KONINKLIJKE LUCHTMACHT 50 JAAR OUD UIT DE KAAS „HET AANTAL VLIEGENIERS BEHOEFT VOOR NEDERLAND NIET GROOT TE ZIJN" UIT DE KAASJAGER F104 jj Starfighter" IA 1'De Brik' Marinus van Meel: Matje Janssen: REPOR TA GE Henk van der Bie inno 1963: Anno 1913: LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 8 juni 1963 Pagina 3 De eenzame vrijgezel vrijbuiter is een betere aanduiding voor wie de figuur Marinus van Meel recht wil doen scharrelt omzichtig tussen de hoge antieke meubels. Onder het lopen stoot hij vaak te gen een stoel- of tafelpoot, het lijkt alsof hij te groot is om binnen te zitten. Hij schenkt sherry en produ ceert ergens vandaan waarachtig een schaaltje met. kaés. Ondertussen vertelt hij: ,,In 1910 had ik Jan Olie slagers zien vliegen op Woudestein en zie je. dat dééd me wat. Ik was meteen gegrepen. De Belg Verschae- ve had in die tijd een soort vliegschool in Kiewit Hasselt en daar ben ik toen eens gaan kijken. Ik was al dertig toen, maar ik was nog zo gek als een jongen". Hij lacht geluidloos waarbij zijn hoofd met schokjes voor- en achterwaarts beweegt. „Nou, je weet dat ik een jaar later, mei 1911, bij Farman in Etampes mijn brevet heb gehaald. Als je vijf achten bo ven de hei kon draaien was je een hele Piet in die dagen. Met een Farman twee-zitter, van m'n eigen geld gekocht, ben ik naar Nederland gekomen en samen met Labouchère. Ter Poorten, Lutge, Bakker en Van Bussel hebben we bij de legeroefeningen van dat najaar verkenningsvluchten uitge voerd om de hoge heren van defensie te laten zien dat een vliegtuig best bruikbaar kon worden voor het leger". In een rapport dat de toenmalige kapitein Walaardt Sa- cré, die later de eerste commandant van de Luchtvaart Afde ling zou worden, aan de opperbevelhebber generaal Snijders zond, staat te lezen hoe hij over dit eerste optreden van een „luchtmacht" in ons land oordeelde: „Gebleken is dat vliegtuigen onder gunstige weersomstan digheden en onder behoorlijke besturing een zeer belangrij ke invloed kunnen hebben op het verloop van de strijd. Als hulpmiddel (hijzelf onderstreepte dit woord) voor ver kenningen kunnen zij dan ook niet langer worden gemist. Het zal daarom nodig zijn, dat het Rijk beschikt over eigen toe stellen en geoefende officieren en over een behoorlijk vlieg kamp waar kan worden geoefend. Het aantal vliegeniers be hoeft voor Nederland niet groot te zijn". Generaal C. J. Snijders liet zich overhalen zelf een ver kenningsvlucht mee te maken en het staat wel vast. dat de inzichten van deze hoogste legerchef, gevoed door het rapport van kapitein Walaardt Sacré en gestimuleerd door de prestaties van de zes vrij willige aviateurs, de doorslag heb ben gegeven tot het besluit van de Nederlandse regering per 1 juli 1913 het landleger met eén luchtvaart- afdeling nit te breiden. Geheel boven: Een machtige spanning maakt zich meester van de toeschouwers als Marinus van Meel zijn motor laat brullen. Zul len de vier stoere secondanten de ,,Brik" kunnen houden? Straks schiet hij weg voor een vliegende start! Hierboven: Bij een snelheid van tweeduizend kilometer ligt de Starfighter nog even rustig in de lucht als een kano in het water. Hiernaast: Zesenzeventig was hij al toen Marinus van Meel. de man die zo'n hekel had aan kaas. nog eens het genoegen mocht sma ken in een Kaasjager te vliegen. Hieronder: Als de koene avia teurs op Soesterberg een num- mertje doldriest stunten weggaven ..Als interceptor is dit vliegtuig subliem. Het is in kwam de goegemeente huiverend staat om met gebruikmaking van de afterburner in kijken. Dit is de bakermat van een paar seconden op te klimmen tot 40.000 voet, ter- onze militaire luchtvaart anno 1913. wjjj het daarbij over de grond gemeten niet meer dan tien tot twaalf mijl heeft afgelegd. Of er betere inter ceptors zijn? Och, misschien de F 106 maar met dat vliegtuig kun je alleen maar intercepties doen. Ik zou willen zeggen: er zijn betere en er zijn slechtere vliegtuigen op de wereld, maar voor het drieledige doel waarvoor de Super Starfighter is bestemd, ken ik op dit ogenblik beslist geen betere". Kapitein M. G. „Matje" Janssen Is aan het woord. Hij is „Eenenveertighonderd gul den heeft de Staat mij ervoor betaald. Een burgermanskapi taal voor die dagen, maar ik kwam er nauwelijks mee uit de kosten. Nou was dat niet zo erg, want ik had als jon gen al goed geld verdiend. In de kaas. Mijn vader dreef een exportzaak in Rotterdam en daar reisde ik voor. „Maar man, je weet niet hoe ontzaggelijk dét kan gaan vervelen. Altijd maar kéés". Hij zegt het alsof hij heel zijn verdere leven lang en hij is achtenzeventig geworden wel jam zal hebben gege ten. Een week voor zijn toch nog plotselinge dood in juni 1958 was ik weer eens aange lopen bij Marinus van Meel in zijn bovenwoning aan de Haag se Koningin Emmakade en wij praatten, hoe kon het an ders, over de eerste jaren van de aviatiek in Nederland. Nu onze Koninklijke Lucht macht zich opmaakt voor een klinkende viering van het vijf tigjarig bestaan, komt dat ge sprek met de forse energieke gentleman, die Van Meel tot aan zijn dood gebleven is, mij weer in de gedachten. Hij le verde immers het eerste vlieg tuig aan onze militaire lucht vaart, de legendarisch gewor den „Brik", die in de boken werd genoteerd als L(uchtvaart) A(fdeling) 1. Op dit moment is de Luchtmacht juist bezig over te schakelen op de allernieuwste straaljager, de „Starfighter", die in modern militair jar gon wordt aangeduid als F 104 g. Daartussen ligt dan een ontwikkeling van vijftig jaren, een halve eeuw geschiedenis van een verdedigingswa pen dat het per definitie altijd hogerop zocht. De kapiteins Janssen (links) en Okkerman zijn de testvlieggers voor de nieuwste aan winst van de Kon. Luchtmacht, de F 104 g één van de zes testpiloten, die op het ogenblik de bij Fokker Super Starfighter. Hoe hoog hun vakman voor de Nederlandse en de Duitse luchtmacht gebouwde Star- fighters „navliegt" als ze van de produktielijn komen. Zijn handtekening onder het beproevingsrapport betekent dat het toestel in alle opzichten aan de eisen voldoet en klaar is om aan de operationele squadrons te worden overgedragen. Vrij klein van stuk, sterk kalend aan het voorhoofd, zonder vlieger jack aan de tengere kant, is hij Het aas van onze Koninklijke Luchtmacht voor wat de F 104 g Starfighter betreft. Niemand heeft nog, als hij, vierhonderd vlieguren op dit type in zijn logboek staan en hij weet dus waarover hij het heeft als hij zijn soepele welbe spraaktheid de vrije loop laat om dit gloednieuwe raspaard van de militaire luchtvaart te bejubelen. schap genoteerd staat blijkt wel uit het feit, dat ook de Duitse Luchtmacht zonder meer vertrouwt op hun handtekening onder het be proevingsrapport van een bij Fokker gereed gekomen toestel ..Wat met dit vliegtuig ic te doen zijn machine nog net in de lucht kan houden is bijna drie keer zo hoog: 264 kilometer. Zijn m&xi- mum-snelheid is het vijfentwintig- voudige van die van Van Meel: valt werkelijk in de termen van on- 2250 De Starfighter heeft gelooflijk en geweldig. Daarbij lange tijd het wereldsnelheidsre- Van <Tie zes was Marinus van Meel er dus één. De kaas bleef verder lucht voor hem. En uit zijn enthousiasme voor de vliegerij werd het eerste vliegtuig geboren dat de Staat der Nederlanden voor de L.A. aanschafte. Een fladderen de sprinkhaan weliswaar, in elkaar geknutseld uit linnen, lijnen en lat ten, maar toch met alle ken merken van een reuze-krekel: hij had grote vleugels, hij maakte (veel) geluid en hij kon minstens even grote sprongen maken. Met hulp van twee Belgische me caniciens had Van Meel maanden achtereen in een verlaten hangar op het uit een vroeg burgerlucht- avontuor in failliete toestand over gebleven vliegkamp Soesterberg op deze eersteling gezwoegd. De gran dioze zelfspot waarmee hij zijn eigen schepping bezag blijkt wel uit de naam die hij spontaan verzon toen het dubbeldekse monstrum eenmaal kant en klaar op zijn ho ge kinderwagenwielen stond: „De Brik'. Voor vijf tientjes per dag buurde bet Rijk bet gebruik van deze „L.A. 1", inclusief de dien sten van de aviateur, die bovendien een vaandrigstraktement kreeg toe gemeten. Kapitein Walaardt Sacré heeft la ter in zijn dagboek beschreven hoe zo'n Brik van Van Meel wel vloog Om de geschiedenis geer geweld aan te doen moet eerlijksheidshal- ve worden aangetekend, dat deze notities het tweede, in 1914 ge bouwde toestel betreffen: „3 mei. Van Meel beproeft zijn nieuwe toe stel, valt en beschadigt enige klei nigheden die hij weer maken moet". „14 mei. Toestel van Van Meel is gereed om voorgevlogen te worden". Even moet men wachten op geschikt vliegweer en dan: ,,22 mei. Van Meel zal, na eerst wat geoefend te hebben, zijn toestel voorvliegen, maar hij tiekt het te veel op en valt over stag, zonder iets aan het toestel te beschadi gen. De belasting bestond uit ge vulde reservoirs, Van Meel, de tim merman van Van Meel (J. van Dooren) en een zak zand van 15 kg". 's Middags waagt de koene avia teur opnieuw een poging. „Hij ver trekt mot slepende staart, brengt deze op het laatste ogenblik wat omhoog, maar heeft op 100 m te rekenen nog geen vaart genoeg. Toch wil hij omhoog, trekt en valt". Die eerste sorties van onze nu Koninklijke Luchtmacht waren dus nauwelijks Koninklijk en zeker geen vertoon van macht. Het was één lang, ontmoedigend gevecht tegen de zwaartekracht, maar de mannen die in 1913 de vliegerij bedreven waren idealisten. Zij wilden de lucht in. Van Meel, Coblijn, Ver- steegh. Van Heijst, zij telden de te genslagen niet. maar zetten door. Met trots wijst Van Meel de vol gende passage aan in het dagboek van zijn eerste commandant: „13 juni. Van Meel bereikt eindelijk, na enige veranderingen aan zijn vliegtuig te hebben aangebracht, in twaalf minuten een hoogte van 500 meter en voldoet daarmee aan de eisen van het contract". is mij een raadsel'.' Dat is dan ook wel het enige raad- cord mee op zijn naam gehad. squadron voor fotoverkenning met de RF 104 g, een transportsqua dron met Friendships, Troopships en Beavers, drie squadrons lichte vliegtuigen met Piper Cubs en Hfl- Iers en een aantal Ak>uette-beU- kopters voor reddingswerk. Op 26 maart 1953, kort voor bet veertigjarig bestaan, kreeg de Luchtmacht het predicaat Konink lijke en werd zij verheven tot een zelfstandig wapen, naast marine en Maar ook dit is een punt: de N.V. Vliegtuigenfabriek Marinus van Meel was bereid de L.A. 1 af te staan aan het Koninkrijk der Neder landen voor 4100; de N.V. Kon. landmacht. Tevens werd Prins Ned. Vliegtuigenfabriek Fokker le- Bemhard benoemd tot inspecteur- vert de Starfighter af voor de ron- generaal voor de Kon. Luchtmacht, vliegt het als een vorst en ligt het de som van zes miljoen gulden. Eén hartewens zag het nu vijftig- ook op lage hoogten als een rots in Daartussen ligt dan een halve jarige wapen nog niet in vervul de lucht. Hoe dat met die 2 korte eeuw Nederlandse militaire lucht- ling gaan. Het heeft nog steeds stompjes van vleugels mogelijk is, vaartgeschiedenis. De markante geen eigen staatssecretaris, zoals punten van die geschiedenis zijn al marine en landmacht wel hebben, vaak beschreven: het beroemde es- Het is daarmee bij alle waardering sel dat de F 104 g voor kapitein 'cadri,,e «Vijf vingers aan een voor de demissionaire staatssecre- hand", de weervluchten van de taris voor land- en luchtmacht ge niet zelfstandig „Dat contract, dat was het pa pier waarop de Staat mij die een enveertighonderd gulden had be loofd als de Naamloze Vennoot schap Van Meel's Vliegtuigenfa briek ja, ja, ik dééd niet min der voor een afgesproken datum een vliegtuig zou leveren dat bin nen de eerste twintig minuten een 9 De eerste commandant van de hoogte van 500 m „boven het op. Mmtajre Luch,vaart viel reed» in stijgpunt" zou bereiken Ik zat dus de termen voor ..eigen vervoer". goed, met m'n twaalf minuten. Ik KaP'tein Walaardt Sacré had niet alleen een nieuw legeronderdeel, heb de zak met geld met een die- maar een luxe umousine u pe buiging m ontvangst genomen". besturen. Janssen nog heeft. Verder is hij in deze elektronische „sterrevechter" die met de pink te besturen is, thuis als geen ander. Of hij van kaas houdt, weet ik niet, maar hij is het er duidelijk helemaal mee eens, dat de Koninklijke Lucht macht, vijftig jaar na De Brik van Van Meel, de Starfighter heeft uit verkoren om juist in dit jubileum jaar de vervanger te worden van de neemt u mij niet kwalijk Kéésjagers. Die F 86 K „Sabre" wés al een vurige Pegasus, maar de presta ties van de Starfighter steken er nog ver bovenuit. En trekken we twintiger jaren, de G-l en de moe- neraal Calmeijer, dige strijd van de meidagen van '40, de fiere houding ook van een handjevol luchtmacht-militairen tij dens de Tweede Wereldoorlog, ge- eerd met de toekenning van de Mi litaire Willemsorde „zowel aan de Nederlandse Militaire Luchtvaart in West-Europa als aan die in Zuid- Oost-Azië, wegens haar krijgsver richtingen tegen overmachtige vijanden". Na de oorlog kwam de tweede pe riode van opbouw. Nog altijd „be hoeft het aantai vliegeniers voor Nederland niet groot te zijn' en met een deskundige uit eigen gelederen gerepresenteerd op re geringsniveau. Als het nieuwe kabinet die har tewens in dit jubileumjaar in ver vulling kon doen gaan, dan zou dat het mooiste verjaardagsgeschenk zijn dat onze vijftigjarige zich den ken kan. De Chef van de Luchtmacht staf zou er een borrel op schenken. Mét kaas. een lijn van het eerste naar het gemeten naar wat Amerika en En- laatste vliegtuig van de Koninklij- geland inbrengen in de Westerse ke Luchtmacht dan valt de verge- verdediging maar anno 1963 lijking voor die arme Brik bijna geldt onze Luchtmacht als een komisch uit. uiterst gewaardeerd onderdeel van De L.A. 1 klom ratelend en prut- de NAVO-strijdmacht. Zij beschikt telend in twaalf minuten naar vijf- straks over twee luchtverdedigings honderd meter hoogte, de F 104 g squadrons, uitgerust met de F 104 zoeft naar 25.000 meter in vier mi- g, twee groepen Nike missiles, drie nuten en zesentwintig seconden, groepen Hawk raketten, vier squa- Als Van Meel wind méé had haal- drons jagerbommenwerpers, waar de hij wel eens een snelheid van van twee blijven vliegen met de 90 kilometer per uur, de uiterste F 84 F Thunderstreaks en de twee limiet ««armee kapitein Janssen andere de Starfighter krijgen, een ADVERTEER regelmatig in het De MHEST gelezen krant voor Lelden en omstreken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 11