Vogels
zij een
schrikken als
uil zien
Kom er
ACHT-er
'Olifantenjacht' van
kansloos paar
een
O"
Middenspelstudii
talloze variatie
HOE
WERKT
HET!
TRANSPORTEUR
Door ogen en snavel heeft
de uil een gezicht
w"
Kom er
Zaterdag 15 juni 1963
Pagina 2
LEÏDSCH DAGBLAD
binnenzak
Het zal wel altijd een raadsel blijven, hoe het komt, dat vele vogels In
opwinding geraken, zodra zij plotseling ergens in een boom of ln het veld
een uil ontdekken. Want dit is werkelijk een feit. In de afgelopen winter,
ik meen in februari, heb ik in een van mijn artikelen nog beschreven, hoe
Ik op een keer, ln de schemering thuiskomend, door het spektakel van de
tuinmerels opmerkzaam werd, dat er Iets aan de hand was.
Meestal betreft het dan een kat, die zijn bekende jachtpaadje over hek
jes en schuttingen afloopt en door de verontruste vogels van tuin naar
tuin wordt begeleid. Maar dit keer was het een uil, een ransuil, die hoog
ln een grote larix gezeten, de hele scheldende vogelbent om zich heen had
verzameld.
Men kan een uil noch een roof
vogel zo maar ergens in de natuur
terugbrengen en zeggen: „Ziezo, tot
hiertoe heb ik je geholpen, red je
nu maar zelf" want daar komt
niets van terecht, anders gezegd,
dat draait voor het bewuste dier
uit op verhongeren en sterven.
Ik mag nóg zo goed voor hem
zorgen (en dat kan ik gelukkig, op
grond van jarenlange ervaring
nooit zal ik voor deze vogel de over
gang kunnen maken van het wach
ten op voedsel naar het zelf actief
voedsel bemachtigen, hetgeen hy in
Pie gewend is, een-twee-drie
met z'n diagnose klaar te
staan, zegt in zo'n ge
val heel beslist: „Doodeenvoudig,
die merels weten, dat die uil van
kleine vogeltjes leeft en dus jagen
ze hem weg!" Ik geloof niet in zo'n
gemakkelijke verklaring.
Allerminst niet, omdat ook roof
vogels, zoals valken, buizerds en
sperwers op een grote zittende uil
„stoten" en dit zijn toch vogels, die
werkelijk voor een uil niet bang
hoeven te zijn. Ten tweede neem ik
niet aan, dat dieren iets „weten".
Wel kunnen zij door ondervinding
iets leren, iets „aan de weet" ko
men. maar dit is dan toch van een
andere orde, dan de ingewikkelde
geestesarbeid in de menselijke her
senen, waarvan wij het resultaat
aanduiden met uitdrukkingen als
„ik weer dat'' of „ik ben me er van
bewust".
Om nu een voorbeeld te noemen:
als ik een mees mijn tuin zie bin
nenvliegen, die bij het onverwachte
zien van mijn bosuil een bliksem
snelle zwenking maakt en als een
kolibri in de lucht biyft staan, even
maar met snel trillende vlerkjes, om
dan ineens weg te schieten en er
gens in de struiken opgewonden te
gaan zitten schreeuwen dan is het
voor mij duidelijk, dat de kleine vo
gel plotseling en onverwachts werd
verrast door iets, dat hem erg heeft
doen schrikken.
Donsbal
De merels als vaste stamgasten
in mijn tuin nemen niet de
minste notitie van de grote
grijsbruine donsbal met de grote
ronde ogen, en bij de mussen heo ik
nog nooit enig spoor van opwin
ding gemerkt.
Intussen blijft het verschijnsel
toch maar merkwaardig en zeker
de moeite van het bestuderen
waard, maar ik voel niets voor in
't wilde weg romantisch maar fan
taseren. Voor mij heeft het er alle
schijn van, dat vogels schrikken
door 't plotselinge van een ont
moeting met zo'n vreemd wezen als
een uil nu eenmaal is. Want een uil
heeft een gezicht!
Dat komt, doordat de ogen (en
wat voor ogen!) niet zoals by vo
gels in 't algemeen, aan weerskan
ten van de kop staan, maar naast
elkaar in één vlak liggen. Die grote
ronde ogen zijn omkranst met ve
ren, die samen de z.g. „sluier" vor
men van de uilekop. Neem daarbij
dan nog de kromme snavel, die als
een neus tussen die ogen is geplant
en werkelijk, hier zijn vele facto
ren aanwezig, die het vreemde ge
drag van de vogels ten opzichte van
de uil verklaren.
Er is een tijd geweest, dat vele
mensen vast geloofden, dat een uil
een ongeluksdier was, dat onheil
bracht en dat daarom moest mor
den gedood. Dat was in de „goede
oude tijd" toen men een uil levend
aan de deur van een boerenschuur
vastspijkerde in de vaste overtui
ging, dat het boze onheil de woning
zou voorbijgaan.
Wij, verlichte 20ste eeuwers, moe
ten er dankbaar voor zijn, dat voor
ons de nevel van dat domme bijge
loof sinds lang is opgetrokken, hoe
wel ik toch niet m'n hand in 't vuur
zou willen steken voor de bewering,
dat dit bijgeloof overal in ons land
is uitgeroeid. Bijgeloof (dat immers
stoelt op angst, die weer voortkomt
uit onwetendheid) laat zich niet zo
gemakkelijk in een hoek drukken.
Koekoek
O'
m nu terug te komen op die
vreemde reactie van vogels
by het zien van een uil, is
het niet eigenaardig, dat zangvogels
ook te keer gaan als zy een koekoek
ontdekken? U zult zeggen: „Dat
raad je de koekoek! Die vogels we-
Onze bridgerubriek
Bridge vraag dezer week:
Zuid: SB864 H A73
R 6 5 2 K 9 5 4
Oost gever, niemand kwets-
Groot wild
t ge1
baar. Biedverloop: oost
zuid pas - west een ruil
noord doublet - oost pas -
west een ruil
pas -
Iten -
zuid een schoppen - west pas
- noord drie schoppen - oost
pas - wat moet zuid doen?
tp Antwoord elders op deze
1 pagina.
Acht Nederlandse herenparen
en, in een afzonderlijke afde
ling, zes damesparen, spelen op
het ogenblik met tussenpozen
van enkele weken selectiewed
strijden die tot doel hebben,
een Nederlands heren- en da
mesteam aan te wijzen die ons
land bij de komende kampioen
schappen zullen vertegenwoor
digen.
De selectiemethode is afgekeken
van de Verenigde Staten en vol
doet in menig opzicht goed. De
basis ervan is, dat men van elk
lijn de gemiddelde score berekent
spel zowel ln de NZ- als in de OW-
en aan de hand daarvan match-
punten toekent. Bijv. als de vier
NZ-paren op een spel resp. scoor
den: paar A +150, paar B +120,
paar C —50 en paar +140, bedraagt
het gemiddelde +90 (41060
360:4 90). Paar A scoort dus
60 punten meer dan het gemiddelde,
paar B 30 meer, paar C scoort 140
minder, paar D 50 meer. De ge
scoorde punten worden omgerekend
in de normale matchpunten die
geldein voor viertallen wedstrijden:
heeft men een minusscore, dan
schrijft men een negatieve match-
puntscore.
In Amerika volgde men de regel,
dat van de scores de hoogste en
de laagste buiten beschouwing wer
den gelaten by het berekenen van
het gemiddelde. Hierdoor voorkomt
men, zeer terecht, dan één enorme
toevallige score (bijv. zwaar down
gaan, of een slembod) teveel in
vloed op het berekenen van het ge
middelde heeft. Helaas heeft men
deze methode in Nederland niet
kunnen toepassen, daar men van
vier NZ-scores moeilijk twee scores
kan laten wegvallen. Daarmede is
tevens echter het gehele beoorde
lingssysteem op losse schroeven
komen te staan, wat moge blijken
uit het volgende spel der voorlaat
ste selectieronde:
B V 4
H A B 7 6 5 3
R 9 7 2
K H 10
Aan de vierde tafel zat als NZ
een paar dat reeds vrijwel kansloos
was om zich by de eerste drie te
klasseren (de drie eerste worden
uitgezonden), zodat deze spelers
nog slechts uit waren op groot wild.
Er is zeker geen andere reden voor
het bieden van NZ aan te wyzen
dan de hoop, een olifant te zullen
schieten.
De jacht begon: weet een schop
pen noord twee harten oost
twee schoppen (een goed bod ln
deze moeilijke situatie) zuid twee
Bansatout (dapper) west drie
schoppen noord en oost pasten
zuid drie SA (heldhaftig)
west doublet noord en oost pas
ten zuid, met kille doodsverach
ting, paste ook! De uitkomst van
west was schoppenboer, noord won
met de vrouw; hierna liet zuid de
tegenpartij een hartenslag maken
en moest nu even wachten voor hij
weer aan slag kwam. Om precies
te zUn, OW maakten elf slagen en
NZ waren dus zeven down, kwets
baar en welverzorgd met een dou
blet: score +2000 voor OW!
De olifant had dus gewonnen,
maar NZ sleepten de drie andere
O W-paren in het verderf mee.
Want de gemiddelde score in de
OW-iyn kwam op ongeveer +890
punten, zodat de keurige twee
schoppenbieders met hun score van
140 daar vele matchpunten op
achterbleven. Omgekeerd kreeg bijv.
het NZ-paar dat vier schoppen had
laten maken 420) nog een pre
mie van 470 punten, daar het ge
middelde in de NZ-lijn immers mi
nus 890 bedroeg.
Ik vermoed, dat deze olifanten-
jacht het volgende jaar niet door de
wedstrijdleiding van de NBB voor
herhaling in aanmerking wordt ge
bracht. Maar had zulk een ge
beurtenis al niet voorzien kunnen
worden?
H. W. FILARSKI
Antwoord op bridge vraag: J
Zuid moet zich realiseren,
dat hij op nog minder dan a
hij heeft óók een schoppen a
had moeten bieden. Noords
sterke bieden maakt het aan-
nemelijk, dat zuid de goede f
kaarten meeheeft om de f
manche te kunnen maken. (I
Noord had: SHV107 4
HHV984 R 3 K A V 8
Zou zuid een vrijwel
waardeloos spel hebben met
slechts vier of vijf lage schop
pens, dan kan vier schoppen
niet worden gemaakt. Noords
bod van drie schoppen was Li
Juist, en zuid moet ongetwij- (1
feld nog de manche volbie- f
den. Een eenvoudige vraag, 4
die toch in de praktijk maar a
al te vaak opgelost wordt. J
ten, dat een koekoek een bedreiging
vormt voor hun broedsel, hun eie
ren." Maar ze gaan ook te keer, als
een opgezette koekoek ergens ln een
boom wordt bevestigd
Bovendien, een zangvogel, die
voor het eerst van zijn (haar!) le
ven een nest gaat bouwen heeft
nog geen enkele ervaring op 't ge
bied van koekoekgevaar, kan dus
onmogelijk bang zijn voor iets, dat
nog onbekend is. Toch gaan ze te
keer, toch jagen ze de koekoek weg.
Instinct, zegt Iemand en vindt,
dat de kous daarmee af is. Met dit
veel gebruikte woord wordt jammer
genoeg de moeilijkheid verplaatst,
want wie geeft nu eens kort en
bondig antwoord op de vraag, wat
instinct is?
U hebt intussen begrepen, dat ik
een bosuil rijk ben. Inderdaad, het
is weer zo ver en dat voor de zo
veelste keer. Twee maanden gele
den bij me gebracht, een kleine
donsbal ter grootte van een flinke
tennisbal, nu al een knaap met een
vleugelspanning van zeker wel 60
cm.
Wat er gebeurd is en door welke
oorzaak het kleine dier aan de voet
van een hoge boom terechtkwam, ik
weet het niet. Tweede vraag: was
het niet beter geweest, dat een
rondzwervende kat of een bunzing
het beestje had gevonden inplaats
van die vriendelijke meneer, die het
niet over z'n hart kon verkrijgen,
het verkleumde hongerige stak
kerdje achter te laten? De natuur
zou haar loop hebben genomen en
niemand zou
vernomen.
wat is zijn voorland, hoe ziet z'n
nabije toekomst er uit?
het gezelschap van zijn ouders en
niet te vergeten door de aanwezig
heid van zijn nestgenoten, spelen
derwijs en langs de natuurlijke weg
leert doen. Maar ik geef het niet
dadelijk op, de mogelijkheden zijn
nog niet uitgeput, maar dit is een
zaak van afwachten en geduld.
In ieder geval heb ik nog een
aantal weken een allermerkwaar
digst pleegkind aan hem, dat me
telkens weer nieuwe kanten van
zijn uilewezen laat zien en waar
aan ik, met mijn huisgenoten, erg
veel genoegen beleef. Een dier,
waarvan ik ook veel aan de weet
kom, allerlei kleine bijzonderheden
in zyn gedrag, die in boeken niet
zijn te lezen.
er iets van hebben
Onnatuurlijk
Nu is er een onnatuurlijke toe
stand ontstaan, want een uil
hoort niet in een kool te zit
ten, hij moet op eigen wieken aan
de kost zien te komen en niet af
hankelijk zijn van een mens. die
hem met meer of minder succes in
het leven weet te houden. En dan,
m maar een paar te noemen,
die recht ingaan tegen het
geen altijd hardnekkig wordt
beweerd: HU zit heel graag in de
zon en spreidt zijn vlerken daarbij
uit. Hy ziet óók overdag, in het
volle licht dus uitstekend. Een
groot deel van de dag brengt hy
door. rustig zittend in 'n hoekje,
maar tegen de avond wordt hy al
levendiger.
Terwyi ik dit schryf, kryg ik een
ingeving: „Ik zal hem eens badwa
ter geven". En nu zie ik Iets, wat
ik niet wist: onze bosuil drinkt! En
hy neemt met zichtbaar welbeha
gen en langdurig een bad! Ik heb
het gevoel, dat Ik een verzuim heb
goedgemaakt.
SJ. van der Zee.
8 A B 10 8 7 6 6
H H 10
R H B
K 7 6
8 9 2
H 9 8 4
R V 10 8 6
KAVB9
S H 8
H V 2
R A 6 4 3
K 8 6 4 3 2
Met west als gever en NZ kwets
baar, speelden twee OW-paren een
deelscore in schoppen en maakten
negen slagen. Een OW-paar bood
vier schoppen en maakte het con
tract door verkeerd tegenspel.
Op grote werken gebruikt
men wel een betonpomp die
de specie tot 300m ver en
tot 40 m hoog vervoert.
Een beton automaat maakt
specie van de vooraf inge-
stelde samenstelling voor
vervoer per transportband.
Het nieuwste systeem is de
ROTO-BAG: een rubberzok
van 1 m3 met afzonderlijke
binnenzak voor de cement.
Agitatoren vervoeren specie
van een centrole betonfobriek
naar de bouwerken.
Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande
vinden? De juiste oplossing vindt U elders ln dit
Onze damrubriek
Hoewel de mogelijkheden in
de klassieke middenspelstan
den al reeds eindeloos zijn ge
analyseerd, komen er altijd
weer variaties, waarvan men
het bestaan niet kende. De af
wisseling in combinaties en
stellingen is dan ook zó groot
dat Bolzé berekende dat er al
leen al ongeveer 10.000 posi
ties in het penre „drie dammen
tegen een" bestaan, die winst
kunnen opleveren. Men kan
zich dus wel voorstellen hoe
het moet zijn gesteld met stan
den die veel meer stukken be
vatten, zoals de standen uit het
klassieke middenspel.
In ons bezit hebben wfj een aan
tal, ons toegezonden door de War-
mondse dammer M. D. Bergman.
Van hem geven wij een tweetal po
sities en ook twee standen, die hy
ons ter plaatsing toezond, van A.
K. W. Damme en Fabre.
Beziet men de stand van Damme,
dan is het toch wel verbazend hoe
deze in een volkomen natuurlijke
positie die zo uit het spel kan zijn
genomen een slag ontwikkelt die
zonder meer fantastisch is. Als lok-
zet heeft zwart, schynbaar een
beetje suf weg, 712 gespeeld. Wit
denkt er niet langer over na, want
er is niets te zien dat gevaarlijk aou
kunnen zijn, en laat volgen 2722
en 3430, 40x7. Maar nu komt
zwart met de eigenlijke bedoeling
van deze schijnbare blunder en
maakt dam door 2126, 16x27 (7x
16), 27—32 en 24—30!!
De heer Bergman geeft nu ln dia
gram II een dam op 5. Dat zou
men werkelijk niet verwachten want
er staat zelfs geen schijf op 10, die
daar toch nodig dient te worden
aangebracht. Dat gebeurt dan ook
met 27—22, 33—29, 43—39. 38x20,
2014 en 30—24!! Buitengewoon
vernuftig. Men moet de aanwezig
heid van dit soort mogelijkheden
maar bemerken!!
In diagram III speelt de heer
Bergman met 3025 op zwart 712.
Volgt die zet dan blijkt zwart een
eenvoudige maar toch altyd weer
verrassende typezet over het hoofd
te hebben gezien, want wit komt
nu met 2722, 3731, en dan
43—39, met slag naar veld 44.
Na dit alles geven wij dan de zet
van de oud-wereldkampioen Marius
Fabre, die velen nog wel nooit zul
len hebben gezien. Fabre wint door
een in dit soort standen schier on-
mogelyk geachte dubbele slag via
27—22. 36—31. 32—27, 34—30, 39—34,
enz., men ziet het verloop verder
zelf wel. Verbazingwekkend!!
A. K. W. DAMME
13 3 4
W 25. 27, 30. 32, 33, 36,
43, 45, 48.
Wit maakt dam.
ra.
Wit aan zet.
IV.
MARIUS FA
Z.: 2, 3, 10/13, 15, 16. 18
W.: 27, 28, 32/36, 38/42,
Wit aan zet wint.
Z.^ 2, 3, 6, 8, 9, 11/13, 15, 16, 18/21
W. 27, 28, 27/40, 42, 43. 45, 48/50
Wit aan zet.
1. bloem meer in vaas
2. schoteltje groter
3. schoen zangeres
4. rechter rokpand langer
5. poot vleugel rechts kon
6. haar zangeres langer
7. armband zangeres
8. pianist zit dichter op
i