De Joegoslavische arbeiders zijn hun eigen baas... Twee Zeeuwen vingen 300 jaar geleden walvis 5000 pond spek en 500 pond reuzel w INKOMEN WOORD V AN BEZINNING 1 Zi j sneden er wel 5000 p. spek af Zaterdag 3 augustus 1963 Pagina 1 1 kg kalfsvlees: 600 dinar. 1 kg brood: 60 dinar. l kg aardappelen: 40 a 50 dinar. 1 kg suiker: 160 dinar. 1 kg boter: 800 dinar. Een herenkostuum: 15 000 tot 30.000 dinar, Ean koelkast: 130.000 dinar. Een japon: 4.000 tot 8.000 dinar Hierbij zy aangetekend, dat de huren door de overheid worden vastgesteld en tot de categorie be schermde prijzen behoren. Dat geldt ook voor de pryzen van de primaire levensmiddelen, die door de regering worden gesubsidieerd. De overige prijzen zijn vrij. Over het algemeen is het prijs peil laag. hoewel de laatste jaren een sterke stijging van de kosten van levensonderhoud is opgetreden. Erg duur voor Joegoslavische ver houdingen zijn elektrotechnische artikelen als radio's, televisietoestel len, koelkasten, wasmachines en andere duurzame verbruiksgoede- ren. Men kan deze artikelen ech ter aanschaffen tegen ..gemakkelij ke betalingsvoorwaarden". De ren te voor afbetaling bedraagt niet meer dan 5 procent In de industrie kunnen de ar beiders aan hogere inkomens toe komen. Geschoolde arbeiders kun nen tot een inkomen van 50.000 di nar per maand stijgen indien hun prestaties 100 pet. boven de norm liggen. Van hun loon betalen de werknemers 5 a 9 procent belasting. De vakanties duren twee weken tot een maand. De arbeiders krij gen geen vakantiegeld, maar wel kunnen zy profiteren van tal van reducties op reizen, hotels en va kantieplaatsen. die zover gaan dat ze niet voor hun vakantie behoe ven te sparen. Op de toch al niet hoge spoortarieven krijgen de va kantiegangers 25 pet. reductie en ook het verblijf in de vakantiever blijven van de ondernemingen ia bijzonder goedkoop. Het Joegoslavische communisme is voortdurend in beweging. In tegenstelling tot de landen, die werkelijk achter het ijzeren gordijn zijn opgesloten, is in het land van Tito geen sprake van verstarring. Sinds het begin van de jaren vijftig is een koers in gezet die van een streng centralisme naar een gedecentraliseerd systeem van economische „management" heeft geleid. Eind 1949 werden ook op bescheiden schaal de eerste pogingen gedaan tot directe deelneming van de arbeiders in de leiding van de industrie. Het principe van de arbeiderszelfbeschikking werd neergelegd in de „wet op de leiding der economische organisaties door arbeiderscollectieven" die in 1950 werd aangenomen Men had de vele nadelen van het centraal geleide systeem leren ken nen en was tot de erkenning ge komen dat de gedetailleerde plan ning van staatswege niet by mach te was produktie en distributie vol doende bij de behoeften van de markt aan te passen, terwijl het be loningsysteem voor de arbeiders en de leveringsplicht van de boeren geen stimulans vormden voor een betere produktie. Volgens de nieuwe wettelijke principes leidt het arbeiderscollec tief in naam van de gemeenschap de economische organisatie. Het arbeiderscollectief treedt geheel zelfstandig op, uiteraard binnen het raam van de wettelijke voorschrif ten Het arbeiderscollectief kan de ondernemingsleiding rechtstreeks ter hand nemen of door bemidde ling van de arbeidersraad, het ver tegenwoordigend lichaam van het collectief. De arbeidersraad, het uitvoerend comité en de directeur zijn verant woording schuldig voor hun activi teiten tegenover het arbeiderscol lectief van de onderneming. De ar beidersraad wordt uit het collectief gekozen. De algemene vergadering van het arbeiderscollectief vormt de belangrijkste rechtstreekse deelne ming van de arbeiders aan de lei ding van de onderneming. De arbeidersraad is het hoogste uitvoerende orgaan van de onder neming, hij heeft beslissingsbe voegdheid op het gebied van de eco nomische politiek der onderneming, over problemen betreffende de or ganisatie en de betrekkingen bin nen de onderneming. De arbeiders raad spreekt zich dus uit over de regeling der arbeidsbetrekkingen, moet zijn goedkeuring hechten aan het economische plan van de on derneming en aan de jaarrekening, beslist verder ook over de investe ringen, de aan te gane leningen en over de verdeling van de netto winst van de onderneming. Bijna net Cannes. Dat zei den we van Opatija, de prach tige badplaats aan de Adria- tische Zee op het schiereiland lstria met zijn kolossale hotels en zijn zee-boulevard. Het Meer van Ohrid is een va nde mooiste oorden van Joe- go-Slavië. Het is minder be kend dan het Meer van Bied. waar vele Nederlandse toeris ten komen. Over het meer ziet men uit op de bergen van Al banië. Op de foto rechts een van de pensions die hier als va kantieverblijven voor de arbei ders door enkele ondernemin gen zijn gebouwd. Door de wet op de arbeidsverhou dingen van 1957 heeft de arbeiders raad ook de bevoegdheid gekregen zich over aanstelling en ontslag van arbeiders en beambten uit te spreken. In feite neemt de arbei dersraad dus ongeveer de plaats in van de raad van bestuur en van de raad van commissarissen in onze vennootschappen De directeur van een onderne ming wordt benoemd en kan alleen worden ontslagen door een beslis sing van het uitvoerend comité na goedkeuring door de plaatselijke commune. Het gemiddelde inkomen van de Joegoslavische arbeider bedraagt 20.000 dinar per maand, dat is on geveer 100 gulden. Om een indruk te geven van de koopkracht van dit inkomen hebben we het volgende prijslijst je opgesteld. Huur van een nieuwe tweekamer woning: 6.000 dinar per maand, huur van een oude woning: bijna 4.000 dinar per maand. iBijzondere medewerking» et was oktober 1682. Twee M Zeeuwse mosselvissers va der en zoon kwamen terug van de vangst met een sterk ver haal. Zij hadden, vertelden zij. een walvis gevangen! Toen zij de onge lovige gezichten van de toehoorders zagen, toonden zij hun buit. Het bewijs van de juistheid van het ver haal was hiermede geleverd. Zij hadden inderdaad zo'n zeekolos ge dood! Nog heel lang nadien deed het verhaal van dat walvis-avon tuur de ronde in Nederland. Wij zullen het relaas van het gevecht der beide vissers met het reusachtige dier opnieuw vertellen. En wel in de tegenwoordig na tuurlijk wat ouderwets aandoende trant van weleer. Gat in het lijf Een grote walvis had zich in ok tober 1682 op de Zeeuwse stro men begeven en geraakte al daar verward. Zekere schipper, die met zijn zoon in een klein jachtje Soms krijg je do griezels over je rug. een gevoel alsof al les onverbiddelijk zijn gang schijnt te gaan. Dagen volgen op de nachten, jaren rijen zich meedogenloos aaneen. De sterren nemen hun loop, de getijden van de zee wis selen. Het maalt als een molen, zonder ophouden, automatisch en mechanisch. Maar, is dit zo? Het. geloof kan een verade ming zijn: dat de wereld niet een onmeedogend mechaniek is en geen kringloop is. Zoals by een operatie de instrumentma ker, de zuster en de dokter be trokken zijn (en ieder heeft eigen verantwoordelijkheid zo zijn bij wat wij het kwaad noe men. betrokken de mens, de dui vel en God. De mens is op men selijke wijze en de duivel op dui velse wijze erbijGod is op soeve reine wijze erbij betrokken. Wij kunnen de dingen niet van bo venaf zien, dan zouden wij zijn als God. kennende goed en kwaad. God laat geboren woi'den en doet sterven. Hij geeft vreugde en doet pyn. Er was geen dag die niet in Zijn zorg stond. Hij brengt diepe wonden aan. De diepste is de dood. Aan God. niet aan het noodlot schenken wij ons vertrouwen. Wij zijn niet als een geslagen hond en ster ven niet als een hond. Evenmin wagen wij als een briesende leeuw, die gewond is, de laatste woedende uitval. En ook zullen wij niet uit stille wrok onszelf opeten van ergernis. Want onze weg is de weg van de deemoed. Luther heeft erop gewezen dat een christen onmo gelijk smaad, verdriet, ziekte, onrecht en alle andere tegen slagen enkel als onrecht kan be schouwen. Want God is er im mers bij betrokken. Hij is onze vriend. Hij ging de lange weg van het ongeschapen Zijn naar onze arme menselijk heid. Hij is mens geworden en heeft zich geofferd. Hij zorgde voor ons in onze grootste nood: de schuld. Hij heeft ons de be lofte gegeven van een nieuwe •«cheppingsorde. Met Hem zijn wij verzoend. Dat is in Christus geschied. Met God komen wij er door heen. Het is een zaak van diepe ernst en van grote vrede. Het kruis is draagbaar en zacht is het juk. De pijn blijft pijn. maar de vertwijfeling is er uit. Nu willen wij gaan waar we moeten gaan. Want dat is vrijheid: willen wat moet. Wij hebben God leren ver trouwen. Toch hebben wij moeite met de wegen Gods. Ze gaan tegen onze eigen wil in. Wij hebben een strijd tegen onszelf. Maar God is er bij betrokken. Dat geeft moed en vertrouwen. Goede moed en een blij Re- loof! H. J. A. HAAN. Evang. Luth. predikant te Leiden. voer, stapte er uit om mosselen te rapen. Onderwijl zag zijn zoon de vis, die nu eens boven kwam. dan weer onder water dook, en telkens bij het boven komen veel water op wierp. Enige anderen, die ook mos selen raapten, togen met den ge zegden schipper naar de vis en sta ken hem. terwijl hij tegen een stei le kant aanlag, met bootshaken in het lijf. Daarna schoot de vis aan stonds in de diepte en al het ande re volk ging weg, maar de gezegde schipper en zijn zoon zeilden hem na. Hem eindelijk ingehaald heb bende, sneed de oude man met zyn mes een gat in het lijf, waarin hy zyn klein dreggetje vast maakte. Hiervan door de vis een arm af gerukt zijnde, nam de man zijn grote dregge inplaats van de klei ne, waaraan het dier hem snellyk voortsleepte, doch na verloop van enige tijd hield het stil, niets doen de dan water blazen en met de staart slaan. De Nederlanders waren in de zeventiende eeuw geduchte walvisvaarders, die in de wa teren by Spitsbergen. Nova Zembla en Groenland menige traankolos verschalkten. Eén- maal is het echter slechts voorgekomen, dat Nederland- se vissers in de Nederlandse binnenwateren een walvis ontdekten en wisten te do den. jachtje af en de helmstok in stuk ken en spartelde en sloeg hy voorts zo geweldig, dat het vaartuigje on der het opstuivende water dreigde te verzinken. Toen werd de zoon bang: maar de vader kreeg het roer met de haak. zeilde tegen een plaat en hing het na veel moeite weer aan. Straks ging men wederom op de vis los, by welke men, na verloop van een uur, terugkwam. Men vond hem by kans dood. Hy blies geen water meer uit, maar spartelde nog slecht een weinig met de staart Toen zette de oude man zyn dreg er wederom in. Een vierendeel uurs daarna zonk de vis naar de grond. Die walvis willen wij hier aan merken behoorde wel tot de vin vissen, die veel wilder en vlugger zyn dan de gemene walvissen en die, geharpoeneerd zynde. met staart en vinnen zo geweldig van zich slaan, dat men hen niet zon der groot gevaar met de sloepen naderen kan. Maar hoe gelukte nu de hache lijke onderneming van onze Zeeu wen om zulk een gevaarlyk dier te vangen? De tweede ronde ?elnu, er kwam een schipper van Bergen op Zoom by hen, die met een snaphaan naar de vis schoot; maar. toen zulks niets afdeed, en hy zag. dat het verder opensnyden van de won de door de andere schipper de vis ook niet sterven deed, verliet hy de vis wederom. Daarentegen lieten de twee Zeeuwen zich aan het touw van de dreg, die in zyn Ujf steken bleef, door hem voortslepen; en zo dikwyis hij ophield van zwwemmen. staken en sneden zy zoveel zy kon den. Na verloop van een paar uren kantelde de vis eindelyk met de buik omhoog. Toen gaf de schipper hem met zyn mes een steek daar in. Hierop stiet de vis het roer van het Hij wentelde wel vyfentwintig- maal om en om. dreef met de vloed verder naar binnen en geraakte eindelyk op een zandbank vast. waar hy de ganse nacht liggen bleef; terwyi onze Zeeuwen gerus- teiyk slapen gingen. En de buit De volgende dag sneden zy er met goede hulp wel vijfdui zend pond spek af. Voorts hakten zy hem de staart af. die zy in hun vaartuig hysten. De ver dere buit bestond in zesentachtig baarden en vyfhonderd pond reuzel, dat zy uit het ïyf haalden Intussen moesten zy, by gebrek van werktuigen om het dier te keren, er veel spek aan laten. Het dier was vyftig voet lang; en zyr. omtrek was als die van een jaagsc.iuit. Nadat hy reeds dertig uren dood geweest was. was hy nog lauw: zo lang houdt het aan. eer zulk een menigte van warm bloed als die dieren bezitten, koud wordt Tot zover het oude relaas. Dui- delyk biykt er uit. dat die twee wakkere Zeeuwen beslist niet voor een klein geruchtje vervaard wa ren. Ook leert het verhaal, dat zy hun moed en vasthoudendheid be loond zagen met een ryke buit. zy waren voor de winter van 1682 op 1683 verzekerd van een uitstekend gevulde vetpot dank zy het buiten kansje. dat een traankolos een onzer zeegaten binnenzwom en na verwoede gevechten de beide mo«- selvissers in handen viel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 5