop 5 mensen uitgebeeld, samen op een bank, mannen en vrouwen van verschillende leeftijd. Jong en oud Zij hebben dit gemeen, dat zij ontmoedigd hulpeloos ieder voor zich uit staren met Iets vreemds in d? ogen. Zij zijn kennelijk innerlijk geslagen en gewond, gebrokenen. die wach ten. ja. waarop: een hopeloze toekomst, een verder niets, de dood? Dat schilderij een aangrij pend beeld van de werkelijkheid, waarin wij leven. Velen onder gaan het leven zo als een ge sloten werkelijkheid, zonder uit zicht, zonder verwachting meer, hopeloos leven, dat, zo het niet in de grauwe onverschilligheid blijft steken, gemakkelijk in de wanhoop valt. Zulke tijdsbeel den kent U voldoende uit moderne films en romans als thema, dat nauw aansluit bij veler levenservaring van vastge lopen-zijn In de Galerie van DUsseldorf hangt een schilderij, ook een tijdsbeeld uit het jongste vel leden. Het stelt een kruis voor op de weg, midden in de winter. Aan de voet van dat kruis leunt een kind er tegenaan, dat ken nelijk een lange, erbarmelijke zwerftocht achter dr rug heeft Vermoeid is hij ingeslapen en heeft zijn bundeltje reisgoed laten vallen. En van de andere kant komen goedgeklede kinde ren uit school en zien de kleine stakker, die bij dit kruis nu stil getroost en vredig slaapt. Werpt deze schilder niet heel ander licht op dezelfde werkelijkheid? Spreekt dit beeld niet van vrede en verlossing die een mens ten deel kunnen vallen, wanneer hij als ehristen ziin troost en toe vlucht zoekt bij het kruis? Wanneer men het zo stelt, zeg lk liever eerst hartgrondig twee keer „neen" om vervolgens voor zichtig één keer „ja" te kunnen zeggen. Een man als Szczesny wijst het christelijk geloof af. omdat het de boodschap zou inhouden van vrede en verlossing als loon en belofte in een hiernamaals voor de mens, die in de predi- king des kruises gelooft. Het Evangelie spreekt anders. Jezus richt zijn rede op de berg (Matth. 5i niet tot doden, maar tot levenden. En zalig worden niet gesproken gestorvenen „in de hemel", maar zij. die hier en nu hongeren en dorsten naar gerechtigheid, zachtmoedigen, of die vervolgd worden om. Zijns naams wille. In zoverre kan dit schilderij gemakkelijk tot mis verstand aanleiding geven en geldt eventueel het neen Evenzeer, wanneer het de lijdzaamheid op aarde zonder meer als zgn. christelijke deugd wil suggereren, het hele leven te aanvaarden als een onont koombaar lijden. Zulks doet het boeddhisme. Onedr de indruk van wat hij aan leed en lijden ontdekt in de gedaante van een bedelaar, een zieke, een grijs aard en een dode, komt Boeddha terecht op de bank der ont goochelden, die Hodler heeft ge schilderd: dus hierop loopt het leven uit, dit is het lot van allen? En omdat hem ander perspectief ontbreekt, capitu leert hij en zoekt zijn heil in wereldvlucht. Jezus heeft ook geweten van teleurstelling en ontgoocheling, van menselijke zonde, blindheid en gebrokenheid. Zijn levens roeping en werk won erdoor aan diepte en intensiteit. Zo heeft Hij gestreden en geleden. Daar om werd Hij gekruisigd. Maar wonderlijk de zegen ondanks die zen. nederlaag die nog altijd hiervan uitgaat, die men sen sterkt en de weg wijst, hun ban doorbreekt en hen innerlijk bevrijdt, omdat zij bij dit kruis hebben geleerd niet het oog te richten op mensen en der men- pen doen, noch op de uitkomst van het eigen leven, maar al leen op God. De opmars naar Washington onlangs is er het tijdsbeeld van, die stoet van zachtmoedigen, die hongeren en dorsten naar gerechtigheid en vervolgd worden om Zijns naams wille. Als zij in hun gemeente samenzijn, dan zingen zij dat ontroerende lied: Nobody knows the trouble I have seen, nobody knows but Jesus U Maar dat is dan ook genoeg eri ware troost voor hen. Want in Hem ziet God hen aan, Die hun Zijn kracht en vrede geeft ondanks alles en door alles heen. U Niemand heeft besef van het leed. dat ik heb gezien, niemand behalve Jezus. W J H. HUBEEK, Vrijz. Herv. pred. te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 9