Etaleren is een vak heilgymnaste Welfare werkster Zij leert anderen het hoofd boven water houden verdriet Anderen vooruit helpen... VOORLICHTINGSNUMMER VAN HET LEIDSCH DAGBLAD 22 MEl 1963 it Wie gezond is, denkt niet aan ziekbedden in duizenden ziekenkamers en aan het leven van de zieke met de kleine afleidingen van elke dag: de komst van de melkman, het bezoek bij de buren, of. het belletje van de welfare-werkster, dat elke week, zelfde dag, zelfde tijd, terugkomt. De welfare-werkster die afwis seling in het eentonige bestaan van de patiënt brengt en zelfvertrouwen schenkt, dat verloren ging toen de invaliditeit kwam. Welfare-werkster. Eén van de honderden beroepen, voor „na het eindexamen". Een typisch vrouwelijk beroep, waarvan de oorsprong in Engeland ligt. In de oorlogs jaren bezochten dames de militaire hospitalen om soldaten recreatie te bezorgen. In 1945 na de bevrijding kwamen de Hollandse soldaten, die „gekuurd" hadden in Engelse hospitalen met waarderende verhalen thuis over „de welfare-dames" uit de Engelse militaire ziekenhuizen. Dat was voor het Rode Kruis hier aanleiding iets te gaan doen: eerst voor gewonde militairen, toen voor burgerpatiënten en la ter voor thuisliggenden en de bejaarden. Momenteel heeft het Rode Kruis 150 vaste welfare-krachten in dienst. Jonge vrouwen, die de patiënten door middel van creatieve arbeid wijzen op de validiteit, die zij ondanks hun invaliditeit toch nog bezitten. Na enige tijd kon men ook de medici van het nut van deze bezig heidstherapie overtuigen. Zieken, die jaren apathisch op bed lagen, kwamen tot het besef dat ook zij zich nuttig konden maken. Meestal begint het welfare-werk met een eenvoudig handwerkje, „een aardigheidje voor thuis": poppekleertjes, een gehaakt kleedje, een pannelap. Het lijkt zo eenvoudig, maar alleen de ma kers of maaksters en de welfare-werksters weten met hoeveel pijn en hoeveel moeite het vervaardigen van zo'n cadeautje gepaard kan gaan. Maar de welfare-werkster is géén handwerkjuffrouw. Wel moet ze op de hoogte zijn van alle handenarbeid en technieken. Zij moet niet vreemd opkijken als één van haar patiënten iets wil weten over lassen of goudbewerking. Zij moet met veel geduld honderd maal een eenvoudig kuissteekje kunnen voordoen. Ze moeten blijven glimlachen als een zieke van prachtige witte babywol een broddellapje heeft gemaakt. Steeds meer handwerktechnieken komen erbij. Steeds weer zal de gediplomeerde welfare-werkster een herhalingscursus moeten gaan volgen. De opleiding is moeilijk, maar het resultaat is er dan ook naar. En ook in haar hu welijk zal de welfare-werkster deze opleiding kunnen gebruiken! Want het geleer de op een welfare-cursus blijft van nut bij het naaien van kleding, het maken van kussens op het divanbed of het bezighouden van de kinderen. Maar bovenal: een welfare-werkster heeft tact en aanpassingsvermogen geleerd. Zij weet ziekte en verdriet „te lijf" te gaan. Dames in de leeftijd van 18 tot 38 jaar met een middelbare of daaraan gelijkstaan de opleiding kunnen In aanmerking komen voor zo'n cursus. Zij moeten ovfcr hand vaardigheid en kleurgevoel beschikken, tact bezitten in de omgang met patiënten en ziekenhuispersoneel. Voldoet een welfare-kandidate aan deze eisen, dan volgt er een strenge medische keuring vanwege het Rode Kruis. De adspirant-welfare- werksters worden in een ziekenhuis geplaatst waar zij onder leiding van een ge diplomeerde welfare-leidster de eerste op de praktijk afgestemde opleiding ontvan gen. Eenmaal per jaar is er een verplichte theoretische opleidingscursus van acht weken. Dan volgt een mondeling en schriftelijk examen. De geslaagde kandidaten ontvangen een getuigschrift en na nog acht maanden praktijk krijgen zij het di ploma bezigheidstherapie. Dan krijgt men een „eigen" ziekenhuis, sanatorium of bejaardentehuis en heeft men eigen patiënten. Niet alleen het Rode Kruis heeft een opleiding tot bezigheidstherapeute zoals de of ficiële naam voor het beroep welfare-werkster luidt. In Amsterdam is gevestigd het Nederlands opleidingsinstituut voor Arbeidstherapie. De opleiding daar duurt drie jaar. Vooropleiding: MULO. Na een cursus van een jaar moeten de meisjes de geheimhoudingsgelofte afleggen en examen doen. Er wordt twintig tot vijfen twintig uur per week les gegeven. Na een jaar gaan de meisjes zes weken in een inrichting werken. In het tweede of derde jaar gaan zij wekelijks enkele middagen of ochtenden daarheen. Als voorbereiding op een functie, die DIENEN groot schrijft. Iedereen kan zwemmen le ren. Maar lang niet iedereen is in staat zwemles te geven aan een klas met kinderen. Mevrouw Berkhout, een der honderden NerWlmdse zwem- instruc trices zegt dit in een der vele Sportfondsenbaden waar zij al ruim tien jaar kinderen en volwassenen de zwemkunst bij brengt. „Zwemmen moet altijd voor 75 procent ontspanning en voor 25 pro cent inspanning zijn" zegt zij. Om haar heen is het. dan ook een gejoel en geplens van kinderen in het water, die zich kunnen uitle ven. Toch moet de instructeur of instructrice ook voor voldoende rust en orde bij het rwemmen kun nen zorgen, omdat elk kind indivi dueel geholpen moet worden. Ang stige kinderen zullen onder leiding van de zweminstructrice hun wa tervrees moeten leren overwinnen; zij hebben dus speciale aandacht nodig. En ook degenen die binnen kort het zwemdiploma gaan halen eisen meer tijd. Een groot probleem blijft nog al tijd het schreeuwend tekort aan goede overdekte instructiebaden, want hierdoor krijgt men een te overladen programma en ontvan- men in het algemeen over de re sultaten niet ontevreden zijn. Dankbaar werk vindt zij het, speciaal voor wie graag met kin deren omgaat. Zweminstructeur of -instructrice wordt men in een op- leiding die duurt van september gen de kinderen eigenlijk te wei- tot mei en die georganiseerd wordt nig lessen. „Op het ogenblik geven door de Koninklijke Nederlandse we de vijfde en zesdeklas-leerlin- Zwembond. Er wordt verwacht dat gen eenmaal per veertien dagen de kandidaat beschikt over een vijf en twintig minuten zwemles, goede zwemvaardigheid, maar be- Dit komt neer op maar twintig les- langrijk zijn ook de leraarskwali- sen in een jaar" aldus zwemin- teiten. Tijdens de opleiding wordt struotrice mevrouw Berkhout. On danks deze korte lestijden mag Het gebeurt nogal eens, dat iemand die graag medicijnen zou gaan studeren door al lerlei omstandigheden daar toch niet toe komt, bij voorbeeld door de vrij hoge kosten of het aantal jaren dat met deze studie gemoeid is. Maar dan staat altijd nog de weg open tot de para-medische beroepen, zoals schoonheids specialiste, heilgymnaste of pedicure. Heil gymnaste mevrouw E. van Wessum, die haar opleiding kreeg aan de Amsterdamse Vak school, vertelt dat zo'n opleiding die drie jaar duurt eigenlijk in twee delen uiteen valt. In de eerste anderhalf jaar krijgt men lessen in anatomie, de kennis van de lichaamsbouw en voorts praktische en theoretische gymnas- velkolom, de schouderlijn en de leerlingen die al in het bezit zijn tiek (er wordt natuurlijk door de soepelheid van de spieren. Dan pas van een Middelbare akte Lichame- cursisten regelmatig zelf gymnas- begint het werk van de heilgym tiek beoefend) en vanzelfsprekend naste: er volgen de eerste gymnas- slechts twee jaar en tijdens het behoort ook EHBO tot de leerstof, tiekoefeningen, loopbewegingen, laatste jaar worden ook vaak les- Na deze voorbereidingstijd wordt handenarbeid gedurende een behan- sen in de avonduren gegeven in een examen afgelegd en slaagt men delingsperiode waarvan de duur na- verband met de praktijklessen die daarvoor dan wordt de studie ver- tuurlijk geheel afhangt van de aard de cursisten overdag in de zieken- volgd met lessen in orthopedie (het van de kwaal en.... van de mede- huizen volgen. Er is trouwens aan behandelen van misvormde ledema- werking van de patiënten. Hoe de Haagse Academie voor Lichame- ten, een gevolg van ongeval of meer en hoe intensiever er geoe- lijke Opvoeding ook een mogelijk- ziekte) verder massage en eveneens fend wordt (ook thuis) hoe meer heid tot het volgen van een volle- het praktische en theoretische ge- dat een snelle genezing stimuleert, deelte van de heilgymnastiek. Heilgymnastes zijn uiteraard „Heel belangrijk is ook het vaak verbonden aan ziekenhuizen zijn. waarnemen en behandelen van de en revalidatiecentra doch men kan patiënten", zegt mevr. van Wessum natuurlijk ook een eigen praktijk omdat elk geval individueel behan- gaan beginnen, waarbij men de pa- deld moet worden. „Wanneer tiënten krijgt toegewezen via de iemand een ongeluk is overkomen, artsen en ziekenfondsen, en daarvan in zoverre is hersteld De eisen van het Staatsexamen dat verdere genezing alleen afhangtzijn vastgesteld door het Neder- van massage-behandeling en heil- lands Genootschap voor Heilgym- gymnastiek dient men zich eerst nastiek. De cursisten dienen een een juist beeld te vormen van de vooropleiding van MULO of drie kwaal en de toe te passen behan- jarige HBS te hebben en moeten al- deling. De patiënten worden aan ien een medische keuring onder men wegwijs gemaakt in de rwem- techniek, in hoofdzaak een juiste beoefening van de spieren en adem halingsorganen. Voorts in geval van nood en bij ongevallen tijdens het zwemmen is een gedegen kennis van EHBO noodzakelijk en wordt aan het onderhoud van de badbenodigdheden de nodige aan dacht geschonken. Hygiëne is bij de sport uiteraard van grote bete kenis. Op elk uur van de dag dient het zwembad geschikt te zijn om te worden gebruikt. Daarom is hulp van assistenten (vaak jongelui die nog geen achttien jaar zijn en de opleidingscursus nog niet kun nen volgen) steeds welkom, want evenals aan zwembaden wordt ook het tekort aan leidinggevende krachten steeds nijpender. Deze assistenten doen alvast praktijk op onder deskundige leiding. Tijdens lijke opvoeding duurt de opleiding de cursus krijgt men namelijk al- leen theorielessen en de t-^passing op kinderen leert men vanzelfspre kend het beste in de praktijk. Na het behalen van het diploma zweminstructrice is er gelegenheid als rijksgediplomeerde een aanstel ling te krijgen bij een zwembad, lijke Opvoeding ook een mogelijk- Nadien is er nog een speciale op leiding mogelijk in orthopedisch dige avondcursus. Bij het eindexa- zwemmen. De gemeentelijke baden men moet men ten minste 21 jaar zijn namelijk vaak betrokken bij revalidatie-centra omdat onder-wa- Voorts worden er cursussen heil gymnastiek gegeven aan het Leids Academisch Ziekenhuis, aan het Rotterdams Instituut voor Heilgym nastiek en verder in Amsterdam, Groningen, Enschede en Arnhem. Gedurende een jaar kan men na dien nog een speciale cursus volgen fisiotechniek, waarbij men zich terbehandeling bij patiënten vaak uitstekende resultaten geeft. „De spieren van een patiënt krijgen na melijk meer soepelheid wanneer rij zich in water met een goede temperatuur kunnen oefenen, maar daar is uiteraard veel deskundig heid voor vereist. De taak van de instructeur of instructrice is dan hoofdzakelijk de bewegingen een nauwkeurig onderzoek onder- gaan. De uitsterst vermoeiende gaan dan bestralingskuren of krij- worpen, waarbij speciaal gelet massagebehandelingen vragen na- gen voet- of zitbaden, die hen hei- wordt op de houding van de wer- melijk veel krachtsinspanning. Voor pen zich beter te kunnen bewegen. kan toeleggen op diathermische be- oefeningen stelselmatig uit te brei- handelingen. De patiënten onder- den", aldus mevrouw E xhout. die er een dagtaak in vindt anda ren te leren het hoofd boven water te houden. gaat er niet om zo veel mo gelijk in een etalage te plaat- Etalages moeten spreken en moet de goede etaleur ma- dat zo wat te zeggen hebben, goede etaleur i.s noch alleen r, noch schilder, noch mo- hij componist. Met JA, etaleur is werkelijk een vak" zegt de heer W. J. Buys, chef-eta leur van een onzer gro te magazijnen, „en he- sas een vak, waarvoor nog ;een officiële vakopleiding be- taat. Er zijn wel particuliere icholen met een nogal com- I nercieel getinte opzet, maar ïowel een officiële vakoplei- iing als goede beroepsvoor- ichting ontbreekt Jonge men en, die voor het vak van eta- )L aur voelen, worden ook wel laar een schoQl voor oplei- ling winkelpersoneel verwe- en, maar aan het etaleursvak M an daar vanzelfsprekend zo oed a s geen aandacht wor- besteed." De heer Buy» is een man van praktijk en heeft zo in de loop jaren zijn eigen visie gekre- zowel op het vak als op de lensen, die daarvoor geschikt zijn. Is leerling-etaleurs heeft hij liefst *0 ng© mensen van 15 of 16 jaar, al enige algemene ontwikkeling 'ben en Mulo of drie jaar HBS Ater de rug hebben. Bij voorkeur 't hij jongelui, die uit een mi- komen. waar men enige kunst- nnige belangstelling heeft. Hij lsd ireekt dan ook altijd met de iders van zijn aanstaande leerlin- m. van wie hij in elk geval ver acht, dat ze. de belangstelling van in kind niet zullen remmen. Sti- ru uieren is niet nodig, want zegt „De stimulant moet van bin- uit komen, de jongelui moeten zéker weten, dat ze oprecht ets anders willen worden dan eta- Ook de ouders moeten good besef dat hun kind een heel mooi interessant, maar ook een moei en inspannend beroep kiest. 5321 |E leertijd in het bedrijf zelf is vier jaar. voor heel begaafden e ordt dat wel iets minder. Elke vói ie maanden komen zij onder lei- ng van oen andere etaleur, zodat alle afdelingen en artikelen le lt kennen en ook de verschillende 245 rsoonlijke opvattingen van de mst (want het is een kunst) le lt kennen. Daarnaast moeten zij avondcursus van de Koninklijke tademie volgon, die 5 jaar duurt, rvoor het cursusgeld door het (drijf wordt betaald. Ze kunnen n keuze maken naar persoonlijke 01 Bleg en voorkeur tussen de re- wneklas, de modéldas en de KtMas. Vele jongelui kiezen dit vak om it ze zo goed tékenen kunnen of ndat ze zo veel belangstelling »r mode hebben, maar men Bet dit vak als „vak" zien en kie- Sl Het is nog een Jong vak. Pas na tweede wereldoorlog is het een (rantwoord beroep geworden. Vroeger was een etaleur „iemand groepen maakte", dus goede- en dan liefst zo veel moge- Ie goederen in een etalage ngschikte zonder speciale aanlei d- Maar nu gaat men van het prin ce uit, dat de etalages een af- iegeling moeten zijn van de in- «d van het bedrijf, dat ze steeds nieuws moeten brengen op elk bied. dat ze ook op het gobied de mode geen greep uit het sortiment mogen rijn, maar de *ngers van de laatste nouveauté's. behulp van een hamer, wat zwarte spelden en zijn twee handen com poneert hij met goederen", zegt de heer Buys. Een goede etalage is ook niet het werk van één man. De opzet van een etalage ontstaat uit een gesprek tussen de verschil lende medewerkers. Het resultaat daarvan moet in beeld gebracht worden, daar komen twee stylisten aan te pas, die met goede smaak en zakelijk inzicht de inhoud van de etalage samenstellen. Dan wor den er allerlei specialisten bij ge haald. de timmerman, die de décors in elkaar zet, de man die het re clame-element verzorgt, de man die de teksten schrijft op het spe ciale thema van iodere etalage, de man die voor de verlichting zorgt en dan komt de etaleur op de prop pen. die alles coördineert en van de etalage zijn eigen creatie maakt. In de vier leerjaren leert de as pirant-etaleur het ABC van het vak, daarna gaat hij onder («trenge) lei- dmg in het binnenhuis werken, d.w.z. vitrines verzorgen, afdelin gen aankleden, enz. Zoals de heer Buys zegt: „Dan kan je zien of ze „HET" hebben, dat ondefindeer- bare, dat van een kunstzinnig aan gelegde leerling oen echte etaleur maakt. Dat is het risico, dat iede re leerling-etaleur moet nemen en waarvan hij of zij zich van te vo ren rekenschap moet goven, want veertig procent van de leerlingen heeft „het" niet. De periode, dat de leerlingen onder leiding werken duurt maximum drie jaar, waar na ze dan werkelijk etaleur zijn. TONGENS en meisjes, die dit be roep kiezen, moeten dus bereid zijn zich er gehoel voor in te zet ten en het risico te lopen, dat na een tijdje blijkt, dat het toch niet „het" vak voor hen is. Het is geen vak, dat men kiest alleen maar om er zijn brood mee te verdie nen. Maar voor hen, die liefde en aanleg hebben is het een moeilijk, maar een mooi vak. J. Bth.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 25